Het internet is een enorme bron van informatie die ik dagelijks raadpleeg. Echter je moet wel kritisch blijven want heel wat is kletspraat. De Amerikaanse blogger Dana Mackenzie schreef een paar maanden geleden een grappige post " I love the past. Everyone in it is so stupid." met voorbeelden over geschreven onzin die later door de werkelijkheid onderuit werd gehaald.
Het corrigeren van fouten wordt zeker niet door iedereen in dank afgenomen wat ik ontelbare keren al aan de levende lijve heb mogen ondervinden. Ik laat daarom ook liever anderen eerst reageren maar wanneer de reactie uitblijft dan is de drang vaak te sterk om weg te kijken.
Sommige fouten zijn ook echte mythes die je ondanks talloze reacties niet kunt uitroeien. Een van die hardnekkige mythes is dat oud-wereldkampioenen zoals Lasker, Capablanca, Aljechin, Fischer,... makkelijk met de huidige topspelers gelijke tred zouden kunnen houden. Ze stonden in hun piekjaren mijlen voor op hun tijdsgenoten. Vandaag zien we dit soort extreme niveauverschillen niet meer waardoor de perceptie gecreëerd wordt dat die oude spelers iets extra hadden. Ik bedoel een uniek schaaktalent wat je maar een paar keer in een eeuw meemaakt en vandaag dus niet aanwezig is bij een topspeler.
In mijn artikel elo inflatie heb ik al aangetoond dat er geen bewijs bestaat van elo inflatie t.o.v. speelsterkte. Dit betekent dat qua speelsterkte de huidige topspelers zeker hun hogere rating verdienen t.o.v. hun voorgangers. Anders gezegd oud-wereldkampioenen speelden kwalitatief veelal slechter waarmee het unieke van hun schaaktalent een compleet andere belichting krijgt.
Anderzijds ben ik het helemaal eens dat het onzin is om serieuze vergelijkingen te maken tussen spelers van verschillende tijden. De middelen en kennis groeien voortdurend in het bijzonder de laatste 2 decennia met de introductie van de computer in de schaakwereld. Zo wil ik het in dit artikel eens hebben over hoe sterk de computer op topniveau het aanvallend schaak heeft beïnvloed. Ik gebruik als voorbeeld de Najdorf waarbij wit ogenschijnlijk kiest voor een rustige opzet. Ik begin met een partijtje uit mijn eigen praktijk waarvan het concept ontdekt werd rond 1972.
Het nam dus 14 jaar in beslag om te ontdekken dat g4 interessant was en nog een paar jaar vooraleer het zwarte systeem definitief werd afgedaan als minderwaardig o.a. door de kersverse wereldkampioen Anatoly Karpov.
Vooraleer ik een vergelijking wil maken met enkele recente bordpartijen in de Najdorf, kijken we eerst even naar een krankzinnig idee uit een computerpartij anno 2014. G4 wordt hier ook gespeeld maar in een stelling waarin wit al kort gerocheerd heeft wat een enorm verschil maakt.
Een schaakprogramma van +3000 elo slaagde er niet in het concept te weerleggen. Topspelers gebruiken vandaag dagelijks deze topprogramma's en worden natuurlijk beïnvloed zoals we zien bijvoorbeeld in de volgende knappe partij uit het Oekraïens kampioenschap van 2014.
Een absoluut hoogtepunt van modern aanvalsschaak wordt zonder twijfel bereikt in de nieuwe evergreen Navara - Wojtaszek.
Het verschil met de eerste g4 partij is immens. Enkele decennia geleden werd g4 slechts gespeeld na jaren van wikken en wegen. Toen was een agressieve zet zoals g4 gelinkt aan een gezonde ontwikkeling (lange rochade) + controle van het centrum. Modern aanvallend topschaak gaat veel verder en baseert zich op zeer specifieke lijnen die vaak door een computer thuis al werden geanalyseerd. David Navara gaf trouwens na de partij toe dat hij de positie tot zet 25 in de voorbereiding op het bord had gehad.
Deze moderne evolutie zien we niet alleen in de Najdorf. Zo schreef de Amerikaanse grootmeester Grigory Serper vorige maand een gelijkaardig artikel over het Bogo-Indisch: "How to attack in modern chess?". Het Bogo-Indisch heeft een reputatie van een rustige positionele opening maar daar blijft niets meer van over als je kijkt naar enkele recente toppartijen.
Met het advies van de grootmeester ben ik het minder eens. Hij raadt spelers aan om de tegenstander aan te vallen vanaf de eerste zetten zelfs al is het een positionele opening. Echter hierbij negeert hij dat alle succesvolle aanvallen in de voorbeelden werden gespeeld door + 2700 spelers. Zoals al aangegeven in de reacties van het vorig artikel hebben deze spelers een basis die buitengewoon uitgebreid is. Kortom zulk spel trachten te kopiëren zou wel eens voor de meeste spelers flink wat punten kunnen kosten.
Brabo
Deze moderne evolutie zien we niet alleen in de Najdorf. Zo schreef de Amerikaanse grootmeester Grigory Serper vorige maand een gelijkaardig artikel over het Bogo-Indisch: "How to attack in modern chess?". Het Bogo-Indisch heeft een reputatie van een rustige positionele opening maar daar blijft niets meer van over als je kijkt naar enkele recente toppartijen.
Met het advies van de grootmeester ben ik het minder eens. Hij raadt spelers aan om de tegenstander aan te vallen vanaf de eerste zetten zelfs al is het een positionele opening. Echter hierbij negeert hij dat alle succesvolle aanvallen in de voorbeelden werden gespeeld door + 2700 spelers. Zoals al aangegeven in de reacties van het vorig artikel hebben deze spelers een basis die buitengewoon uitgebreid is. Kortom zulk spel trachten te kopiëren zou wel eens voor de meeste spelers flink wat punten kunnen kosten.
Brabo
Voorbereid of niet in Navara-Wojtaszek, na 24...Ld3 wint zwart. Dus ook supergrootmeesters bereiden niet waterdicht voor...
BeantwoordenVerwijderenHet doet mij een plezier dat er toch nog enkelen af en toe met interessante aanvullingen reageren. Ik was nog niet op de hoogte van 24...Ld3 maar even rond kijken bevestigt jouw opmerking.
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.chess-international.de/Archive/43395
http://www.rochade-kuppenheim.de/jahrhundert-partie-ein-bisschen-entzaubert/
De vondst wordt toegekend aan de Duitse inactieve grootmeester Rainer Knaak.
Echter dat kan aangevochten worden want op Let's check vind ik al een analyse daterend van begin augustus gemaakt door Calvin Hobbes (Paul McGann). Volgens wikipedia zou Paul McGann een Engelse acteur zijn maar ik kan niet met zekerheid stellen dat het over dezelfde persoon gaat.
In elk geval zou het mij niet verwonderen dat meerdere schakers ongeveer op hetzelfde moment de weerlegging gevonden hebben want we gebruiken allemaal schaakprogramma's.
Ik ben eveneens niet verwonderd dat er een gat zat in de voorbereiding. Zo schreef ik in het artikel : http://schaken-brabo.blogspot.be/2014/01/de-valse-waarheid.html over Anand hoe hij over eenzelfde stelling totaal verschillende oordelen had in een tijdsbestek van enkele jaren.
Dit soort evaluatie-aanpassingen kom ik geregeld tegen. Een paar dagen geleden nog een variant van het Russisch dat ik in 2005 als beter voor wit had beoordeeld moeten uit mijn repertoire wissen. In de laatste jaren waren er 23 correspondentiepartijen gespeeld met die variant en geen enkele keer won wit (het kleur waarmee ik speel).