25 jaar open ik mijn witpartijen al uitsluitend met 1.e4. Bovendien heb ik al even lang 1.e4 uitsluitend beantwoord met e5. Dus ik kan wel stellen dat ik enige ervaring heb met de stelling 1.e4 e5. Het verwonderde mij dan ook niet dat sommige schakers mijn mening kwamen vragen over het recente repertoire-boek Playing 1e4 e5 a classical_repertoire by Nikolaos Ntirlis. Echter om een mening te kunnen geven over een boek, moet je eerst de kans krijgen om het boek te lezen. Dat is een probleem want ik koop al meer dan 20 jaar geen boeken over openingen meer. Gelukkig wou mijn ploeggenoot Daniel Sadkowski zijn exemplaar wel even uitlenen zodat ik het toch eens kon van dichterbij bekijken.
Nikolaos ken ik al sinds we in 2009 een heftige discussie uitvochten op chesspub forum die meerdere maanden duurde. Hierdoor leerden we elkaar ook beter begrijpen want uiteindelijk wilden we allebei slechts de ultieme waarheid achterhalen in een stelling. Daarna kruisten onze paden nog wel een aantal keren maar ging het er veel gemoedelijker aan toe.
In 2009 was Nikoloas nog totaal onbekend. Vandaag heeft hij een stevige reputatie opgebouwd als opening-specialist. Playing 1.e4 e5 is reeds zijn 3de openingsboek en ondertussen kwam daar nog een 4de bij over 1.d4 d5 zie qualitychess. Bovendien werd elk boek steeds zeer warm onthaald. Het is een buitengewone prestatie zeker als je weet dat Nikoloas niet eens een fide-rating heeft. Mits hard werken, veel onderzoek en goed gebruik kunnen maken van de computerprogramma's kan je dus ook heel wat bereiken. Hij test trouwens geregeld zijn analyses in correspondentieschaak met enig succes. Dit is voldoende inleiding over het boek. Tijd om het boek zelf eens te beoordelen.
Wel ik zal kort zijn want dit boek kan ik absoluut aanraden aan iedereen die geïnteresseerd is om dit repertoire te spelen. De kwaliteit van de analyses is uitstekend en de vlotte schrijfstijl maakt het uiterst leesbaar en verteerbaar. Echter zelf leerde ik nauwelijks iets bij. Dit was ook moeilijk te verwachten als je al 25 jaar ervaring met dit repertoire hebt. Het boek had ik zeer goed kunnen gebruiken 15 jaar geleden toen ik nog de FM-titel moest behalen. Ondertussen kwam ik grotendeels tot exact dezelfde conclusies als Nikoloas en dat is tezelfdertijd ook een compliment voor het boek.
Echter ik zou dit artikel niet schrijven als ik toch niet een aantal aanvullingen en opmerkingen had op het boek. Dus wat hieronder volgt doet absoluut geen afbreuk maar moet meer als een annex worden beschouwd. Zo merkte ik op dat Nikoloas een voordeeltje claimt voor zwart tegen het Belgrado gambiet. De boekbespreking van de Australische grootmeester David Smerdon waarschuwt dat de weerlegging van bepaalde zogenaamde zwarte voordeeltjes in het boek verscholen staan maar dit bleek niet voor dit specifiek gambiet het geval te zijn. Zelf heb ik het Belgrado-gambiet meerdere keren bestudeerd waaronder nog vorig jaar met een van mijn studenten op het bjk. Echter nooit kon ik het weerleggen dus was ik wel benieuwd in hoeverre Nikoloas gelijk had. Enig onderzoek later moest ik spijtig genoeg vaststellen dat hij een belangrijk idee over het hoofd had gezien. Ik had nochtans graag gehad dat dit vervelend gambiet uit de bordpraktijk zou verdwijnen.
Het is een detail natuurlijk want dit gambiet blijft desondanks een klein nevensysteempje in de praktijk. Helemaal aan de andere kant van de schaal ligt dan de Spaanse Breyeropening die uiteindelijk als eindpunt van het repertoire werd gekozen. Dit is altijd een zwak punt in om het even welk repertoire-boek over e4 e5. Ergens moet je een keuze maken wat de ruggengraat zal vormen in het repertoire. Nu over de Breyeropening kun je op zich al een heel boek schrijven. Anderzijds vond ik het toch wel vreemd dat er uiteindelijk slechts 1 hoofdstuk werd aangewijd. Bovendien stelde ik mij ook vragen of die opening echt wel een goede keuze is voor zulk soort boek. Ik schat dat het doelpubliek tussen 1800 en 2200 elo ligt en de Breyer lijkt mij voor dit soort spelers nogal een riskante keuze. Hoe riskant het kan zijn in de praktijk, toonde ik recent aan in de laatste ronde van Open Leuven. Mijn tegenstander FM Arno Sterck tevens Belgisch jeugdkampioen - 18 stond reeds na de opening totaal verloren.
Nikoloas beveelt een andere lijn aan van de Breyeropening. Hierbij refereert hij veelvuldig naar de correspondentie-partijen van de Russische Senior Internationaal Correspondentiemeester Igor Telepnev. Echter ook puur theoretisch heb ik bedenkingen bij de gekozen lijn. Er zijn een aantal varianten die momenteel onder druk staan.
Uiteraard geef ik toe dat een 1800-2200 speler zelden te maken zal krijgen met dit soort spitstechnologische analyses. Anderzijds kunnen we niet negeren dat de Breyeropening misschien te complex is voor de amateur. Wat dan wel? Ik speel zelf de Spaanse Chigorin maar dat zou ik evenmin aanraden alhoewel ik er vrij goede resultaten mee behaal. Het Berlijns en het Marshallgambiet zijn zonder twijfel theoretisch solider maar de gemiddelde schaker zal hiermee niet worden verleid. Ik weet het dus ook niet wat het perfecte sluitstuk is in het Spaans. Dat ik zelf weinig geëxperimenteerd heb met diverse Spaanse openingen, zal hier ook wel een rol in spelen. Pas door te proeven van de diverse systemen, krijg je een beter idee over of een opening bevalt of niet. Dus dit artikel mag je niet weerhouden om te proeven van de Breyeropening.
Brabo
Brabo
Men kan ook 5. ....Le7 spelen.
BeantwoordenVerwijderenJe bedoelt tegen het Belgrado-gambiet. Klopt, zo heb ik het zelf ook al gespeeld.
Verwijderen