Het is erg zelden dat we een partij spelen zonder fouten. Er valt altijd wel iets op te merken. Het is dan ook vreemd om een speler te horen zeggen dat hij (helemaal) tevreden is over zijn partij of tornooi. Het is een normaal proces voor elke ambitieuze speler die lessen tracht te trekken. Echter ik kan mij goed voorstellen dat bepaalde lessen voor sommigen lijken op onbenulligheden. Zo kan kritiek snel ontaarden in irritaties zoals laatst gebeurde op schaakfabriek.
Het is evenmin gemakkelijk om iets zinvol te vertellen zonder iemand te irriteren. Wanneer de microfoon onder je neus wordt geplaatst dan heb je geen tijd om een perfect antwoord te verzinnen. Carlsen gaf bijvoorbeeld in een recent interview aan dat hij zich pas achteraf realiseerde hoe erg hij sommigen verveelde met klagen terwijl hij punten bleef scoren.
Dit ontevredenheidsgevoel wordt nog versterkt door het feit dat we vaak overwinningen als gewoon vinden. De spijtig stopgezette blog van Alina L'Ami beschrijft dit aspect kort maar krachtig. Je hebt hard gewerkt dus het is vanzelfsprekend dat je won. Of de tegenstander speelde gewoon te slecht zodat winnen onvermijdelijk was. Het gevaar is reƫel dat we afglijden in een spiraal van negatieve emoties en hierdoor elk spelgenot laten bederven.
Echt gelukkig zijn we dus nooit in het schaken of toch. Ik vermoed dat ieder wel eens een schaars moment meemaakt van een uitzonderlijke meevaller. Je rekende helemaal niet op die uitslag maar het lot was gunstig. Je bent op slag alle tegenslagen vergeten want je bent euforisch. Zo liet de Britse grootmeester Nigel Short recent optekenen dat hij na het winnen in Myanmar zo blij was dat hij in zijn kamer op en neer stond te springen. In de partij kwam hij niet goed uit de opening maar zijn veel jongere tegenstander geraakte de weg kwijt in de complicaties.
Voor analyses van deze partij verwijs ik naar het eerste Chessbasereport over dit tornooi.
Het tornooi in Leuven sloot ik eveneens af met een knaller. Ik versloeg er de Zweedse grootmeester Ralf Akesson en eindigde met 6/7 in de hoofdprijzen. Het lot was mij gunstig gezind. Het begon al bij de voorbereiding. Normaal is er geen tijd om de laatste ronde voor te bereiden maar ik had op voorhand de paring juist ingeschat/ gegokt. Ralf was nog aan het spelen tegen Stefan Docx maar ik verwachtte dat dit remise zou worden. Hovhanisian als hoogste rating zou naar boven worden gepaard tegen Dgebuadze. Ik had vorige ronde zwart gehad net als Stefan dus het meest logische was dat ik wit zou krijgen en Ralf als tegenstander wat ook gebeurde. Vervolgens had ik redelijk vroeg gedaan met mijn vorige partij (zie vorig artikeltje) waardoor ik toch een half uurtje had om iets te bekijken. Tenslotte wat ik bekeek, kwam ook op het bord. Een moegespeelde Ralf door de uitputtingsslag met Stefan was uiteindelijk niet meer een zo onhaalbare kaart voor mij.
De stemming achteraf was uiteraard opperbest. Met een TPR van ongeveer 2500 elo en 500 euro prijzengeld ga je niet elke dag naar huis. Ik kon een glimlach en gebalde vuist niet onderdrukken. Misschien vinden sommige mensen zulk gedrag ongepast en kwetsend voor de tegenstander maar als je euforisch bent dan denk je sowieso niet goed meer na. In elk geval een lekkere Leffe liet ik onmiddellijk na de partij aanrukken na 4 dagen van droogte (slechts eentje want ik was nog chauffeur).
Deze speciale momenten koester je als schaker maar hierop wachten zou ik niet doen want dan zou je wel eens erg lang kunnen wachten. Zelf tracht ik ook te genieten van de vele andere kleinere dingetjes die het schaken zo mooi maken. Op mijn blog vind je talloze voorbeelden hiervan : interferenties, excelsior,.. Met wat goede wil moet iedere speler wel iets vinden wat hij de moeite vindt. Met ongeveer 180 artikels is deze blog wellicht een goede plaats om eens te grasduinen en te beseffen hoe rijk ons spel wel is.
Brabo
Echt gelukkig zijn we dus nooit in het schaken of toch. Ik vermoed dat ieder wel eens een schaars moment meemaakt van een uitzonderlijke meevaller. Je rekende helemaal niet op die uitslag maar het lot was gunstig. Je bent op slag alle tegenslagen vergeten want je bent euforisch. Zo liet de Britse grootmeester Nigel Short recent optekenen dat hij na het winnen in Myanmar zo blij was dat hij in zijn kamer op en neer stond te springen. In de partij kwam hij niet goed uit de opening maar zijn veel jongere tegenstander geraakte de weg kwijt in de complicaties.
Het tornooi in Leuven sloot ik eveneens af met een knaller. Ik versloeg er de Zweedse grootmeester Ralf Akesson en eindigde met 6/7 in de hoofdprijzen. Het lot was mij gunstig gezind. Het begon al bij de voorbereiding. Normaal is er geen tijd om de laatste ronde voor te bereiden maar ik had op voorhand de paring juist ingeschat/ gegokt. Ralf was nog aan het spelen tegen Stefan Docx maar ik verwachtte dat dit remise zou worden. Hovhanisian als hoogste rating zou naar boven worden gepaard tegen Dgebuadze. Ik had vorige ronde zwart gehad net als Stefan dus het meest logische was dat ik wit zou krijgen en Ralf als tegenstander wat ook gebeurde. Vervolgens had ik redelijk vroeg gedaan met mijn vorige partij (zie vorig artikeltje) waardoor ik toch een half uurtje had om iets te bekijken. Tenslotte wat ik bekeek, kwam ook op het bord. Een moegespeelde Ralf door de uitputtingsslag met Stefan was uiteindelijk niet meer een zo onhaalbare kaart voor mij.
Deze speciale momenten koester je als schaker maar hierop wachten zou ik niet doen want dan zou je wel eens erg lang kunnen wachten. Zelf tracht ik ook te genieten van de vele andere kleinere dingetjes die het schaken zo mooi maken. Op mijn blog vind je talloze voorbeelden hiervan : interferenties, excelsior,.. Met wat goede wil moet iedere speler wel iets vinden wat hij de moeite vindt. Met ongeveer 180 artikels is deze blog wellicht een goede plaats om eens te grasduinen en te beseffen hoe rijk ons spel wel is.
Brabo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten