De Hollandse stonewall is geen populaire opening bij de grote jongens. Theoretische ontwikkelingen gebeuren bijgevolg op een gezapig tempo. Echter ook het karakter van de opening speelt hierin een rol. Tactische weerleggingen komen veel minder vaak voor dan in meer open speltypes. We zien eerder een gevecht tussen plannen dan concrete zetten.
1 van de laatste grote verschuivingen in de Hollandse stonewall was de opkomst van de b6-systemen die grotendeels de oude Lc8-d7-e8-h5(g6) systemen heeft vervangen. Hierover schreef ik in mijn artikel handleidingen. Vandaag geloof ik dat we opnieuw een verschuiving meemaken. Steeds meer witspelers verlaten de klassieke opstelling met paarden op e5 en d3 om de zwarte velden te betonneren en kiezen i.p.v. voor een veel dynamischer type stelling aanbevolen o.a. door Avrukh.
In mijn artikel daterend van 2012 gaf ik al aan dat we een toename van 150% zagen met het onorthodoxe systeem in de databases na de publicatie van Avrukhs werk en deze tendens zet zich nog steeds verder. Zo staan er 50 partijen (+2300 elo) gespeeld in 2015 met de openingsvariant in de database. Dit is meer dan het viervoudige in vergelijking met voor 2010.
Deze evolutie verwondert mij geenszins. Psychologisch is het voor de zwartspeler niet makkelijk om een Hollandse stonewall te spelen waarin je moet afstappen van de normale schema's. De witscore in mijn openingsboek die meer dan 62% toont op +400 partijen (+2300 elo) versnelt uiteraard enkel dit proces. Ook in België zijn al heel wat witspelers op de kar gesprongen waarvan grootmeester Bart Michiels misschien wel de bekendste en sterkste is. Zijn recente partij tegen de regerende Vlaams kampioen Ashote Draftian, een zeer grote (Hollandse) stonewall liefhebber toont mooi waar de kansen liggen voor wit in dit systeem.
Natuurlijk is Bart een klasse sterker maar ik vermoed dat Ashote niet op de hoogte was van de theorie anders laat je gewoon die variant met 10.b4 niet toe als zwartspeler. Het spreekt voor zich dat ik op mijn beurt deze opening op een heel andere wijze aanpak. Schaakopeningen studeren maakt tegenwoordig een zeer groot deel uit van mijn schaakstudie dus kan ik in tegenstelling tot Ashote wel in mijn partijen gebruik maken van een zeer uitgebreide voorkennis. Een extreem voorbeeld was zeker mijn partij in Open Gent in ronde 5 tegen Johan Goormachtigh waarin ik minder dan een kwartier bedenktijd verbruikte.
Ik zal zeker niet claimen dat mijn gekozen concept de doodsteek is voor het witte systeem maar de anti-dote vermeld in de meeste referentiewerken (zoals die van Avrukh) is volstrekt ontoereikend. De oude partij Efim Bogljubov - Savielly Tartakower gespeeld in 1924 wordt steevast als stempartij gebruikt maar niemand schijnt op de hoogte te zijn van de partij Savielly Tartakower - Alfred Brinckmann gespeeld in 1928 die een heel ander licht werpt. Misschien heeft het te maken met de niet alledaagse zettenvolgorde maar iedere database beschikt vandaag over instrumenten om dit te omzeilen.
Puur toevallig kreeg ik dezelfde opening in de laatste ronde van hetzelfde tornooi nog eens op het bord. Aanvankelijk wou ik variëren maar omdat ik wegens de discriminatie t.o.v. Belgische elo's toch niet meer in aanmerking kon komen voor het prijzengeld, wou ik wel eens kijken wat mijn tegenstander, de Nederlandse FM Adrian Clemens had voorbereid. Een minithematornooi leek mij leuk maar ik kwam van een kale reis thuis.
Adrian had mijn partij tegen Johan Goormachtigh, die nochtans gepubliceerd stond in de live-uitzendingen, gemist en had de opening enkel gekozen omdat hij Bart er mooi had mee zien winnen tegen Ashote. Op zet 18 verbeterde ik de eerder vermelde partij Tartakower - Brinckmann met een ingestudeerd nummertje en een paar zetten later was de muziek uit de stelling. Opnieuw gebruikte ik slechts 10 minuten voor de hele partij wat mij achteraf toch een beetje naar smaakte vooral omdat ik tot het nieuwe seizoen niet meer tot spelen zou kunnen komen.
2 solide gemakkelijke remises tegen FMs en eerder dit seizoen een hypersnelle overwinning tegen Raf De Coninck (zie opgeven) is een veelbelovende start voor dit concept. Anderzijds biedt het geen oplossing tegen vooral lager gekwoteerde spelers die slechts remise met wit ambiëren. Het resulterende eindspel in beide remisepartijen werd niet uitgespeeld maar biedt bijzonder weinig kansen. Ik herinner mij wel 1 online blitzpartijtje waarin ik het onmogelijke klaarspeelde weliswaar met enige hulp van mijn tegenstander.
Ik raad dus aan om een alternatief te hebben als je als zwartspeler op winst wil spelen. O.a. de hoofdlijn Pe4 biedt zeker betere kansen mits voldoende theoretische bagage. Daarnaast lijkt het mij ook verstandig om niet altijd dezelfde lijn te spelen met zwart en het verrassingselement af en toe te gebruiken.
Brabo
Ik ben Jaap Amesz, maar ik heb geen idee hoe ik Jamee Z verander in mijn eigen naam.
BeantwoordenVerwijderenIk heb uitgebreid dit artikel bestudeerd. Hoewel het er optisch erg goed uitziet voor wit en het lijkt alsof wit op c7 binnen komt, kan zwart het met jouw anti-dote precies verdedigen. Pe8 is een geweldige verdedigingsresource. Juist omdat het zo tegen mijn instinct inging (het lijkt een gatenkaas bij zwart, slechte loper, c7, e5, c5 zwak), heb ik je potjes met Stockfish bekeken en die rekent zich eerst even rijk de 1e minuut om daarna het voordeel weer te zien dalen voor wit. Het is een sterk remise wapen.
Overigens vind Stockfish Michel's Tb1+b4 idee prima voor zwart met onder de 0.2 voor wit.