Eerder vertelde ik in mijn artikel schaakcompositities dat ik als veertienjarige begon te schaken maar eigenlijk kende ik de spelregels al jaren. Wanneer en wie precies mij introduceerde tot het schaken, weet ik niet meer maar meer dan wat gerommel met familieleden zal het niet geweest zijn. Dus de schaakmicrobe was er zeker niet van bij de start. Pas op de middelbare school kwam de klik toen ik de kans kreeg om te schaken tijdens de pauzes met medeleerlingen. Ik haatte verliezen en kickte op het winnen waardoor ik steeds obsessiever ging schaken. Een clubschaker worden was uiteindelijk de volgende logische stap.
M.a.w. de kans is zeer groot dat ik nooit een clubschaker was geworden indien ik op school niet (opnieuw) in contact was gekomen met het schaken. Ik vermoed dat veel clubschakers een gelijkaardige voorgeschiedenis hebben. Schaken op school lijkt mij uiterst belangrijk voor de aanwas van nieuwe clubschakers. Ik ben dus absoluut niet verwonderd dat er vanuit diverse schaakinstanties gekeken wordt om schaken op school te introduceren.
Echter met schaken te promoten als fun en een fascinerend spel zal je het onderwijs niet overtuigen om schaken te stimuleren op school. Daarom werd volop de kaart van schaken als leermiddel getrokken alhoewel er geen harde bewijzen hiervoor zijn wat ik reeds aanhaalde in mijn artikel kinderen leren schaken en recent werd herhaald in 2 artikels op Chessbase "Does playing chess make children smarter?" en "Chess instruction in schools a quantitative review". Misschien moeten we het categoriseren onder een leugentje om bestwil maar ik verkies daar liever geen deel van uit te maken.
Nu zoals vaak wordt iets wat je voldoende keren herhaalt algemeen als een waarheid aangenomen. Tot op vandaag claimen er schakers dat elo inflatie bestaat en zeer groot is terwijl er reeds meerdere wetenschappelijke artikels bestaan die dit weerleggen. Op de jeugdtornooien praat ik ook geregeld met ouders die overtuigd zijn van hoe belangrijk schaken is voor de ontwikkeling van hun kinderen. Deze indoctrinatie is ook terug te vinden in meerdere scholen alhoewel de successen eerder bescheiden zijn. Vlaanderen telt bijna 4000 scholen maar minder dan 100 scholen hebben een schaakwerking zie schaken op school.
Kinderen (ouders/ leerkrachten/...) overtuigen om te schaken is 1 ding maar je moet ook nog mensen vinden die het allemaal in goede banen willen leiden. Daar wringt het schoentje. Vlaanderen kent slechts 3000 leden. Meer dan 25% is gewoon te jong en onervaren. Veel volwassen schakers hebben al hun handen vol met voltijds werken, de familie, .... Tenslotte heb je nog ongeveer 500 gepensioneerden maar naast vaak een tanende gezondheid speelt hier ook een gebrek aan motivatie een belangrijke rol. In mijn club Deurne hebben we 12 65 plussers maar niemand is bereid om de schaaklessen voor de jeugd te organiseren. Kortom het is logisch dat er niets (of nauwelijks iets) werd bereikt 4 jaar later na de aangekondigde visie door de KBSB (zie mijn artikel nieuwe wedstrijdreglementen).
Bovendien eenmaal de kinderen ouder worden en meer schaakervaring hebben, blijken er nauwelijks nog mogelijkheden te zijn om lessen te blijven volgen. Veel clubs kampen niet alleen met een gebrek aan lesgevers maar ook het gemis aan sterke trainers doet zich voelen. In Deurne maar ook in vele andere clubs heeft de sterkste lesgever niet meer dan 1600 elopunten. 12 spelers boven de 2000 elo telt Deurne nochtans op de spelerslijst maar niemand voelt zich geroepen. Ik werp hiermee zeker naar niemand een steen want ik besef zelf ook wel dat + 2000 schakers gemiddeld veel meer individualistisch zijn dan -1600 schakers. +2000 elopunten vergt voor velen een serieuze inspanning en heel wat toewijding aan de schaakcarriere.
Bijgevolg blijft er voor de meeste gevorderde jeugdschakers enkel zelf-studie over. Met zelf-studie kan je een heel eind ver geraken (waarvan ik het levende bewijs ben) maar niet iedereen ziet dit zitten. In mijn artikel vakantie deel 2 toon ik aan dat 60% afhaakt eenmaal voorbij de 20 jaar en nooit meer terug actief wordt. Een enquete met de afhakers zal wellicht aantonen dat het gemis aan verdere ondersteuning hier zeker meespeelt. Trouwens niet alleen kwantiteit maar ook kwaliteit lijdt onder het gemis. Ik ben er zeker van dat ik met de juiste coaching wat ik nu ken, veel malen sneller had kunnen leren en meer dan waarschijnlijk veel verder had gestaan.
Dus sterkere trainers zijn absoluut een aanrader als we het schaken in Belgie/ Vlaanderen willen vooruit helpen. Echter hiervoor is geld nodig want hopen op vrijwilligers is onvoldoende. Daarbij helpt de fide zeker niet. Zo las ik op KBSB dat je een boete van 500 euro riskeert als je een trainersfunctie bekleedt zonder geldige fide-licentie. Zulk licentie behalen kost je als individu al snel 150 tot 300 euro zie de bijlage en is bovendien slechts geldig voor 2 kalenderjaren. Slechts 11 Belgen behaalden de licentie tot nu toe wat natuurlijk een druppel op de hete plaat is.
Anderzijds denk ik dat je buiten de fide-auspiciën kunt doen wat je zelf wilt. Go for grandmaster werkt zeker niet uitsluitend met fide-trainers. Er zijn uiteraard veel meer sterke schakers die goede lessen kunnen geven. Geld is de oplossing maar tezelfdertijd ook het probleem. Slechts voor een zeer kleine groep schakers zijn er middelen beschikbaar. Een serieuze verhoging van het lidgeld ten gunste van de jeugd wordt geblokkeerd omdat er geen vertrouwen is (deels historisch terecht).
Zelf draag ik een zeer klein steentje bij in dit verhaal door enkele beloftevolle jeugdspelers een aantal schaaklessen op zondag te geven. O.a. Lee Deon, huidig Vlaams kampioen -20 jaar en Thijs De Bock, huidig Vlaams kampioen -16 jaar maken deel uit van mijn groep. Ze verdienen zeker goede lessen en ik doe mijn best maar ik kan niet voor 100% continuiteit zorgen. Ik heb mijn eigen wedstrijden te spelen, begeleid mijn zoon naar zijn tornooien en uiteindelijk is het allemaal onbezoldigd. Volgend artikel leg ik uit hoe ik mijn lessen aanpak aan de hand van een voorbeeldje.
Brabo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten