maandag 24 november 2025

De schaakklok

Vorig jaar schreef ik op deze blog over hoe we verrassend met de Stukkenjagers ons redden in de meesterklasse. Dit jaar zijn we opnieuw de zwakste ploeg op papier in de reeks. Dit seizoen lijkt de tegenstand nog zelfs iets sterker dus het wordt nog moeilijker. We zijn goed begonnen met 4 matchpunten maar het blijft hoogst onduidelijk of dit zal volstaan. Het zal voor elke half puntje vechten worden tot de laatste dag.

In de verre uitwedstrijd naar Groningen liepen de spanningen hoog op toen er na de 40ste zet een merkwaardig conflict ontstond tussen spelers en arbiter. Plots viel bij een van onze spelers de vlag. Iedereen was verbaasd. 40 zetten waren gespeeld en dan zou de klok een half uur moeten toevoegen ipv. een vlag tonen. De arbiter was aanvankelijk onverbiddelijk. Vlag verliest de partij en een defect of verkeerd ingestelde klok had men vooraf moeten opmerken. Een clubgenoot vertelde mij achteraf dat hij een gelijkaardig verdict ook in het verleden had meegemaakt met de toenmalige mechanische klokken. Ook toen was duidelijk dat de vlag niet had mogen vallen.
Deze oude Garde-klokken waren tot 20 jaar geleden heel populair.
De rode stokjes aan cijfer 11 zijn de vlagjes

Bij intensief gebruik van mechanische klokken kon gebeuren dat de rode vaak plastieken stokjes in 2 braken (sommige versies stapten daarom over naar metaal). Het kortere overgebleven stokje leidde daarna tot een vlag die minuten vroeger viel dan bedoeld. Het was aan de spelers om dit tijdig te melden en niet te wachten tot een vlag was gevallen.

Echter het is erg moeilijk om vooraf bij een elektronische klok te zien of een vlag goed werkt. Ik weet trouwens niet of je als speler uberhaupt een elektronische klok vooraf mag testen of die goed werkt. Daar zou de plaatselijke materiaalmeester niet gelukkig mee kunnen zijn. Nu in Groningen hadden we het geluk of ongeluk dat niet 1 maar de vlag van alle 10 klokken verkeerd viel. De ene vlag was nog maar gevallen of de volgende viel en de volgende. De scheidsrechter kreeg plots beide ploegkapiteinen en spelers tegenover zich.

Wij als spelers zijn ons meestal niet bewust dat het logistiek vaak een hele klus is om een zaal speelklaar te maken. Tafels schikken, stoelen aanbrengen, notatieformulieren, borden, stukken, klokken instellen, verwarming opendraaien,... Ik werk daar nooit aan mee. Hoogstens achteraf zal ik een handje meehelpen om alles op te ruimen. Ik zie hetzelfde bij de meeste schakers. De taak ligt meestal op enkele bestuursleden of zelfs niet-schakers om alles te regelen. Dat er dan iets fout kan gaan bij bijvoorbeeld het instellen van een klok is, lijkt mij vanzelfsprekend.

Uiteindelijk haalde de scheidsrechter dan ook bakzeil. Hij realiseerde dat dit overmacht was. De klokken resetten was de enige optie om de situatie te laten de-escaleren. Het fidereglement zegt ons vervolgens dat de arbiter hiervoor verantwoordelijk is. De oude man was na 15 minuten klungelen nog steeds bezig tot de spelers het heft zelf in handen namen. De jeugd was duidelijk handiger en slaagde in een paar minuten wat de arbiter niet kon in 15 minuten. De strijd werd hervat. Een partij ging door voorbij zet 100 tot eindelijk het billijke 5-5 resultaat op het scoreblad stond.
Het viel mij op dat in beide verslagen Stukkenjagers en Groningen de schrijvers bijzonder karig zijn geweest over het klokincident. Ik vermoed iedereen was tevreden met het resultaat en wou liever de hele affaire zo snel mogelijk vergeten. Herinner ook Groupies en haters.

Ik snap dat maar het is een gemiste kans om lessen hieruit te trekken. Hoe kunnen we zoiets in de toekomst vermijden of beperken? Bij wie ligt de verantwoordelijkheid van een verkeerde klokinstelling? Hoe kunnen we veel sneller een klok vervangen? Jammer want nu is het wachten tot het eens echt verkeerd gaat en er geen aanvaardbare oplossing bestaat.

Ik herinner mij uit mijn interclubverleden in Frankrijk dat het eens helemaal fout ging in een ontmoeting met de Franse internationaal meester Charles Lamoureux. Pas heel laat ontdekte mijn tegenstander als eerste dat de increment was vergeten bij de instelling. De laatste zetten had hij vliegensvlug moeten spelen in een extreem ingewikkelde stelling waardoor hij had geblunderd. Een verzoek om de partij te herspelen vanaf zet 20 of helemaal werd geweigerd door de arbiter.
Na de vlagval hoorde ik nog heel wat krachtige Franse termen. Bij de meeste digitale klokken zie je pas de seconden eenmaal iemand onder de 20 minuten is. De increment is normaal 30 seconden per zet. Het kan dus best lang duren voor je opmerkt dat een increment vergeten is. Herspelen van een partij is ook bijna nooit een optie. De fidereglementen zeggen dat een arbiter naar zijn best vermogen moet bepalen wat er moet gebeuren bij een verkeerde instelling of defecte schaakklok. Als schaakspeler wil je uiteraard duidelijkheid maar het is lastig of zelfs onmogelijk om alle mogelijke situaties in reglementen vast te leggen.

Brabo

maandag 17 november 2025

Ambities deel 3

In 1998 behaalde ik met grote onderscheiding mijn diploma van industrieel ingenieur. Achteraf kreeg ik meermaals de vraag waarom ik niet voor burgerlijk ingenieur had gekozen. Het was volgens hen niet ok om tevreden te zijn met minder dan het maximale uit jezelf te halen. Men begreep niet dat ik geen zin had om eerst 5 jaren op te offeren aan enkel studeren en daarna een leidinggevende functie te moeten uitvoeren waar ik altijd beschikbaar voor het werk zou moeten zijn.

Ik werk ondertussen al meer dan 27 jaar in hetzelfde bedrijf. Ik heb er nooit een managementfunctie opgenomen. Ook daar hoorde ik al meermaals de opmerking dat ik te weinig ambitieus ben. Ik voer mijn werk efficient uit maar men zegt dat ik veel meer potentieel heb. Alleen heb ik geen zin om weekends, vakanties en elke dag tot middernacht te werken want dat wordt verwacht als je hogerop wilt geraken.

In 2004 behaalde ik mijn FM titel op 28 jarige leeftijd. Met mijn eerste fiderating pas op mijn 22ste en weinig partijen spelen was dat niet vanzelfsprekend. Dat viel uiteraard op bij andere schakers. Hierdoor kreeg ik al snel de vraag waarom ik niet werkte aan een IM-titel. Er vertelde mij een IM eens dat het verschil tussen FM en IM enkel een kwestie van studie/ aanpak was. Echter ik was er vrij zeker van dat een IM-titel mij niet gelukkiger zou maken of mij financieel iets zou opleveren. Ik vond het onzin om voor een IM-titel grote offers te maken.

Ik heb veel respect voor mensen die wel kiezen om all-in te gaan om uit te blinken in een domein. Het is wel een risico om al je eieren in 1 mand te leggen. Als het daar even niet meer goed gaat dan heb je geen backup. Bovendien is er veel meer dan enkel schaken waar ik interesse in heb. De voorbije weken heb ik mij meer dan ooit met niet-schaak-activiteiten bezig gehouden. Ik denk aan de mooie wandelingen met mijn echtgenote in Vlaamse natuurgebieden, eens lekker uiteten op restaurant met het gezin, voetbalkijken naar zoon die in 1 wedstrijd tussen volwassenen als enige 16 jarige een goal assist en pre-assist maakte, het lezen van het bijzonder spannend boek L'Anomalie (winnaar van de Prix Goncourt), het beluisteren van de concertante opera Lucia di Lammermoor,...
Een groep wilde ganzen maakt zich klaar om te overwinteren.

Op Schaakfabriek schreef Dries Van Malder dat het tegenwoordig hip is om voedsel te bespreken in schaakartikels. Ik doe graag een beetje tegendraads en koos daarom voor een kiekje genomen tijdens mijn recente wandelingen in de Vlaamse Natuurgebieden.

Nee schaken is niet weg. Ja ik heb nog ambities in het schaken maar op mijn eigen voorwaarden. Zo kan het zijn dat ik in het ene tornooi snel remise maak in de laatste ronde en in een ander tornooi heel ver durf te gaan met mijn winstpogingen. Dit overkwam mij afgelopen zomer in 2 opeenvolgende tornooien. In juli speelde ik in de laatste ronde van Saint-Antonin-Noble-Val in 14 zetten remise (zie Hoe belangrijk is elo deel 3?). In augustus vermeed ik tot 3 keer zetherhaling in de laatste ronde van de Brugse Meesters en speelde ik een heel speculatieve pionzet op het einde van de partij.
Dit liep goed af maar had zeker ook verkeerd kunnen aflopen. Met de Belgische expert Olivier Verheyen kreeg ik zoals wel vaker gebeurt in sterk bezette open tornooien pas in de laatste ronde mijn eerste tegenstander die minder dan 100 elopunten verschil heeft (zie Meedogenloos). Toen Olivier koos om mijn geliefkoosde Le2 tegen de Najdorf toe laten, kreeg ik helemaal zin in een lange partij. Tenslotte valt het mij ook telkens op dat ik in tijdsnood veel vaker ambitieuze zetten durf te spelen. Er is geen tijd om gevaren te detecteren en de adrenaline doet de rest. In blitz is dit meestal een pluspunt maar in klassieke partijen zie ik het toch eerder als een zwakte.

Het is goed om ambities of goals te hebben op voorwaarde dat het iets is wat je zelf wilt. Ik zie soms mensen dingen doen omdat ze denken dat anderen dit van hen verwachten. Ik heb geen enkele spijt van mijn keuzes ondanks ik dus niet telkens het maximale gehaald heb uit mezelf. Ik ben heel tevreden over wat ik allemaal al heb mogen meemaken. Ik hoop dat er nog heel veel voor mij ligt maar dat weet ik uiteraard niet dus carpe diem.

Brabo

donderdag 13 november 2025

De oudere schaker

Heel weinig schakers delen gratis (waardevolle) kennis met elkaar. Dat is zelfs het geval als je samen in hetzelfde team speelt. Sinds 1995 speel ik al schaakcompetities in teamverband en ik kan mij nauwelijks momenten herinneren waarin we samen iets schaaktechnisch bespraken. Op het recente EK-teams in Rhodos keken mijn teamgenoten zelfs vreemd op toen ik tijdens het laatste ontbijt plots onderstaand papiertje openingsanalyses op tafel legde.

Extract van mijn geschreven partijvoorbereidingen in Rhodos

Ik had opgemerkt tijdens het tornooi dat mijn teamgenoot, de Nederlandse FM Nick Bijlsma een slappe remise had gespeeld in het Schots vierpaardenspel (zie partij uit de 4de ronde). Daar had ik toevallig eerder in het tornooi een leuke anti-dote tegen gevonden. Na de verwondering, kopieerde Nick dankbaar mijn analyses op zijn smartphone.

De meeste gesprekken tussen schakers (zelfs op de hogere niveaus) gaan dan ook meestal over niet-schaak-gerelateerde onderwerpen. Koen schreef in zijn meest recente blogartikel Vreemdgaan "Ik verwachtte dat de laatste openingsnieuwtjes de gesprekken tijdens het eten zouden domineren, bleek het longlevity het voornaamste onderwerp". Hoe maak je de beste kans om oud te worden? Wat moet je doen en doe je beter niet?

Lang leven is voor velen de heilige graal, maar minstens even zo niet belangrijker is levenskwaliteit. Heb ik nog plezier in wat ik vandaag doe? Als je jezelf afvraagt "Waarom doe ik dit eigenlijk?" dan is het wellicht tijd om andere horizonten op te zoeken. Vroeg of laat zal iedere schaker zichzelf de vraag stellen of blijven competitiespelen nog leuk/ zinvol is. De 104 jarige Manuel Alvarez Escudero twijfelt geen seconde in een recent Guardian-interview: "Een leven zonder schaken zou heel saai geweest zijn." Manuel is ondertussen een wereldberoemdheid. Ter ere van zijn 104de verjaardag werd een heus rapidtornooi georganiseerd. Manuel geniet duidelijk van alle aandacht en cadeaus in deze prachtige video.

Toen ik 6 maanden geleden gecontacteerd werd door het Nederlandstalige mediaconcern Trouw om in een podcast over de ouder wordende schaker te spreken, was ik dan aanvankelijk ook weigerachtig. Ik voelde mij nog veel te jong hiervoor. Bovendien zijn er veel Nederlandstalige oudere schakers die m.i. veel geschikter waren. Ik kon de redactie niet overtuigen. Deze blog was voor hen het bewijs dat ze mij moesten hebben. Er werd uiteindelijk een drie-uur durend interview bij mijn thuis afgenomen. Slechts enkele minuutjes hiervan bleven over in de gepubliceerde podcast.

De duur van het interview is een duidelijke graadmeter dat het moeizaam ging. Ik had gevraagd om de vragen op voorhand te krijgen maar dat mocht niet. De spontaniteit zou verloren gaan. Echter om even uit de losse pols te vertellen wat de karakteristieken zijn van een oudere schaker, is niet eenvoudig. De schaakliteratuur vertelt daar weinig of niets over. Het is ook niet een thema waar graag over gepraat wordt. Tenslotte heb ik als 49 jarige nog onvoldoende ervaring.

Desalniettemin is er wel 1 aspect dat mij telkens opnieuw opvalt bij oudere schakers. Oudere schakers zijn veel minder flexibel dan jongere schakers. Oudere schakers werken vaak met compleet outdated software (zie een Nederlandse IM die nog dagelijks werkt met het 14 jaar oude en ruim + 650 zwakkere Fritz 13). Velen doen geen enkele moeite meer om nog een nieuwe opening aan te leren. Daarvan kon ik laatst profiteren in de Brugse Meesters. In de 8ste ronde speelde ik tegen de 68 jarige Nederlandse expert Bart-Piet Mulder. In de partijvoorbereiding vond ik van hem dankzij Chessbase (Na versie 18 werd zonet versie 26 aangekondigd ??) een 5 jaar oud Lichess-account. Tot mijn lichte verbazing en grote tevredenheid bleek zijn repertoire nog niets veranderd. Hij kreeg een geweldige verrassing voorgeschoteld in een van zijn favoriete nevensysteempjes.
Wie zonder zonde is mag de eerste steen gooien en dat zal ik dus zeker niet doen. Ik ben zonder twijfel een modelvoorbeeld van de oudere niet flexibele schaker. In Rhodos profiteerden mijn tegenstanders hiervan elke partij. Het was zo erg dat ik achteraf mezelf afvroeg of dit nog zinvol schaken was. Heb ik hier nog plezier van en leer ik hier nog iets uit?

Andere karakteristieken van de oudere schaker zijn minder zichtbaar. Het is lastig om partijen van jezelf uit diverse periodes van je leven te vergelijken. Een oudere schaker vergeet niet plots alles uit het verleden en kan heel lang nieuwe schaakkennis blijven opbouwen. Een recent wetenschappelijk artikel van Gilles Gignac toont verrassend aan dat we psychologisch pas pieken tussen 55-60 jaar. Een mens leert zijn hele leven nieuwe woorden in zijn moedertaal dus die kennis blijft altijd groeien.
  • Vermoeidheid
  • Het vaker missen van triviale kandidaatzetten (zie ook mijn partij tegen Bart-Piet)
  • Het steeds moeizamer aanleren van nieuwe schaakkennis
  • Het langzamer rekenen en minder efficiënt nadenken
Het zal allemaal een rol spelen bij het ratingverval van oudere spelers. Een cijfer volgens leeftijd durf ik er niet op te plakken. Bovendien hebben de individuele verschillen tussen spelers vaak een veel grotere invloed. Op de Trouw-podcast liet ik voor mezelf al enkele ballonnetjes opgaan hoe ik het schaakvuur kan laten branden. Vanaf volgend jaar mag ik meespelen bij de "oudjes". Mijn eerste seniortornooi is al geboekt.

Brabo

woensdag 5 november 2025

Groupies en haters

Na een bloedstollende en gewonnen laatste ronde smaakte mij de eerste pint van de Brugse Meesters dubbel zo goed als anders. Ik was in opperbeste stemming. De Nederlandse grootmeester Koen Leenhouts maakte er handig gebruik van om de knuppel in het hoenderhok te gooien. "Krijg je soms haatberichten door het bloggen?"

Ik moet de anonieme schrijver van vorige week bedanken voor zijn reactie want die kwam net op het juiste moment voor dit artikel: "Ik heb tot nu toe het geluk gehad om nooit tegen Brabo te moeten spelen maar indien het zover komt, geef ik zeer waarschijnlijk gewoon forfait." Dus ja haatberichten krijg ik af en toe. Dit was trouwens een van de minder erge want sommigen gaan een pak verder. Ja ik weet wie sommige van de haters zijn en nee ik zal die hier niet bekendmaken.

Iemand irriteren of triggeren is snel gebeurd bij het schrijven. Soms heb je het zelfs niet door of was het niet eens de bedoeling. Ik vermoed dat Koen ook 2 keer zal nadenken in de toekomst om online commentaar op iemands spel te geven. "Het is duidelijk dat Waldorf en Statler van de organisatie uit zijn op intriges." als reactie op Koens eerder "Eljanov speelt niet overtuigend want ging al eerder langs de afgrond en kon een gewonnen stelling niet verzilveren."

In de podcast Kip en Schaak editie 3 schertst de Belgische expert Tomme Lowie dat "Een goede grap mag vriendschappen kosten." Dit vind ik net iets te extreem maar de trouwe lezers van deze blog weten uiteraard dat ik niet vies ben van heel bewust een artikel te publiceren waarvan ik op voorhand weet dat niet iedereen blij zal zijn. Soms zal ik daarom zelfs vooraf het artikel aan de betrokken persoon opsturen om problemen achteraf te vermijden. Er is niets gevaarlijker om een fout in de tekst te hebben staan waarmee iemand je achteraf van laster kan beschuldigen. 

De pen is machtiger dan het zwaard is een bijna 200 jaar oud spreekwoord en geldt ook vandaag nog. Deze blog met ondertussen ruim 1,2 miljoen bezoeken, heeft een niet te verwaarlozen impact in de (Vlaamse) schaakwereld. In de apres-schaak op de Brugse Meesters waren de meningen daarom duidelijk verdeeld over welke artikels door de beugel kunnen. Sommigen vonden dat je nooit iemand mag kwetsen zelfs als dit betekent dat de waarheid niet kan worden verteld.

Koen vertelde mij dat ik kritiek makkelijk van mij af kan laten glijden. Je moet inderdaad kunnen incasseren als je zelf anderen durft te beoordelen. Het was iets wat ik mij nogmaals realiseerde na het spelen van mijn 7de partij in de Brugse Meesters. Na de partij vertelde mijn tegenstander dat hij normaal nooit zijn partijen voorbereidt maar voor onze onderlinge partij had hij een uitzondering gemaakt. Hij had speciaal voor mij een nieuwe opening aangeleerd. Hij had hierbij de hulp gekregen van zijn clubgenoot, de Nederlandse internationaal meester Niels Ondersteijn. Niels had hem een file opgestuurd waarin een samenvatting van de nieuwe opening stond die hij enkel nog even moest instuderen.


Sommige schakers vertellen mij dat ze helemaal niet graag hebben dat ik van hen verliespartijen publiceer op de blog. Het is voor hen een stimulans om een extra inspanning te maken in de partijvoorbereiding op een onderlinge partij.

Dat ik ondanks al deze negatieve ervaringen blijf bloggen, betekent ofwel ben ik echt heel dom ofwel levert het toch nog iets positief op. Gelukkig is het dat laatste want elke dag mag deze blog meerdere honderden bezoekers verwelkomen. Sommigen vertellen mij dat ze dagelijks klikken op de blog om te zien of er iets nieuw gepubliceerd staat (vinden ze blijkbaar leuker dan zich te abonneren). Een van de mooiste complimenten die ik eens kreeg was dat Brabo's blog zo wat het enige was van het schaken waarvan hij alles las.

Het viel mij zelf niet op maar volgens mijn dochter heb ik zelfs groupies op schaaktornooien. Ze vond het "merkwaardig" om te zien hoe sommige schakers mij telkens weer opzochten. Ik heb niets liever dat men opmerkingen maakt of mij vragen stelt over blogartikels.

De blog zie ik als een middel om de talloze facetten en kronkels van onze fascinerende schaakwereld te bespreken waar andere schrijvers weinig of geen aandacht aan schenken.  De bezoekersaantallen bewijzen telkens opnieuw dat deze artikels voor velen welgekomen zijn. Groupies en haters stonden niet op het menu maar is wellicht een neveneffect dat ik zal moeten accepteren.

Brabo