Moment uit Brugge
Na verlies in de eerste ronde tegen een sterke Engelsman,
mocht ik in de tweede ronde proberen weer op 50% te komen tegen een
Engelstalige jongeman uit het Brusselse. Ik bespaar u de pijnlijke momenten
tussen opening en eindspel (op de 33ste zet geeft Stockfish mijn
tegenstander een gigantisch voordeel (dat na 15 min oploopt tot een mat in 27 –
ik wil maar zeggen, ik stond glad verloren). Met wat bluf en tijdnood wurmde ik
me los en kreeg ik de stelling hieronder. Zwart heeft zich laten ringeloren en
moet eeuwig schaak aanvaarden. Eenmaal thuis gekomen zei Stockfish dat wit
gewonnen eigenlijk staat na 44.Te7-e8+ Kh7… Ik laat het aan de lezers over om
te checken of zij dit (het mag met bord 😊) kunnen doorrekenen (of tenmiste het
winstplan kunnen vinden). Ik weet niet of dit in aanmerking komt als studie (ik
ga ervan uit dat een paar criteria niet gaan voldaan zijn, om te beginnen het
schaak op de eerste zet, wat meestal geen positief punt is als ik me het goed
herinner – maar dan starten we toch gewoon van de diagramstelling hieronder,
niet 😊).
Het eerste wat je moet zien als wit, is dat het zwarte paard
het enige is wat mat tegen houdt. De enige verdediging van dat paard biedt de
toren. Deze kan niet eventjes naar h1 lopen om het steunpunt op h5 te gaan
elimineren, want dat duurt altijd te lang. De witte koning kan anderzijds de
toren niet doeltreffend opjagen, omdat die net genoeg (vier) velden heeft op de
zevende rij. Je kan dus vooruitkijken naar bv de tweede stelling (wit aan zet).
Bemerk dat wit “ondertussen” f2-f4 heeft gespeeld – een belangrijke zet die
tegenspel verhindert (in sommige varianten dreigt zwart na een e6-e5 het paard
op g6 te slaan met de toren en misschien zelfs een vesting te bouwen met zijn
paard en pionnen).
Dan is de vraag in deze stelling: hoe verder te gaan? Ik
moet bekennen dat ik zelfs in deze stelling het winstplan nog niet zou zien. De
volgende stap is om met de koning het paard te gaan bedreigen. Daarvoor speelt
wit Tc8, om met de koning naar d7 en e6 te kunnen wandelen. Dus bv: 50.Tc8
(zetdwang! Nu heeft de zwarte toren toch geen velden meer op de zevende rij)
50…Ta6 51.Kd7 en zwart zit weer in zetdwang. Na 51…Tb6 52.Ke7 (Stockfish gooit
er nog een zetherhaling met 52.Pf8+ tussen) 52…Tb7+ 53.Kxe6 Ta7 54.Pf8+!
(belangrijk: het paard gaat naar d7 en dient als onderbreking van de dekking
van het paard) 54…Kg8 55.Pd7+ Kh7 56.Te8! Tc7 57.Te7 en wit slaat het paard met
de toren of: 57…Pd8+ 58.Kd5 en game over. Heel mooi. Ik ben benieuwd wie dit
allemaal zag vanuit de beginstelling.
Ik blijf deze stelling heel moeilijk vinden om te winnen als
de eenvoudige clubspeler die ik ben. Je moet een paar kernpunten in de stelling
herkennen (zetten zoals Tf8 en f4 en Pf8-d7 zien en beseffen waarom ze zo goed
zijn; de koningswandel; het feit dat alles wat wit doet, snel genoeg gaat om
zwart geen tegenkansen te geven). Maar…, ook een les om te onthouden: het is
niet omdat je net verloren stond, dat je niet meer kan winnen – je mag je niet
blind staren op de “flow” van een partij.
HK5000
"Ik weet niet of dit in aanmerking komt als studie"
BeantwoordenVerwijderenEen schaakzet als openingszet is op zich geen probleem. Hier zou ik de eerste zet wel weglaten want geen echte toegevoegde waarde.
Belangrijker is dat een studie 1 oplossing heeft of op zijn minst een concreet idee toont. Ik zal in volgende reacties aantonen dat er meerdere winstplannen zijn voor wit die geen link hebben met elkaar. Daarom zou ik dan ook de stelling in de huidige vorm niet als studie durven indienen.
inderdaad, een beetje wishful thinking van mij. Als studie is het waarschijnlijk ook niet OK omdat zwart zo goed als geen tegenspel heeft en dit eigenlijk quasi puur op techniek te winnen is. Dan is mijn kleine toevalstreffer uit een blitzpartij een betere kandidaat, maar dat is voor een volgend artikel (wit aan zet wint: Ka6, Tc6, pion b6 & d4; zwart: Kb8, Ta8, pionnen a7 d7 d6).
Verwijderen"Je moet een paar kernpunten in de stelling herkennen (zetten zoals Tf8 en f4 en Pf8-d7 zien en beseffen waarom ze zo goed zijn;"
BeantwoordenVerwijderenWit kan ook winnen zonder Pf8-d7.
54.Tf8 Tb7 55.Txf7 Txf7 56.Kxf7 is pat maar die pat kan wit wel uit de stelling halen met bv. 55.g4 fxg4 56.Txf7 Txf7 57.Kxf7 g3 58.Ph4 wint gemakkelijk
of 55.Kxf5 Ta7 56.Ke6 Tb7 57.g4 Ta7 55.g5 en op de volgende zet kan wit het paard slaan want hoeft geen pat meer te vrezen wegens hxg5.
Trouwens ik wil ook nog even opmerken dat in deze laatste variant het concept van g4-g5 er nog een pointe volgt want na 58....hxg5 59.Txf7 Txf7 60.Kxf7 Kh6 is de enige winnende zet 61.f5
50.Tc8 is ook niet verplicht. Zowel 50.Tb8 en 50.Te8 zijn eveneens goed om progressie te maken. Vooral na 50.Te8 zien we een apart idee. Zo moet wit plots rekening houden met een dolle toren na 50...Ta6+ 51.Kd7 Ta7+ 52.Kxe6 Ta6+ 53.Kxf7 Tf6+ en remise wegens een dolle toren. Dit werkt enkel als de witte toren op e8 staat want dat veld heeft de witte koning nodig om de dolle toren te kunnen ontlopen.
BeantwoordenVerwijderenEchter wit beschikt dankzij Te8 over een ander winstmechanisme door de toren van de 7de lijn te duwen zie 50.Te8 Ta6+ 51.Kc5 Ta7 52.Kb6 Ta3 (e7 en d7 zijn niet beschikbaar) 53.Pf8+ Kg8 54.Pxe6 Kh7 55.Pf8+ Kg8 56.Pg6+ Kh7 57.Tf8 (Pas nadat de e-pion van het bord is want nu kan na 57...Txg3 58.Txf7 Th3 59.Txf5) Tb3+ 58.Kc7 Tc3+ 59.Kd7 Td3+ 60.Ke7 en wint
"Ik blijf deze stelling heel moeilijk vinden om te winnen als de eenvoudige clubspeler die ik ben."
BeantwoordenVerwijderenIk denk dat je dat kunt uitbreiden naar om het even welke schaker dus ook veel sterke professionals. In Brugge speel je bovendien met het tempo van 90 minuten + 30 seconden increment. Zo diep in de partij speel je dan bijna altijd puur op de increment. De moeilijkheid is vooral niet de gratis e-pion slaan in het begin (met het mechanisme Pf8+-Pxe6+-Pf8+). F4, de koningswandel zijn voor mij vrij evident.
Ik was blij dat in mijn laatste tornooi te Dieppe er een half uur bijkwam na zet 40. Dat laat je toe om eindspelen veel beter te spelen. Zo won ik een heel interessant toreneindspel door eerst mijn tegenstander 2 verbonden vrijpionnen te geven en daarna een pion nog te offeren met bovenop een compleet versplinterde pionnenstructuur voor mezelf. Op puur increment had ik het hoogstwaarschijnlijk niet kunnen uitrekenen/ gedurfd.
"het feit dat alles wat wit doet, snel genoeg gaat om zwart geen tegenkansen te geven"
BeantwoordenVerwijderenHet thema van een opgesloten koning is net dat wit oneindig veel tijd heeft om iets te doen zonder tegenkansen. Het thema is heel bekend in compositieschaak en is erg verwant met https://schaken-brabo.blogspot.com/2022/04/de-tempomachine.html
Bij de tempomachine is het matbeeld/ winst niet zo moeilijk maar zijn de tempi die vooral tellen. Hier is het omgekeerd. De tempi zijn niet zo belangrijk maar wel wat wil je exact bereiken.
In elk geval het is altijd leuk om eerder typische thema's van de probleemwereld eens in de praktijk terug te zien. Het blijft mij verwonderen hoe toeval soms kan wedijveren met kunstmatige werkjes.
"Maar…, ook een les om te onthouden: het is niet omdat je net verloren stond, dat je niet meer kan winnen"
BeantwoordenVerwijderenNa de laatste ronde van Dieppe kreeg ik een uitbrander van mijn zoon toen ik remise had aangenomen van de grootmeester Namig Guliyev met een bord nog vol stukken.
Hij heeft gelijk uiteraard. Een schaakprofessional stelt geen remise voor in de laatste ronde van een open tornooi aan iemand meer dan 250 punten lager gekwoteerd die 10 zetten eerder remise zelf heeft voorgesteld hierbij goed wetende dat hij 500 euro aan prijzengeld zal verliezen. Dat doet hij enkel en alleen als hij zeker is dat verliezen vele malen waarschijnlijker is dan winnen.
Dus ik had uiteraard moeten doorspelen ongeacht dat ik voordien verloren stond, ik geen winst zag en de computer de stelling nog als gelijk beoordeelde na de geplande zet.
Ik zeg tegen mijn kinderen dat ze gladiatoren moeten zijn in het schaken dus vechten tot de dood. Als papa moet je dan het voorbeeld geven dus mea culpa.
Een laatsteronde remise te snel aannemen lijkt me geen doodzonde, zeker niet bij een gelijke (kalme) stelling. Het doel van het schaken is nu ook niet om elke partij tot K vs K door te spelen, of om jezelf te torpederen omdat je nog iets riskants wil proberen.
VerwijderenIk heb zelf veel fouten gemaakt in mijn schaakcarriere (zoals bijvoorbeeld het Hollands te spelen). Voor mezelf is het te laat (herprogrammeren lukt niet) maar ik kan wel aan mijn kinderen vertellen hoe het beter kan. Een goede coach kan een heel groot verschil betekenen maken voor iemands progressie.
Verwijderen"Maar…, ook een les om te onthouden: het is niet omdat je net verloren stond, dat je niet meer kan winnen"
BeantwoordenVerwijderenCarlsen zei laatst in een van de livestreams van het kandidatentornooi dat een grote kampioen vaak het verschil kan maken in de momenten waar je voelt dat de tegenstander de winst heeft laten glippen. De meeste verdedigers zijn dan blij met een afwikkeling naar een gelijkstaand eindspel. Slechts een enkeling heeft de moed om te compliceren ipv af te wikkelen omdat net dan de tegenstander psychologisch niet klaar is om te schakelen van op winst spelen naar secuur verdedigen. Carlsen was daarom heel kritisch voor enkele keuzes van zijn collega's.
Bij mij was het inderdaad opluchting na de ontsnapping om snel maar remise te nemen, hoewel ik in deze stelling (met pion achter) zeker niet aan winst dacht, ondanks de positie van de zwarte koning.
Verwijderen"de “flow” van een partij"
BeantwoordenVerwijderenIk wijk af van het onderwerp maar ik vind het toch voldoende interessant om te melden dat de laatste decennia steeds minder nog wordt gesproken over de flow van een partij. Carlsen zegt o.a. in https://en.chessbase.com/post/lex-fridman-interviews-magnus-carlsen dat het vaak weinig zinvol is om verder te kijken dan een 4 tal zetten diep. Veel belangrijker is om zeker niets te missen in de breedte. Huidige toppartijen zijn zo complex dat het vaak totaal onmogelijk is om er een lijn in te volgen. Het is ook de reden waarom voor modelpartijen (partijen dus uit 1 stuk/ flow) veelal gekeken worden naar oude partijen/ meester-amateur partijen.
Vroeger (Botvnnik-era) was dit een dogma - je moest een plan hebben en dat tot het einde consequent aanhouden om de partij goed te spelen, hoewel er ook toen (minder gepropageerde) meningen waren dat aandacht voor kleine afwijkingen belangrijk was. Vandaag de dag is concreet denken veel meer doorgedrongen, hoewel een plan vanuit de opening nog lang kan nawerken in het middenspel. Computers hebben hier weeral aan bijgedragen - vaak bevatten aanbevolen zettenreeksen taktische gaten, zodat hele concecpten op de helling kwamen te staan.
BeantwoordenVerwijderen