In juni werd de Talmemorial afgewerkt waarin Magnus Carlsen in extremis opnieuw de tornooioverwinning kon grijpen. Een steeds terugkerende karakteristiek in Magnus spel is dat hij elke partij tot het laatste gaatje speelt. Voor de gewone stervelingen (zoals mijzelf) is deze zeer energieverslindende wijze van spelen onmogelijk vol te houden maar Magnus met zijn jeugdigheid heeft blijkbaar geen moeite om partij na partij deze uitputtingsslag te spelen.
Opmerkelijk vond ik zijn prestatie in ronde 8 tegen de Russische topgrootmeester Tomashevsky waar hij in een loper tegen paard eindspel met uitzonderlijk creatief schaak nog trachtte kansen te creëren. De speler met het paard is meestal de verdediger in dit soort eindspelen en veel hangt af of hij/zij erin slaagt om succesvol een blokkade op te zetten. Magnus probeert heel lang maar Evgeny geeft geen krimp en blijft alert tot de laatste zet. Zie hieronder:
In mijn eigen bordpraktijk heb ik meerdere malen dit type eindspel op het bord gehad. Mijn ervaring heeft mij geleerd dat de meeste amateurs niet opgewassen zijn om in die fase nog de nodige concentratie en hardnekkigheid te tonen waardoor ik vele keren extra (onverdiende volgens sommigen) halve punten kon scoren.
Belangrijk element in dit soort eindspelen is tijd. Met een snel tempo van 90min/40 zetten + 30 seconden extra kan je m.i. onmogelijk dit soort type eindspelen correct evalueren en berekenen waardoor het veelal een loterij wordt. Ik meen daarom dat die snellere speeltempo's voor mijn rating negatief zijn waardoor ik steevast weiger tornooien mee te spelen met eloverwerking waar je niet minstens een extra half uur krijgt na de 40ste zet. De fide laat dit selectief spelen toe. Uiteraard heeft dit invloed op iemands elo waardoor het hele systeem wat uitgehold wordt. Hetzelfde probleem stelt zich bovendien voor de gecreëerde rapid- en blitzratings waar er ook een grote variëteit in tempo's bestaat. Gelukkig was men wel zo verstandig om een aparte blitz, rapid en klassieke ratinglijst te maken want sommigen wilden slechts 1 lijst. Geen overbodige luxe want vandaag zie je bij vele spelers verschillen van soms 200 elo of meer tussen de 3 klassementen. Ik heb er al eerder op gehamerd in mijn commentaren dat een bepaald aantal elopunten niet overeen komt met een afgelijnd profiel aan kwaliteiten. Zelfs spelers met eenzelfde elo hebben verschillen in kwaliteiten. Het speeltempo beïnvloedt het belang van de kwaliteiten.
Het is dus geen wonder dat alle onderstaande eindspelen uit mijn praktijk werden gespeeld met een tempo waar na de 40ste zet nog ruim de tijd was om na te denken. Ik begin met een opmerkelijke blokkade gespeeld tegen Ralf Gommers die zoals vele beloftevolle spelers van mijn leeftijd plots gestopt is met schaken.
In het 2de voorbeeld tegen de geweldenaar Luc Henris is er geen sprake van een blokkade. Het thema van verkeerde loper + randpion komt wel opnieuw te voorschijn in een iets meer spectaculaire versie.
In het 3de voorbeeld heb ik de loper maar met een pion minder en enkele onverdedigbare pionnen. Wit speelt niet optimaal waarna zwart door het plaatsen van de pion op het kleur van de eigen loper relatief gemakkelijk de 2 vleugels kan controleren.
In het 4de voorbeeld ben ik de speler die op winst speel met een pion meer en de loper. Echter de tegenstander heeft een blokkade maar door vermoeidheid verslapt de aandacht en mist hij hierdoor een goed voorbereide doorbraak.
In het 5de en laatste voorbeeld zien we dat het ook voor mij soms te ingewikkeld wordt. Mijn tegenstander heeft ondanks een pion minder erg goede remisemogelijkheden daar ik met de verkeerde loper en randpion vaak overblijf. Hij speelt het echter zo onhandig dat ik winstkansen krijg.
Het is duidelijk uit de voorbeelden dat er vaak heel verrassende wendingen verborgen zijn waardoor een speler vaak een halfje extra meer of minder kan verdienen. Ik zou het erg spijtig vinden als er geen tornooien meer zouden zijn waarin een speler de kans krijgt om zich hierin te verdiepen tijdens een partij.
Brabo