Op mijn vorig artikel kwam er een interessante reactie van een anonieme lezer: "Moeten we wakker liggen van vuile-streek-openingen?" Ik herinner mij een gelijkaardige reactie enkele jaren geleden van een ouder die duidelijk geëmotioneerd was na verlies van zijn zoon tegen een vuile-streek-opening: "Hoe is het mogelijk dat een ervaren schaker zich verlaagt tot zulk smerig soort schaken? Dat is een pure verspilling van onze tijd en energie. Ik hoop dat we dit nooit nog zullen meemaken."
Ik vermoed dat ik toen olie op het vuur gegooid heb door te antwoorden dat dit soort afbraakschaak (?) wellicht nog geregeld in de toekomst zou gebeuren. Trouwens vandaag weten we vrij zeker dat perfect schaak naar remise leidt dus als je wilt winnen dan moet je fouten trachten uit te lokken. Dat houdt risico's nemen in en iedereen geeft daar zijn eigen draai aan.
Bovendien krijgt de vuile-streek-speler vaak gelijk met zijn keuze. Het feit dat ik online 95 keer het Stafford-gambiet tegenkreeg in de voorbije jaren, betekent zonder twijfel dat het meer loont dan niet voor mijn tegenstanders om het te spelen. Dat duidt op 2 oorzaken.
- Het gros van de spelers ligt evenmin wakker van vuile-streek-openingen en doet geen moeite om ze eens te bestuderen.
- De weerleggingen van die vuile-streek-openingen kunnen de meeste spelers zonder hulp niet zelfstandig ontdekken.
Of wat te denken van de onderstaande statistieken die ik kon destilleren over het minder extreem Italiaans-Dubov-gambiet die ik in het artikel mode deel 3 besprak. Ik had zowel in kwantiteit (frequentie gespeelde partijen) als kwaliteit (score) een veel groter verval verwacht.
M.a.w. ik ben het dus helemaal niet eens dat je jezelf een dienst bewijst door vuile-streek-openingen te negeren. Opgeven zoals de sterke Azerbeidzjaanse grootmeester Mamedov eens deed na 1.e4 g5 is in een onbelangrijk online blitzpartijtje misschien nog een optie (ik breek soms ook online een partij af wanneer iemand met 1.a3 begint) maar zoiets laat een organisatie/ een arbiter niet toe in bordschaken.
Nee er zit niets anders op dan je huiswerk te maken telkens je een vuile-streek-opening tegenkomt want enkel zo hoef je er echt niet meer wakker van te liggen. Ik weet dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan want zelfs als hardwerkende amateurschaker (zie bv mijn artikel uit 2023 Paranoia) geraak ik soms niet op tijd mee met alle ontwikkelingen (zie bv mijn artikel uit 2022 Powerplay). Het blijft een eeuwige wedloop maar is dat net niet ook het mooie aan het schaken?
Anderzijds wil ik dit "titanenwerk" ook relativeren. Sinds de neurale netwerken (2019) beschikken we over engines die in een mum van tijd de weerlegging van een vuile-streek-opening kunnen aantonen. Trouwens dat is niet iets wat enkel geldt voor dit soort extreme openingen. Vandaag zie ik de huidige generatie topengines in 99,9% van de openingen ons de kritieke/ beste zetten aantonen. Dit gegeven heeft recent mijn openingsaanpak duidelijk ook beïnvloed. Meer dan ooit link ik mijn openingskeuzes aan de computerevaluaties en dat is niet perse een verstandige evolutie.
In het recente artikel Spatiebalk deel 2 toonde ik aan dat ik hierdoor nog voorspelbaarder ben geworden dan voorheen maar erger is dat ik ook geregeld in zeer lastig spelende stellingen terechtkom. Onderstaande stelling stond in de eerste ronde van Mariënbad 2024 op mijn bord en kwam rechtstreeks uit een openingsanalyse die ik had gemaakt begin 2022.
Zwart aan zet. |
Ik wist tijdens de partij dat de computer dit als een gelijke stelling beschouwt (exact 0.00 volgens de laatste Stockfish) maar zwarts positie ziet er afschuwelijk uit. Zwart heeft een vreselijke pionnenstructuur, een verschrikkelijk slechte loper en waar is het tegenspel? Het is niet de bedoeling van dit artikel om uit te leggen waarom 0.00 desalniettemin correct is maar je snapt wel dat het zwart is die flink uit de pijp moet komen om de 0.00 te bewijzen.
In mijn artikel Identiteitsfraude toonde ik aan dat ik de partij won met enig geluk want de tijdnood liep maar net goed af. Zo gaat het zeker niet elke keer en daar moest ik niet lang voor wachten. In de 9de ronde van Mariënbad 2024 ging ik slechts 2 zetten na het beëindigen van mijn partijvoorbereiding heel zwaar in de fout.
Een klein voordeeltje voor zwart (tussen -0,4 en -0,5 zegt de laatste Stockfish) maar ik wist reeds vooraf dat dit niet evident zou zijn om aan het bord te bewijzen. Het is opnieuw een stelling waarvan het heel lastig is om te begrijpen hoe zwart met zijn ingesloten slechte loper uberhaupt beter kan staan. Zwart heeft evenmin concrete aanknopingspunten in de witte stelling om op te spelen. Ik dacht dat het +500 elopuntenverschil wel voldoende marge was om enig risico te nemen maar dat viel flink tegen (ook al omdat mijn tegenstandster ver boven haar elo speelde gedurende het hele tornooi).
Welke lessen kunnen we hieruit trekken? Dat is volgens mij geen zwart-wit verhaal. Het is zeker niet zo dat ik tijdens het analyseren van openingen mij niet realiseer dat er meer is in de bordpraktijk dan enkel de computerevaluaties.
- Moet je een opening overboord gooien omdat je 1 vertakking niet goed begrijpt? Er zijn geen garanties dat het gras groener is elders.
- Moet ik meer variëren in mijn repertoire zodat ik beter kan anticiperen? Ik heb nu al te weinig tijd om 1 repertoire te onderhouden. Bovendien riskeer je ook zelf meer verrassingen als je veel varieert (zie Tom in het vorig artikel).
- Meer tijd spenderen aan de lastig spelende stellingen om de computerevaluaties beter te begrijpen is enkel haalbaar indien het aantal beperkt blijft en het niet tijdens een partijvoorbereiding moet gebeuren.
Brabo