Heel wat clubs doen vandaag inspanningen om lessen aan te bieden aan de jeugd. Dit is niet zozeer omdat men een grote kindervriend is maar wel dat men beseft dat het noodzakelijk is voor het verder bestaan van de club. Echter het rendement is vaak heel pover zoals ik al aantoonde in mijn artikel de schaakmicrobe. Men onderschat hoe belangrijk het is om ouders te overtuigen om hun kinderen zeer snel aan competities te laten deelnemen.
Het aanbod voor onze jongste schakers is nochtans niet slecht. Je hebt stapjestornooien (waaronder de debutantentornooien), mooie jeugdtornooien georganiseerd door diverse clubs (zoals Zottegem, De Zwarte Dame, KGSRL, ...), het Vlaams jeugdschaakcriterium, de provinciale jeugdkampioenschappen, het Vlaams jeugdkampioenschap en uiteraard het Belgisch jeugdkampioenschap. Mijn zoon Hugo speelde zowat alles mee het voorbije jaar waardoor ik mijn jaarlijks aantal kilometers autorijden drastisch zag stijgen. Toen mijn +15 jaar oude auto een paar maanden geleden het begaf midden op de autosnelweg, was het dan ook snel zoeken naar een goede nieuwe auto om de draad te kunnen oppikken.
Ondertussen heeft Hugo zich sterk weten verder te ontwikkelen als schaker. Het wordt tijd om standaardpartijen te spelen maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Het is bijzonder lastig om dichtbij geschikte klassieke tornooien te vinden waarin een 8-jarige kan spelen. Klubkampioenschappen worden meestal 's avonds afgewerkt maar dan ligt hij normaal al in bed. De meeste open tornooien gebruiken eveneens avondpartijen. Uiteindelijk bleef er maar 1 optie over en dat was kijken naar onze buurlanden. Uiteraard ging onze voorkeur daarbij naar Nederland omdat dit voor ons het minst ver rijden was.
Zo speelde Hugo in het Pinksterverlof de Open van Maastricht. Eerder vermeldde ik al dat hij in augustus actief was in het ONJK te Borne. Tenslotte kwam hij vorige maand ook al in actie voor Axel Landau. Daar speelt hij Nederlandse interclub via de Zeeuwse schaakbond. Kortom we zitten vaak in Nederland en het bevalt er ons. Het is ook mooi meegenomen voor mijn zoon dat ze er dezelfde taal spreken waardoor communiceren makkelijk is. Het is te zeggen bijna dezelfde want af en toe botsen we toch op kleine verschillen.
Hugo bestelde eens een fruitsap om dan teleurgesteld een appelsap te krijgen. In Nederland moet je een jus d'orange of sinaansappelsap vragen. Nu die enkele woordjes leert hij snel en zo wist hij dat tostis (onze crocques) erg lekker zijn. Ook schaaktechnisch zijn er wel enkele verschillen. In Nederland spreekt men over potjes i.p.v. partijen. Of laatst hoorde ik voor het eerst over een zenuwblok. Mijn leerlingen hadden er evenmin ooit van gehoord maar ik vond het toch leuk om de term eens zelf te gebruiken in 1 van mijn lessen.
Die les ging over spanningen in pionnenketens. De belangrijkste regel hierbij is dat men niet te snel deze spanning mag opgeven. Te vaak zie ik bij mijn leerlingen ruilen of doorschuiven terwijl de spanning vasthouden sterker is. Een ultieme pionspanning is een zenuwblok waarbij een eilandje van 4 pionnen elkaar kan slaan. Zoiets komt bijvoorbeeld geregeld voor in de Hollandse stonewall zoals in onderstaande partij.
Zo speelde Hugo in het Pinksterverlof de Open van Maastricht. Eerder vermeldde ik al dat hij in augustus actief was in het ONJK te Borne. Tenslotte kwam hij vorige maand ook al in actie voor Axel Landau. Daar speelt hij Nederlandse interclub via de Zeeuwse schaakbond. Kortom we zitten vaak in Nederland en het bevalt er ons. Het is ook mooi meegenomen voor mijn zoon dat ze er dezelfde taal spreken waardoor communiceren makkelijk is. Het is te zeggen bijna dezelfde want af en toe botsen we toch op kleine verschillen.
Hugo bestelde eens een fruitsap om dan teleurgesteld een appelsap te krijgen. In Nederland moet je een jus d'orange of sinaansappelsap vragen. Nu die enkele woordjes leert hij snel en zo wist hij dat tostis (onze crocques) erg lekker zijn. Ook schaaktechnisch zijn er wel enkele verschillen. In Nederland spreekt men over potjes i.p.v. partijen. Of laatst hoorde ik voor het eerst over een zenuwblok. Mijn leerlingen hadden er evenmin ooit van gehoord maar ik vond het toch leuk om de term eens zelf te gebruiken in 1 van mijn lessen.
Die les ging over spanningen in pionnenketens. De belangrijkste regel hierbij is dat men niet te snel deze spanning mag opgeven. Te vaak zie ik bij mijn leerlingen ruilen of doorschuiven terwijl de spanning vasthouden sterker is. Een ultieme pionspanning is een zenuwblok waarbij een eilandje van 4 pionnen elkaar kan slaan. Zoiets komt bijvoorbeeld geregeld voor in de Hollandse stonewall zoals in onderstaande partij.
We zien trouwens mooi in deze partij hoe zwart op exact het juiste moment de spanning oplost om het initiatief te grijpen. Dit is niet evident want de vele mogelijkheden van een zenuwblok zijn voor menig speler te moeilijk om allemaal goed door te rekenen. Mijn ruime ervaring met het zenuwblok in deze opening levert mij een belangrijk competitie-voordeel op t.o.v. mijn tegenstanders.
Een vraag die ik mij stelde is of er nog grotere zenuwblokken bestaan dan 4 pionnen. In mijn eigen (blitz-)repertoire vond ik er eentje van 6 pionnen. Het is niet helemaal correct wat ik al vermeldde in mijn artikel Tom Piceu leidt brugge door 1ste waardoor ik het wat licht vind voor standaardschaak. Echter in blitz kan het wel werken zoals in onderstaande dolle partij.
Een vraag die ik mij stelde is of er nog grotere zenuwblokken bestaan dan 4 pionnen. In mijn eigen (blitz-)repertoire vond ik er eentje van 6 pionnen. Het is niet helemaal correct wat ik al vermeldde in mijn artikel Tom Piceu leidt brugge door 1ste waardoor ik het wat licht vind voor standaardschaak. Echter in blitz kan het wel werken zoals in onderstaande dolle partij.
Nieuwe woordjes en begrippen leer je dus door in het buitenland te spelen. Straks speelt Hugo voor het eerst in Frankrijk Open Le Touquet. Hij kent geen Frans dus dat wordt iets lastiger. Als iemand hem zegt : "Voulez-vous boire quelque chose" dan heb ik Hugo aangeraden om zijn 2 wijsvingers te kruisen wanneer hij verloren staat en hevig te knikken dat hij akkoord is met de remise. Tja een goede papa moet toch eens een grap kunnen uithalen met zijn kinderen.
Brabo
Brabo
Beste Brabo, lees je artikels altijd met veel belangstelling en weinig schaakkennis... Maar voulez-vous buver quelque chose gaat je zoon toch niet vaak horen denk ik. Voulez-vous boire daarentegen...
BeantwoordenVerwijderenIk geef toe dat mijn Frans ook niet meer is wat het ooit geweest is. Ik heb het ondertussen met de nodige schaamte aangepast.
VerwijderenAls Nederlander die alle beroemde Nederlandse trainers versleten heeft, heb ik nog nooit van de term zenuwblok gehoord. Wel van spanningsveld.
BeantwoordenVerwijderenAls ik de zoekterm "zenuwblok" gebruik op schaaksite dan vind ik onmiddellijk 3 artikels van verschillende auteurs.
Verwijderen-https://www.schaaksite.nl/2015/04/14/ook-benjamin-bok-naar-bpb-limburg-open/
-https://www.schaaksite.nl/2013/03/09/de-pion-roosendaal-wint-van-stukkenjagers-2-klasse-2c/
-https://www.schaaksite.nl/2010/08/21/bdo-verslag-1e-ronde/
Heb je wel opgelet in de les? :)
Nou als ik Google op stappen methode en zenuwblok krijg ik geen resultaten, dus ik vermoed dat die term niet in de methode zit wat op elke club wordt gebruikt. Hoe die term ooit bij andere schakers in gebruik is geraakt weet ik niet.
VerwijderenGeven al die tornooien jou geen kans om meer partijen op een jaar te spelen ?
BeantwoordenVerwijderenVoorlopig nog niet. Mijn zoon heeft op het einde van zijn standaard-partij soms meer tijd over dan bij aanvang van de partij omdat hij zeer snel speelt dus uitsluitend op de increment van 30 seconden per zet. Zelfs als zijn tegenstander alle bedenktijd gebruikt dan nog duren mijn partijen gemiddeld 2 uren langer. Hij is te klein om hem zonder toezicht zo lang te laten. Ik zou mij niet kunnen concentreren en ik vermoed dat hij ook naast mijn bord zou komen hangen uit verveling.
Verwijderen