zondag 13 augustus 2017

De open spelen

Als je kijkt naar de jongste leeftijdsgroepen dan zie je zeer veel Italiaanse vierpaardenspelen. De reden is natuurlijk dat veel lesgevers dit hun studenten aanleren omwille van een aantal voordelen. Het is een opening met een zeer gezonde opbouw die leidt naar voldoende interessante posities om zowel leuke partijen te spelen als zichzelf als schaker snel te ontwikkelen. Bovendien duurt het slechts enkele minuten om de opening aan te leren waardoor de lesgever maximaal tijd overhoudt om veel belangrijkere thema's zoals taktiek te bekijken.

Een paar enkelingen op de jeugdtornooien trachten hiervan te profiteren door op de proppen te komen met enkele ingestudeerde huisnummertjes. Dit zijn vaak scherpe gambieten die zeer efficiƫnt zijn omdat gewone ontwikkelingszetten als verdediging niet werken en concrete theoriekennis noodzakelijk is. Toen ik zag dat mijn zoon Hugo soms cruciale partijen hierdoor verloor in de tornooien en dus niet geklopt werd op zijn waarde, realiseerde ik mij dat ik hem hiertegen moest beschermen.

Als specialist in de open spelen besefte ik meer dan ooit wat voor enorme berg theorie er vandaag bestaat. Bovendien leek mij de wetenschappelijke aanpak opdringen aan een kind gedoemd om te falen. Nee al snel werd de keuze gemaakt om de open spelen te verlaten. Zo switchte hij van 1.e4 e5 naar 1.e4 c6 en kozen we met wit voor ruilvarianten van het Spaans zie mijn artikel over het bjk. Theoretisch dus niet de meest kritieke openingen maar zo krijgt hij wel steeds stellingen waarin hij gewoon lang kan schaken.

Nu het is niet alleen de keuze voor de open spelen van trainers en beginners die ik in vraag stel. Ik ben geregeld ook verwonderd hoe het mogelijk is dat sterkere/ ervaren spelers kiezen voor de open spelen wanneer ze duidelijk nauwelijks of niets kennen van de theorie. Tot 3 maal toe in de voorbije Open Gent was ik aangenaam verrast van de zeer gebrekkige openingskennis van mijn tegenstanders. Zie bijvoorbeeld in ronde 1 tegen nochtans een +1800 elopunter. Als je de Ponziani speelt dan zou je toch verwachten dat je ten minste op de hoogte bent van de Fraser-verdediging.
Op mijn blog schreef ik 2 artikels over de opening zie 14 x sos en computers worden autonoom maar net zoals in mijn vorige artikel had mijn tegenstander het niet gelezen. Misschien kent mijn tegenstander niet mijn blog maar zelfs dat vind ik geen excuus want de Fraser-verdediging beschouw ik als basiskennis voor een Ponziani-speler.

Trouwens wat ik ook basiskennis beschouw is de klassieke hoofdlijn van het Spaans: 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.0-0 Le7 6.Te1 b5 7.Lb3 d6 enz... Echter mijn tegenstander in ronde 3 slaagde erin om de volgorde door elkaar te haspelen want speelde op zet 8 h3 i.p.v. c3. Ik profiteerde hiervan handig door hetzelfde motief te gebruiken als ik al eerder toonde in mijn artikels de volgorde en familieschaak deel 2.
Opmerkelijk is dat deze onnauwkeurigheid voorkwam in 300 meesterpartijen maar in 2 van de 3 partijen gewoon werd getransponeerd. Het evaluatieverschil is klein maar valt wel op te merken in de zwartscore die beduidend beter is met Pa5.

Veel groter is het evaluatieverschil na het dooreenhaspelen van de zettenvolgorde in mijn 3de voorbeeld. Ook hier zien we dat mijn tegenstander weer kiest voor een open spel-opening zonder gehinderd te zijn van veel kennis.
In mijn database staan er 32 meesterpartijen met dezelfde fout. 19 keer online had ik het al op het bord gehad. Ik bedoel maar dat de voorbeelden zeker geen alleenstaande gevallen zijn.

Het is vooral opvallend dat het hier gaat over zeer elementaire posities uit de open spelen die mishandeld worden door vele schakers. We hebben het dus helemaal niet over het missen van een nieuwe sterke zet ergens diep in een variant. Ik kan hieruit alleen maar afleiden dat veel spelers puur op gevoel spelen en niet de minste zin hebben om te studeren voor het schaken. In open spelen is zoiets geregeld (zeer) negatief zeker als je tegen schakers speelt die wel een zekere theoretische bagage hebben. Het switchen naar minder veeleisende openingen lijkt mij absoluut een must voor deze "luie" schakers.

Brabo

7 opmerkingen:

  1. Wat wil je nu zeggen?
    1800-2000 is toch een heel aardig niveau en daar gooien ze inderdaad varianten door mekaar, vergeet je al eens zetjes, verwissel je zetje ben je niet mee met de laatste nieuwtjes en zijn e negi-boeken veel te ingewikkeld. Als dat gebeurt ben je sterk genoeg om te improviseren en je plan te trekken.

    of het didactisch verstandig is je kind de caro-kan en de ruilvariant vh Spaans aan te leren omdat je bang bent door een valletje te verliezen? het gebeurt, je verliest en dan moet je dat gewoon onthouden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. In mijn 3 voorbeelden heb ik het over absolute basiskennis die ik acht iemand te hebben wanneer je kiest voor open spelen zeker wanneer je al 1800 elo hebt. Echter in de praktijk blijkt dit niet het geval te zijn.

      Het heeft dus helemaal niets te maken met lange zettenreeksen waarin je de zettenvolgorde niet kunt onthouden, niet mee te zijn met de laatste nieuwtjes of het niet lezen van negi boeken.

      Nee wat ik wel wil zeggen is dat open spelen geen goede keuze zijn voor "luie" schakers die willen improviseren / plan trekken zonder enige basiskennis. De spelers in mijn voorbeelden spelen al vele jaren schaak dus blijkbaar heeft men dit nog niet zelf opgemerkt.

      Trouwens het gros van de schakers is erg "lui". We spenderen ontelbaar vele uren aan het bord om partijtjes te spelen maar een uurtje de (fide-)reglementen goed bestuderen willen we niet doen.

      Verwijderen
    2. Ik ben helemaal geen expert in het lesgeven zoals ik al eerder op deze blog schreef. Je hebt de stappen-methode maar daar staat bitter weinig tot niets over hoe openingen te selecteren voor een kind. Het lijkt mij ook weinig waarschijnlijk dat er 1 antwoord is voor alle kinderen ongeacht hun leeftijd, karakter,...

      Dus ik weet niet of de openingskeuzes die ik maakte voor mijn zoon wel de juiste zijn. Ik weet enkel dat ik een afweging gemaakt heb van pros en contras om snel af te stappen van de open spelen.

      Ik zag dat mijn 6-8 jarige zoon steeds maar opnieuw in dezelfde valletjes trapte in de open spelen. Ik zag ook dat mijn zoon snel gedemotiveerd werd als ik hem verplichtte om de anti-dotes van buiten te leren. Tenslotte door het trappen in de valletjes overleefde hij geregeld niet de opening. Zo miste hij geregeld de kans om ervaring op te doen in het midden en eindspel.

      Dus liet ik hem overschakelen naar minder scherpe systemen die toch nog vrij open zijn. Ook daar maakt hij massa openingsfouten maar die kosten hem niet meer onmiddellijk de partij waardoor hij nu veel langere partijen kan spelen. Gisteren won hij trouwens voor het eerst van een +1500 speler in een standaardpartij met jawel de ruilvariant van het Spaans.

      Tenslotte wil ik ook nog even wijzen naar een interview van Joel Lautier: http://en.chessbase.com/post/a-school-drop-out-a-world-class-gm-and-a-ceo-1-2
      Ook hij had een papa die een sterke schaakamateur (2200) was en al heel vroeg besliste om af te stappen van de open spelen voor zijn zoon (door o.a. te kiezen voor het Frans). Joel was ooit 13de op de wereldranglijst met een beste rating van 2685 elo. Het vroeg afstappen van de open spelen kan dus niet slecht geweest zijn voor Joel en dus waarom ook niet voor mijn zoon (of ruimer genomen voor ook andere kinderen).

      Verwijderen
  2. In de praktijk blijkt ook dat er in midden- en eindspel bijzonder veel ruimte is om halve en hele punten weg te gooien of te winnen, elke 2000 kent dat. ik vrees dat je je eigen voorliefde voor de opening net iets te veel projecteert op anderen.
    Wat jij als basiskennis acht is niet evident voor hobbyspelers, zeker niet in losse tornooien zoals Gent waar je ook gewoon kunt rommelen en experimenteren.

    Jeugd? Elke stelling opent zich dus zijn er 2 opties. Ofwel vermijden en uitwijken ofwel onmiddellijk de confrontatie aangaan en leergeld betalen. Hopelijk denk jij niet dat de keuze voor het Frans van Lautier een wereldtopper gemaakt heeft.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb eens gekeken naar mijn partijen tegen spelers van -2100 elopunten en inderdaad je hebt een punt dat het weinig of geen verschil uitmaakt of ze nu kiezen voor open spel of niet. Anderzijds is het wel zo dat de fouten in open spelen veel vroeger gebeuren dan in andere openingen vaak nog in zeer theoretische stellingen terwijl zoiets veel minder vaak voorkomt in andere openingen. Ik vind theoretische fouten erger dan puur technische fouten maar ik kan begrijpen dat sommige schakers dit anders bekijken.

      Verwijderen
    2. Het voorbeeld van het Frans van Lautier heb ik enkel aangehaald om aan te tonen dat het niet kiezen van open spelen voor een kind niet nefast hoeft te zijn voor zijn ontwikkeling. Ik interpreteerde jouw eerdere opmerking dat dit wel het geval is. Dus ik beweer zeker niet dat het vermijden van open spelen absoluut noodzakelijk is. Integendeel want zoals ik eerder reageerde, bestaat er wellicht geen 1 antwoord voor ieder kind. Een goed repertoire kiezen hangt af van meerdere factoren.

      Verwijderen
  3. Het gaat om de algemene instelling. Open stellingen vermijden uit schrik voor valletjes in het Italiaans en Spaans? Lijkt me op lange termijn niet de beste aanpak voor een 8 jarige.

    BeantwoordenVerwijderen