vrijdag 16 augustus 2019

Obstructie deel 2

In de schaaklessen proberen we zoveel mogelijk algemene regels aan te leren zodat de betere zetten sneller kunnen worden gevonden. Dat is noodzakelijk om relatief eenvoudig een basisniveau in het schaken te bereiken. Echter om hogerop te geraken, wordt het steeds belangrijker om ook meer en meer de uitzonderingen te herkennen.

In mijn lessen voor de gevorderde schaker neem ik bijgevolg ook de tijd om te vertellen over o.a. "het overbodige stuk" en "de lijn van Troitsky" (zie vorig blogartikel voor meer uitleg). Alhoewel deze complexere en vaak onbekende vormen van obstructie uiterst zelden in de bordpraktijk voorkomen, hebben ze een didactische waarde. Zo bestaat er een categorie van eindspelen waarin het loont om ballast over boord te gooien (nutteloze pionnen) om een gemakkelijkere verdediging te kunnen spelen.

Daarnaast zijn mijn leerlingen ook geregeld verwonderd hoe het mogelijk is dat ik zo vaak eigen partijen kan verwerken in een lesthema die hen uiterst zeldzaam lijkt. Ik speel slechts een fractie van het aantal partijen per jaar die zij spelen. Mijn veel langere schaakcarriere compenseert het evenmin want sommige van mijn leerlingen hebben al bijna evenveel officiële partijen gespeeld. 

Het niveauverschil is een meer plausibel antwoord want partijen gespeeld op een hoger niveau hebben gemiddeld meer inhoud (lijkt mij tevens een heel goede reden om beter te worden in het schaken). Echter de belangrijkste oorzaak moeten we zoeken in het verschil van werkethiek tussen mijn leerlingen en mezelf. In tegenstelling tot mijn studenten analyseer ik mijn partijen grondig met behulp van schaakprogramma's. Een blundercheck van enkele minuten beschouwen zij als ruim voldoende.

Dat een 1600-speler tevreden is met zulke blundercheck, kan ik perfect begrijpen. Wanneer een +2100 jonge speler ambities heeft om hogerop te geraken nog steeds maximaal een blundercheck doet dan loop je heel snel tegen een plafond. Ik zie dit heel duidelijk aan mijn leerlingen waar geen enkele voorbij het stadium van een blundercheck is geraakt. Sommigen hebben het potentieel om zeker beter te worden dan ikzelf maar zonder een mentaliteitswijziging wordt het onwaarschijnlijk.

Dit jaar wou ik dan ook stoppen met lesgeven maar het was mijn dochter Evelien die mij overtuigde om toch nog een jaartje erbij te doen. Ik ben 6 jaar naar de schaaklessen geweest voor mijn zoon Hugo dus een 2de jaar weigeren voor mijn dochter Evelien zou unfair zijn. Echter ik heb hierbij wel gezegd dat het sowieso het laatste jaar is indien geen van beide bereid is om zelfstandig aan het schaken geregeld te werken. Daarnaast zal ik mij dit jaar weer meer toeleggen op de leerlingen met 1600 elos. Ik denk dat ik voor hen meer kan doen dan voor de hogere elos.

Je eigen partijen analyseren vind ik dus een absolute must. Ondanks misschien wel de drukste periode in mijn leven, blijf ik er vandaag alles aan doen om dit niet te verwaarlozen. Excuses bestaan niet, enkel andere prioriteiten. Ik blijf mezelf ontwikkelen als schaker want ik ontdek nog steeds nieuwe dingen. Zo botste ik laatst op een eigenaardige stelling waarin alle computerprogramma's (Leela inclusief) kozen voor een zeer merkwaardige obstructie.
Dd2 is natuurlijk counter-intuïtief maar computers rekenen dieper en zien dat de obstructie slechts tijdelijk is. Dit zien we ook terug in het topschaken waar meer dan ooit oude dogma's op de schop worden genomen zeker nu alle topspelers zeer intensief gebruik maken van de beste schaakprogramma's. Zo werd onderstaande variant plots zeer populair nadat Carlsen het met succes had getest.
In het vorige artikel toonde ik voorbeelden van stellingen waarin je geen obstructie op het eerste zicht kunt zien maar die er wel is. In dit artikel toon ik voorbeelden van stellingen waar je op het eerste zicht een obstructie ziet maar die er geen is. Heb ik al gezegd dat schaken moeilijk is?

Brabo

18 opmerkingen:

  1. 1.d4 d6 2.c4 e5 3.Pc3 exd4 4.Dxd4 Pc6 5.Dd2 bestaat al heel lang en gespeeld door tal van grootmeesters waaronder Karpov, Kortschnoj,Timman...Lautier met wit won in 1993 tegen Kramnik als lukraak voorbeeld.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Analyse is niet gemakkelijk en zeker niet zonder begeleiding van een mens. De computer goed interpreteren is een heel moeilijke klus. En inderdaad daar toont zich een groot onderscheid onder spelers met hetzelfde talent. Zelf analyseren en daarna met de computer lijkt me het beste en dan nog het in de praktijk brengen. (een ezel stoot zich...)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik vind dit een interessante discussie, hoeveel tijd steek ik in partijanalyse. Persoonlijk ben ik grote voorstander om de eerste 20 tem 25 zetten te analyseren van de opening, echter nadien heb ik twijfel over de relevantie ervan. Stel je ontdekt een betere zet (Je Dd2 vind ik een mooi voorbeeld). Hoe weet je nu zeker dat je de essentie van de zet begrijpt? Elke zet spelen zoveel zaken met mee, ik vind het heel gevaarlijk om uit deze computeranalyse voor jezelf een 'regel uit te vinden. Ik ben meer voorstander van tijd in boeken/filmpjes door im of gm waar een iets wordt uitgelegd aan meerdere voorbeelden waardoor je een correcye regel krijgt uitgelegd en deze ook veel beter begrijpt wanneer je de regel moet toepassen en welke stellingen er in aanmerking komen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. "Hoe weet je nu zeker dat je de essentie van de zet begrijpt?"
      In http://schaken-brabo.blogspot.com/2012/05/analyseren-met-de-computer.html leg ik uit dat ik 2 schaakprogramma's de stelling een 5 zetten laat verder spelen. Zo krijg je vaak al snel een idee van de essentie. Soms is dit nog niet genoeg en tracht ik zelf een aantal zetten/ varianten te spelen tegen de computer.

      Verwijderen
    2. "Hoeveel tijd steek ik in partijanalyse."
      In http://schaken-brabo.blogspot.com/2017/06/hoeveel-tijd-spendeer-je-aan-het-schaken.html schrijf ik gemiddeld 4-5 uren per partij gespeeld op een langzaam tempo. Dit is slechts mogelijk omdat ik weinig speel.
      "heb ik twijfel over de relevantie"
      Analyseren van nieuwe stellingen is altijd nuttig voor de schaakontwikkeling. Echter er bestaat vandaag geen consensus over wat nu de meest optimale trainingsmethode is zie http://schaken-brabo.blogspot.com/2019/04/hoeveel-partijen-moet-ik-spelen.html
      Ook elke speler is anders dus het is onmogelijk om 1 aanpak voor iedereen aan te bevelen.
      Tenslotte analyseren doe ik niet enkel om beter te kunnen schaken. Ik doe het ook omdat ik het graag doe en het prettig vind om zetten zoals Dd2 te ontdekken.

      Verwijderen
    3. "Analyseren van nieuwe stellingen is altijd nuttig voor de schaakontwikkeling. ", klopt dit is net zoals schaakpuzzels oplossen, eindspelstudies, partijanalyses op websites bekijken, alles heeft zijn kleine toegevoegde waarde en zolang je niet professioneel speelt doe je dus wat je het liefst doet. Hierdoor heb ik zeker geen probleem mee dat jij dit doet en er is zeker een toegevoegde waarde echter zie ik deze niet als noodzaak.

      Verwijderen
    4. "Zo krijg je vaak al snel een idee van de essentie. Soms is dit nog niet genoeg en tracht ik zelf een aantal zetten/ varianten te spelen tegen de computer." Persoonlijk twijfel ik nog steeds of je de essentie meehebt, 5 zetten kan voldoende zijn of niet. Het is moeilijk te meten, maar misschien heb je door de analyses 15 verbeteringen/regels aangeleerd voor jezelf, maar ook 10 foutieve verbeteringen/regels. Of denk je dat de kans op het laatste heel klein is?

      Verwijderen
    5. "Ook elke speler is anders dus het is onmogelijk om 1 aanpak voor iedereen aan te bevelen." Iedere speler is anders, dus daarom vind ik het raar dat je je eigen leerlingen verplicht om dit te doen (of dit is toch mijn gevoel uit jouw artikels). Daarbij kom ik terug op men vorige reactie, dat je jouw partijanalyes grondig analyseren ziet als een noodzaak (ik heb het nu niet over de opening/vroeg middenspel), terwijl er volgens mij heel verschillende mogelijkheden zijn om te verbeteren, en ik prefereer dan meer om boeken over strategie/eindspel te lezen, waarbij je 100% zeker weet wat de essentie is, waarbij je daarna nog eens oefeningen krijgt om jezelf te testen of je de essentie begrijpt.
      Ik besef dat het hier om een persoonlijke voorkeur gaat, en denk dan ook dat het vooral een eigen keuze is van de tijd die je hebt voor het schaken zelf zo nuttig/plezierig in te vullen.

      Verwijderen
    6. ""Analyseren van nieuwe stellingen is altijd nuttig voor de schaakontwikkeling. ", klopt dit is net zoals"
      Ik moet hierbij wel een onderscheid maken tussen nieuwe stellingen uit de eigen praktijk en nieuwe stellingen die je elders ontdekt heb. Uit ervaring heb ik geleerd dat je eigen praktijk toch veel meer blijft hangen en bijgevolg dan ook veel nuttiger is voor de ontwikkeling.

      Verwijderen
    7. "Het is moeilijk te meten, maar misschien heb je door de analyses 15 verbeteringen/regels aangeleerd voor jezelf, maar ook 10 foutieve verbeteringen/regels. Of denk je dat de kans op het laatste heel klein is?"
      Ja het is soms de processie van echternach dus je maakt 2 stappen vooruit om daarna weer 1 achteruit te moeten maken. Echter uiteindelijk ga je wel vooruit. Vandaag durf ik wel stellen dat ik voldoende bagage heb om het kaf van het koren te kunnen scheiden. Dus ik moet minder vaak achteruitgaan dan vroeger.

      Verwijderen
    8. "Iedere speler is anders, dus daarom vind ik het raar dat je je eigen leerlingen verplicht om dit te doen (of dit is toch mijn gevoel uit jouw artikels)."
      Ik vraag mijn leerlingen hun partijen te analyseren maar ik merk op dat niemand mijn raad opvolgt. Trouwens het is niet het enige wat ik hen aanraad. Ik raad hen ook bepaalde boeken en dvds aan maar die lezen/ bekijken ze evenmin. Een andere FM vroeg mij al waarom ik uberhaupt hen nog les wou geven.

      Verwijderen
    9. Hier treed ik Brabo bij. Analyse is het beste om te verbeteren maar natuurlijk zijn er ook andere middelen om te verbeteren maar analyse is onontbeerlijk omdat het direct vasthangt aan de partijervaring. Analyse van niet zelf gespeelde partijen is minder belangrijk. Trouwens gaat het over zelfanalyse in het schaken. Net daarom vind ik het belangrijk dat men eerst met iemand anders analyseert want zelfkritiek is weinigen gegeven.

      Verwijderen
    10. "Persoonlijk ben ik grote voorstander om de eerste 20 tem 25 zetten te analyseren van de opening, echter nadien heb ik twijfel over de relevantie ervan."
      Op deze uitspraak wil ik nog eens terugkomen. In mijn artikel http://schaken-brabo.blogspot.com/2018/09/sneller-deel-2.html gaf ik aan dat de jeugd vandaag er op los gokt in het eindspel. Praktische eindspelkennis haal je nauwelijks uit boeken maar bouw je op door talloze uren eindspelanalyses zelf te maken. De kennis van lucena, philidor,... uit de boekjes heeft zeer weinig tot niets te maken met praktische eindspelen.

      Verwijderen
    11. Eindspel kan ook aangeleerd worden door veel oef stap5 en stap 6 te maken. In stap6 zijn het al bijna eindspelstusies op zich vaak.

      Verwijderen
    12. Ik merk op rondom mij dat de meeste leerlingen de motivatie verliezen na stap 3 om nog oefeningen te maken. In elk geval geen van mijn leerlingen doet een inspanning om in hun boekjes van stap 5 of 6 te werken.
      Daarnaast denk ik ook dat oefeningen maken onvoldoende is om een eindspel aan te leren. Dit zijn altijd heel concrete stellingen waarin je een eenduidig plan hebt. Echter in de praktijk zit het meestal veel ingewikkelder in elkaar en is de afloop vaak totaal onbekend. Dan moet je met een totaal andere bril zulke eindspelen bekijken en dan zal de kennis van de oefeningen weinig van nut zijn.

      Er zijn wel een paar boeken die de praktische kant meer belichten van een eindspel zoals Practical Endgameplay - Beyond the basics van Flear
      en Practical Rook Endgames van Edgard Mednis die je snel een aantal basisregels zullen bijbrengen. De meeste kennis heb ik echter nog altijd geleerd uit zelf honderden (misschien zelfs duizend) uren analyseren van eindspelen. Het is geen toeval dat ik het eindspel vandaag veruit mijn sterkste punt beschouw van een partij en dat kunnen spelers die mij afgelopen jaren in diverse rapidtornooien ontmoet hebben, zeker bevestigen.

      Verwijderen
  4. Ik analyseer ieder jaar een 30partijen van reeds geanalyseerde partijen door kinderen +-15j , ik merk bij veel partijen dat ze vaak de essentie niet meehebben en of dat ze veel meer kunnen bijleren bij zetten die volgens de computer gelijk zijn maar door mensen veel makkelijker speelbaar zijn. Ik ben dan ook van mening dat je je partijen bij voorkeur door een sterker iemand moet analyseren en indien niet mogelijk vooral veel eindspel en middenspel moet bij studeren, iets wat door kinderen heel weinig wordt gedaan naast de stappenmethode, prioriteit ligt bij openingen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Recent schreef ik in https://schaken-brabo.blogspot.com/2019/07/obstructie.html: "Spelers zijn soms verwonderd als ik zeg dat ik met een coach wellicht veel verder was geraakt. Door noodgedwongen try en error heb ik kostbare tijd in mijn kinderjaren verspild en die tijd kwam nooit meer terug als volwassene."

      Ik heb in mijn jeugd nooit toegang gekregen tot een coach. Vandaag zie ik dat de jeugd 100x meer mogelijkheden heeft om zich te verbeteren. Dit wil niet zeggen dat elk kind vandaag ook alle kansen krijgt. Er zijn grote verschillen o.a. afhankelijk in welke club je terecht komt.

      Verwijderen
    2. Try and error is inderdaad een veel langere tijd om af te leggen, ik heb dit zelf ook meegemaakt, en versta je volledig als je zegt dat je verder was geraakt met coaching. En inderdaad coaching heb je nodig als je tijd hebt om in het schaken te investeren, nu nog coaching nemen en maar 15 partijen spelen per jaar (ik spreek voor mezelf) is niet nuttig.

      De jeugd nu heeft veel meer kansen, en velen (ouders incl.) van hen beseffen niet welke kansen ze krijgen (tov vroeger), het is daarom belangrijk zoals je zelf aangeeft in je artikels dat zij zelf ook inspanningen leveren thuis (zonder coach).

      Spijtig genoeg hebben niet alle kinderen extra coach-mogelijkheden in de clubs, echter is dit de Belgische schaakstructuur op heden, vrijwilligers op alle niveaus. Vrijwilligers in kleine clubs doen wat ze kunnen, idem in grote clubs. Zolang er inderdaad geen geld (lidgeldverhoging bij de bond) geïnvesteerd wordt en professionele structuur wordt opgezet zal dit nooit opgelost worden. De vrijwilligers doen ondertussen voort en geven het beste van hun zelf.

      Verwijderen