donderdag 14 maart 2024

Verrassingen deel 4

Nooit eerder dan in Mariënbad werd ik in een open tornooi gewezen op de onbuigzaamheid van mijn repertoire. Zelfs verscheidene spelers ver onder de 2000 elo slaagden erin met goed voorbereide kleine systemen vanuit de opening mij onder grote druk te zetten. 

Enkele jaren geleden beschreef Sim Maervoet haarfijn in ideeën deel 2 hoe je zulke kleine systemen kunt vinden en waar je op moet letten. Zo keek hij vaak slechts naar de 5de meest gespeelde zet in een stelling volgens de databases. De kans dat de tegenstander dit ooit bestudeerd heeft of goed kent, wordt hierdoor herleid tot bijna 0. Ook mijn tegenstanders in Mariënbad pasten die techniek toe maar hun successen waren erg uiteenlopend.

In onderstaande stelling koos de 18 jarige Turkse speler Kemal Yildirim voor 6...Pc6 die slechts in 6% van de meesterpartijen volgens de database wordt gekozen. Ik was er niet op voorbereid en mijn kennis was heel summier (nietsbetekenend). Desondanks stond Kemal enkele zetten later al op groot nadeel die hij nooit meer kon wegwerken.
In het 2de voorbeeld zien we opnieuw de hoofdrol voor een Pc6 die deze keer werd gespeeld door de 13 jarige Poolse Wiktoria Smietanska. 9...Pc6 wordt slechts in 3% van de meesterpartijen gespeeld. Ook hier gold dat ik er niet op voorbereid was en ik slechts heel beperkte kennis had. Echter deze keer was Pc6 wel een voltreffer. Ik lag al snel een dik half uur achter op de klok en zat na de theorie opgezadeld met een zeer delicaat en lastig spelende stelling. Uiteindelijk in grote tijdnood en kritieke stelling bedelde ik voor remise die Wiktoria na lang wikken en wegen aannam.
Beide voorbeelden gebruiken hetzelfde verrassingselement maar hebben een zeer verschillende afloop. Toeval? Dat denk ik niet want er is een wezenlijk verschil tussen beide. In nevensysteem 1 zien we dat het reeds gespeeld werd in 829 meesterpartijen terwijl nevensysteem 2 slechts getest werd in 58 meesterpartijen. 829 partijen bekijken is onbegonnen werk als verrassingswapen maar 58 is best te doen. Ik speelde al op de 2de zet na de verrassing in voorbeeld 1 een veel minder populaire maar nog steeds interessante voortzetting en daar vond Kemal geen goed antwoord op. Kemal had enkel gekeken naar de meest gespeelde varianten wat al enkele uurtjes tijd in beslag had genomen.

Wiktoria daarentegen bleef ook na het spelen van de verrassing nog verscheidene zetten a tempo op het bord kwakken. Ze was niet alleen op de hoogte van alle plannen die bestaan maar aarzelde zelfs niet om met een computerverbetering een oude meesterpartij te verbeteren. Dat is erg knap voor een 13 jarig meisje maar het was mij natuurlijk duidelijk dat ze hier hulp had voor gekregen.

Toen ik achteraf verhaal ging halen bij Wiktoria, gaf ze ook toe dat de coach haar had geholpen met de partijvoorbereiding. Ik antwoordde haar dat ze hem mijn complimenten moest doen want hij had heel puik werk afgeleverd (waarop ze een zeldzame glimlach niet kon onderdrukken). Als 13 jarige was ze beter voorbereid dan elke 2400+ speler die ik de voorbije jaren had ontmoet waarmee nogmaals het belang van coaches onderstreept wordt.

Trouwens in Mariënbad werd nogmaals bewezen hoe hard ondersteuning afhangt van de leeftijd van een speler. Onder de 18 jaar hebben veel spelers hun eigen coach (die zelfs vaak meereist). Boven de 18 jaar heb ik niemand er gezien met een coach. Meer dan ooit zijn de jeugdjaren kritiek in hoe iemands schaakontwikkeling verloopt. Vanaf 18 jaar heb je het gemaakt of word je afgeserveerd. Kemal moest het wellicht allemaal zelf rooien dus ook niet verwonderlijk dat hij niet even goed was voorbereid als Wiktoria.

Brabo

5 opmerkingen:

  1. Toch maar een zo breed mogelijk openingsrepertoire aanleggen dus... Het lijkt me dat de punten die je daarmee verliest, niet opwegen tegen de punten die je verliest doordat je met slechts 1 hoofdrepertoire tot in de puntjes voorbereide tegenstanders treft.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Als er geen partijen bekend zijn van jezelf dan hoef je niet te varieren. Elke bekende partij kan worden gebruikt in een partijvoorbereiding dus ja varieren is noodzakelijk als je goed wilt scoren.

      Verwijderen
  2. Die twee voorbeelden geven goed weer wat het voordeel én het nadeel is van zo'n voorbereiding: als je er echt diep bent in gedoken, dan ken je ook de algemene principes van de lijn die je wil spelen, maar als je enkel oppervlakkig de computerlijnen hebt bekeken, dan kan het best zijn dat jouw vijfde beste zet beantwoord wordt met een even goede vijfde beste zet - en daar sta je dan met je uren voorbereiding.
    Voorbereiding is altijd voor iets goed, maar ik ondervind bij mezelf, dat de inzichten heel vaak pas komen onder wedstrijdomstandigheden, niet achter het scherm thuis.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Met voorbeeld 1 bestaan 829 meesterpartijen. Dan gaat het niet meer enkel over diep induiken maar vooral een verkeerde variant kiezen. Vandaag is topschaken vooral heel praktisch zijn.

      Verwijderen
    2. "dat de inzichten heel vaak pas komen onder wedstrijdomstandigheden, niet achter het scherm thuis."
      In topschaak kan je niet meer permitteren om te wachten tot de wedstrijden om inzichten te krijgen. Men speelt vaak 1 keer iets en de volgende keer is het weer iets anders. Ervaring opbouwen zit er dus niet meer in via wedstrijdschaak. Meer dan ooit moet je thuis je huiswerk gemaakt hebben.

      Verwijderen