dinsdag 19 maart 2019

Kinderen leren schaken deel 3

De voorbije 2 jaren was het wereldrecord van jongste grootmeester ooit meerdere keren in gevaar. Dit staat sinds 2002 op naam van de Russische supergrootmeester Sergey Karjakin. Algemeen werd het lange tijd als ongenaakbaar geacht maar nu lijkt het eerder een kwestie van tijd tot het record door iemand wordt gebroken.


De meest prestigieuze schaaktitel blijkt dus steeds jonger te kunnen worden behaald. Sommigen zullen hierbij onmiddellijk claimen dat de titel gedevalueerd is sinds 2002 maar als dat het geval is dan zou toch elke FM/ IM uit 2002 vandaag moeten grootmeester zijn wat in de verste verte niet gebeurd is.

Echter hoe kan je anders deze waanzinnige tendens verklaren? Wel ik zie 3 belangrijke redenen. Vooreerst is er de globalisatie van het schaakspel in de voorbije decennia. Ik schreef in mijn artikel desperado deel 2 over de opgang van China maar eenzelfde evolutie zien we in India, Iran, Turkije,... Uiteindelijk wordt de eventuele kleine negatieve groei van de meeste Westerse landen, vele malen overstegen door die andere landen dus globaal leidend tot een sterke aanwas van het aantal schakers.

Ten tweede zie ik ook dat vandaag sommige topjeugdspelers een veel betere begeleiding krijgen dan vroeger. In een interview op chess.com wordt over de nieuwe grootmeester Gukesh verteld dat de jongen 30 tornooien en 276 standaardpartijen gespeeld heeft in 16 maanden tijd gespreid over 13 verschillende landen. Zonder enorme steun zowel financieel als organisatorisch is dit totaal onmogelijk. Ik vermoed dat dit in België nooit zou worden toegelaten maar we weten dat vele landen het minder nauw nemen met mensenrechten.

Tenslotte zien we ook dat er op steeds jongere leeftijd begonnen wordt met schaken. Ik heb de schaakgeschiedenis van het jeugdschaken even nageplozen. In 1951 werd voor het eerst het wereldkampioenschap schaken voor -20 georganiseerd zie World Junior Chess Championship. In 1981 werd de categorie -16 toegevoegd, in 1985 volgde de categorie -14 en in 1986 ook de categorie -10. Pas in 2005 kwam er een categorie voor -8 jarigen zie World Youth Chess Championship. Echter ook dat volstaat alweer niet meer voor sommigen want recent zien we in Azië dat er zelfs vraag is voor een categorie -7 en zelfs -6 jaar zie o.a. Lakshana is the World Schools under 7 champion en Iraans kampioenschap -6 jarigen.

Ook in België zien we deze trend van steeds jongere schakers. Trouwens dit is niet perse iets typisch voor het schaken. De druk op ouders en kinderen is vandaag bijzonder groot om zo vroeg mogelijk te beginnen aan het ontwikkelen van vaardigheden. Het aanbieden van Franse lessen aan Vlaamse kinderen in sommige kleuterscholen is hiervan een bewijs zie het laatste nieuws. Sinds dit jaar mag men ook al vanaf 6 jaar beginnen les volgen aan de kunstacademie zie 6 en 7 jarigen overspoelen kunstacademies. In het voetbal bestaat er zelfs al enkele jaren geen minimumleeftijd meer om aan te sluiten. Elke extra speler brengt immers ook extra geld in het laadje en je bent er als club best zo snel mogelijk bij want later is het veel moeilijker om nog spelers weg te lokken.

Vandaag zien we dan ook dat de meeste Belgische schaakclubs met een jeugdwerking reeds zeer jonge kinderen aanvaarden. 5 of 6 jarigen zijn geen zeldzaamheid. Echter ik zie ook dat niet iedereen eeuwig wenst mee te gaan in dit verjongingsverhaal. In KMSK heeft men onlangs besloten om volgend jaar toch de minimumleeftijd weer te verhogen naar 7 jaar omwille van de overrompeling aan nieuwe spelers en het voor de kleinsten soms niet meer was dan een veredelde kinderopvang.

Ook op de algemene vergadering van de Belgische Bond zagen we dat het jeugdschaak besproken werd. Besparingen gecombineerd met het in vraag stellen van het rendement betreffende investeringen, leidden tot de beslissing om niet meer automatisch een nationale selectie door te geven naar lagere gerangschikte spelers (zie 2018 rapport algemene vergadering.pdf).

