woensdag 3 september 2014

Stervluchten

In de loop van de jaren heb ik vele spelers een pauze zien inlassen of zijn zelfs helemaal gestopt met schaken. Ieder heeft wel zijn eigen redenen maar een cruciale rol speelt zeker het verminderen of zelfs verdwijnen van het spelplezier. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat wie echt wil schaken dat altijd wel kan in beperkte mate mits er prioriteit aan te geven. Het spelplezier is dus erg belangrijk en dat geldt ook voor mijzelf ondanks het feit dat ik een wetenschappelijke aanpak gebruik. 

Winnen is leuk maar verliezen is vaak pijnlijk. Zo schreef ik eerder in mijn artikeltje praktische eindspelen dat ik na mijn nederlaag tegen Bart zwaar aangeslagen was. Schaken is dus een vat vol emoties voor echte fanaten. Emoties die niet alleen na de partij aanwezig zijn maar ook vooraf (herinner de buikkrampen die ik beschreef in mijn artikeltje het sadistische examen) en vooral tijdens de partij. 

In de partij is het uiteraard best om de emoties te negeren om zich volledig te kunnen concentreren op de stelling maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Zeker wanneer spelers in tijdnood geraken en bovendien een lastige stelling op het bord hebben dan zie je wel wat vreemde tics. Gewriemel op de stoel, gestamp op de grond, geklik met de balpen, ... zijn onmiskenbare signalen die duiden op spanning. Het rustig achterover leunen in de stoel laat dan eerder verstaan dat de speler alles onder controle heeft. Bij een rood aanlopend hoofd mag je verwachten dat de speler wellicht een fout heeft gemaakt.

Zelf ben ik hiervoor zeker niet immuun maar ik tracht wel zo goed als het kan om mijn emoties te verbergen om zeker geen bruikbare informatie te geven aan mijn tegenstander. Dus wanneer ik blunder dan doe ik alsof het allemaal hoorde bij het grote plan zoals laatst in mijn simultaanpartij tegen Niels Geryl om mijn tegenstander zeker geen boost in zelfvertrouwen te geven. Trouwens die keer hielp mijn pokerface niet want Niels werkte bekwaam af. Soms kan ik er wel een halfje mee uit de brand slepen zoals in mijn partij tegen Marc Moors vermeld in het artikeltje de favoriet heeft honderden punten meer.

Het al dan niet geven van signalen beïnvloedt dus mogelijks de tegenstander. Zo schreef Rick Lahaye een interessant artikeltje op chessbase over o.a. hoe we de focus kunnen beïnvloeden van de tegenstander. Je kijkt met opzet naar de verkeerde kant van het bord om de tegenstander te doen denken dat daar de actie zich afspeelt. Dit werkt vooral bij veel zwakkere tegenstanders die veronderstellen dat de veel sterkere speler het uiteraard veel beter allemaal begrijpt. Een ander bekend signaal is het aanstaren van de tegenstander zodat hij zich oncomfortabel voelt en zich dus niet meer goed kan concentreren. Helemaal onsportief is het faken van een blunder zodat de tegenstander trapt in een val. Echter ik moet toegeven dat ik online wel eens mijn slechte kant durf te tonen want dit laatste pas ik geregeld met veel binnenpretjes toe als ik mijn spectaculair nieuwtje speel in de Kan. Ik leg verder uit want ik vermoed dat er lezers zich afvragen hoe je een blunder kan faken in onlineschaak terwijl je elkaar niet kunt zien.
Het spelen met de bedenktijd had ik al eerder aangehaald in camouflage maar deze keer was het niet om een voorbereiding te verbergen maar wel om een blunder uit te lokken. De grens tussen psychologische oorlogsvoering en storen van de tegenstander is vaag wat ook duidelijk werd in de commentaren op een artikeltje van schaaksite.

Recent maakte ik ook in de bordpraktijk een betwistbare situatie mee. In de 2de ronde van Open Gent speelde ik tegen Martijn Maddens. We pikken in op zet 29 op het moment dat Martijn remise voorstelde.
Het is normaal dat ik geschrokken was van mijn "stomme" blunder maar mijn emotionele reactie was te heftig en daarom dubieus. Martijn begon zelfs te lachen toen hij zag hoe ik bleef met mijn hoofd schudden. Achteraf vertelde hij mij dat hij misleid was door mijn reactie. Martijn dacht dat ik teleurgesteld was omwille van het feit dat remise onvermijdbaar was en niet omdat ik een directe winst had gemist (die ik hem perse wou tonen na de partij). Mogelijks speelde Martijn hierdoor ook minder geconcentreerd want in het vervolg ging de stelling ondanks het grote tijdsvoordeel en de duidelijke remise-mogelijkheden nog verloren.

Ik vermoed dat heel wat lezers eveneens de winnende combinatie in tijdnood zouden gemist hebben en dus mijn reactie overdreven vinden ongeacht het ethische aspect. Echter men mag niet vergeten dat ik in het verleden bezig ben geweest met schaakcomposities. Het matbeeld is een zeer bekend thema in schaakcomposities namelijk de stervlucht waarvan ik zelf 21 jaar geleden een compositie heb gemaakt, zie hieronder.
Wit geeft mat in 2.
De koning kan in de oplossing vluchten enkel naar de diagonale velden rondom dus zoals een ster. De gemiste combinatie was slechts een 3/4 stervlucht dus op zich zelfs makkelijker om te berekenen. Wanneer de koning naar enkel de horizontale velden kan vluchten dan spreken we over een kruisvlucht. Een voorbeeld van een kruisvlucht kwam reeds aan bod in het eerder vermelde artikeltje schaakcomposities.

Brabo

Oplossing stervlucht-thema:

1. Ke2
Varianten:
1. ... Kd4 2. Pf3#
1. ... Kd6 2. Pf7#
1. ... Kf4 2. Pd3#
1. ... Kf6 2. Pd7#

2 opmerkingen:

  1. "Winnen is leuk maar verliezen is vaak pijnlijk."
    Volledig anekdotisch, maar mi het overwegen waard is dit. Ik zit al een jaar of 10 ergens er tussen in: heb ik nog wel spelplezier of niet meer. Eén van de verschijnselen die daarmee gepaard gaan is dat verliezen niet pijnlijk meer is en winnen minder leuk is geworden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Leuk om mezelf eens in zo'n blog terug te vinden :-)

    BeantwoordenVerwijderen