De sterke Britse grootmeester Matthew Sadler is een buitenbeentje in het schaakcircuit. Als (sub-) wereldtopper stopte hij in 2000 met schaken en verkoos een normaal burgerlijk leven. Pas in 2010 hervond hij de schaakliefde niet toevallig na zijn echtscheiding. De roest verdween al heel snel en vandaag op 42 jarige leeftijd staat hij met 2670 op zijn piekrating. Het is een ongewone carrière die niet erg verrassend ook terug te vinden is in zijn speelstijl. Creativiteit en originaliteit staan centraal. Experimenten met dubieuze openingen zijn schering en inslag. Grote theoretische gevechten zal je dus zelden of nooit zien.
Toen enkele maanden geleden door deze intrigerende speler een nieuw boek Chess for Life werd gelanceerd, wou ik toch graag eens weten wat hij allemaal te vertellen had. Het was ook geen alledaags concept want aan de hand van een reeks interviews en analyses wordt besproken hoe en welke schaakvaardigheden over de jaren veranderen of behouden blijven. Kortom het is een schaakboek waarbij het technische niet primeert en psychologie een belangrijke rol speelt.
De hoofdstukken waren zo uiteenlopend dat ik het gevoel kreeg een potpourri te hebben gelezen. Er viel heel wat leuks en/of interessant te ontdekken maar een rode draad kon ik moeilijk vinden in het boek. Tenzij misschien dat actieve spelers ook later in hun carrière nog steeds het winnen erg belangrijk vinden. Of je nu jong of oud bent, het spelletje wordt gespeeld in de eerste plaats om de tegenstander te verslaan. Tezelfdertijd verklaart het ook waarom zoveel spelers stoppen met schaken. Ofwel betekent het winnen niet zoveel meer ofwel wordt het te moeilijk om nog meer te winnen. De zonet overleden legende Viktor Korchnoi was natuurlijk de vereenzelviging van een onverzadigbare vechtlust. Zo las ik in 1 van de aparte necrologies op schaaksite dat hij nog op 73 jarige leeftijd hoopte zijn rating opnieuw boven de 2650 te krijgen.
Dat winnen zelfs op (ver) gevorderde leeftijd nog zo belangrijk was, betekende voor mij een kleine ontgoocheling. Ik had stilletjes gehoopt dat andere facetten van het schaken dominant zouden worden en het boek daarop zou toespitsen. In plaats daarvan krijgen we van diverse spelers tips of een inkijk over hoe zij succesvol blijven schaken/ schaakten. Een paar spelers gaan nog een stap verder. Wat kan je doen om als oudere speler progressie te maken dus een nog hogere piekrating te behalen?
Uiteraard maakt het een groot verschil of we van een comeback of niet spreken. Zo vertelt de Engelse FM Terry Chapman hoe hij pas op 57 jarige leeftijd de FM-titel behaalde nadat hij 5 jaren hard had gewerkt aan zijn schaakniveau. Veel dichter bij huis hebben we nog een straffer comeback-verhaal met sterke Jan die op 67 jarige leeftijd de IM-titel haalde. Ook hier ging heel wat bloed, zweet en tranen vooraf.
Spelers die al een lange actieve carrière erop hebben zitten, maken uiteraard veel minder kans om alsnog een boost in sterkte te verwezenlijken. Niet alleen is er veel minder marge om meer te trainen maar oude (slechte) gewoontes zitten zo hard erin gebakken dat verandering erg moeilijk is. Een recente uitzondering is het natuurtalent Granda Zuniga die al even werd vermeld in mijn artikel dubbelzoet. Op chess.com verscheen een artikeltje waarin stond dat hij een piekrating van 2699 elo zonet haalde op 49 jarige leeftijd. Niet erg verrassend las ik dat hij in een interview had toegeven vandaag veel gestuctureerder te werken dan vroeger.
Knap maar misschien nog knapper vind ik wat onze eigen Belgische grootmeester Luc Winants een paar maanden eerder verwezenlijkte. Niet alleen heroverde hij de eerste plaats op o.a. jonge grootmeesters als Bart Michiels en Tanguy Ringoir maar op 53 jarige leeftijd klokt hij ook af met een piekrating van 2574 elo (fide). Geruisloos dikte Luc zijn rating aan met o.a. enkele stevige overwinningen. Een voorbeeldje zien we in de technisch gave partij hieronder op de zeer ervaren Russische grootmeester Vyacheslav Ikonnikov.
Het verslaan van zwakkere spelers brengt niet veel op maar als je het bijna feilloos kunt op de regelmaat van de klok dan helpt het natuurlijk ook om de rating te verbeteren. Zo verloor ik zelf een paar jaren geleden vrij kansloos tegen Luc in de Belgische interclub.
Ik ken Luc persoonlijk niet dus ik kan alleen maar gissen dat hij de laatste tijd hard aan het schaken heeft gewerkt. Ik ben benieuwd of hij bepaalde nieuwe inzichten/ trainingstechnieken toepast. Spijtig dat er niet meer ruchtbaarheid is gegeven aan deze unieke prestatie. De nieuwsberichtgeving ligt met een zeer afgezwakte schaakfabriek tegenwoordig op apegapen.
Brabo
Dat winnen zelfs op (ver) gevorderde leeftijd nog zo belangrijk was, betekende voor mij een kleine ontgoocheling. Ik had stilletjes gehoopt dat andere facetten van het schaken dominant zouden worden en het boek daarop zou toespitsen. In plaats daarvan krijgen we van diverse spelers tips of een inkijk over hoe zij succesvol blijven schaken/ schaakten. Een paar spelers gaan nog een stap verder. Wat kan je doen om als oudere speler progressie te maken dus een nog hogere piekrating te behalen?
Uiteraard maakt het een groot verschil of we van een comeback of niet spreken. Zo vertelt de Engelse FM Terry Chapman hoe hij pas op 57 jarige leeftijd de FM-titel behaalde nadat hij 5 jaren hard had gewerkt aan zijn schaakniveau. Veel dichter bij huis hebben we nog een straffer comeback-verhaal met sterke Jan die op 67 jarige leeftijd de IM-titel haalde. Ook hier ging heel wat bloed, zweet en tranen vooraf.
Spelers die al een lange actieve carrière erop hebben zitten, maken uiteraard veel minder kans om alsnog een boost in sterkte te verwezenlijken. Niet alleen is er veel minder marge om meer te trainen maar oude (slechte) gewoontes zitten zo hard erin gebakken dat verandering erg moeilijk is. Een recente uitzondering is het natuurtalent Granda Zuniga die al even werd vermeld in mijn artikel dubbelzoet. Op chess.com verscheen een artikeltje waarin stond dat hij een piekrating van 2699 elo zonet haalde op 49 jarige leeftijd. Niet erg verrassend las ik dat hij in een interview had toegeven vandaag veel gestuctureerder te werken dan vroeger.
Knap maar misschien nog knapper vind ik wat onze eigen Belgische grootmeester Luc Winants een paar maanden eerder verwezenlijkte. Niet alleen heroverde hij de eerste plaats op o.a. jonge grootmeesters als Bart Michiels en Tanguy Ringoir maar op 53 jarige leeftijd klokt hij ook af met een piekrating van 2574 elo (fide). Geruisloos dikte Luc zijn rating aan met o.a. enkele stevige overwinningen. Een voorbeeldje zien we in de technisch gave partij hieronder op de zeer ervaren Russische grootmeester Vyacheslav Ikonnikov.
Brabo
Toeval of niet, ook Sadler zit nu op zijn piekrating. Die aparte in memoriam op schaaksite.nl is heel mooi - goede vondst!
BeantwoordenVerwijderen"De roest verdween al heel snel en vandaag op 42 jarige leeftijd staat hij met 2670 op zijn piekrating. "
BeantwoordenVerwijderenBedankt hypekiller5000 voor de opmerking maar ik had het dus al vermeld. :)
Sommigen zullen zeker eloinflatie aanhalen maar daar geloof ik niet in. Ik denk eerder dat ook oudere spelers kunnen profiteren van de nieuwe studiemogelijkheden. In het boek valt het mij trouwens op hoe goed Sadler gebruik maakt van de hedendaagse tools om openingsrepertoires van andere spelers grondig te analyseren. Zoiets was gewoon ondenkbaar voor 2000.
Daarnaast is een rating ook altijd onderhevig aan schommelingen dus het is niet onmogelijk dat een piekrating niets anders is dan een perfect verklaarbare tijdelijke statistische afwijking.
Mijn blogartikels zijn doorspekt met hyperlinks naar andere sites. Ik denk dat dit een belangrijke meerwaarde is. Zo kan de lezer makkelijk informatie opvragen over bepaalde onbekende zaken en kan ik vaak aanvullend materiaal toevoegen. Aarzel dus niet om geregeld eens op de links te klikken.
BeantwoordenVerwijderenIk spendeer (te ?) veel tijd met het grasduinen op het internet naar nieuw materiaal waardoor ik geregeld leuke vondsten doe. Het helpt natuurlijk ook als spelers zoals hypekiller5000 af en toe eens iets doorzenden. :)
Toch even vermelden dat ook amateurs vaak nog de droom hebben om pakweg 1 of 2 klasses te stijgen.
BeantwoordenVerwijderenIk treed het idee bij dat je vaak toch in dezelfde gebreken blijft hangen na een lange schaakgeschiedenis (zoals de mijne na 38 jaar , ben desondanks toch nog maar 50). Ik was tijdens de uniefstudietijd 3 v/d 4 jaar gestopt en dat jhelpt soms om uit impasses te geraken en een ander perspectief te hebben, tenminste als je jong bent. Ooit begonnen met als eerste ELO 1720 op 16 jarige leeftijd (anno 1985) op 21+ leeftijd tot al 1900+ , maar nooit boven de 1940 geraakt (anno 2011). De laatste jaren in verval tot randje 1800 met hier of daar nog een heropvlakkering en goede seizoens TPR van 1920 of een halfseizoens TPR van 2010 maar ook met diepere dalen (1700+) . Ik werd er mismoedig van , heb het voorwaar moeten opgeven en de stekker er ook finaal uitgetrokken. Geraakte totaal gefrustreerd van mijn eigen spel en tekortkomingen en het progressieve verval zonder die trend ook maar te kunnen stoppen. Het geknoei en de slechtes keuzes bleven echoën in mijn hoofd , ongezien eigenlijk. Het laat een leeg gevoel achter en zo voelt de leeftijd van 50 ook aan, het begin v/d teloorgang eigenlijk. Het besef dat het beste achter je ligt.
Misschien moet je eens proeven van het seniorencircuit. Dit is enorm aan het groeien en kan misschien voor jou de trigger zijn om toch weer te schaken.
VerwijderenDat bestaat en was ook oorspronkelijk een idee maar de teloorgaang aanzien is het meest pijnlijke. Ik ben geen voorstander van seggregatie en wil tegenover iedereen aantreden en niet schuilen voor jong geweld ook al kreeg ik in de b-groep in de Limburgopen best wat rammel. Nu dat ik gestopt ben knaagt het nog. Je doet je sport graag maar wat ooit was komt er niet meer uit. Sommige van je artikels zijn interessant en die hadden mij nog tot andere inzichten kunnen brengen. Ik twi ijfel tussen nu dat ik gestopt ben om te volharden of mijn hele ingestelsheid tav het schaken te veranderen ... maar hoe begin je eraan ? Je aspiraties zijn wat ze zijn die zal ik hoedanook moeten terugschroeven. Zolang ik daar geen antwoord op heb stelt het probleem zich opnieuw een paar maanden of jaar later. Een goede vriend in het milieu die ook een goede vriend daarnaast is zou de belevenis positief kunnen beinvloeden maar de meeste schakers die daaraan beantwoorden zijn in de loop der tijd voor mij gestopt.
VerwijderenPersoonlijk haal ik de laatste tijd ook veel voldoening in de successen van mijn kinderen en leerlingen die schaken. Dankzij het doorgeven van mijn kennis, maak ik deel uit van hun verhaal. Ik leg hierdoor automatisch ook veel minder de klemtoon op mijn eigen ambities. Dit op zijn beurt zorgt dan weer voor veel minder stress en meer genieten van de eigen partijen.
VerwijderenSchaken heeft vele facetten. Competitieschaak is er slechts 1 van. Ik ken een aantal spelers die gestopt zijn met competitieschaak maar toch nog met plezier andere schaakactiviteiten doen. Op mijn blog bespreek ik geregeld er eentje van. Blader eens door de artikels en misschien bevalt je iets.