woensdag 9 oktober 2019

13. Andrija Fuderer

13. Andrija Fuderer

(13 mei 1931, Subotica – 2 oktober 2011, Palamos)
Een verrassing in deze lijst? Misschien gaan niet veel Belgen Fuderer als Belgische schaker beschouwen. Nochtans heeft hij wel degelijk “bij ons” gespeeld, maar dan wel toen zijn grootste successen al lang achter de rug lagen – successen die hij als schaakbelg  nooit meer geëvenaard heeft.

Andrija Fuderer kan beschouwd worden als één van de meest talentvolle Joegoslavische spelers ooit. Fuderer werd gezien als een nieuwe Morphy, nog voor er sprake was van Tal. Zijn aanvallen waren spectaculair, verrassend, verzengend, stormachtig. Maar hij was net iets te onregelmatig om wereldtop te blijven.

Getuige daarvan zijn zwanenzang in het interzonaal tornooi van Goteborg 1955: in de eerste tornooihelft speelde hij de sterren van de hemel, maar in de tweede helft werd hij onder de voet gelopen. Hij eindigde ontgoocheld 14de - 15de. Daarna was het vuur gedoofd en trok hij zich praktisch terug uit de schaakwereld – hij legde zich toe op een (succesvolle) carrière als scheikundig ingenieur, vond werk in de Antwerpse haven en kon enkele patenten op zijn naam brengen. Hij werd lid van Deurne en speelde occasioneel nog eens interclub. Maar terug naar het begin.

Fuderer is een "typisch wonderkind". Hij is goed in wiskunde, muziek en schaken. Hij wint het NK Jeugd in Joegoslavië in 1947. In 1948 wint hij op gelukkige manier een door Prins schitterend gespeeld Evansgambiet in Rogaska Slatina – fortuna adiuvat fortes... In Bled 1950 speelt hij zijn eerste internationale tornooi: meteen vierde met 8/14, na Najdorf (10,5), Pilknik (9) en O’Kelly (8,5). Dan al haalt hij ook al zijn tactische stijl boven, onder andere tegen O’Kelly, die de jonge snaak denkt te kunnen verrassen met een weinig gespeelde variant in het Spaans.
Hij wordt Kroatisch kampioen in 1951, het jaar waarin hij ook tweede werd (na Rabar) in het 7de NK van Joegoslavië te Sarajevo. Dan al krijgt hij van Euwe het epitheton "Joegoslavische Morphy". Met wit is hij levensgevaarlijk in scherpe openingen, zo verslaat hij Bela Tot in 19 zetten in een Albin tegengambiet. In Hoogovens 1952 speelt hij 50% tegen een selectie van de Westerse top. Donner (in het hele tornooi niet echt goed bezig) blaast hij in 17 zetten van het bord. In het sterk bezette tornooi van Belgrado wordt hij met Milic gedeeld tweede achter Hermann Pilnik. Het trio laat een sterk peloton achter zich, met onder andere Nedeljkovic, Matanovic, O’Kelly, Udovcic en Pirc. In het NK van 1952 doet hij zijn parcours nog eens over; hij verslaat de uiteindelijke kampioen Trifunovic (zie hierna), maar vergooit tornooiwinst en de nationale titel in de laatste ronde.
Die eerste helft van het decennium is duidelijk “zijn” helft. Fuderer wordt IM in 1952, maar het is veelzeggend dat hij pas in 1990 met terugwerkende kracht de IGM titel toegekend krijgt. Gelukkig wint hij uiteindelijk wel het NK-tornooi in Zagreb 1953 (gedeeld eerste met Rabar en Pirc (13,5/19), maar hij verliest de beslissingskamp, die Pirc met duidelijke cijfers wint.

Hij wint daarna Saarbrücken 1953, wordt tweede in Opatija 1953 (Aleksandar Matanović wint) en wordt vierde in het zonaal tornooi van Munchen 1954 (Wolfgang Unzicker wint), waarmee hij zich plaatst voor het IZT het jaar erop. In de Olympiade van Amsterdam 1954 speelt hij uitstekend: 3/4 in de voorrondegroep en 6,5/8 in de finalegroep, waarbij hij Geller gewoon van het bord zet.
Een prima resultaat behaalt hij ook in Hastings 1954-55; hij wordt derde na Keres en Smyslov, maar kan winnen van Keres. En dan komt dat beruchte interzonaal tornooi, ook bekend van de Argentijnse tragedie. Zijn fans zien hem al winnen – of toch minstens zich plaatsen voor de volgende fase van het WK. En hij heeft wel degelijk fans.

Siep Postma wijdt een boekje aan hem alleen in de "Jeugdschaakserie" (een hele leuke reeks, vooral voor jonge schakers, die ook "De Avonturen van Buikje", “Aanvalluh!” en "Jeugdpartijen van Beroemde Meesters" bevat). Postma had zelfs een Fuderer-fanclub opgericht, die Fuderer volgde in het interzonaal tornooi van Goteborg.

Fuderers kansen zijn prima na zijn sterke start, extra gekleurd door fantastische partijen, waarvan deze tegen Najdorf nog altijd het naspelen meer dan waard is. Het commentaar in de Volkskrant is even enthousiast: "In een nooit vertoonde stelling rokeerde Najdorf naar de open lucht aan zijn koningskant, die men geen vleugel meer kon noemen. Fuderer bleef met zijn koning staan waar hij stond en was ijverig overal tegelijk in de weer: in het centrum, op de vleugels, en op de basislijn. Najdorf offerde een pion en Fuderer offerde er een terug. Najdorf offerde nog een pion en Fuderer offerde een loper. Najdorf offerde ook een loper, en Fuderer, die zich niet wou laten kennen, offerde een dame."
In de derde ronde had hij al hardhandig de Amerikaan Bisguier opzij gezet:
Na 12 ronden (waarvan 1 bye) heeft hij +6, =3, -1. Zijn kansen zijn uitstekend, maar dan blundert hij in de opening tegen Szabo en verliest nog van Donner, Keres, Geller, Bronstein en Pachman. Uit zijn laatste negen partijen haalt hij amper drie remises (tegen Petrosian, Spassky en Ilivitzky). Bronstein wint autoritair met 15/20 voor Keres (13,5) en Panno (13). In de slottabel blijkt dat hij 4,5/6 heeft gescoord tegen de spelers achter hem en amper 4,5/14 tegen de spelers boven hem. Fuderer beseft dat hij geen WK-materiaal is.

Was het zijn “geluk”? Tot dan toe twijfelde hij welke richting uit te gaan met zijn leven. Hij was goed in schaken, maar ook een goed pianospeler, en op de univ blonk hij uit in zijn studies scheikunde. De ervaring in het IZT ontnam de schaakwereld een tacticus van formaat, maar het gaf de schaker ook rust. Hij studeerde verder en behaalde een doctoraat aan de univ van Zagreb. Zijn schaaktestament schrijft hij in 1959, wanneer hij David Bronstein met 3-1 verslaat in een match USSR – Joegoslavië.
Het was zijn laatste grote wapenfeit. In 1957 trouwde hij met zijn Pavica; het gezin werd gezegend met twee zoons. Zurich 1960 levert hem nog een derde plaats op, na O’Kelly en Keller. Na Zagreb 1964 (vierde na Szabo, Marovic en Parma) speelt hij nog nauwelijks wedstrijden van betekenis. In 1968 trok hij weg uit Joegoslavië, eerst naar Italië, daarna naar Duitsland, en begin 70’er jaren naar België. Hij doet research bij Union Carbide en dat levert tientallen patenten op. Midden jaren ’70 interesseerde het idee van een autarkisch leven (leven zonder afhankelijkheid van buitenaf, met andere woorden, duurzaam leven) steeds meer en meer. Zijn eerste dergelijk project startte hij in Italië, en hij hield het 25 jaar in stand, tot hij het kon verkopen aan een jonger persoon met dezelfde passie. Ondertussen was er een iets luxueuzer buitenverblijf bijgekomen in Spanje, met meer comfort, en waar hij een groot deel van het jaar doorbracht. Rond 2005 ondervond hij hinder tijdens het sporten en liet zich onderzoeken: een longtumor. En hoewel hij zich relatief goed hield, kwam het einde toch relatief snel; hij overleed begin oktober 2011.

Fuderer speelde voor Joegoslavië drie Olympiades mee, telkens met een prima score: Helsinki 1952 (70%), Amsterdam 1954 (71%) en Munich 1958 (77%). Speelde hij in de jaren ’80 nog met inzet (Limbos en Winants mochten een nul tegen hem optekenen in 1982), in de negentiger jaren was zijn betrokkenheid heel wat minder. Voor het schaakspel mocht Deurne hem nog wel eens opbellen, als reserve voor interclub of zoiets. Zo zit John Van der Wiel tot zijn eigen verbazing eens tegenover hem in IC – maar vaak monden zijn partijen in remise uit – het vuur was uitgedoofd. Met Fuderer ging een heel aimabel persoon heen, die thuis hoort in het rijtje Planinc, Vitolinsh, Charousek, Nezhmetdinov. De fantasie in het schaakspel is hem eeuwig schatplichtig. 

Bronnen

HK5000

2 opmerkingen:

  1. De link naar SKDeurne werkt voor mij niet rechtstreeks, maar wel via

    http://www.skdeurne.be/Nieuws/

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt voor de opmerking. Ik heb het gecorrigeerd. De layout van het artikel ging moeizaam met vele manuele aanpassingen en dan is het risico altijd groter voor fouten.

      Verwijderen