woensdag 30 november 2022

WK jeugd deel 2

Op 5 september om 7 uur 's ochtends trokken ik en mijn dochter Evelien de deur toe thuis. Ongeveer 12 uur later kwamen we aan op onze bestemming : Hotel Ramada in Mamaia (Roemenië). Dus dat is 12 uren reizen voor nog geen 2000 kilometer in vogelvlucht ondanks het nemen van een vliegtuig hiervoor. Het illustreert onmiddellijk dat zulke trips allesbehalve plezierig zijn. Gelukkig had ik al enige reiservaring en had ik mij hierop vooraf al ingesteld. Voor sommige medereizigers was het wennen.

Trouwens met lowbudget vliegmaatschappijen zoals Ryanair mag je vandaag al blij zijn dat je uberhaupt kunt vliegen want met de spontane stakingen die geregeld uitbreken, weet je nooit. Eten onderweg is een ander probleem. Er was niets voorzien en eenmaal ter plaatse aangekomen in de luchthaven van Boekarest vroeg men voor een standaard belegd broodje ongeveer 10 euro. In België is 10 euro al afzetterij maar in Roemenië nee dat betaal ik nooit. Ik heb nog liever honger maar 12 uren reizen zonder eten mee te hebben, is eveneens ondraaglijk dus zochten en vonden we in de buurt van de luchthaven een winkeltje (winkeltjes rond de luchthaven dat kom je in Belgie niet tegen) waar je voor een 4de van de prijs ook een belegd broodje kon kopen.

Vervolgens was het ook nog een hele opdracht om de bus met onze connectie van Boekarest naar Mamaia te vinden. In de aankomsthal was niets terug te vinden en nergens uiteraard enige (Engelstalige) signalisatie. Uiteindelijk waren het andere Belgen die zich afvroegen waarom we niet kwamen opdagen aan de bus en ons redden uit de nood. Nog een uurtje wachten op de chauffeur en we vertrokken voor een +3 uur durende dolle rit met een rammelend busje eerst door de drukke metropool Boekarest en vervolgens door een verlaten vlak landschap naar Mamaia. Pas in de buurt van Mamaia stokte het tempo want moesten we netjes achter een kolonne legervoertuigen met politiebegeleiding blijven.

Omdat er spelers van diverse hotels op de bus zaten, liep het uiteraard ook nog bijna mis met de bagage. Alle bagage werd bij het eerste hotel op de weg geslingerd om zo de spelers die logeerden in dat hotel de kans te geven hun bagage verstopt diep in de buik van de bus mee te nemen. Echter daarna wou de buschauffeur vertrekken zonder de resterende bagage van de andere hotels terug te plaatsen. Pas toen ik hem daarop attent maakte, werd een ramp vermeden.

Bij aankomst stortte de Belgische delegatie zich uitgehongerd op het avondeten. Nu ondanks dat we een 4 sterren-hotel hadden gekozen, moet je niet denken dat we konden genieten van een gastronomische keuken. Ook hier had ik mij al op voorhand gelukkig ingesteld. Ik wist van oude reisverslagen naar Oostblok-landen dat kip de standaard is op het menu. Desalniettemin 12 dagen op een rij, 2 keer per dag ('s middags en 's avonds) kip ging zelfs voor mij te ver (voor mijn dochter Evelien daarentegen kon er nooit te veel kip zijn). Trouwens Vol au vent (koninginnehapje) kennen ze daar evenmin. In elk geval ik had alle begrip dat een deel van de Belgen ervoor koos om de laatste dag het gratis (reeds betaald) eten van het hotel over te slaan en in het nabije winkelcentrum een pizza te eten.
Mamaia pizza

Achteraf geen al te beste keuze bleek want de pizza zag er wel lekker uit maar was het niet (zoals wel vaker in winkelcentra). Bovendien had men in het hotel voor die avond hun laatste geldreserves aangesproken om toch nog iets extra te doen voor de hotelgasten. Ik verwijt dus allerminst iets het hotel. Het hotelmanagement stond ook onder grote druk doordat ze een deel van hun inkomsten moesten afstaan aan de fide (dat is standaard beleid voor alle evenementen georganiseerd onder de auspiciën van de fide) en evenmin hun normale prijzen mogen optrekken om dit verlies te kunnen compenseren. Dus het enige wat ze kunnen doen is trachten hun kosten te optimaliseren wat dus o.a. gebeurde door te besparen op het eten. Op is op en je zal zien bij een buffet heb je altijd mensen die het vijfvoudige nemen als ze iets lekkers zien (daarom dat ik altijd argwanend sta t.o.v. buffets). Daarnaast viel het mij op dat na het tornooi onmiddellijk de tafels weer netjes werden gedekt zoals op de foto's van het hotel terwijl we daar nooit tijdens ons verblijf konden van genieten.

In het algemeen voldeed het hotel allerminst aan de normen die we als Westerlingen verwachten van 4 sterren. Als bouwkundig ingenieur van opleiding viel het mij op dat er een loopje was genomen met de veiligheid. De trappen waren onregelmatig (treden van verschillende hoogtes) en op de vloer moest je goed uitkijken om niet te vallen over obstakels. De liften hadden de voor mij heel vreemde werking dat als je van de 2de verdieping naar het 9de wou dat je altijd eerst naar beneden moest vooraleer je naar boven kon. Nochtans stonden er op elke verdieping een knop voor zowel naar beneden als naar boven. Ik heb eens een kwartier tevergeefs staan wachten op de lift naar boven zonder naar beneden te willen gaan.

Daarnaast was mijn keuze om op afstand te werken vanuit het hotel een absolute nachtmerrie. Ik had vooraf onze schaakbond gecontacteerd of  ik een extra computerscherm kon krijgen omdat ik werk met heel grote excelfiles die ik snel moet kunnen lezen en vergelijken. Echter ik werd afgewimpeld met het antwoord dat ik het ter plaatse zelf moest regelen. Dat ging uiteraard helemaal mis. Niemand kon of wou mij er helpen. Ik kon geen computerscherm krijgen. Er was geen vergaderzaaltje waar ik kon werken. Ik kon zelfs geen hdmi-kabel krijgen om mijn laptop aan het tv-scherm van mijn hotelkamer te koppelen. Last but not least de wifi werkte er voor geen meter en het 4G netwerk was al evenmin betrouwbaar. Tja je kan je voorstellen wat er gebeurt als je samen met enkele honderden tieners in een volgepakt hotel samenwoont. Het wifi-netwerk kon het verkeer totaal niet aan door de enorme vraag aan video's en gaming.

Slechts 's nachts of de enkele uren dat de spelers in de speelzaal zaten, was er wifi beschikbaar in mijn hotelkamer (ondanks ik tevergeefs meerdere malen bij de receptie kloeg). Dus moest ik wel een oplossing zoeken want ik had mijn baas verteld dat ik de hele dag zou werken. Al snel ontdekte ik dat in de gangen van het hotel de wifi wel (redelijk) werkte maar zitten op de vloer is niet aangenaam werken. Uiteindelijk werd de topverdieping van het hotel mijn favoriete werkplek met panoramisch uitzicht. Dat compenseerde grotendeels het ongemak van te werken op een piepklein computerscherm van de laptop en een gebrek aan privacy.
Uitzicht van mijn nieuwe werkplek

Andere Belgen heb ik er niet zien werken (die hadden al ervaring met werken op vorige wks/ eks dus hadden het min of meer opgegeven en verlof op voorhand geboekt) maar ouders van Franse, Zuid-Afrikaanse spelers vonden ook de weg naar deze nieuwe werkplek. 's Avonds laat verbroederden we samen aan de bar met de bijzonder praatgrage barmeid (die blijkbaar op zoek was naar een partner en misschien daar wel het verkeerde "te oud of te jong" gezelschap had voor gekozen). 😀

Kortom ik was er voor mijn dochter Evelien en maakte er die 2 weken het beste van (wat ook lukte omdat het klikte met de andere Belgische ouders). Zo kreeg ik trouwens ook mijn probleem opgelost van vervoer naar huis vanuit Charleroi waar ik vreesde er te stranden 's nachts. Nu zelfs dat was nog een apart avontuur die de moeite is om te vertellen. Na een terugreis van opnieuw 12 uren, werden we in de luchthaven eerst nog om middernacht meer dan een uur vastgehouden aan de grenscontrole (heb ik al gezegd dat ik niet hou van lowbudget-maatschappijen/ luchthavens ?). Echter net wanneer je om 1u30 denkt, oef we zijn er door, kwamen we tot de vaststelling dat niemand nog wist waar de auto geparkeerd stond op de gigantische parking. De zoektocht werd bovendien nog bemoeilijkt doordat er zo goed als geen ontvangst voor telefoon is in die parking. Na een uur kwam dan toch de verlossing (gevonden op een andere verdieping) waarna het laatste stukje terug naar huis moe maar vlot verliep.

Dan blijft natuurlijk de vraag hoe ervaarde Evelien (en uitgebreider de Belgische delegatie) het avontuur maar dat is weer voor een volgend blogartikel.

Brabo

maandag 28 november 2022

WK jeugd

Begin mei werd mijn dochter Evelien uitgenodigd door de Belgische schaakbond voor het jaarlijks wereldkampioenschap schaken voor de jeugd (-16 jaar). De nummers 1 en 2 van het Belgisch kampioenschap hadden bedankt voor het gratis verblijf in vol pension waardoor Evelien als derde in aanmerking kwam.

Nu ik besefte onmiddellijk dat dit geen cadeautje was van onze schaakbond maar had aanvankelijk niet door dat ik zelf bijna alle risico's en kosten moest dragen. Vooreerst dit jaar had het event plaats in Mamaia (kuststad aan de zwarte zee in Roemenië). Dat ligt op ongeveer 300 km van Odessa (kuststad aan de zwarte zee in Oekraine) waar momenteel een bittere oorlog wordt uitgevochten. 300 km is niet veel en dat zie je tegenwoordig elke dag in Mamaia met een voortdurend aan en wegrijden van legerkolonnes, overvliegen van legerhelikopters .... Ik bedoel dat ik niet verwonderd was dat de lokale mensen mij vertelden dat het toerisme er de laatste maanden ineen was gestort. Je moet maar net meemaken dat een bom de verkeerde richting uitvliegt en je daar het slachtoffer van wordt zoals recent gebeurde in Polen.

Daarnaast was gratis allesbehalve gratis. Evelien kreeg weliswaar door de fide een gratis vol pension aangeboden met minimale comfort. Al de rest moest je zelf betalen en dat was vele keren meer dan je gratis kreeg. De Belgische bond kwam voor 0 euro tussen en bovendien eiste dat ouders zelf moesten zorgen voor begeleiding van minderjarigen. Naar verluid was dit vroeger anders maar daar is men (recent ?) van afgestapt. Als je mijn artikel de schaakmicrobe deel 5 gelezen hebt dan weet je dat kinderen begeleiden vandaag een serieuze verantwoordelijkheid opnemen is. Echter dat betekent dus dat je als ouder hiervoor op eigen kosten een extra volwassen persoon moet meesturen naar het wk. 

Vervolgens is minimum comfort voor ons Westerlingen gewoon ondermaats. Vorige wks hadden enkele Belgen voedselvergiftigingen opgelopen door de goedkoopste optie te nemen dus werd ons ten stelligste afgeraden om dat nog te herhalen. Daarnaast waren de goedkoopste hotels ook verscheidene kilometers verwijderd van de speelzaal waardoor je al verplicht wordt om als begeleider ter plaatse tijdens de wedstrijden te blijven wachten (buiten in weer en wind want binnen was enkel voor de deelnemers). Sommige ouders wachtten 11 ronden telkens 4 uren lang voor de speelzaal. Om de pijn wat te verzachten had de organisatie voor hen (blauwe) banken geplaatst en zelfs een heus hotdogkraam voorzien maar het is en blijft erg vervelend. Ik heb in het verleden al genoeg gewacht (zie mijn artikel het geheugen).

Dus eiste ik een upgrade naar het betere nabije hotel (500 meter) maar dat had uiteraard ook een meerprijs die ik zelf moest ophoesten. Uiteindelijk als je alles bij elkaar telt: treintickets, vliegtuigtickets, busvervoer tussen Boekarest en Mamaia, 12 hotelovernachtingen met vol pension, bijkomende organisatiekost van 100 euro voor elke persoon, inschrijvingsgeld voor Evelien kwam ik aan het zeer stevig prijskaartje van + 1800 euro zonder extraatjes.
Ik vermoed dat veel ouders van schakende kinderen puur financieel al afhaken. Ik kan het betalen en heb het ook betaald maar pas na enig aandringen van mijn dochter Evelien die het helemaal zag zitten. Uiteindelijk wat is geld als je niet leeft en dit is een unieke kans om een avontuur te beleven. Ik dacht er blijkbaar niet alleen zo over want 9 dappere Belgen (8 kinderen + delegatieleider Martin Ahn) waagden de sprong.
De Belgische delegatie aan het begin van het tornooi met Brabo photobombing.

De persoonlijke begeleider van mijn dochter Evelien werd ikzelf alhoewel ik nog eerst probeerde de verantwoordelijkheid af te schuiven. Ik had bovendien geen verlof en zou werk moeten combineren met mijn dochter in Roemenië zo goed mogelijk te coachen/ begeleiden. Een avontuur wilden we en kregen we. Begin september startte de 2 weken durende jacht naar eeuwige wk-roem of was het iets anders. Echter dat is voor een volgend blogartikel.

Brabo

maandag 21 november 2022

Angst deel 3

Een paar weken geleden botste ik op het artikel How to play against the chessable generation? Chessable werd opgericht in 2013 en is uitgegroeid tot de grootste speler in de markt betreffende schaaktrainingen. Schaakboeken lezen onze jeugdschakers niet meer maar met filmpjes lukt het je wel om hun aandacht te trekken. Zelfs mijn zoon Hugo gaat helemaal voor zijn plezier af en toe kijken naar bekende schaakvloggers zoals GMHikaruGothamchess of Agadmator.

Soms vraag ik mij daarom ook af of ik misschien moet switchen van bloggen naar vloggen. Als je eigen zoon je "populaire" schaakblog niet leest zelfs als hij er veelvuldig zelf in vermeld wordt dan is bloggen misschien niet meer van deze tijd. Trouwens ik heb al enige ervaring met vloggen zie youtubekanaal belgischeonlineschaakclub. Vorig jaar heb ik er meerdere streams op geplaatst waarbij ik partijen van andere spelers live becommentarieerde, banterblitz speelde (spelen en praten), een eindspel analyseerde en uitlegde, hand en brein-sessies speelde,...

Het was leuk maar ik ben er toen toch niet mee doorgegaan omdat ik op mijn honger bleef zitten betreffende kwaliteit. Ik miste in het vloggen de tijd en diepgang die ik wel in het bloggen kwijt kan. Dat wil niet zeggen dat sommige vloggers hierin wel kunnen slagen. Ik geef toe dat ik echt onder de indruk ben van Actually making that chess cheat device uploaded vorige week door de professionele youtuber Mike Boyd.

Ik vermoed dat Mike('s team) tientallen uren gewerkt heeft om het 18 minuten durende filmpje te maken waarin hij aantoont hoe hij met een sekspeeltje erin geslaagd is als complete beginner een schaakmeester te verslaan. Briljant, fascinerend maar ook opnieuw angstaanjagend. Niemann - Carlsen is duidelijk nog niet voorbij. Anderzijds de auteur waarschuwt ook dat hij allerminst claimt dat Niemann heeft valsgespeeld. Hij toont enkel aan dat het perfect mogelijk is.

Elke schaker heeft de voorbije maanden willens nillens vragen moeten beantwoorden over de Niemann-case. Ook ik moest meerdere keren mijn oordeel geven maar wimpelde dit telkens af met dat ik onvoldoende informatie had om hierover iets zinnig te kunnen zeggen. Wel is zo dat Hans Niemann voor mij als zeer arrogant overkomt maar dat is uiteraard niet verboden.

Trouwens arrogantie komt wel vaker voor in de schaakwereld en is dus zeker niet iets uniek voor Hans. Bovendien zie ik de laatste paar jaren een duidelijke shift in mindset bij veel jonge spelers t.ov. vroeger. Ik geef 5 voorbeelden uit mijn eigen praktijk gespeeld in het voorbije anderhalf jaar om dit te staven.

1) Open Cap d'Agde 2022. Ik stel remise voor met een pion extra aan de 18 jarige Franse internationaal meester Boyer Mahel.
Brabo - Boyer Mahel : Stockfish na 1 minuut +0,36
De compensatie is allerminst duidelijk voor zwart. Zwart komt ook verloren te staan in de partij maar slaagt erin om door mijn tijdnood toch nog de bordjes te verhangen. Ik vond mijn remisevoorstel absoluut een eerlijk voorstel maar begrijp ook dat Mahel als beste bulletspeler van Frankrijk (voor Vachier-Lagrave en Firouzja) en spelend voor een grootmeesternorm toch koos om door te spelen. Dus arrogant zou ik het hier niet noemen enkel eerder gedurfd.

2) Open Praag 2021. Ik stel remise voor met een pion extra aan de 15 jarige fidemeester Stalmach Richard.
Stalmach Richard - Brabo : Stockfish na 1 minuut -1,63
De computer geeft duidelijk voordeel aan voor mij. Ik kom later winnend te staan zie tablebases deel 2 maar het is te moeilijk voor mij en hij ontsnapt. Opnieuw dus een heel eerlijk remisevoorstel van mij maar ook hier vind ik de weigering niet arrogant enkel gedurfd. De stelling is allesbehalve duidelijk zonder computerhulp. Ik had niet heel veel tijd meer op de klok en Richard maakte nog steeds een goede kans op een internationaal meesternorm. Anderzijds het slot van de partij beschreef ik al in macho's en dat heeft niets meer te maken met wilskracht maar alles met arrogantie.

3) Open Munster 2021. Ik stel remise voor met loperpaar in evenwichtige stelling aan de 19 jarige Duitser Koellner Aaron Noach met 2160 elo.
Brabo - Koellner Aaron Noach: Stockfish na 1 minuut 0,00
De stelling is in een dynamisch evenwicht. Echter ondanks zwart en meer dan 120 elo lager rated besliste Aaron om te weigeren waarna hij de partij verliest zie Elo inflatie deel 2. Nu ik heb geen probleem wanneer spelers remise weigeren tegen mij maar dan moet je achteraf niet zeuren dat ik de overwinning gestolen heb op basis van een tactisch truukje. Dan ben je voor mij gewoon een arrogante kerel.

4) Open Dieppe 2022: Ik stel remise voor in een vrij symmetrische stelling aan de 18 jarige Fransman Markuszewski Maksymilian met 2064 elo.
Markuszewski Maksymilian - Brabo: Stockfish na 1 minuut +0,38
De stelling speelt hoogstens iets makkelijker voor wit. Ik was daarom verrast dat mijn tegenstander die 220 punten lager gekwoteerd was, weigerde. In de partij had ik weinig moeite om de partij te controleren en op het einde moest zelfs mijn tegenstander goed opletten. Remise dus en mijn tegenstander was achteraf teleurgesteld dat hij niet had gewonnen. Hij blaakte van zelf vertrouwen. Hij was nog maar kort begonnen met schaken (een jaar eerder had hij nog maar 1424 elo) en vond dat het allemaal niet snel genoeg vooruit kon gaan (dus +600 elo in 1 jaar was niet snel genoeg). Arrogant zou ik het misschien niet noemen maar zeker erg optimistisch of zelfs naïef.

5) Belgische Interclub 2022: Ik stel remise voor met een pion minder maar veel actievere stukken aan de 16 jarige Belg Follesa Enrico met 2121 elo.
Follesa Enrico - Brabo: Stockfish na 1 minuut 0,00
De computer geeft volle compensatie voor de pion en dat dacht ik ook tijdens de partij. Echter Enrico was niet onder de indruk noch van de compensatie noch dat ik 170 punten hoger gekwoteerd ben dus weigerde gedecideerd. In het vervolg geraakte Enrico zijn extra pion kwijt waarna hij zelf remise voorstelde maar deze keer weigerde ik uiteraard. Ik kon risicoloos op winst spelen en deed dat ook tot grote frustratie van mijn tegenstander tot zet 103.

Ik heb mijn vele honderden klassieke partijen voor het coronatijdperk nagekeken en dit soort gedrag is voor mij een nieuwe ervaring. Vroeger nam de meerderheid van mijn tegenstanders dit soort remisevoorstellen zonder veel aarzelen aan. Is het een logische evolutie van spelers die opgegroeid zijn met de recente introductie van sofia regels (remises mogen dus niet meer worden voorgesteld)? Of is het toch eerder het effect van al die Bongcloud-partijen gespeeld door de beste spelers waar alles draait rond het belachelijk maken van je tegenstander (en dus een compleet gebrek aan respect)?

Hiermee zeg ik helemaal niet dat mijn tegenstanders de remises moesten aanvaarden. Integendeel want ik heb zelf nog de durf van mijn zoon geprezen in Geen spijt toen hij remise weigerde in een technisch verloren stelling van een 300 punten hoger gekwoteerde tegenstander (en dan bijgevolg ook verloor). Nee het enige wat mij irriteert in deze nieuwe trend is dat eenmaal die jonge gasten remise geweigerd hebben dat ze verwachten dat je zelf geen winstpogingen meer zult ondernemen. Het is alsof je door remise voor te stellen hun respect verliest. Misschien stel ik inderdaad te snel/ vaak remise voor maar daarom verdien ik niet om als idioot te worden behandeld. Nu over 10 jaar als die jeugdspelers nog schaken en na tientallen pijnlijke nederlagen, wil ik wel nog eens zien of ze nog altijd zonder vrees zullen schaken.

Brabo

zondag 13 november 2022

Vol-au-vent (koninginnehapje)

Mijn beide kinderen speelden dit jaar de Brugse meesters en sommigen waren dan ook verwonderd dat ik zelf niet meespeelde. Daar had ik meerdere goede redenen voor. Vooreerst had ik mij vooraf al ingeschreven voor 2 tornooien deze zomer (Gent en Dieppe). Elk tornooi is voor mij een uitputtingsslag vooral door de intensieve partijvoorbereidingen die ik aan elke partij koppel. Het klinkt absurd maar tijdens elk tornooi verlies ik makkelijk 2 kilogram aan lichaamsgewicht. Voor mijn kinderen mag het altijd meer schaken zijn maar ik beperk mij bijgevolg tot 1 tornooi per maand want ik heb recuperatie achteraf nodig.

Tijdens de Brugse meesters kozen ik en mijn echtgenote daarom er een meerdaagse vakantie van te maken. Hierdoor leerden we Brugge veel beter kennen alhoewel ik er wellicht honderd keer al geweest was in mijn leven. We bezochten voor het eerst de brouwerij "de halve Maan", maakten een stadswandeling met gids, woonden een harpconcert bij, leerden de echte authentieke Brugse chocolatier kennen ....  Kortom ik had heel weinig tijd om te socializen op het tornooi. Slechts aan het einde van het tornooi toen Hugo moest wachten op zijn geldprijs, was er even tijd om een korte babbel te maken met o.a. de befaamde Nederlandse IM die al jaren mijn blog volgt. Hij had groot nieuws. Ik hoop dat ik het hier mag vermelden en dat alles goed gaat maar hij zou voor het eerst papa worden.

Dat is inderdaad geweldig nieuws. Daar kan zelfs een grootmeestertitel niet mee concurreren. Eenmaal je eerste kind er is, verandert je leven onmiddellijk. Alle oude routines gaan op de schop. Je kan je daar nooit op voorbereiden. Iedereen rondom je gaat ook plots anders doen. Van overal krijg je advies want ieder van ons heeft zijn eigen kijk op opvoeden. Dat zal ik hier niet doen maar ik wil wel een belangrijke waarschuwing meegeven. Het is niet voor onmiddellijk maar van zodra je kind kan praten dan zorg je er best voor dat je ten alle tijde het antwoord klaar hebt staan voor een eeuwig terugkerende vraag. Die vraag kan je kind stellen op elk moment van de dag en in de meest onmogelijke situaties. Als je in bed ligt, als je aan tafel zit te eten, als je op het toilet zit, als je in bad zit, als je met de auto aan het rijden bent .... overal en altijd duikt die vraag op.

Papa (of mama) wat gaan we (straks/ vanavond, morgen,...) eten? Tja kinderen hebben altijd honger en zelfs als je samen aan het eten bent, zitten ze al te denken wat ze de volgende maaltijd zullen krijgen. Het maakt je soms helemaal gek tenzij je zoals in onze familie doet door te antwoorden met "onze pietjes met garnaaltjes". Wat is me dat hoor ik denken? Die vraag stelden onze kinderen uiteraard ook en dan zeiden we "dat zal je straks zien aan tafel" en daarmee was de kous dan ook af. "Onze pietjes met garnaaltjes" klinkt fascinerend maar is dan ook een verzinsel. Ik hoor dat andere families hun eigen fantasieantwoorden hebben dus ik ben benieuwd naar jullie reacties.

Het lijkt nogal onnozel om zo te antwoorden maar wacht tot je elke dag tot meerdere malen die vraag moet antwoorden en je zal wel anders beginnen piepen. Trouwens met de meest onmogelijke situaties overdrijf ik evenmin. Zo stapte Hugo tijdens de 2de ronde van Dieppe naar mij toe toen hij zag dat ik even aan het rondlopen was en stelde mij warempel de vraag: "Papa, wat gaan we eten vanavond?" "Euh" ik was even helemaal van slag want ik was aan het denken aan de stelling die op mijn bord zat. Na een paar seconden herstelde ik mij en prevelde ik "Vol-au-vent". "Mmmm" kreeg ik als antwoord van Hugo en weg was hij weer waarna ik zelf terug naar mijn bord slenterde. Eindelijk, mijn tegenstander had zijn zet gespeeld waarop ik onmiddellijk h4 antwoordde.
Oh nee plots realiseerde ik mij dat mijn tegenstander geen dxc3 had gespeeld die de "moderne" variant is maar de oude theorie had gekozen met Ld7. Arghh ik had Dd3 voorbereid op Ld7. Ik had de varianten door elkaar gemixt. Hoe is het mogelijk dat ik mij zo liet vangen? Waarom moest Hugo toch die vraag net op dat moment stellen? Al het noeste werk dat ik aan de partijvoorbereiding had gestoken, kon de prullenmand in. Ik kookte binnenin van woede over mijn eigen stommiteit maar ik kon uiteraard niet vragen om de zet terug te nemen dus moest verder.

Nu de schade op het bord viel gelukkig ook voor mij best mee. Zwart heeft weinig ander keuze om te transponeren naar de moderne variant die ik uiteraard ook kende. De reden waarom ik liever Dd3 had gespeeld is dat de moderne variant min of meer geforceerd leidt naar remise zie praktisch schaken deel 2. Anderzijds achtte ik de kans klein dat een 15 jarige met 1850 elo dit allemaal zou kennen. Trouwens als je de theorie niet kent dan kan het heel snel verkeerd gaan zoals in de partij.
Een paar maanden eerder had ik in het clubkampioenschap van Deurne gewonnen met exact dezelfde truuk in een zeer gelijkaardige stelling. Het toont opnieuw de sterkte van een afgelijnd openingsrepertoire. Bepaalde middenspelmotieven maken hierdoor permanent onderdeel uit van mijn schaakkennis (zie ook pionstructuren deel 2).
Achteraf was Hugo er als de kippen bij om mij te vertellen dat hij mij eigenlijk had geholpen aan een bijzonder snelle en makkelijke overwinning door de vraag over eten te stellen. Anders had ik nooit h4 gespeeld en had de partij meer dan waarschijnlijk veel langer geduurd. Ja, hij is aalglad en weet zich overal uit te praten.

De vol-au-vent die avond was bovendien een voltreffer. Het tornooi van Dieppe speelde ik voor het eerst sinds 2005 opnieuw samen met de vriendengroep van KSK Deurne. Dat betekende dat we verwend werden door een echte kok (dus met opleiding) die koken en schaken combineert tijdens het tornooi. Daar doe ik mijn pet voor af want dat is zeker geen evidente combinatie.
Chef Roger

Een foto van chef Roger bij zijn kookpannen vond ik niet maar dus wel als hij aan het schaken is. Bovendien ik overdrijf helemaal niet met de titel "chef". Onze chef had de vol-au-vent helemaal zelf klaargemaakt dus alle ingredienten (kip, champignons, ...) gekocht, gesneden, .... met bovendien als meesterlijke afwerking een kaaskorst bovenop. Ik heb het nog nooit zo gegeten maar het was heerlijk. Mijn dochter at zelfs 3 dagen van de vol-au-vent zo lekker was het. Uiteindelijk zei de chef dat het genoeg was en dat er nog andere lekkere dingen waren want anders had ze het wellicht de hele vakantie blijven eten.

Tenslotte wil ik afsluiten met een bijkomende waarschuwing voor toekomstige papa's en mama's. Na de meest gestelde vraag van "Wat gaan we eten" is er een tweede vraag die weinig verschilt in populariteit en die je minstens evenveel kan irriteren als de eerste vraag. "Wanneer is het eten klaar/ Hoe lang duurt het nog dat we gaan eten?" Zelfs als je op restaurant zit, willen ze je dat je de chef lastig valt met die vraag want je moet er altijd en overal kunnen op antwoorden. Kinderen, het zijn en blijven prachtige interessante creaties.

Brabo

dinsdag 8 november 2022

Amateurs deel 2

Vorige week was er geen blogartikel omdat ik een tornooi aan het spelen was. Ik schrijf nooit artikels tijdens het spelen van een schaaktornooi. Soms krijg ik daar wel eens een opmerking over dat men tevergeefs aan het wachten was op nieuws. Nu iemand die mijn routine kent tijdens een schaaktornooi (zie o.a. de partijvoorbereiding deel 2), snapt dat het gewoon onmogelijk is om de 2 te combineren.

Trouwens ik ben niet de enige die er zo over denkt als je naar de verslaggeving kijkt van de Belgen op de voorbije schaakolympiade. Het lijkt mij geen toeval dat de verslaggeefster halfweg abrupt stopte toen ze als enige ondermaats presteerde. Daarna ging het ook merkbaar beter. Competitieschaak spelen op een zeker niveau (en dat is een olympiade) mag je niet licht opnemen.

Anderzijds vind ik het bedroevend dat de Belgische schaakbond een bom geld uitgeeft aan de olympiade maar de gewone clubsschaker hiervoor niets in ruil krijgt. Ik heb de rekening niet gezien maar ik vermoed dat die boven de 10.000 euro oploopt om 2 ploegen naar het verre Chennai (India) te sturen om er 2 weken te schaken. Dat is geld dat van elk lid afkomstig is dus zou ik verwachten dat er op zijn minst een serieuze verslaggeving gebeurt van het tornooi zodat iedereen toch een beetje kan meegenieten. Echter er verscheen niets buiten de goodwill van de ene speelster. Ik snap dan ook dat de leden erg moeilijk doen op elke jaarlijkse algemene vergadering om een lidgeldverhoging van slechts 1 euro op jaarbasis goed te keuren.

Het is nochtans een kleine moeite om de communicatie naar de leden te verzorgen over de olympiade. Er zijn talloze oplossingen. Je hebt ter plaatse elke ronde niet-spelende Belgen die best wel deze opdracht aan kunnen. Thuis kan de bond iemand aanstellen die alles opvolgt. Achteraf kan iedere speler in een uurtje zijn beste partij becommentariëren. Kortom het is gewoon doodjammer dat we niet meer horen over dit uniek avontuur.

Dat Chennai een geweldige ervaring was voor de deelnemers, staat als een paal boven water. Ik was er zelf een maand in het jaar 2000 en viel toen in de ene na de andere verbazing. Dat ik er een prachtig schaakset kocht en meebracht naar België, kwam al aan bod in hout voelen deel 2. Echter ik herinner mij ook de fabelachtige fauna en flora buiten het stadcentrum. Het verkeer binnenin is een totale chaos. Auto's, fietsen, brommers alles rijdt door elkaar. Spookrijden is (was?) normaal. Er lijkt slechts 1 wet te gelden en dat is die van de sterkste. De meeste ongelukken gebeuren dan ook bij voertuigen die even groot zijn want niemand wilt wijken.

Cultureel/ religieus/ historisch heb je overal paleizen en tempels. De souvenirjager is in een paradijs. Zelfs ik die zulke dingen altijd negeer, kon niet weerstaan aan het kopen van enkele mooie beeldjes. Onderstaand is een vergulde Ganesha: de god van kennis en wijsheid. Tot op vandaag heeft hij een mooi plekje in mijn slaapkamer.
De lokale keuken is erg pikant. Ik werd eens uitgenodigd door enkele collega's voor een prive-feestje waarvan zelfs de lokale mensen toegaven dat ze het nogal pikant hadden gemaakt. Ik had uren later nog last ervan maar ik maakte zo wel snel vrienden. Trouwens daar heb ik ook nog een heel aparte anekdote over.

Tijdens de verbroedering wisselden we natuurlijk veel info van elkaar uit. Zo kwam men al snel te weten dat ik schaakte. Een zekere Ramachandran daagde mij vervolgens prompt uit voor een schaakpartijtje. Een klok was er niet maar bord en stukken werden al snel gevonden. Ik won en onmiddellijk werd ik voor een revanche gevraagd. Nadat ik de 2de partij won en Ramachandran duidelijk nog niet genoeg had, werd overeengekomen om de volgende dag verder te gaan. De volgende dag was Ramachandran vol moed dat mijn geluk op zou zijn maar opnieuw stuurde ik hem naar huis met 2 nederlagen. De volgende dagen herhaalde dit geregeld. Na 10 opeenvolgende nederlagen zei Ramachandran dat ik een sterke speler ben maar er zeker van was dat hij een partijtje kan winnen van mij. Uiteindelijk pas na ongeveer 20 opeenvolgende nederlagen (ook samenvallend met het einde van mijn werkvakantie) gaf hij toe dat ik toch wel betere schaakte dan hij.

Ik wil met die anekdote de heel sympathieke Ramachandran absoluut niet belachelijk maken maar ik vind het een mooi voorbeeld van hoe groot de misverstanden vaak zijn bij amateurschakers. Geluk bestaat in het schaken zie o.a. geluk bij een ongeluk maar de invloed van geluk neemt exponentieel af t.o.v. hoe groter het verschil in speelsterkte tussen de spelers. Op lichess kon ik dat aspect trouwens mooi testen. Het is voor mij een koud kunstje om via de arenatornooien (waar ik speel tegen meestal veel lager gekwoteerde spelers) om reeksen van tientallen overwinningen op te bouwen.

Heel veel amateurs snappen totaal niet wat het vraagt om op een zeker niveau te kunnen spelen. De meesten zijn ook helemaal niet bereid om zelfs te luisteren naar advies. Nu zelf ga ik zeker ook niet vrijuit. Zo kreeg ik in het jaar 2001 reeds de raad van de Hongaarse grootmeester Jozsef Pinter om onderstaande Hollandse stonewall niet meer te spelen.
Hij zei me achteraf dat ik hoogstens 1 remise op 10 partijen met die opening kon scoren. In realiteit scoorde ik best ok zie o.a. de wetenschappelijke aanpak deel 2 maar sinds 2020 heb ik het systeem toch van mijn repertoire gehaald zie o.a. verdedigen. Dus hiermee geef ik de grootmeester dan toch gelijk. Het heeft enkel bijna 20 jaar geduurd hiervoor en de opkomst van de neurale netwerken.

Persoonlijk denk ik dat een interessant gesprek (dus in 2 richtingen) over schaken tussen spelers van ongelijk schaakniveau zo goed als onmogelijk is. Ik geloof daarom ook niet in het huidige concept van Cosmo waar iedereen (ongeacht de speelsterkte) welkom is om samen over schaken te praten. Kasparov werd ooit gevraagd waarom hij toch bleef praten met zijn aartsrivaal Karpov. Kasparov antwoordde dat hij de enige is in de wereld die hem kan begrijpen en waar dus een gesprek over schaken zinvol mee is. Ik kijk daarom zelf erg uit naar de gezamenlijke apres-schaak maaltijden met mijn nieuwe Nederlandse ploeg de Stukkenjagers. Het was net dit gegeven van samen gezellig kunnen keuvelen aan tafel over schaken met ongeveer zelfde sterkte van schakers dat mij het laatste zetje gaf om dit seizoen voor de stukkenjagers te kiezen.

Brabo

maandag 24 oktober 2022

Schaakopeningen studeren deel 5

Sommige van mijn collega's krijgen gemiddeld 1 mail per minuut. Op het einde van de dag kan het aantal nieuwe mails gemakkelijk zijn opgelopen tot vele honderden. Het is volstrekt onmogelijk om ze allemaal te lezen en te beantwoorden dus als er iets belangrijk gemist wordt dan moet men bellen. Het probleem is zeker niet uniek voor waar ik werk want als je even rondkijkt op het internet vind je talloze tips om het aantal mails terug te dringen. De ene is al zotter dan de andere zoals bijvoorbeeld alle mails te blokkeren in bepaalde periodes.

We zijn het zo gewoon vandaag maar ik herinner mij nog de tijden waar geen mails bestonden en het prille begin van het mailverkeer. Die eerste dagen was elke mail iets waar je naar uitkeek. De oudere generatie zal zonder twijfel nog de romcom en klassieker uit het jaar 1998 "You've Got Mail" gezien hebben waarin dit prachtig wordt geïllustreerd. Een mail ontvangen kon je hele dag goedmaken.

Ik vermoed dat weinigen dat gevoel nog vandaag ervaren met emails. Er bestaat voor mij 1 uitzondering en dat zijn de sporadische mails van mijn schaakvrienden. Met sommigen correspondeer ik al decennia en hun mails maakt mij altijd blij. Info uitwisselen, praten of discussiëren over het schaken gebeurt er in die mails. De onderwerpen zijn vaak heel uiteenlopend. Zo kreeg ik laatst plots uit het niets de link Crush The Berlin Defence With this pawnsacrifce Easy doorgestuurd. Het is een filmpje gemaakt door de immens populaire youtuber agadmator (waar zelfs Magnus Carlsen fan van blijkt te zijn zie 2u05m38s in het Magnus interview met Lex Fridman).

Het is een leuke video maar ik vroeg mij toen wel af wie kan dat Berlijns iets bommen? Dat krijg je toch als amateur nooit op het bord of niet? Bestaan er statistieken over hoe vaak dit tegenwoordig gespeeld wordt op de lagere niveaus? Ik stelde vast dat ik eigenlijk nog nooit een studie over de populariteit van openingen gelinkt aan schaakniveaus gezien heb. Hoe vreemd is dit niet? We worden allemaal overspoeld met boeken, dvds, online cursussen,.... over openingen. Elke coach heeft wel een mening over openingen maar we kunnen niet zeggen welke openingen voor wie relevant zijn? Een nieuw klein onderzoek was geboren en die leverde enkele heel opmerkelijke conclusies op maar ik loop vooruit op de feiten. Dus ik start met uit te leggen hoe ik dit "onderzoek" heb aangepakt.

Vooreerst is het belangrijk om te beseffen dat de populariteit van openingen door de tijd veranderen zie Evolution of chess popularity of openings over time. M.a.w. het heeft geen zin om partijen van honderd jaar geleden in beschouwing te nemen voor de populariteit van openingen vandaag. Vervolgens ben ik vooral geïnteresseerd in de connectie competitieschaak spelen - studeren van openingen waardoor ik bullet/ blitz en in mindere mate rapid negeer. Tenslotte werd er in de coronajaren (2020-2021) nauwelijks klassiek schaken gespeeld. Hierdoor besliste ik om uiteindelijk enkel de jaren 2010-2019 van de big database te bekijken. Ik heb geen Chessbase maar met de Fritzinterface is het vrij eenvoudig om per eloband van 200 elo te bepalen welke 1ste zetten er gekozen worden. Enkel partijen waarbij zowel wit als zwart in dezelfde eloband zijn, werden geteld. 
Met bijna 1 miljoen (voornamelijk klassieke) partijen hebben we een vrij goede basis om ons onderzoek te starten en uit bovenstaande tabel kunnen we al enkele conclusies trekken. Zo valt het op dat ondanks de gemiddelde elo van de clubspeler rond de 1600 ligt, 90% van de bewaarde partijen hogere elo's betreft. Hoe hoger de elo, hoe meer partijen in de database is iets wat ik al eerder vermeldde in De sterktelijst.

Echter dat is zeker niet de verdienste van Chessbase. Chessbase aanvaardt alle bordpartijen om hun jaarlijkse quota te kunnen halen en dus een nieuwe versie van de database te kunnen verkopen. Dus Chessbase is absoluut niet vies van partijen gespeeld door beginners in hun databases mee te nemen. Het is enkel zo dat de meeste tornooiorganisatoren niet de moeite doen om die partijen te digitaliseren.

Dit even terzijde want het gaat hier uiteraard in de eerste plaats over de openingen. We zien dat beginners overwegend voor 1.e4 kiezen en dat is niet verwonderlijk want dat is meestal de opening die ze eerst aangeleerd krijgen. De populariteit van 1.d4 groeit met de elo en evenaart op meesterniveau bijna 1.e4. Ik merk wel op dat die trend stopt bij de absolute wereldtop. Ook is het zo dat alle elobanden heel zelden iets anders spelen dan de top 4 (dus in klassiek schaken want online is zonder twijfel andere koek). Tenslotte een eigenaardigheidje vind ik dat 1.Pf3 vanaf 2000 + populairder wordt dan 1.c4. Het verschil is niet (heel) groot maar evenmin verwaarloosbaar. Heeft iemand hiervoor een verklaring?
In de 2de tabel zien we dat beginners vooral voor e5 kiezen na 1.e4 en dat heeft uiteraard opnieuw te maken met dat dit de eerste opening is die ze aanleren. Het Siciliaans is het populairst voor de meeste elobanden behalve bij de topspelers. Ik vermoed dat er met e5 minder gevreesd moet worden voor te gevaarlijke voorbereidingen (denk aan de meerdere openingsrampen die de Franse topgrootmeester Maxime Vachier-Lagrave recent had met de Najdorf). De topspelers wijken ook af voor het Frans die ze inruilen voor de Caro-Kann wellicht omdat het Frans te veel onder druk staat vandaag door de topprogramma's. Een laatste belangrijke opmerking is dat topspelers behalve de top 4 nog weinig andere openingen spelen. De Aljechin, Pirc, Scandinavisch zie je geregeld op de lagere niveaus maar zelden aan de top.
Weinig schokkend nieuws voor zwarts 2de zet na 1.e4 e5 2.Pf3. Het enige dat opnieuw opvalt is dat de topspelers geen 2...d6 willen spelen in tegenstelling tot de lagere elobanden.
Echter we zien een totaal ander beeld voor zwarts derde zet na 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5. Het Berlijns (met 3...Pf6) blijkt bijna een compleet eigen speelveld te zijn voor de topspelers. Daarnaast zien we opnieuw dat de variatie afneemt met de elo.

M.a.w. als je de Berlijnse opening studeert dan is de kans dat je het ooit op het bord krijgt heel afhankelijk van de eloband. In onderstaande tabel maak ik ook nog het onderscheid tussen iemand die met een vast repertoire speelt of varieert zoals de standaard-mix in de big database.
De schaakvriend heeft ongeveer 1700 elo dus met een vast repertoire (elke partij met wit wordt er 1.e4 gespeeld ...) heeft hij 2,39% kans om in zijn witpartijen het Berlijns tegen te krijgen. Als hij bovendien mixt zoals normaal volgens zijn eloband en de big database dan zakt dit zelfs naar 0,38%. Of anders gezegd het Berlijns komt op het bord in 1 op 82 partijen (50% wit) met een vast repertoire en slechts 1 op 266 partijen (50% wit) met een standaard mix.

Ik bedoel met die berekeningen in het achterhoofd, is het ondertussen duidelijk dat mijn schaakvriend misschien zich beter bezighoudt met ander aspecten van het schaken. Nu ik snap wel vanwaar de drang komt om toch het Berlijns te bekijken. In mode deel 1deel 2deel 3 en deel 4 heb ik telkens getoond hoe groot de invloed is van topschakers op de openingskeuzes van de amateurschakers. Echter het Berlijns is hier een grote uitzondering op en dat heeft volgens mij alles te maken met het Berlijnse eindspel die je krijgt na de zetten 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Pf6 4.0-0 Pxe4 5.d4 Pd6 6.Lxc6 dxc6 7.dxe5 Pf5 8.Dxd8 Kxd8. De tabel hieronder zegt alles.
Een 1700 elopunter krijgt in 1 op 10.000 partijen het Berlijnse eindspel op het bord. Een topspeler iets vaker dan 1 op 100 partijen. Je kan er uit afleiden indien er geen geld mee gemoeid is (dus voor alle amateurs) je eigenlijk een beetje gek moet zijn om dit eindspel vrijwillig te willen spelen.

Onlangs in de open van Gent slaagde ik er voor het eerst in een klassieke partij om dit Berlijns eindspel te winnen. Het stond al lang op mijn to-do lijst en het lukte deze keer slechts met een dosis geluk. Ik kreeg een variant op het bord die ik toevallig tijdens de coronalockdowns bestudeerd had (zie de onzin van blitz deel 4) en mijn tegenstander maakt het mij evenmin al te moeilijk (zie o.a. ook schaakintuitie deel 3).
De 13de wereldkampioen Garry Kasparov verloor zijn wereldtitel grotendeels door dit Berlijns eindspel dus het is niet verwonderlijk dat veel topschakers zelfs vandaag er nog voldoende interessante ideeën zien om hun collega's te testen.

Het Berlijns is een modelvoorbeeld van een typische grootmeesteropening dus een opening die bijna uitsluitend op topniveau wordt gespeeld. Er zijn ongetwijfeld nog tal van andere voorbeelden die in dezelfde categorie passen (of op zijn minst veel populairder zijn onder grootmeesters dan amateurs). Er is zeker een gat in de markt voor openingsboeken die veel dichter aanleunen bij de amateurschaker (want tot voor kort werd bijna uitsluitend de repertoires van de sterkste spelers als basis genomen). Een aanzet zijn de boeken van de Duitse internationaal meester Christof SieleckiKeep it simple 1.e4Keep it simple 1.d4Keep it simple with black maar ik vermoed dat nog veel meer nodig zal zijn om succesvol met openingen van de ene naar de andere eloband te hoppen.

Brabo

dinsdag 18 oktober 2022

Angst deel 2

Vorig jaar brak de Amerikaan Abhimanyu Mishra het 19 jaar oude record van de Russische topgrootmeester Sergey Karjakin. Hij werd op 12 jaar, 4 maanden en 25 dagen de jongste grootmeester ooit dus was bijna 3 maanden sneller. Nu zoals vaak met dit soort prestaties, zien we dat er niet getalmd wordt om hier enig financieel gewin uit te extraheren. New In Chess was er als de kippen bij om de prille levenswandel van Abhimanyu in een boek neer te pennen.

Er is niets mis uiteraard met een centje te verdienen door het schrijven over succesverhalen. Anderzijds de jongen is een weekje jonger dan mijn eigen zoon dus vraag ik mij af of dit boek niet te vroeg komt. Je moet het ijzer smeden als het heet is maar zelfs op 46 jarige leeftijd twijfel ik nog geregeld of mijn blogonderwerpen wel voldoende interessant zijn voor publicatie.

Desondanks moet ik toegeven dat de boekreview van Chessbase veelbelovend klinkt. Het is duidelijk dat een professioneel team er alles aan gedaan heeft om het unieke schaakavontuur van Abhimanyu met een goede mix van becommentarieerde partijen en anekdotes op een vlot lezende wijze neer te zetten. Eentje van die anekdotes waarbij hij het heeft over hoe lastig het was om als verlegen jongetje niet geïntimideerd te worden door de vaak veel grotere tegenstanders, kan ik mij bovendien levendig voorstellen. Sommige van zijn tegenstanders waren niet beschaamd om hun fysieke voordeel ook tijdens de partijen te gebruiken.

Zonder twijfel is hierbij het staren de meest bekende van alle intimidatie-technieken. Zelfs van sommige profschakers is geweten dat ze de techniek graag toepassen om de tegenstander uit hun concentratie te brengen. Oud-wereldkampioen Mikhail Tal was een notoir adept en had hierbij zijn Duivelse looks nog als extra troef.
Persoonlijk vind ik het nogal kinderachtig en zelfs niet helemaal koosjer maar ik heb nog nooit een arbiter hiervoor een waarschuwing horen uitspreken. Het is ook moeilijk om te bepalen welke last iemand hiervan kan ondervinden. Sommigen storen zich hier helemaal niet aan maar ik vermoed dat het zeker voor kleine kinderen andere koek kan zijn. De succesvolle staar van mijn dochter Evelien in de 5de ronde van Dieppe tegen haar slechts 10 jaar jonge Franse tegenstander vond ik dus ongepast en dat liet ik haar achteraf ook duidelijk weten.
De jongen zag uiteraard in bovenstaande stelling dat hij kon slaan met schaak op d5 maar durfde het na lang nadenken (en gestaar van Evelien) dus niet meer aan. Toen de partij alsnog verloren ging voor de jongen, kreeg Evelien medelijden en bood ze snoep aan.

Angst is geen goede raadgever in het schaken. Desalniettemin merk ik op dat zelfs absolute topschakers niet immuun zijn. Zo gaf Firouzja toe in een interview na zijn partij tegen Hans Niemann (4de ronde Sinquefield Cup 2022) dat hij niet zag hoe het stukoffer werkte maar het toch niet durfde te nemen louter omwille van angst zie youtube. Ook hier zien we dat angst dus leidde tot het spelen van een blunder.
Er is vanzelfsprekend een heel sterke link met het artikel Wantrouwen deel 2 dat ik eerder deze maand publiceerde. Bovenstaand voorbeeld toont hoe belangrijk het is om een omgeving te creeren waarin je zeker bent dat je tegenstander niet valsspeelt. Sommige spelers zijn niet meer in staat normaal te schaken wanneer er onvoldoende garanties betreffende valsspelen bestaan. Het is lastig een lijn te trekken tussen psychose en reële dreiging maar er valt zeker iets te zeggen voor spelers uit te sluiten van competities die in het verleden ooit zijn bevestigd als valsspelers.

Trouwens niet elk computergebruik is valsspelen. Het is niet verboden om je partijen voor te bereiden met de behulp van een computer. Iedere ervaren clubspeler kent het verschrikkelijke gevoel als je tegenstander in de opening zetjes met een enorm tempo blijft ophoesten terwijl je zelf al lang uit boek bent. Zo snap ik best dat Marc Stuer in onze onderlinge partij van Gent na 5 minuten nadenken (zie klok van de broadcast) toch maar koos voor het veilige 23.Txc8. M.a.w. ik vermoed dat Marc wel degelijk het zeer voordelige 23.Te7 Te8 24.Txe6 gezien heeft maar de situatie niet vertrouwde wegens mijn erg snelle spel.
Een gelukje voor mij was dus ook dat 23...Te8 niet hoefde en de stelling nog zelfs net speelbaar bleef voor zwart. Marc had kunnen weten dat ik onbewust de zettenvolgorde door elkaar had gemixt indien hij de link tussen 22... Kf8 en 22...Tc8 had gezien maar ik geef toe dat dit niet triviaal is. Het heeft geen enkele zin om wit een extra keuze te geven met 22...Tc8.

Aan de hand van het tempo in de opening bouw je dus een zekere spanning en zelfs angst op. Ik speel graag met dit element. In sommige gevallen mix ik zelfs. Ik begin met traag de opening te spelen (zie camouflage deel 1) om de angst van mijn tegenstander weg te nemen zodat ik een bepaalde stelling kan bereiken die ik in de voorbereiding op het bord had. Eenmaal ik die stelling effectief op het bord heb, begin ik heel snel te spelen daarbij het signaal gevend dat ik de boel belazerd heb en dus daarbij de stuipen op het lijf jaag van mijn tegenstander. Dan wil ik net dat er dus gekke dingen door mijn tegenstander worden gedaan. Het spelen met tijd/ angst geeft aan een partij een extra dimensie.

Brabo