maandag 11 februari 2013

Kleuren omwisselen

Vorige week las ik op chesscafe dat de Russische grootmeester Alexander Khalifman een punt zet achter zijn monumentale serie openingsrepertoire-boeken. We klokken af op 14 stuks waarvan de eerste al grotendeels verouderd zijn daar de theorie erg snel ontwikkelt o.a. door de steeds krachtiger wordende schaakprogramma's. Het aangeboden materiaal is voor de gevorderde schaker die ambitieus is en voornamelijk zich wil baseren op powerplay, m.a.w. de tegenstander wordt vanuit de opening onder druk gezet. Onvermijdelijk heb je steeds een soft spot in dit soort projecten want op een bepaald ogenblik moeten het wit en zwart repertoire elkaar overlappen. M.a.w. op minstens 1 plek in je repertoire zal je een bepaalde stelling zowel voor wit als voor zwart moeten aanbevelen. Vaak zie je de auteur zich wringen in allerlei bochten om die dubbelzinnige keuze te verklaren maar een bevredigende oplossing voor iedereen wordt zelden of nooit gevonden. 

Theoretici hebben het moeilijk hiermee maar ook sommige amateurschakers. Ik hoor soms dat het is alsof je tegen jezelf speelt wanneer je je eigen repertoire tegenkrijgt. Het voelt niet goed en je ziet dan ook soms spelers geneigd om sneller remise toe te staan en die negatieve emoties te laten verdwijnen. Sterkere spelers en zeker professionals kijken hier helemaal anders tegenaan. Men kiest niet enkel een kleur omwille van de correctheid maar ook het type stelling is belangrijk of de opgebouwde ervaring. Als we bv. kijken naar de 5 wereldkampioenschappen tussen Kasparov-Karpov dan zien we 12 keer D58: het geweigerd damegambiet  (Tarkatower-Makaganov-Bondarevsky) waarvan ieder dezelfde stelling 6 keer met wit en 6 keer met zwart speelt. De normale variant van het geweigerd damegambiet D55 kwam 9 keer op het bord met 5 keer wit en 4 keer zwart voor Kasparov. Het buitengewone aan deze overlappingen is dat alhoewel beide spelers toch een andere speelstijl hebben, ze allebei bereid zijn om dezelfde stelling zowel met wit als met zwart te spelen. Eenzelfde opening kan dus meerdere stijlen tezelfdertijd aanspreken en ik vind het dus foutief zoals in een commentaar van mijn vorig blogartikeltje om te stellen dat een bepaalde opening enkel gelinkt is aan een specifieke stijl of stroming.

Het aantal overlappingen in iemands praktijk hangt af van een aantal factoren. Hoe vaker men varieert van opening, hoe meer overlappingen. Hoe dieper de variant, hoe minder overlappingen. Hoe bekender/populairder de stelling, hoe meer overlappingen. Zoals meermaals al aangegeven op deze blog heb ik een zeer eng repertoire en de enige lijn waar een overlapping kan gebeuren is in de Spaanse Chigorin waar ik de moderne hoofdvariant speel. Dit is een belangrijke theoretische Spaanse variant maar tegenwoordig niet in de mode en bijgevolg ook de reden waarom ik het met wit in een serieuze partij nog niet op het bord heb gehad. Dus ik heb nog nooit gespeeld met verwisselde kleuren? Wel dit is niet helemaal juist want recent kreeg ik voor het eerst iets op het bord met zwart wat ik 14 jaren geleden met wit had gespeeld.

In 1998 speelde ik als non-fide gekwoteerde speler mee in het studentenwereldkampioenschap te Rotterdam. Ik mocht nog net meedoen als pas-afgestudeerde ingenieur vooraleer ik het bedrijfsleven instapte. Het niveau lag uiteraard te hoog voor mij maar ik speelde toch enkele verdienstelijke partijen waaronder mijn eerste overwinning op een FM, de Pool Damian Markowski in een Spaanse anti-Marshallpartij.
Het witte systeem met c3 verbande ik na deze partij van mijn wit-repertoire en verving ik door een meer flexibel systeem met d3 zoals in mijn blogartikel de anti marshall.

14 jaar later kreeg ik in de laatste ronde van Open Leuven 2012 door een zetverwisseling net dezelfde opening op het bord tegen Mark Davey maar deze keer speelde ik met de zwarte stukken. De kennis opgebouwd uit de vorige partij gebruikte ik succesvol in deze partij alhoewel ik wel moet toegeven dat er een hiccup was in de uitvoering.
De partij toont nogmaals aan dat het interessant is om je eigen partijen te analyseren. Bovendien loont het ook om niet enkel te kijken naar verbeteringen op je eigen spel maar ook naar de verbeteringen op het spel van de tegenstander. Om het rendement van deze inspanningen te maximaliseren, is het zeker niet slecht om af en toe eens de kleuren te wisselen in bepaalde stellingen. Een advies die ik eens las van een trainer was bij een openingsprobleem de stelling eens te spelen met het andere kleur in een partij zodat je kon leren hoe andere spelers met het openingsprobleem omgingen. Indien de tegenstanders evenmin erin slaagden om het probleem op te lossen, heb je een nieuwe gezonde opening erbij voor je andere kleur. Indien 1 van hen wel de knoop kon ontwarren dan is je probleem voor je 'normale kleur' opgelost. Het omwisselen van kleuren is dus een win-win.

Brabo

9 opmerkingen:

  1. Dat het omwisselen van kleuren een win-win zou zijn heb ik altijd uiterst discutabel gevonden. Voor hetzelfde geld verlies je de eerste partij omdat je er geen hout van begrijpt en de tweede partij omdat je tegenstander wel weet hoe het te spelen.
    Het voorbeeld dat jij aanhaalt, Brabo, is niet zeer overtuigend, juist omdat er 14 jaar tussenzat en je in die tijd van oordeel bent veranderd tav de betreffende variant. De eerste keer speelde je het met wit omdat je in de witte kansen geloofde, de tweede keer met zwart juist omdat je in de zwarte kansen geloofde. Dat is alleen maar een illustratie van Keynes' gevatte opmerking: "als mijn informatie verandert, veranderen mijn beslissingen".
    Juist omdat er geen principiële oplossing is voor het overlap probleem is mijn houding altijd een beetje ambivalent geweest. Sommige varianten vind ik interessant en onduidelijk genoeg om met beide kleuren te spelen. Maar ook pas ik de praktische oplossing toe een overlappende variant te kiezen die maar zelden voorkomt. Met zwart speel ik al jaren Frans, met wit al een paar jaar 1.d4 met de bedoeling na e6 toch 2.e4 te spelen. Alleen heeft niemand dat nog tegen mij gedaan.
    Mijn komende stukje over de Rubinsteinvariant van het Hollands heeft hiermee te maken - misschien kan ik daar iets vinden dat niet te vaak voorkomt en toch met beide kleuren aantrekkelijk is voor mij om te spelen.
    Daarmee kom ik met een laatste "oplossing" voor het overlapprobleem. Ik heb - ik weet niet waarom; het voelt comfortabel - de gewoonte elke 6 jaar wijzigingen in mijn repertoire aan te brengen. Dat vermindert de kans om "tegen mijzelf te spelen" aanmerkelijk. Het is me in feite nog nooit overkomen.
    Wel is het uiteraard gebeurd, net als in jouw geval, dat ik met verwisselde kleuren tegen een opening speelde die ik voorheen in mijn repertoire had. Maar zoals ik al schreef vind ik dat niet meetellen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. MNb, ik geef je gelijk dat er 2 soorten wisselen van kleuren zijn. Stellingen die je wenst te spelen met beide kleuren en stellingen die je voorheen wenste te spelen met het ene kleur en vandaag enkel met het andere kleur. In het artikel kan je lezen dat ik enkel de 2de soort wisselen van kleur ontmoet heb in mijn praktijk. Nu beide soorten wisselen van kleuren brengen een meerwaarde voor de ambitieuze speler. M.a.w. hoe het wisselen van de kleuren tot stand is gekomen, is niet de kern van het artikeltje maar wel wat de effecten (kunnen) zijn van het wisselen.

    Ik ben van mening dat je als ambitieuze speler die wenst bij te leren, niet mag laten afschrikken van enkele verliespartijen. Misschien zal je inderdaad door het wisselen van kleuren 2 keer verliezen maar je zal wel waardevolle informatie verkrijgen (op het bord of in de postmortems) wat anders wellicht niet het geval zou zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. "wat anders wellicht niet het geval zou zijn"
    Daartegen richt zich mijn skepsis. Volgens mij is dit pure speculatie. Het lijkt mij toch echt handiger om eerst achter die waardevolle informatie aan te gaan en dan pas te kiezen met welke kleur je een variant wilt spelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. "eerst achter die waardevolle informatie aan te gaan"
    Je hebt uiteraard een punt dat we vandaag over zeer sterke engines en talloze boeken beschikken die toelaten om vooraf al heel veel waardevolle informatie op te vragen zodat wisselen van kleuren in de meeste gevallen eerder een verlies aan tijd/rating is dan iets positiefs.

    Dat betwist ik helemaal niet. Echter in het slot van mijn artikeltje gaf ik aan dat wisselen van kleuren voor bepaalde stellingen waar een probleem is van pas kan komen wat iets helemaal anders is dan in de meeste gevallen. Het wisselen van kleuren moet je dus bekijken als een toevoeging op het huiswerk vooraf. Ik heb in het verleden meermaals stellingen tegengekomen waar computers/boeken mij geen (onmiddellijke) oplossing konden geven en dan is het toch handig om een ander recept achter de hand te hebben.

    Tenslotte voor spelers die helemaal niet houden van serieuze studie vooraf thuis (en zo zijn er heel veel) is het wisselen van kleuren vaak een aangename methode om al spelend toch veel te leren.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @ TheUnknownOne:
    Correct. Echter vaak is het ook gewoon mode om iets te spelen zonder echt bewust te zijn waarom.

    B.t.w. iets helemaal off topic. Weet je waarom je broer tegen Polaczek 10.Le2 heeft gespeeld i.p.v. 10.Dd2 waarmee hij eerder had gewonnen? Zie http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/07/een-minithematornooi.html Was dat bewust of gewoon een slordigheid?
    Ik had gezegd in http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/12/aljechin-met-g6.html dat ik je broers partijen zou volgen. :)

    BeantwoordenVerwijderen
  6. "dan is het toch handig om een ander recept"
    Ja.

    "spelers die helemaal niet houden van serieuze studie vooraf"
    Maar dat is irrelevant voor het vraagstuk in hoeverre het spelen van een variant met beide kleuren een effectief leermiddel is. Ik heb er een paar uur over na lopen denken; als leraar wis- en natuurkunde weet ik wel iets van pedagogiek en didactiek.
    Het komt op mij nogal over alsof ik mijn leerlingen een half uur de tijd zou geven een hoofdstuk door te nemen om hen daarna voor een cijfer meteen een repetitie op niveau af te nemen. Ik denk niet dat mijn werkgever en de inspectie dat een goed idee zou vinden.
    Daarentegen beveelt men diagnostische toetsen wél aan. In plaats van vol vage hoop een variant in een serieuze toernooipartij te spelen, eerst met de ene en daarna met de andere kleur, raad ik daarom aan die variant, inderdáád met beide kleuren, in vrije partijen of in vluggertjes uit te proberen, als het resultaat toch van ondergeschikt belang is of kan zijn.
    De serieuze partij als leerschool is net zo iets als een examen als leerschool - de belangen zijn te groot daarvoor.

    "ambitieuze speler die wenst bij te leren, niet mag laten afschrikken van enkele verliespartijen."
    Hier ben ik het definitief mee oneens, om bovengenoemde pedagogische en didactische redenen.
    I rest my case.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @MNb:
    Vrije partijen of vluggertjes zijn inderdaad nuttig wat ik eerder al verteld heb in het http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/11/de-onzin-van-blitz.html. Echter hetzelfde artikel toont ook duidelijk aan dat er grote beperkingen zijn t.o.v. het serieuze schaken.

    De belangen van een serieuze partij zijn helemaal niet van dezelfde orde als in een examen. Een examen kan je misschien 3 of 4 keer hermaken maar daarna wordt je normaal verplicht om af te haken. Daarnaast kan je in het schaken altijd de ratingpunten terugwinnen die je verloren hebt terwijl dit in een examen niet mogelijk is.

    Volgens mij is schaken goed te vergelijken met een taal. Je kan het door lessen volgen en zelfstudie vrij goed aanleren maar met wat goede wil krijg je in het land met die vreemde taal veel sneller en betere resultaten. Dit werd tevens al aangekaart in mijn blogartikeltje: http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/07/tanguy-ringoir-is-belgisch-kampioen.html waaraan ik aangaf dat Tanguy net door heel veel te spelen en van alles te proberen vooral zo sterk is geworden. De try and error methode is vaak 1 van de beste methodes om vooruitgang te maken en het wisselen van kleuren past zeker in dat plaatje.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Haha tot zo ver mijn verborgen identiteit :)

    Ik zei hem nog: Pas op! Want nu Brabo u gaat volgen zal hij direct op de hoogte zijn van je fouten!

    Gelukkig wordt ik gespaard :)

    Hoogstwss gewoon slordigheid, helaas kosten dergelijke slordigheden natuurlijk harde punten.

    Zo'n tegenstander zal hiervan direct profiteren.

    BeantwoordenVerwijderen