In de 5de ronde van het Europees teamkampioenschap (Servië 2024) eindigde de match tussen de Stukkenjagers en Jugovic op een 3-3 gelijkspel. Het thuisfront van de Stukkenjagers was hiermee niet blij en liet dat duidelijk weten in een klein bericht op hun website: "weer een gelijkspel en een licht teleurstellend resultaat met een gemiddeld overwicht van 75 elo op de 6 borden". Het is een typisch voorbeeld van scorebordjournalistiek. Cijfers worden letterlijk afgelezen zonder de minste toegevoegde waarde. Bovendien in dit geval vind ik de conclusie zelfs ongepast.
Vooreerst ontdekte ik dat onze tegenstanders in recente jaren heel veel rating hadden verloren in tegenstelling tot de Stukkenjagers. Gemiddeld spreken we over een verval van 112 elo (gemiddelde piekelo van 2281 ipv in oktober 2024 slechts gemiddeld 2169). Met zulk groot verval betekent een overwicht van 75 elo heel weinig of zelfs niets.
Daarnaast kan je mits enig detectivewerk ook snel ontdekken dat mijn tegenstandster het 16 jarig meisje Masa Babic met een bescheiden rating van 2033 allesbehalve gelijkt op een doorsnee speler/ speelster met die rating. Zo had Masa al op 14 jaar een rating van 2151 elo. Op haar Instagram staat dat ze professioneel schaakster is. Echter het was vooral een krantenartikel die me van mijn sokken blies. Op 16 jarige leeftijd studeert ze al medicijnen (dus ik vermoed voor dokter) aan de universiteit van Doboj.
Ok dat soort onderzoek kost tijd en is niet voor iedereen gemakkelijk uit te voeren maar er is geen excuus om niet naar de partijen zelf te kijken. Die werden telkens allemaal gepubliceerd na 1 dag. Ik liet mijn partij tegen Masa door Chess.com analyseren en hieronder zie je het verdict.
In een partij met meer dan 40 zetten en na 7 openingszetten reeds uit boek, had ik slechts 2 kleine onnauwkeurigheden gemaakt. Van Chess.com krijg ik een 96,9% score voor nauwkeurigheid of gelijk aan wat we kunnen verwachten van een 2600 elo. Desalniettemin mijn tegenstandster met slechts 2033 elo deed nog beter.
Scorebordjournalistiek is helemaal niet nieuw maar ik zie wel een trend van steeds meer zulke onzin in het schaken. Grote platformen zoals lichess en chess.com herleiden partijen al dan niet bewust tot het op en neer gaan van evaluatiebalken. Die zijn veel makkelijker te begrijpen voor het publiek dan zetten.
Partijen bekijken wordt herleid tot het op en neer gaan van evaluatiebalken (rood omcirkeld). |
Het toppunt van dit evaluatiebalk-kijken was dan ook voor mij Dings blunder in de 14de en laatste wk-partij. Duizenden, tienduizenden schakers riepen simultaan blunder na het verschijnen van een compleet zwarte evaluatiebalk.
Echter wat mij vooral stoorde hierbij was dat talloze zelfs heel zwakke spelers claimden dat ze zelf zulke fout nooit zouden maken. Zelfs een Marc Coucke vertelde in een interview met Sporza dat hij Dings blunders niet had gemaakt.
Het is altijd lastig om zulke statements te ontkrachten maar deze keer had ik geluk want de slotstelling is geen onbekende voor de databases. Je hebt zelfs geen Chessbase nodig om heel snel partijen te vinden waarin die slotstelling voorkomt.
153 partijen vond ik met bovenstaande Fritz-filter in de Big Database |
Daarvan zijn 91 partijen met wit aan zet dus een gewonnen positie voor zwart. Echter 6 partijen waaronder eentje van een +2300 fidespeler zie partij werden alsnog remise. Met zwart aan zet is de stelling remise maar in 12 van de 62 partijen won zwart desondanks. Trouwens het is evenmin een zekerheid dat dit eindspel behoort tot de theoretische eindspelen die iedere profschaker kent. De Braziliaanse grootmeester Rafael Leitao doet geen moeite om het eindspel uit te leggen in het chess.com verslag van de 14de wk-partij. Echter het meest veelzeggende bewijs is het geklungel van niemand minder dan huidig +2800 speler Fabiano Caruana in een Titled Tuesday-partij.
Het lijkt mij evenmin toeval dat Fabiano heel mild was over Dings blunder in zijn podcast. Hij kampt ook met amnesia over zijn Titled Tuesday-partij want daar wordt geen woord over gerept.
Scorebordjournalistiek leidt tot misvattingen maar dat betekent evenmin dat er geen positieve kant aan is. Platformen merken op dat heel wat spelers echt plezier beleven van kijken naar evaluatiebalken en wie ben ik om dat plezier hen te ontnemen. Trouwens een recent experiment op chess.com doet vermoeden dat we misschien het beste van de evaluatiebalken nog moeten ontdekken. Ik vond het in elk geval fascinerend om de invloed van de evaluatiebalk te zien op partijen als de spelers zelf tijdens het spelen er konden naar kijken.
Brabo