donderdag 13 november 2025

De oudere schaker

Heel weinig schakers delen gratis (waardevolle) kennis met elkaar. Dat is zelfs het geval als je samen in hetzelfde team speelt. Sinds 1995 speel ik al schaakcompetities in teamverband en ik kan mij nauwelijks momenten herinneren waarin we samen iets schaaktechnisch bespraken. Op het recente EK-teams in Rhodos keken mijn teamgenoten zelfs vreemd op toen ik tijdens het laatste ontbijt plots onderstaand papiertje openingsanalyses op tafel legde.

Extract van mijn geschreven partijvoorbereidingen in Rhodos

Ik had opgemerkt tijdens het tornooi dat mijn teamgenoot, de Nederlandse FM Nick Bijlsma een slappe remise had gespeeld in het Schots vierpaardenspel (zie partij uit de 4de ronde). Daar had ik toevallig eerder in het tornooi een leuke anti-dote tegen gevonden. Na de verwondering, kopieerde Nick dankbaar mijn analyses op zijn smartphone.

De meeste gesprekken tussen schakers (zelfs op de hogere niveaus) gaan dan ook meestal over niet-schaak-gerelateerde onderwerpen. Koen schreef in zijn meest recente blogartikel Vreemdgaan "Ik verwachtte dat de laatste openingsnieuwtjes de gesprekken tijdens het eten zouden domineren, bleek het longlevity het voornaamste onderwerp". Hoe maak je de beste kans om oud te worden? Wat moet je doen en doe je beter niet?

Lang leven is voor velen de heilige graal, maar minstens even zo niet belangrijker is levenskwaliteit. Heb ik nog plezier in wat ik vandaag doe? Als je jezelf afvraagt "Waarom doe ik dit eigenlijk?" dan is het wellicht tijd om andere horizonten op te zoeken. Vroeg of laat zal iedere schaker zichzelf de vraag stellen of blijven competitiespelen nog leuk/ zinvol is. De 104 jarige Manuel Alvarez Escudero twijfelt geen seconde in een recent Guardian-interview: "Een leven zonder schaken zou heel saai geweest zijn." Manuel is ondertussen een wereldberoemdheid. Ter ere van zijn 104de verjaardag werd een heus rapidtornooi georganiseerd. Manuel geniet duidelijk van alle aandacht en cadeaus in deze prachtige video.

Toen ik 6 maanden geleden gecontacteerd werd door het Nederlandstalige mediaconcern Trouw om in een podcast over de ouder wordende schaker te spreken, was ik dan aanvankelijk ook weigerachtig. Ik voelde mij nog veel te jong hiervoor. Bovendien zijn er veel Nederlandstalige oudere schakers die m.i. veel geschikter waren. Ik kon de redactie niet overtuigen. Deze blog was voor hen het bewijs dat ze mij moesten hebben. Er werd uiteindelijk een drie-uur durend interview bij mijn thuis afgenomen. Slechts enkele minuutjes hiervan bleven over in de gepubliceerde podcast.

De duur van het interview is een duidelijke graadmeter dat het moeizaam ging. Ik had gevraagd om de vragen op voorhand te krijgen maar dat mocht niet. De spontaniteit zou verloren gaan. Echter om even uit de losse pols te vertellen wat de karakteristieken zijn van een oudere schaker, is niet eenvoudig. De schaakliteratuur vertelt daar weinig of niets over. Het is ook niet een thema waar graag over gepraat wordt. Tenslotte heb ik als 49 jarige nog onvoldoende ervaring.

Desalniettemin is er wel 1 aspect dat mij telkens opnieuw opvalt bij oudere schakers. Oudere schakers zijn veel minder flexibel dan jongere schakers. Oudere schakers werken vaak met compleet outdated software (zie een Nederlandse IM die nog dagelijks werkt met het 14 jaar oude en ruim + 650 zwakkere Fritz 13). Velen doen geen enkele moeite meer om nog een nieuwe opening aan te leren. Daarvan kon ik laatst profiteren in de Brugse Meesters. In de 8ste ronde speelde ik tegen de 68 jarige Nederlandse expert Bart-Piet Mulder. In de partijvoorbereiding vond ik van hem dankzij Chessbase (Na versie 18 werd zonet versie 26 aangekondigd ??) een 5 jaar oud Lichess-account. Tot mijn lichte verbazing en grote tevredenheid bleek zijn repertoire nog niets veranderd. Hij kreeg een geweldige verrassing voorgeschoteld in een van zijn favoriete nevensysteempjes.
Wie zonder zonde is mag de eerste steen gooien en dat zal ik dus zeker niet doen. Ik ben zonder twijfel een modelvoorbeeld van de oudere niet flexibele schaker. In Rhodos profiteerden mijn tegenstanders hiervan elke partij. Het was zo erg dat ik achteraf mezelf afvroeg of dit nog zinvol schaken was. Heb ik hier nog plezier van en leer ik hier nog iets uit?

Andere karakteristieken van de oudere schaker zijn minder zichtbaar. Het is lastig om partijen van jezelf uit diverse periodes van je leven te vergelijken. Een oudere schaker vergeet niet plots alles uit het verleden en kan heel lang nieuwe schaakkennis blijven opbouwen. Een recent wetenschappelijk artikel van Gilles Gignac toont verrassend aan dat we psychologisch pas pieken tussen 55-60 jaar. Een mens leert zijn hele leven nieuwe woorden in zijn moedertaal dus die kennis blijft altijd groeien.
  • Vermoeidheid
  • Het vaker missen van triviale kandidaatzetten (zie ook mijn partij tegen Bart-Piet)
  • Het steeds moeizamer aanleren van nieuwe schaakkennis
  • Het langzamer rekenen en minder efficiĆ«nt nadenken
Het zal allemaal een rol spelen bij het ratingverval van oudere spelers. Een cijfer volgens leeftijd durf ik er niet op te plakken. Bovendien hebben de individuele verschillen tussen spelers vaak een veel grotere invloed. Op de Trouw-podcast liet ik voor mezelf al enkele ballonnetjes opgaan hoe ik het schaakvuur kan laten branden. Vanaf volgend jaar mag ik meespelen bij de "oudjes". Mijn eerste seniortornooi is al geboekt.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten