dinsdag 13 december 2022

Het geheugen deel 3

Volgend jaar word ik op mijn werk gevierd als jubilaris. De tijd vliegt want 25 jaar staat er (straks) op mijn teller. Het bedrijf is een aantal keren veranderd van naam (fusies, overnames...) maar sinds het beƫindigen van mijn ingenieurstudies heb ik nooit ergens anders gewerkt. Vroeger werkten veel mensen hun hele leven bij dezelfde werkgever maar dat is vandaag eerder uitzonderlijk.

Nu zelfs bij 1 werkgever krijg je te maken met een verloop van mensen. Pensioenen, ontslagen, nieuwe uitdagingen,... zijn maar een greep uit de vele redenen waarom mensen vertrekken. De meesten zie of hoor je nooit meer. Slechts met een handvol heb ik achteraf nog contact. Een paar keer per jaar komen we daarvoor samen om gezellig tijdens een etentje te praten over hoe het tegenwoordig gaat. Er is hierbij slechts 1 constante namelijk gedane zaken nemen geen keer. Het heeft geen zin vast te zitten in het verleden.

Dat wilt niet zeggen dat ik nooit stil sta wanneer een bepaalde mijlpaal behaald wordt. Integendeel ik hou van cijfertjes en het is ook vaak een leuke reden voor een feestje. Vaak maar niet altijd wat zeker telt voor de 1000-ste partij in mijn persoonlijke database bestaande uitsluitend uit klassieke partijen van mezelf. Ergens begin 1996 installeerde ik voor het eerst een van de primaire Fritz-versies op mijn toenmalige computer (Pentium 90). Met die Fritz maakte ik toen onmiddellijk de persoonlijke database en die heb ik tot vandaag blijven gebruiken.

Gedurende de voorbije jaren heb ik de database heel plichtsbewust blijven aanvullen telkens ik een klassieke partij had gespeeld (gebeurde meestal de dag zelf ). Ik heb nooit intensief klassieke partijen gespeeld maar ook nooit langer stil gelegen dan een paar maanden (zelfs tijdens corona). Dus nu na 26 jaar, gemiddeld een kleine 40 partijen per jaar, bereikte ik nummer 1000.
Er zijn niet veel spelers die 1000 klassieke partijen in een database van zichzelf hebben staan. Er zijn nog veel minder spelers die ook nog erbij kunnen vertellen dat ze stuk voor stuk allemaal in detail werden geanalyseerd. Dat kan je zien aan de letters die het Chessbase-formaat toevoegt als dit het geval is (rode kring laatste kolom). Op het internet vond ik al snel terug wat de betekenis is van die letters.

  • V = the game contains variations (alternate lines)
  • C = the game contains text commentary
  • A = it contains graphic annotations (coloured squares and arrows)
  • F = the game contains correspondence chess commentary
  • I = critical positions (special annotation) are marked in the game
  • T = the game contains training commentary
  • S = the game contains commentary symbols (!, !?, etc.)
  • G = another game is quoted in the notation
  • R = a “repertoire” game
  • M = the game contains multimedia elements (sound, pictures, videos)
  • P = the game starts from an entered position (studies, problems)
Ok, 1000 geanalyseerde partijen dat kan ik ook maken als ik een nachtje automatische analyse doe van mijn eigen database, hoor ik sommigen al denken. Ook als ik erbij vermeld dat alle analyses manueel werden gemaakt (dus varianten, evaluatiesymbolen zie o.a. leestekens en commentaar)? In 2019 schatte ik dat ik gemiddeld iets meer dan 4 dagen bezig ben per partijanalyse (zie Hoeveel tijd spendeer je aan het schaken deel 2?). Een simpel rekensommetje zegt ons dus 4 dagen per partij x 1000 partijen = 4000 dagen of 11 jaar elke dag zonder de minste pauze eigen partijen analyseren (minstens een uurtje per dag maar vaak veel meer). Dan denk ik dat de 1000 toch wel een heel straf getal is maar de lezer staat uiteraard vrij om mij het tegendeel te bewijzen.

