maandag 26 november 2018

Jong en oud deel 2

Onze maatschappij is de laatste decennia sterk geïndividualiseerd. Dit is zeker geen uitsluitend negatief verhaal. Meer dan ooit hebben we vandaag de vrijheid om te doen wat we zelf willen. De sociale kooi die een halve eeuw geleden ons nog gevangen hield, staat vandaag grotendeels open. De globalisering en de vele nieuwe multi-culturele elementen veranderden onze kijk op soms eeuwenoude normen en gedragsregels.

Natuurlijk doordat we steeds vaker voor onszelf kiezen, ontstaan nieuwe conflictsituaties. Individuele belangen botsen waardoor polarisatie optreedt. Dit zien we tegenwoordig zeer regelmatig bij jong-oud confrontaties waarbij menig heilig huisje gesloopt wordt. Zo herinner ik mij een paar weken geleden de protesten tegen het lawaai van de speelplaats in de basisschool Notre Dame des Champs te Ukkel. De school bestaat al meer dan een eeuw maar dit weerhoudt volwassenen niet om vandaag hun eisen op tafel te leggen. Hetzelfde geldt bij het zwartepietendebat van de laatste jaren waarbij een steeds groeiend aantal volwassenen het eeuwenoud kinderfeest niet meer in zijn origineel kleedje accepteert. Blackface is volgens de Amerikaanse cultuur racistisch en dit komt zoals Halloween, Black Friday,... naar onze streken overgewaaid.

Volwassenen zijn minder verdraagzaam maar de recente jong-oud problematiek wordt ook gecreëerd door de steeds groter wordende vrijheden van het kind zelf. Zelf heb ik nooit als kind gevlogen in een vliegtuig. Op restaurant gaan was uiterst zelden of nooit. Ik was ongeveer 14 jaar toen ik voor het eerst samen met volwassenen een publieke activiteit uitoefende (zie mijn artikel over jubileum waarin ik het had over mijn muziekjaren). Vandaag zien we piepjonge kinderen dit allemaal al veelvuldig doen. Dit creëert automatisch een enorm spanningsveld want sommigen eisen dat de stilte van weleer ook door de kleinsten gerespecteerd wordt. Daarbij komt nog dat de oude harde opvoedingstechnieken die onze (voor-)ouders hanteerden niet meer aanvaard worden. Met Triple P waarvan ik fan ben respecteer je dat een kind als kind zich mag gedragen.

Sommige volwassen leggen zich niet neer bij deze situatie en kiezen daarom voor onorthodoxe oplossingen zoals een uitbater van een brasserie in Nieuwpoort die kinderen onder de 14 jaar niet meer toelaat. Hotels voor enkel volwassenen bestaan al langer maar een eet-establishment op een populaire publieke plaats is weer een stap verder. Kortom we zien een groeiende vraag van volwassenen om hun geliefkoosde activiteiten te kunnen doen zonder kinderen in de buurt en daar gaan sommige handelaars graag op in want commercieel valt er zeker iets mee te verdienen.

Deze tendens bestaat ook in de schaakwereld. Een zeer leuk artikeltje op schaaksite "pestjochies" beschrijft het goed: gelurk aan rietjes, overdreven kinetische energie, pruillippen, zwaar ondergekwoteerd en de meest recente openingstheorie kennend dus aartsgevaarlijk om rating te verliezen, nodeloos doorspelen van een dode remise- of verloren stelling,... Niet verwonderlijk zijn seniortornooien vandaag aan een steile opmars bezig. Onder het mom van speciale kampioenschapen voor senioren kunnen jeugdspelers zonder schroom worden geweigerd. In de meest recente senior-wereldkampioenschappen werd een record-aantal van 580 deelnemers geregistreerd waarin zelfs voor het eerst een professioneel team uit US deelnam en won.

Echter volwassenen die nog niet de leeftijd hebben om in seniortornooien te spelen of liever lokaal spelen, kunnen de jeugdspelers niet vermijden. Sommigen opperen daarom luidop voor een minimum-leeftijd in tornooien met volwassenen. In een commentaar op mijn artikel sneller deel 2 werd uitdrukkelijk gevraag om te jonge spelers te weren en ik weet van gesprekken met andere spelers dat de anonieme schrijver zeker niet alleen staat met deze opinie. In diverse clubs zijn er in het verleden al felle discussies geweest over het al dan niet toelaten van (te jonge) jeugdspelers in competities met volwassenen. Sommige Belgische clubs hebben daarom zelfs besloten om de interne partijen niet meer voor rating te laten meetellen. Daarnaast zien we ook een onwil bij de meeste clubs om hun speeldag voor de interne competitie aan te passen voor de jeugd. Ik heb alle Belgische clubs onder de loep genomen en de relatie tussen speeldag en aantrekking jeugd is heel duidelijk.


We zien dus 3 tot 4 keer meer jonge jeugdspelers deelnemen aan interne kampioenschappen wanneer de speeldag zaterdagmiddag is i.p.v. 's avonds laat. Bovendien zijn de 9 clubs met een speeldag zaterdagmiddag niet verspreid over het land. 7 van de 13 liga's hebben geen club met een kindvriendelijke speeldag waaronder de grootste liga Antwerpen waardoor ik zeer geregeld vragen krijg van andere ouders. Het is de belangrijkste reden waarom ik met mijn zoon ben uitgeweken naar de Nederlandse interclub zie het zenuwblok.

Jonge kinderen laten schaken tussen volwassenen is dus geen evidentie. Echter ik heb ook begrip voor de irritaties bij volwassenen. Ik heb in de voorbije 2 jaren een aantal incidenten gezien waarin mijn zoon verwikkeld was die inderdaad best storend waren voor de andere spelers. Hierbij merkte ik 1 constante op. Als Hugo de enige jeugdspeler was in het tornooi dan was er geen enkel probleem maar van zodra schaakvriendjes hem omringen dan was het koekenbak. In de Brugse meesters 2017 was het met de 2 jaar oudere Nederlandse jongen Nanne Van Foreest die Hugo uitdaagde om tikkertje te spelen in de speelzaal. In Open Maastricht 2018 zag ik dat de arbiter moest ingrijpen toen er te wild met de Akulovs in de speelzaal werd gespeeld. In de voorbije Brugse meesters was er dan weer een klacht van een volwassene omdat Hugo te vaak in de buurt was van de jongste LSV-kinderen. Het verloop/ resultaat van onderstaande partij stond zelfs even ter discussie hierdoor.
Voor mij is het kattenkwaad typisch eigen voor de zeer jeugdige leeftijd. Voor sommigen zal dit het bewijs zijn om de jeugd nog meer te weren uit tornooien met volwassenen. Dit klinkt logisch maar het is gevaarlijk voor de toekomst van het Belgische schaken. Vooreerst is het perfect mogelijk om de kinderen bij te sturen tijdens het tornooi. Kan er iets niet door de beugel dan stap gewoon direct naar de scheidsrechter en de kinderen zullen op vriendelijke wijze worden gevraagd hun gedrag aan te passen zoniet zullen er minder prettige consequenties zijn. Daarnaast denk ik dat we nog steeds in België geen overschot hebben aan schaak-ambities integendeel.

De voorbije Europese jeugkampioenschappen in Riga en wereldkampioenschappen in Santiago de Compostela hebben nogmaals aangetoond dat onze kinderen al heel jong op zeer grote achterstand staan t.o.v. de toppers. Echter misschien nog meer alarmerend is de recente drastische terugloop van het ledenaantal. Ik vergeleek de huidige elolijst met de elolijst die ik 2 jaar eerder hier op deze site publiceerde zie vakantie deel 2.


De cijfers voor de 2 jongste categorieën zijn catastrofaal. 1 lichtpuntje dat ik moet vermelden is dat wellicht heel veel jeugdspelers gekozen hebben voor de nieuwe gratis g-licentie en hierdoor niet meer in de lijst voorkomen. Ik vermoed dat de filosofie hierachter is dat door het gratis te maken, de drempel kleiner wordt om te leren schaken en die schakertjes in eerste instantie toch nog niet deelnemen aan KBSB-tornooien. Ik heb er mijn bedenkingen over. Spelers met een g-licentie hebben geen stemrecht in de KBSB. Daarbij heb ik al proefondervindelijk ondervonden dat gratis meestal leidt tot minder respect. Tenslotte lijkt het mij ook niet uitnodigend om betalend lid te worden als je al bepaalde tornooien kunt meedoen zonder te betalen.

Diverse clubs in en buiten het schaken hebben de voorbije jaren de jeugd geen prioriteit gegeven. Zij hypothekeren hun toekomst. Ondertussen zijn er al verdwenen. Enkele clubs en tornooien hebben wel begrepen dat de individuele wensen van volwassenen niet steeds kunnen worden gehonoreerd. Zo koos de Brugse meesters om het aantal jeugdprijzen uit te breiden t.o.v standaard 1 zoals in Le Touquet naar 6 leeftijdscategorieën. De Open Brasschaat deed het iets minder met slechts 4 leeftijdscategorieën maar maakte wel de drastische beslissing om hun avondpartijen naar de middag te verschuiven waar uiteraard niet iedereen mee gelukkig was. Schaken is een hyper-individualistische activiteit dus het wordt niet makkelijk om te overtuigen.

Brabo

Addendum 2 december 2018

Ik heb deze week een mailtje van een lezeres gekregen die een ander licht werpt op de catastrofale statistieken die ik in bovenstaand artikel publiceerde.

Zo blijkt dat het begrip inactieve speler recent werd uitgebreid. Vroeger was een inactieve speler, iemand die zijn lidgeld niet meer had vernieuwd. Echter vandaag is een inactieve speler ook iemand die geen fide-id heeft en geen standaardpartijen heeft gespeeld. Dit betekent dus dat een groot aantal spelers uit het eloklassement zijn verdwenen ondanks dat ze lidgeld betaald hebben. Hierdoor is het uiteraard zinloos om vergelijkingen te maken.

Daarnaast kreeg ik ook bevestiging dat er heel veel g-licenties bestaan. In een recent verslag van de KBSB werd een getal boven de 1500 genoemd. M.a.w. als we alles samentellen dan komen er toch veel (genoeg ?) mensen in contact met het schaakspel.

2 opmerkingen:

  1. In het vademecum van de KBSB Staat: (p188, Wedstrijdreglement van de KBSB, artikel 3h): "Een speler wordt als een actief speler beschouwd, als voor hem tijdens de jongste twee jaar minstens 10 partijen in de nationale en/of internationale ELO-klassering effectief verwerkt werden."

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. In de elo-lijst staan vandaag heel wat spelers die volgens dat vademecum als inactief zouden moeten worden beschouwd (zie zoekfunctie op kbsb elo-website volgens aantal partijen gespeeld en/ of check de klassementen van de laatste 2 jaren van de spelers onderaan die lijst) De elolijst zou vrij van inactieve spelers moeten zijn. Is dit een software-bug of wordt er voor de elo-lijst een andere definitie voor inactief gebruikt?

      Verwijderen