In 16/11 VSD 2018-20 editie Antwerpen.pdf stond er ook een heel kritische noot betreffende de Belgische deelname aan jeugdkampioenschappen ver van huis. -Het is dan altijd een beetje David tegen Goliath en het is me een raadsel waarom al die "zwakke" spelers daar op af gaan. In totaal 852 !! deelnemers vanuit de hele wereld, en dit in een periode waarin men alle dagen spreekt over klimaatopwarming.- Deze uitspraak kwam een paar maand voor de allereerste klimaatmars in België georganiseerd werd (eerste schoolstaking op 10 januari) of hoe snel de publieke opinie soms kan draaien.

Nu eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat het klimaat zeker niet de belangrijkste reden was waarom ik Hugo ondanks zijn selectie niet heb laten deelnemen aan de internationale kampioenschappen. Nee het waren puur praktische en financiële overwegingen die mij overtuigden om liever dicht bij huis tornooien te kiezen. Bovendien de coaching die de bond aanbiedt aan de jeugdspelers tijdens de kampioenschappen is iets wat ik zelf kan doen voor mijn zoon. Trouwens dit laatste is misschien wel het meest waardevolle voor de kinderen die geselecteerd zijn voor een uitzending. De meeste jongeren krijgen zelden de kans om samen te werken met sterke schakers aan hun techniek. In de meeste jeugdwerkingen kan men enkel (deels) de stappenmethode aanbieden.

Jonge kinderen die snel door de stappen gaan, worden dan ook al vlug geconfronteerd met een muur. Het is geen zeldzaamheid om te horen dat een 7 of 8 jarige al in stap 4 of hoger zit. Sommige hebben op 10 jarige leeftijd reeds alle 6 stappen beëindigd. Er is niemand meer om hen verder te ondersteunen en de ouders begrijpen niet dat er geen progressie meer wordt gemaakt. De rating blijft rond 1200-1400 hangen. Go for Grandmaster zet daarom in op zelf-redzaamheid maar ik merk op dat dit zelden werkt voor zulke jonge kinderen. Dit is spijtig want net dit gebrek aan toekomstperspectief zorgt ervoor dat vele talenten afhaken zoals laatst beschreven stond in schaakmagazine februari: "1/3 jeugdschakers geeft aan in de meest recente enquete binnen een paar jaar te stoppen met schaken".

De vele vrijwilligers die de trainingen verzorgen mogen we niet als schuldige aanwijzen. Zij doen hun uiterste best maar weten vaak niet hoe dit probleem aan te pakken. Dat dit een probleem is die alom aanwezig is, zien we o.a. in een recente workshop die aangeboden wordt op schaaksite. Ook het nieuwe boek "keep it simple 1.e4" geschreven door de Duitse internationaal meester Christof Sielecki tracht op dezelfde soort vragen een antwoord te geven alhoewel ik denk dat het niveau soms al te hoog is voor de zeer jonge doelgroep waar we het hier over hebben.

Zelf tracht ik het nog eenvoudiger te houden voor Hugo. Ik zie sommige leeftijdsgenootjes grijpen naar zeer complexe openingen die topspelers spelen maar ik ben er van overtuigd dat je een kind sneller en beter laat ontwikkelen door simpele heldere openingen te laten spelen. Op mijn blog heb ik al een paar staaltjes hiervan getoond maar onderstaande is wellicht de mooiste prestatie. Ik had vooraf getoond aan Hugo welke zetten normaal passen in dit systeem en de rest liep vanzelf. Het was alsof wit 300 elo meer had i.p.v. zwart.

Hoe goede tegen slechte loper bereiken, omspelen van paard op b1 naar de koningsvleugel, de kracht van verdubbelen van de torens op de e-lijn, ... Dit leer je niet zo direct uit de stapjesboeken en een -1800 trainer zal je dat zelden goed kunnen uitleggen, laat staan dat hij het al allemaal zelf kent.

Vanaf een kind kan praten, kan het leren schaken maar als ouder zou ik sowieso wachten tot het kind zelf interesse toont voor het spel. Bovendien hoe jonger, hoe meer ondersteuning nodig is. Vroeger beginnen schaken is bijgevolg zeker niet altijd beter. Ik ben dan ook voorstander om bij jonge kinderen te vragen in hoeverre de ouders bereid zijn om zelf "grote" inspanningen te maken en het anders toch niet verstandiger is om nog een paar jaartjes te wachten met lid te worden van een schaakclub.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten