dinsdag 9 juni 2020

De sterktelijst deel 2

De saga van de Belgische interclub blijft duren maar daar wens ik niet meer op terug te keren. Echter in mijn vorig artikel gaf ik ook aan dat ik later eens wou dieper ingaan op het feit dat een ploeg zoals Zottegem met 2 IMs en 1 FM op het punt staat (tijdelijk) te verdwijnen uit 2de klasse. Sommige reacties op deze blog lieten verstaan dat ze daar geen enkele moeite mee hebben maar dit kan je toch niet als normaal beschouwen. Vooraf had ik Zottegem als titelkandidaat beschouwd en zeker niet degredatiekandidaat.

In eerste afdeling spelen 12 ploegen. In 2de afdeling spelen 24 ploegen. Elke ploeg bestaat uit 8 spelers. Als je alles samentelt dan kom je aan 36 ploegen x 8 spelers/ploeg = 288 spelers. Als ik kijk naar de actieve Belgen dan vind ik 8 GMs en 23 IMs dus slechts 31 spelers in totaal waarvan er dan nog enkele niet meespelen uit eigen keuze in de hoogste 2 divisies. Ik bedoel hoe is het dan uberhaupt mogelijk dat wanneer je spelers hebt die bij de top 10% behoren zich niet kunnen handhaven.

De belangrijkste reden is volgens mij, de massale toename aan buitenlandse spelers in 2de afdeling want het niveau van de beste Belgische spelers is niet gestegen. Dit laatste kan je bijvoorbeeld snel checken door de elo van de Belgische speler op plaats 100 te vergelijken vandaag met die van enkele jaren terug. Op KBSB top 100 zien we dat vandaag die 2206 elo is, terwijl die in april 2014 zelfs 2210 elo was. In mijn artikel van 2014 Deurne in de middenmoot merkte ik al die tendens op en die lijkt de laatste jaren alleen maar te zijn doorgetrokken Ik berekende opnieuw de gemiddelde elo van de ploegen in de serie waarin Deurne speelde en zag opnieuw een toename van ongeveer 20 elo t.o.v. 2014.
Echt zwakke broertjes zoals vroeger zitten er niet meer tussen waardoor bijna iedereen van iedereen kan winnen. In 2014 had je 3 ploegen die buitenlandse spelers opstelden. Vandaag heb je er al minstens 6: TSM, Brasschaat, KBSK, KOSK, Wetteren en Wachtebeke. Trouwens die laatste maakt het wel erg bont door de reglementen maximaal naar eigen hand te zetten. Het lijkt mij meer dan toeval dat Wachtebeke ondanks de op 1 na laagste gemiddelde elo vandaag op de 3de plaats staat. Ik had mij op 7 spelers van Wachtebeke voorbereid maar zelfs met de vaste bordenvolgorde had ik mij niet voorbereid op mijn tegenstander. Ruben Decrop had mij al gewaarschuwd in 2013 dat rotaties ook in 2de afdeling voorkomen maar ik had nooit gedacht dat het zo erg zou worden als in 1ste afdeling (zie Hollandse stappen in de Engelse opening).

Ja Wachtebeke en in mindere mate ook andere ploegen in 2de afdeling krijgen hierdoor een voordeel die hen elowinst oplevert. Het is moeilijk om daar een exact cijfer op te plakken maar mijn eigen resultaten dit seizoen spreken boekdelen:
  • - 2,5/9 Belgische interclub: TPR: 2139
  • - 4,5/5 Klubkampioenschap Deurne: TPR: 2228
  • - 6/9 Open Cappelle La Grande: TPR: 2369
  • - 4,5/5 Nederlandse interclub: TPR: 2432
  • - 4/6 Open Leuven: TPR: 2245

Trouwens we zien in bovenstaande cijfers ook een duidelijk verschil in TPR wanneer veel tegenstanders mij kennen of niet (iets wat ik recent al aangekaart heb in mijn artikel schaakopeningen studeren deel 4). Vandaag wordt een elo vaak als absoluut beschouwd om iemands speelsterkte te bepalen maar we zien dat een elo ook afhankelijk is van andere factoren waardoor het soms heel sterk varieert. In elk geval mijn resultaten dit seizoen hebben mij alleen maar meer doen verlangen naar spelen in het buitenland. Zeker de Nederlandse interclub was een verademing. Niet alleen kende niemand mij er goed maar was ik eindelijk af van het nadeel in de Belgische interclub.

Ik heb ook nog een leuke anekdote van mijn Nederlands avontuur dit seizoen bij Landau-Axel. Het enige half puntje dat ik afgaf was opnieuw niet toevallig tegen een Belg: FM Marc Lacrosse. Echter wat voorafging, was op zijn minst grappig te noemen. Net als bij elke ronde vroeg mijn ploegkapitein op welk bord ik graag zou zitten. Dit is mogelijk in Nederland want in tegenstelling tot de Belgische interclub is de bordvolgorde helemaal vrij en die kans liet ik niet zomaar schieten. Elke ronde vroeg ik een ander bord om de voorbereiding van mijn tegenstanders zo lastig mogelijk te maken. Soms trachtte ik met opzet een speler te vermijden die mij iets te goed kent maar het omgekeerde wou ik voor de partij tegen HWP SAS van Gent. Uit de eerdere ronden leidde ik af dat Marc Lacrosse, hun sterkste speler meer dan waarschijnlijk wit zou krijgen. Daarnaast weet ik dat Marc niet graag speelt tegen mij en dus meer dan waarschijnlijk niet op een hoog bord zou plaatsnemen. Echter een te laag bord zou strategisch te riskant zijn omdat zijn potentieel als sterkste speler grotendeels verspild zou worden. Bovendien is Marc met wit aartsgevaarlijk voor (iets) lagere elo's dus voor het team dacht ik dat het wel interessant zou zijn indien ik tegen hem zou kunnen spelen.

Uiteindelijk nam ik bord 4 als de meest waarschijnlijke keuze voor Marc. Daar zou hij wit hebben. Hij zou de topborden vermijden en hij zou toch nog het team goed kunnen helpen. Bovendien had ik nooit eerder lager gespeeld dan bord 3 dus Marc zou denken dat hij er "veilig" was. De ronde startte en ik zat op bord 4 maar er was geen Marc te bespeuren. Echter mijn bord bleef wel leeg en toen begon het mij te dagen dat ik wellicht goed had gegokt want Marc komt vaak laat aan zijn bord. En jawel even na de start kwam Marc aangehold. Hij keek mij aan en ontplofte. "Hoe heb jij kunnen raden dat ik op bord 4 zou zitten? Ik had het nog gedacht dat bord 4 te hoog was." Ik kon mijn lach niet meer inhouden. Puur goud was Marcs reactie. De partij was een ander paar mouwen. Marc zette onze theoretische discussie verder in de Stonewall (3de keer dezelfde variant) en ondanks dat ik voorbereid was en Marc niet, moest ik hard werken voor het halfje.
Ik merk op dat ik in de Nederlandse interclub vaak veel beter ben voorbereid dan mijn tegenstanders in tegenstelling tot de Belgische interclub. De reden is dat er weinig spelers bereid zijn om zich serieus voor te bereiden op 4-5 of zelfs meer spelers. Ik ben dit al jaren gewoon door de grote sterktelijsten in de Belgische interclub en dat speelt daar in mijn voordeel. Echter in de meest recente ronde van de Nederlandse interclub zag ik ook de keerzijde van de open bordvolgorde in onze match tegen Bergen op Zoom. Om de kansen van Bergen op Zoom te verhogen werd beslist door hun ploegkapitein om de 2 zwakste spelers op te offeren op hun 2 hoogste zwartborden (1 en 3). Hierdoor kreeg ik een zwakkere tegenstander tegen dan mijn bijna 700 punten lager gekwoteerde zoon Hugo die op bord 8 speelde zie knsb.netstand.nl/pairings/view/5559.

Strategisch werkte het ook al omdat we een forfait moesten geven wegens een gebrek aan bereidwillige spelers maar ik ga uiteraard naar Nederland schaken in de hoop om sterkere tegenstand te ontmoeten. Dit is geen reclame voor het schaken alhoewel mijn tegenstander een verdienstelijke poging ondernam om er iets van te maken.

Er zullen altijd spelers zijn die de reglementen zullen maximaal buigen om een extra voordeel te kunnen verkrijgen terwijl we eigenlijk willen dat de strijd enkel op het bord gebeurt. Het optimale zou een middenweg zijn tussen een vaste en een compleet open bordvolgorde. Zulk reglement is makkelijk te maken maar het gebeurt niet net zoals we vandaag zien hoe moeilijk het is om tot een besluit te komen betreffende 1 seizoen in de Belgische interclub.

Brabo

11 opmerkingen:

  1. 2A is al lang een erg gelijkopgaande reeks, enkele slechte resultaten maken dan al gauw dat je onderaan staat.
    Zottegem heeft dan wel 2 IM + 1 FM, maar je speelt natuurlijk met 8 spelers.
    Als ze niet degraderen kan het goed zijn dat ze volgend jaar terug bovenaan eindigen mits wat meeval.


    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De gemiddelde elo van Zottegem is de 4de hoogste. Bovendien wil ik opmerken dat een 50 elo verschil gemiddeld na 8 borden toch al oploopt naar samen 400 elo. Ik heb geen kansberekeningen gemaakt maar ik zou toch verwachten dat je dit verzilvert na 9 ronden.

      Verwijderen
    2. Ik denk niet dat hier veel conclusies uit kan trekken hoor.
      Akkoord dat ze minder gescoord hebben dan je op voorhand zou verwachten.
      Dat er achteraf gezien in een reeks één ploeg is die wat minder punten gescoord heeft dan verwacht is echter volledig normaal.

      Verwijderen
  2. Boekdelen: in de Belgische interclub had je zware tegenstand en in de Nederlandse beduidend zwakkere tegenstand en volgens mij zegt dat meer
    dan het hameren op voorbereiding.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. TPR houdt toch rekening met de tegenstand of niet?

      In Cappelle La Grande scoorde ik 2/5 tegen 2 GMs en 3 IMs (gemiddeld +2450 elo). Ik heb het al een beetje meegegeven in een vorig artikel en zal er nog meer over schrijven later in een nieuw artikel maar de voorbereiding speelde hierbij een centrale rol. Ik denk dan ook dat mijn kansen op een goede TPR al bij voorbaat in de Belgische interclub veel lager waren.

      Verwijderen
  3. Vind je het eigenlijk positief of negatief dat er zo veel buitenlandse spelers meespelen in interclub? Profiteren de sterkste Belgische spelers niet van het feit dat ze zo sterkere tegenstand krijgen? De degelijke spelers die het stijgende niveau niet meer aan kunnen zakken af naar derde wat het niveau in derde ten goede komt, niet?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Persoonlijk heb ik het altijd een verrijking gevonden. Echter wanneer ploegen die buitenlandse spelers gebruiken om te roteren dan is het voor mij niet meer leuk.

      Ik heb eens gekeken naar de ploegen in 3de afdeling en ik denk niet er veel positief is aan daar enkele jonge Belgische IM's te laten spelen. Het lijkt mij noch voor de veel zwakkere andere spelers noch voor henzelf interessant. Er is een heel groot niveauverschil tussen 2de en 3de klasse.

      Verwijderen
  4. Zie ik het goed? Heeft Wachtebeke met 1 man minder en 54 gemiddelde elo 4-4 gespeeld tegen Deurne?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. TPR: Deze prestatie is relatief ten opzichte van de "gemiddelde" rating van de tegenstanders. Om de prestatie op zijn waarde te kunnen schatten, moeten we uiteraard kijken naar het ratingniveau van de tegenstanders. In de Belgische interclub had je ondanks die straffe voorbereiding toch gemakkelijk 1,5 punt meer kunnen hebben? Enfin als statisticus probeer je toch geen conclusies te trekken uit zo weinig partijen? Nu valt mij ineens weer te binnen hoe je na de remise tegen Marc Moors bleef beweren dat hij grondig was voorbereid. Heb je zelf nog nooit gedacht dat je er te bang voor bent...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Kijk elke speler heeft zijn zwaktes en sterktes. Ik beschouw mijn voorbereidingen als 1 van mijn sterke punten en in de Belgische interclub krijg ik zelden of niet de kans om die troef uit te spelen. Ofwel is het de sterktelijst die een rol speelt ofwel kennen de tegenstanders mij te goed (via o.a. deze blog). De blog is mijn eigen schuld maar de sterktelijst is dit niet tenzij je van mening bent dat ik altijd de keuze heb om voor een andere grotere club te spelen waar ik kan roteren met andere spelers.

      Verwijderen
  6. De vrije opstelling in Nederland vind ik slechter dan het systeem van opstellen in Belgie. De voorbereiding wordt moeilijker uiteraard maar belangrijker is dat men dikwijls tegen een zwakkere tegenstrever uitkomt door de tactische opstelingen die dat geeft. De buitenlandse spelers in onze competitie waren een verrijking, maar als alle ploegen buitenlandse spelers (vooral) op hun eerste borden zitten spelen die uiteraard tegen mekaar. Dikwijls worden ze ook enkel ingezet tegen sterkere ploegen, of bij degradatiegevaar van de ploeg (of de 2e ploeg waardoor spelers van de 1e ploeg de 2e ploeg gaan versterken) waardoor men eigenlijk niet meer over één ploeg kan spreken. Ook worden ze dikwijls niet meer ingezet als de plaatsen vast liggen om kosten te besparen, dat kan (gebeurt ider jaar) dan tot competitievervalsing leiden

    BeantwoordenVerwijderen