maandag 18 februari 2013

Profschaak

Een paar weken geleden stond er een spraakmakend artikel op chessbase over prijzengeld in het schaken. Het idee was mits het publiek maken van de financiële details dat het schaken meer aandacht zou krijgen. Persoonlijk vind ik dat een betwistbare doelstelling en bovendien kan men ook serieuze vragen stellen bij de kwaliteit van het onderzoek. Ik bekijk het artikeltje dan ook eerder als sensatie. Interessanter lijkt mij te kijken naar wat de topspelers er zelf van vinden over profschaak. Is profschaak vandaag interessant en zal het in de (nabije) toekomst nog interessant zijn? Zelf heb ik de keuze nooit hoeven te maken. Ik was 20 jaar vooraleer ik actief competitie begon te spelen dus de studiekeuze was al vooraf gemaakt. Spelers die vandaag rond hun 18 jaar meer dan 2500 elo hebben, maken de vaak moeilijke keuze wel. 

Profschaak is een vrij rekbaar begrip in de schaakwereld waarbij iedereen wel zijn eigen omschrijving kan aangeven. Voor mij is een profschaker, iemand die voldoende geld verdient met het schaken om hierop inkomstenbelastingen te moeten betalen, in zijn actieve beroepsloopbaan zit en geen klassiek beroep uitoefent in parallel. Geld verdienen aan het schaken kan op allerlei wijzen :spelen, lesgeven, simultaans, artikels en boeken schrijven,... Dat betekent niet dat elke profschaker zin heeft om al die erg uiteenlopende activiteiten ook te doen. Voor heel wat spelers is de serieuze competitie het enige wat hen echt interesseert. Als we het artikeltje op chessbase erbij nemen dan zien we dat puur leven van prijzengeld geen sinecure is. De nummer 10 in de wereld zou het al moeten stellen met 150k$ prijzengeld per jaar dus we mogen veronderstellen dat profschakers die niet in de top 100 staan sowieso verplicht zijn om andere activiteiten erbij te nemen.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat vooral in het Westen veel talentvolle spelers soms 1 of 2 jaartjes profschaak proberen maar toch liever kiezen voor een veilige en stabielere beroepskeuze dan het schaken. Een zeer kleine groep durvers geeft niet op gewoon omdat ze het spelletje te leuk vinden. Je ziet die spelers dan ook zich verder ontwikkelen waar andere talentvolle spelers stagneren. De jaren van verdere progressie bevestigen de keuze voor profschaak maar dit blijft uiteraard niet duren.

In Oktober 2012 kondigde de Spaanse topspeler Fracisco Vallejo Pons zijn vertrek aan uit de competitie als profschaker na een zeer pijnlijke nederlaag tegen Karjakin. 
Iedereen kent het gevoel van te verliezen na 1 of meerdere winnende voortzettingen gemist te hebben. Een gelijkaardig partijtje uit mijn bordpraktijk met dezelfde opening was tegen een beloftevolle 16 jarige met slechts 2275 elo. Vandaag is Erwin profschaker met een rating stevig over de 2600 elo.
De aankondiging van Paco werd met ongeloof onthaald maar sinds oktober heeft hij geen officiële wedstrijden meer gespeeld dus blijkbaar was het wel menens. Ik kan onmogelijk geloven dat die verliespartij de echte reden is voor zijn vertrek. I.p.v. te gissen wat de redenen precies kunnen zijn, kunnen we alleen maar opmerken dat opnieuw een profschaker stopt. Het is wel opmerkelijk dat het hier een speler betreft die 2700 elo heeft en met zijn 30 jaar normaal nog erg lang op zeer hoog niveau zou kunnen meedraaien. Persoonlijk kan ik mij geen gelijkaardig geval herinneren.

Dit is uiteraard geen reclame voor profschaak en talentvolle spelers denken dus best erg goed na vooraleer de stap te zetten naar profschaak. Een reizend leven is erg aantrekkelijk voor de jonge avonturier (zelf ook als twintiger heel wat buitenlandse opdrachten uitgevoerd) maar eenmaal je een gezin wilt starten, kijk je er helemaal anders tegenaan. Daarnaast is het geen overbodige luxe om een vangnet te hebben in geval van ziekte of voor de oudere dag. Profschaak houdt dus serieuze risico's in die goed afgewogen moeten worden tegen de voordelen. Als de voordelen verdwijnen dan is het absoluut normaal dat spelers hun schaakcarriere stopzetten.

Het enige wat ik jammer vind, is dat sommige spelers zelfs helemaal geen zin meer hebben om te schaken nadat ze 1 of meerdere stappen moeten terugzetten. Zelf heb ik geen of weinig moeite om ook tegen minder ervaren spelers mijzelf te amuseren maar wellicht ben ik te hard gebeten door de schaakmicrobe.

Brabo

16 opmerkingen:

  1. Jeroen Piket stopte op zijn 32e (hij zat bijna op 2650) en Matthew Sadler rond zijn 30e (ruim over de 2600).
    Het eerste voorbeeld dat ik ken is Oldrich Duras. Die speelde na Mannheim 1914 nauwelijks meer (en leefde tot 1957), toen hij net geen 32 was.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. MNb, ik ben mij bewust van die voorbeelden. Met Paco zetten we een stapje verder naar 2700 elo. Anderzijds is er de laatste jaren erg veel inflatie geweest op de elorankings (niet te verwarren met elosterkte) waardoor het stoppen met schaken in vergelijking met Jeroen of Matthew niet zo speciaal is.

    Matthew Sadler is een paar jaar terug opnieuw beginnen schaken maar puur als amateur. Mooi om te zien dat sommige ex-profs ook kunnen genieten van het schaken wanneer geld of eer geen rol meer spelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Van Duras verbaast het me nog eigenlijk het meeste. Die had als ambtenaar weliswaar een vast inkomen, maar dat was, zo lijkt me, geen bijzondere luxe. Hij woonde in Praag, waar na WO-1 het schaken weer opbloeide. Toch nam hij aan geen enkel toernooi meer deel. Ik heb internet wel eens afgezocht, maar kon niet terugvinden of er meer achter zat.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. MNb, sinds ik getrouwd ben op mijn 30ste, heb ik enkel nog geschaakt in België. Dit was een bewuste keuze om voldoende vrije tijd aan het gezin te kunnen spenderen. Ik ben tevreden met die keuze maar iedereen moet uiteraard zelf uitmaken welke keuze belangrijk is voor zichzelf. Ik kan mij goed voorstellen dat er nog andere schakers zijn die al dan niet bewust een gelijkaardige keuze maken. Echter in tegenstelling met mijzelf zullen er hieronder zeker spelers zijn die de interesse verliezen in het schaken en stoppen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Zijn er in België eigenlijk professionele of semi-professionele schakers?

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @Anoniem: Wat is een semi-professionele schaker?

    Wat spelers verdienen met het schaken is een goed bewaard geheim in het schaken. Ik vermoed dat dit enerzijds is om geen jaloezie te veroorzaken en anderzijds om de fiscus wat zand in de ogen te kunnen strooien.

    Zelf kan ik stellen dat ik maximaal ooit eens 350 euro in een tornooi gewonnen heb. Jaarlijks liggen mijn inkomsten met het schaken zeker onder de 1000 euro dus onmogelijk te beschouwen als beroep of bijberoep waarop belastingen moeten worden betaald. Ik ken wel spelers die lager gekwoteerd zijn dan mijzelf en die duizend euro en meer hebben gewonnen in 1 tornooi. Ik geloof dat je als FM met wat planning en een tikkeltje geluk zeker enkele duizenden euros per jaar met het schaken moet kunnen verdienen. In zulk scenario is het wel mogelijk dat je belastingen moet betalen.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Een semi-professionele schaker zou ik omschrijven als iemand die qua inkomsten deels afhankelijk is van schaken en dus moeilijk zou rondkomen zonder te schaken .
    Iemand als McShane zou ik dan ook een amateur noemen, ook al verdient hij waarschijnlijk per jaar genoeg aan schaken alleen om ervan te leven.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Ik heb geen weet van semi-professionele spelers in Belgie zoals jij definieert. Ik heb nog nooit topspelers horen praten over hun prive. Op http://schaakfabriek.be/2013/02/01/stefan-docx-schittert-in-gibraltar/ heb ik ook al aangehaald dat het wel eens interessant zou zijn om van bepaalde Belgische spelers (met zekere verdiensten) een uitgebreid interview af te nemen. Ik herinner mij dat een gelijkaardig populair initiatief vroeger al bestond bij de Torrewachters te Roeselare maar dat was uiteraard in beperktere kring en op een bescheidener niveau.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Nog wat voorbeelden: Valery Salov is ook vroeg gestopt en niet meer naar het schaken teruggekeerd. En spelers als Kamsky en Reshevsky onderbraken hun "wonderkindcarrière" om diploma's te halen en kwamen dan terug. Kamsky is trouwens van plan te stoppen op zijn 40ste, maw volgend jaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Sommige spelers kondigen hun stop aan, de meesten stoppen zonder commentaar en men beseft slechts jaren later dat de speler gestopt is met schaken.

    Met de teruglopende ledenaantallen in België, Nederland, Duitsland,... is het zonder twijfel nuttig om te vragen aan de spelers die hun licentie niet meer hernieuwen waarom ze dat doen. Hoogstwaarschijnlijk kan dit nuttige feedback geven over het schaken wat beter en aantrekkelijker zou kunnen. Vandaag zien we een gelaten houding bij veel Westerse bonden t.o.v. schakers die stoppen wat op termijn nefast kan zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Voor de Nederlandse KNSB was die teruggang dramatisch: van 30 000 in de jaren tachtig tot minder dan 20 000 nog maar een paar jaar geleden. Er is wel onderzoek geweest:

    http://www.nieuwsbank.nl/inp/2000/01/0113M041.htm

    maar ik heb geen flauw idee of de KNSB er ook iets mee gedaan heeft en of het onderzoek nog eens herhaald is, want het is al weer een tijdje geleden. Enig succes is er wel geweest:

    http://www.schaakbond.nl/knsb

    Maar het kan nog erger. De Nederlandse correspondentie schaakbond NBC had in de jaren 80 ruim 1200 leden. Daarvan was een paar jaar terug de helft verdwenen. Die teruggang zette zich al in vóór het siliconentijdperk.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Het schaken is gewoon uit de actualiteit verdwenen. Vroeger werden de resultaten van de WK-partijen nog kort vermeld in het nieuws op radio en TV en waren er nog relatief veel schaakrubrieken in de kranten (nu overgenomen door internet, maar hierdoor toch uit het alledaagse leven verdwenen).
    Ik zie die trend niet omkeren. Het lijkt me een mix van 1) geen iconen à la Kasparov meer 2) de wereld heeft nu een ipod en andere interesses (ook andere hobbies of volksspelen zijn aan het uitsterven) 3) schaken lijdt onder zijn "statisch" imago (geen joelende supporters mogelijk zoals in darts - het moet stil zijn en het spel is voor niet ingewijden moeilijk te volgen). Er zullen nog wel redenen zijn, maar dat lijken me toch al belangrijke.
    Voor de fans is internet wel een zegen gebleken, maar precies dat terugplooien naar een binnenskamerse activiteit komt het imago als geheel niet ten goede.
    Daartegenover staat de opkomst van het pokeren, toch ook een tafelactiviteit die voor de leek wat uitleg nodig heeft. Maar hier is het spelverloop sneller, veranderen de chips duidelijk van de ene partij naar de andere. Misschien moet er eens een blitztornooi gehouden worden, waarbij het prijzengeld van de deelnemers dynamisch op een TV-scherm bijgehouden wordt?

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Aeroflot werd onlangs omgebouwd tot een blitz en rapidtornooi. Het heeft nauwelijks aandacht gekregen zelfs op schaaksites. Ik geloof niet in het terugwinnen van de populariteit met snellere tempi.

    Bovendien in poker begrijpt iedereen dat 2 koningen winnen tegen 2 dames. In voetbal begrijpt iedereen als je meer doelpunten maakt dat je wint. In het schaken begrijpen zelfs de topspelers zelf niet wie er nu beter staat. Een computerevaluatie helpt om te volgen maar dan moet je wel eerst begrijpen wat die evaluaties voorstellen.

    Het aantrekkelijke van het schaken is net de complexiteit. Door er een snel spel van te maken, neem je net de grootste troef weg en zie ik persoonlijk geen meerwaarde meer t.o.v. andere spelletjes of sporten.

    BeantwoordenVerwijderen
  14. ik denk dat de oplossing in de eerste plaats ligt bij de clubs en bonden die zullen moeten gaan afstappen van het stramien om te zoeken naar een zeldzaam toptalent. Men zou veel eerder het schaken als familie-activiteit promoten waarbij sfeer en gezellig samenzijn centraler komen te staan en het schaken een bindmiddel is. In een maatschappij waarbij men meer en meer erkent dat sociale vereenzaming een maatschappelijk probleem is denk ik dat deze strategie de beste kans op succes heeft. Maar ik merk in mijn eigen club dat er weinig mensen bereid zijn om te proberen deze weg in te slaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  15. Sfeer en gezellig samenzijn zijn inderdaad erg belangrijk om op lange termijn te overleven. In mijn club zijn er zeker een aantal initiatieven die dit trachten te ondersteunen: nieuwjaarsreceptie, seizoenstart met barbecue,... Desalniettemin blijft het soms op clubavonden erg kalm. MNbs link vind ik erg interessant. Ik vermoed dat veel van die adviezen vandaag nog gelden. Echter om die adviezen uit te voeren heb je vrijwilligers nodig en hoe minder leden, hoe minder vrijwilligers waardoor je in een vicieuze cirkel terechtkomt. Ik vermoed dat we best beginnen bij onszelf en zien of we toch geen tandje kunnen bijsteken om een handje te helpen.

    BeantwoordenVerwijderen
  16. Naar mijn ervaring zijn meeste clubs niet bezig met het zoeken naar toptalenten. Vele clubs hebben niet echt een jeugdwerking en als ze die hebben is het meestal het werk van 1 of 2 vrijwilligers.

    Als er dan talenten doorkomen is het meestal meer een gelukkige samenloop. Die talenten zoeken vaak ook zelf hun weg, met trainers en zoeken ook vaak andere clubs om op hoger niveau te kunnen spelen.

    De meeste clubs zijn vaak tevreden met leden die gewoon regelmatig een zetje komen doen.

    BeantwoordenVerwijderen