Dit artikel is een
praktische invulling op het artikel “kibitzen” dat eerder op de blog verscheen.
De sfeer opsnuiven in Wijk aan Zee is niet echt een must op het CV van de
amateurschaker, maar het is zeker een leuke uitstap. Tenslotte is dit een absoluut
toptornooi en het kan met enige goede wil het enige toptornooi genoemd worden
met zo’n lange (aaneengesloten) traditie. Tegenkandidaten als Hastings (sinds
1920-21) en Reggio Emilia (sinds 1947, maar de editie 2012-13 ging zelfs niet
door) hebben veel zwakke jaren gehad en slechts occasioneel een sterke
bezetting, afhankelijk van het beschikbare sponsorgeld. In Wijk aan Zee heeft Tata
Steel de geldkraan een beetje dicht gedraaid, maar het tornooi is zeker nog een
eersteklas uithangbord en de wereldtop neemt er graag aan deel. Er is officieel
geen C-tornooi meer, maar het promotiesysteem wordt wel aangehouden. Zo kan je
als gewone schaker (bij jarenlang volgehouden uitstekend spel weliswaar) het
uiteindelijk nog altijd schoppen tot de A-groep.
Een groepje
West-Vlaamse schakers bezocht het tornooi op vrijdag en zaterdag. Ikzelf
(ex-West-Vlaming) ging op zaterdag. Voor mezelf was het een eerste keer dat ik
het tornooi meemaakte. De rit naar Wijk aan Zee is lang, zelfs vanuit Brecht,
waar ik nu woon. Dat ligt voornamelijk aan het feit dat zowat alle drukke
autowegen in Nederland – en ik vermoed dat dat zo’n beetje alle snelwegen zijn
– een snelheidslimiet hebben van 100 km/uur met trajectcontrole. Het valt op
als je plots als enige 120 aan het rijden bent. Dus zelfs vanuit Brecht is het
al snel 1h45 uur rijden in plaats van de voorziene anderhalf uur. Komt daarbij
nog een nieuwe verkeerswisselaar bij IJmuiden en de toerist, met vol vertrouwen
in zijn GPS, doet er nog snel enkele minuten bij.
Wijk
aan Zee is een gehucht van net meer dan 2.000 inwoners – zo’n 1.000 meer dan ik
op het eerste zicht zou geschat hebben. Het dorp ligt aan het uiteinde van de
Zeestraat, die vanuit Beverwijk tussen de terreinen van Tata Steel naar de
Noordzee leidt en de verbinding vormt met de niet-industriële wereld. Vanuit
Wijk aan Zee zelf vertrekken enkel wegen die doodlopen of uitkomen op het
Tata-terrein. Een schiereiland op het land.
Wijk aan Zee is klein,
knus, winderig. Ik kan het moeilijk vergelijken met een Belgische kustplaats,
want ik kan me er geen voor de geest halen die zo klein is. De Moriaan (de
speelzaal) is een metalen doos (in normale omstandigheden waarschijnlijk in gebruik
als sporthal, met cultureel centrum als goede tweede), niet te groot, maar van
binnen goed aangekleed. De akoestiek was beter dan je van zo’n constructie kon
verwachten.
Bon, op zaterdag 24
januari dus gearriveerd in Wijk aan Zee, een half uur voor de partijen van de
voorlaatste ronde gingen beginnen en meteen post gaan vatten voor het bord van
Timman, niet voor Timman weliswaar, maar voor zijn tegenstander: Valentina Gunina. Dat betekent niet dat ik Timman niet respecteer: om op zijn leeftijd
nog competitief te blijven – chapeau. In een tijd waarin ook toppers de
overstap naar een “echte” loopbaan overwegen, omdat het schaken een te onzeker
bestaan biedt, is Timman een mooi voorbeeld van waardig ouder worden.
Ondertussen zwermen schakers
en toeschouwers de zaal binnen. Met de bekende gezichten wordt wat rijervaring
uitgewisseld: de nieuwe bocht van IJmuden is inderdaad een toeristenval. Waar kan
je de beste drank verkrijgen, welke andere bekende gezichten er al gespot zijn,
wie in vorm is, waar is de commentaarzaal. Langzaam wordt het afgesloten
gedeelte bevolkt met persmensen, VIPS, wat spelers en secondanten en zelfs de
Noorse TV, die hun blonde babe hebben gestuurd om de stoel van Carlsen voor te
verwarmen. Gelijkt die nu op Lena Heady (Cersei uit Game of Thrones) of vergis
ik me?
Bon, het schaken. Iets voor de partijen beginnen worden alle invités en VIPS buitengewerkt, de pers incluis. De gong gaat en de partijen starten. Bij wijze van geheugensteuntje geef ik hierna de partijen en de afloop die ze die dag kennen:
Ik blijf nog even
kijken naar de openingszetten van de verschillende partijen, probeer in alle
stilte enkele shots met zoom. Ondertussen kruipt Alina L’Ami zowat tussen mijn
benen om van zo dicht mogelijk wat foto’s van de spelers te nemen. Ze excuseert
zich, maar ik heb er geen probleem mee.
HK5000
Bon, het schaken. Iets voor de partijen beginnen worden alle invités en VIPS buitengewerkt, de pers incluis. De gong gaat en de partijen starten. Bij wijze van geheugensteuntje geef ik hierna de partijen en de afloop die ze die dag kennen:
|
|
Een gelukje heb ik ook
met de foto van Wei Yi tegen Anne Haast. Haast is zo’n beetje de hot chick in
het Nederlandse schaakwereldje en speelde best een goed tornooi – ze haalt haar
eerste IM norm ruim voor de finish. Maar een klasseverschil blijft een
klasseverschil. Haast speelde een ingewikkelde partij van de A-groep na. Wei Yi
haalde haar uit haar voorbereiding en zoals zo vaak was de eerste zet die dan
door de zwakkere speler op eigen kracht gespeeld wordt, meteen al fout. Wei Yi speelt f6, en de stelling die toen ontstond, zou in het recente WK meteen door
zwart zijn opgegeven. Een gelukje dat mijn foto het moment vast legt wanneer de
waarheid voor Anne duidelijk wordt.
Dat was de veegpartij
van de dag in de B-groep. Best een heftige dag in de B-groep met vijf besliste
partijen op zeven. Timman - Gunina wordt een messy Caro-Kann, die in haar voordeel
wordt beslecht. Sam Shankland, de kleinste deelnemer (letterlijk) van de
B-groep wint van L’Ami en Van Kampen wint van Potkin.
Wie nog in de B-groep?
Bart Michiels natuurlijk, onze “schaakbelg” die hier gemiddeld iets onder het
gemiddelde van zijn groep speelt. Weinig remises en verliespartijen die het
klasseverschil duidelijk maken; de winstpartijen zijn soms hard werken, maar de
punten zijn op alle borden duur. Zijn parcours doet me denken aan een open
tornooi waarin je wit hebt tegen de zwakkere spelers en zwart tegen de
sterkere. Je krijgt het gevoel dat het niet echt “bolt”.
Dan is het tijd voor
een pauze, want van al dat harde werken (vrij naar “I like work: it fascinates
me. I can sit and look at it for hours.” – Jerome K. Jerome) krijgt een mens dorst. Gelukkig
zijn mijn vrienden habitués in Wijk aan Zee en leiden ze mij weg van de
tornooibar (die tot mijn verbazing in de grote speelzaal staat – probeer dat
maar eens in de open van Gent), die blijkbaar niet het “goede” bier verkoopt.
We gaan kijken naar de commentaarzaal, waar Hans Böhm wat uitleg gaat geven.
Die (de zaal, niet Hans Böhm) ligt op enkele minuten wandelen van de speelzaal,
in iets wat eruit ziet als een zorgcentrum.
De ruimte heeft wel
een goede bar (waarmee ik bedoel dat ze Belgische bieren schenken) en waar we
meteen gebruik van maken. We nemen plaats op de stoelen, enkele minuten voor
Hans Böhm moet aantreden. Het blijkt een goede keuze, want algauw loopt de zaal
vol en moeten de nieuwkomers recht blijven staan. Het is enkele minuten wachten
op Böhm, maar het is de moeite waard. Hij steekt meteen van wal met wat droge
humor en anekdotes (hoe houd je een eindspel tegen Timman remise: met een goede
dubbele whisky tijdens de partij). Toeschouwers mogen suggesties geven en als
die effectief gespeeld worden, kan er zelfs een prijsje vanaf. Het gebeurt
allemaal met een kwinkslag en de sfeer zit er goed in.
Na een goed half uur
vinden we dat we genoeg inzicht hebben opgedaan voor één dag en verlaten we
onze stoelen voor een tweede verfrissing en een tafeltje aan het raam, met
uitzicht op de duinen van Wijk aan Zee. Er wordt nog wat nagekaart en de eerste
plannen voor terugkeer naar huis komen op tafel. Maar eerst nog naar de
schaakwinkel, die – origineel – de oorspronkelijke inrichting als café behouden
heeft (zie foto 15 op Chessbase). Promoties alom en ook ik kan niet weerstaan,
ook al vraag ik me af waar ik dit boekwerkje nog kan wegstouwen thuis.
Dan nog snel even naar
de resterende partijen gaan kijken en nog enkele laatste foto’s proberen te
schieten, maar ondertussen staat het rijen dik aan het hek (de schakers aan de
andere tornooien bevolken nu ook het kijkerspubliek) en het is even wachten eer
ik weer vooraan sta. Met al enkele partijen achter de rug is het gemakkelijker
om een keuze te maken welke spelers te fotograferen. Ik geef de voorkeur aan
enkele A-groep partijen – hierna een shot van Saric, die gaat winnen van
Wojtaszek, die nochtans zo goed gestart was.
Als ik mijn laatste
foto’s geschoten heb, vat ik de terugtocht aan – dit keer via Utrecht ipv via
Rotterdam, maar het maakt weinig verschil uit – ook hier wordt
mijn voet begrensd tot 100 km/h. Een evaluatie van het bezoek: het is zeker de
moeite waard als schaker. Tot in Cappelle-la-Grande!
HK5000
Geen opmerkingen:
Een reactie posten