Goed zot is wellicht een correcte commentaar want eerlijk gezegd, onthoud ik nog geen 1% van al die analyses. In 2020 schreef ik al in het geheugen deel 2 dat ik erg vaak analyses vergeet. Vandaag is het alleen nog erger geworden. Een paar maanden geleden had ik zelfs de primeur (voor mezelf) om een eigen gespeelde partij te vergeten. Zo speelde ik 1997 onderstaande partij.
Onlangs kreeg ik exact dezelfde opening voorgeschoteld door de Belgische FM Sterre Dauw maar kon mij tijdens de partij helemaal niets herinneren van bovenstaande partij, laat staan iets van de analyses die ik toen gemaakt had. Dus aan het bord moest ik opnieuw het wiel uitvinden.
Er zat 25 jaren tussen beide partijen en ik vermoed dat het dan ook niet zo verwonderlijk is dat iemand een eigen gespeelde partij + analyses vergeet zeker omdat het een vrij saaie en zonderlinge opening betreft.

In elk geval ik ben in mijn praktijk al spelers tegengekomen die zelfs waren vergeten dat ze al tegen mij hetzelfde/ zeer gelijkaardig systeem hadden gespeeld zie FM Arben Dardha in de sterktelijst, GM Martijn Dambacher in de onzin van blitz en uiteraard Robert Schuermans toen hij eens onbewust 17 zetten onze 6 jaar oude partij volgde tot ik afweek zie paswoord. Of nog erger zoals beschreven in playing in a team again waarbij een speler 2 jaar op een rij met dezelfde blunder verloor van dezelfde speler en dan achteraf met een beteuterd gezicht vroeg "Hebben we vorig jaar niet iets gelijkaardigs gespeeld?" Kortom vergeten doet iedereen en als ik vergelijk met andere spelers dan valt het nog mee voor mezelf.

Tenslotte valt het mij ook op dat mijn analyse-stijl drastisch veranderd is over de jaren als ik beide partijeanalyses vergelijk. Ik publiceer niet meer zo graag die oude analyses omdat ze vandaag heel kinderachtig klinken en schaaktechnisch ook veel fouten bevatten. Zo merk ik op dat computers vandaag 5.Lb5 beoordelen als ruim -3 voor zwart dus compleet gewonnen terwijl 25 jaar geleden slechts een klein voordeeltje (10 keer kleiner = -0,3) werd getoond. Dat is een gigantisch verschil in computerevaluatie. Nu ook veel van mijn toenmalige commentaren tonen een gebrek aan schaak-kennis/ inzicht. Ik stel mij daarom soms ook de vraag waarom mijn rating niet mee geƫvolueerd is al die jaren (zie ook reactie op mijn artikel "Hoeveel partijen moet ik spelen?").

Enige tijd geleden kreeg ik daarom de terechte opmerking dat het goed zou zijn om die oude analyses eens te up te daten of misschien beter helemaal opnieuw te maken. Het is goed bedoeld advies maar ik denk niet dat hij wist dat ik al 4000 dagen aan die analyses had besteed. Zelfs 1/10 van de tijd opnieuw er aan spenderen zou nog meer dan een jaar werk betekenen. Nee daar zal ik niet aan beginnen maar ik date wel sinds enkele jaren een beperkt aantal oudere openingsanalyses regelmatig op zie regressietesten. Dat is nog net haalbaar. De rest blijft zoals het is. Het zijn stille getuigen van vervlogen tijden en het plezier dat ik toen kon vinden in het schaken ondanks de vele tekortkomingen.

Brabo

2 opmerkingen:

  1. Het verschil tussen die 0.3 en 3 is interessant. De waarde van 3 is wschl de correcte waarde (absoluut objectief schaakinzicht), maar tenzij iemand 20 zetten of meer kan vooruitrekenen, geeft dit enkel maar dat weer: de stelling is gewonnen - alleen is het praktisch zeer moeilijk. De oude waarde van 0.3, hoe primitief ook, betekent ironisch genoeg meer voor de modale schaker, nl : je staat beter. De kans dat hij nl 20 perfecte zetten zal spelen is klein.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik werk toch liever met een programma die de "objectieve" 3 toont dan het "praktische" 0,3.

      3 vandaag betekent voor mij dat we die stelling niet meer mogen spelen
      0,3 vroeger kan zowel gelijk als winnend zijn (en wellicht ook verliezend) dus heel verwarrend. Dit soort onzin-evaluaties heeft er voor gezorgd dat ik vele jaren dubieuze tot zelfs heel slechte openingen ben blijven spelen.
      Ik snap best dat 3 op een moderne computer in de praktijk nog heel lastig kan zijn om effectief te winnen. Ik slaag er meestal wel in om te begrijpen waarom 3 maar dat is wellicht niet voor iedere speler het geval.

      Verwijderen