maandag 4 maart 2019

De Leningrader

In mijn eerste jaren competitieschaak heb ik van elke (grote) opening in mijn repertoire een boek gekocht. Het Spaans, het Frans, de Caro-Kann, de Aljechin, de Pirc en het Hollands (stonewall) waren ze. Alles samen bijna drie duizend Belgische franken want de euro bestond toen nog niet. Voor een student want we spreken rond het jaar 1994, was dit een serieuze investering.

Daarna heb ik geen nieuwe openingsboeken meer willen aankopen. De opkomst van engines en databases maakte het mogelijk om je eigen openingsanalyses te maken. Daarnaast zag ik ook dat het voor een amateur een heel kostelijk hobby zou worden indien je steeds de meest recente openingsboeken van je repertoire wilt bezitten. Trouwens veel boeken zijn grotendeels een herhaling van eerder gepubliceerd werk waardoor het rendement snel daalt. Tenslotte moet je ook nog bereid zijn om het allemaal te lezen en vooral in te studeren wanneer je in de praktijk de aangeboden kennis wilt toepassen. Te vaak bleef een openingsboek voor mij gewoon een naslagwerk en was er dus geen sprake van een optimale openingsstudie.

Pas begin vorig jaar maakte ik een uitzondering. Na meer dan 20 jaar kocht ik nog eens een openingsboek: The Leningrad Dutch. Ik had beslist om die opening toe te voegen aan mijn repertoire (zie waarom vorig blogartikel) maar besefte onmiddellijk dat ik dit onmogelijk op korte termijn kon riskeren zonder externe hulp. De Leningrader heeft een labyrint aan varianten. Het is onbegonnen werk om zelf door de 10.000 partijen in de databases het kaf van het koren te scheiden. Het is dus volstrekt logisch om te rade te gaan bij iemand die de Leningrader al vele jaren zelf gespeeld heeft en dan is vaak de gemakkelijkste en goedkoopste oplossing een boek kopen. Er waren een aantal mogelijkheden maar uiteindelijk vond ik het boek van de Oekrainsche grootmeester Vladimir Malaniuk het aantrekkelijkst. Hij was wellicht de grootste voortrekker van deze opening want hij speelde het onafgebroken tijdens meer dan 3 decennia tegen collega-grootmeesters. Ik zeg "was" want in 2017 overleed hij in verdachte omstandigheden.
Ondertussen heb ik het boek reeds 2 keer doorgelezen. In mijn 2 recente standaardpartijen met de Leningrader kwam het al onmiddellijk van pas want telkens kon ik een aanbeveling volgen uit het boek. Echter toen ik die later aan een grondige analyse onderwierp, ondervond ik dat de auteur te optimistisch was geweest in zijn evaluaties. Ik begin met een eerste stelling die ik effectief op het bord kreeg zie opnieuw vorig blogartikel.
The Leningrad Dutch pagina 123 variant 1
De auteur vertelt ons dat wit moet proberen te egaliseren met nauwkeurig spel. Echter met het nieuwtje exf5 gevolgd door Dc2 staat wit volgens mijn topprogramma's duidelijk beter.
The Leningrad Dutch pagina 123 variant 2
We zijn 2 zetten verder in dezelfde partij. Deze stelling wordt bereikt via een andere zettenvolgorde in het boek. De auteur vertelt ons dat het gelijk staat terwijl de computer een duidelijk voordeel aantoont met Pce2 voor wit. Gelukkig voor mij miste wit deze zet in de partij.

Een fragment van de andere Leningrader die ik speelde in een standaardpartij, werd reeds gepubliceerd in het blogartikel desperado deel 2. Ook hier is de auteur weer te optimistisch.
The Leningrad Dutch pagina 269
Wit kan niet egaliseren en de auteur gaat verder met het zwakke 14.Tf3 om zijn stelling te bewijzen. Echter ik toonde reeds aan met behulp van de computer dat 14.Dg4 nog steeds voldoende is voor gelijkspel.

Het boek heb ik in de eerste plaats gekocht voor de Leningrader maar ik keek ook eens naar wat de auteur ons vertelt over de anti-Hollandse varianten. Zo was ik benieuwd of de auteur een vrij recente ontwikkeling in het Stauton-gambiet had opgemerkt.
The Leningrad Dutch pagina's 57 en 62
Zwarts extra pion compenseert zijn lichte achterstand in ontwikkeling, wordt ons door de auteur verteld. Echter 14.Pd4 wordt compleet genegeerd en is al bekend sinds 2009. Wit scoorde er recent 4 overwinningen mee in meesterpartijen. De computer is er ook heel enthousiast over.

Het overgrote deel van de analyses in het boek heb ik nog niet kunnen checken maar ik vrees dat ik slechts het topje van de ijsberg heb blootgelegd. Het bevestigt mijn perceptie van schaakboeken dat ze veelal geschreven zijn voor de gewone clubspeler dus zonder het maken van doorgedreven computeranalyses.

Gelukkig had ik op voorhand geen al te hoge verwachtingen gesteld van het boek zodat ik uiteindelijk niet teleurgesteld was. Ik wou een skeleton van de Leningrader en het boek voldoet zeker daaraan. De auteur heeft een repertoire gemaakt voor zwart en toont voor elke belangrijke variant wat hij zou spelen. Je kan het vergelijken met de ruwbouw van een huis maar de rest moet je nog zelf doen. Het is voldoende om te starten maar als ik de opening regelmatig wens te spelen dan doe ik best zelf nog heel wat analysewerk.

Tenslotte merk ik ook nog op dat ik veel kan onthouden uit het boek maar ook nog veel vergeet. Ik ben begonnen met het nog een 3de keer door te lezen maar dit zal nog niet volstaan om alle nevenvarianten te onthouden. In de praktijk is het nochtans vaak handig zeker in de Leningrader om ook te weten wat er dan moet gebeuren. Als oplossing hoor ik dat sommigen daarom alle varianten van een boek overtypen in een pgn-file om die dan te oefenen met chess position trainer. Dit is een titanenwerk waarvoor ik pas. Met de hoofdlijnen heb ik al mijn grens bereikt. Een relatief nieuw initiatief is chessable die dit digitaliseren voor jou doet. Gratis is het niet maar veel duurder dan het boek zelf die je dan kan uitsparen, is het evenmin. Alleen het aanbod van boeken op chessable is vandaag nog beperkt. De Leningrad Dutch zit er niet bij. Ik heb geen ervaring met Chessable maar gezien hun snel stijgende klantenbasis, zou dit wel eens in de toekomst een belangrijke speler kunnen worden in de verkoop van schaakinformatie.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten