woensdag 2 augustus 2023

De schaakbuddy

Op het einde van mijn vorig artikel vermeldde ik dat fide aan het zoeken is om een gepaste remedie te vinden tegen de elo-deflatie. Echter dat het weeral de Amerikaanse statisticus Jeff Sonas is die hierin het voortouw neemt, boezemt mij weinig vertrouwen in. Dat is dezelfde persoon die tot een decennium geleden zat te verkondigen dat onze elos onderhevig waren aan een gigantische elo-inflatie  (zie bv. Chessbase artikel : Rating inflation its causes and possible cures).

Zijn nieuw voorstel Reparing the fide Standard elo system.pdf stelt o.a. voor om de 400 punten regel te herintroduceren (om dus de hogere elo bij verlies iets minder elo te laten verliezen). Echter het is net hij die eerder het omgekeerde zat te ijveren dus het afschaffen van die 400 punten regel (zie The elo rating system correcting the expectancy tables) en waar hij uiteindelijk ook in slaagde toen de fide-ratingcommissie het goedkeurde in januari 2022. Het is trouwens onzin om de deflatie te linken aan die recente wijziging.

Het bewijst nogmaals hoe kort het geheugen is van de meeste mensen. Nu ik ben er vrij zeker van dat Jeff erg goed is met het maken van statistieken en overzichten maar laat hem aub niet de controle krijgen over welke conclusies hieruit te trekken. In zijn nieuw document staat ook weer zo een vreemde hersenkronkel. De veranderende elodistributie in het spelersbestand zou een belangrijk bewijs zijn van de deflatie. Jeff heeft toegang tot de fide-databanken dus het was voor hem kinderspel om onderstaande grafiek te maken.
Het is duidelijk dat er een explosie is van het aantal spelers in de lagere eloregionen sinds 2011 terwijl we geen impact zien op de hogere eloregionen. Iemand die enkel kijkt naar de cijfers zal daar natuurlijk uit afleiden dat de culprit zonder twijfel deflatie moet zijn. Er hadden in de hogere eloregionen spelers moeten bijkomen maar dat is niet gebeurd omdat de ratings in de hogere eloregionen eveneens geïnfecteerd zijn door de deflatie.

Hierbij worden 2 zeer belangrijke elementen genegeerd. Ten eerste pas op 1 juli 2012 werd de minimumrating verlaagd naar 1000 elo. Ik herinner mij dat bv. in België toen nog de meeste spelers geen fiderating hadden en er dus in de jaren daarop veel oudere lager gekwoteerde spelers voor het eerst een fiderating kregen. M.a.w. een groot deel is geen echte groei maar eerder een registratie van reeds bestaande lager gekwoteerde spelers (die dus geen link hebben met de hogere elos). Het tweede en heeft wellicht nog een veel grotere impact is dat het vele jaren duurt om van beginner naar de hoogste eloregionen op te klimmen. In Ervaring toon ik dat er een sterke correlatie bestaat tussen aantal partijen gespeeld en elo. In mijn artikel Hoeveel partijen moet ik spelen? geef ik enkele voorbeelden van spelers die er vele jaren hebben overgedaan om hun titels te behalen. Rond 1990 begon ik actief te schaken (eerst thuis en later in de club) en pas in 2004 haalde ik mijn fidemeestertitel dus 14 jaar later.

Een echte aangroei van spelers zal dus pas vele jaren later eventueel zichtbaar worden in de hogere eloregionen. Nu zoals ik reeds uitlegde in mijn vrij recent artikel fidetitels heeft fide er belang bij om meer titels te kunnen uitdelen daar ze er geld mee verdienen. Trouwens datzelfde artikel laat ook doorschijnen dat we momenteel bezig zijn met een inhaalbeweging. Tal van spelers stonden enkele jaren stil door corona maar hebben nu de draad terug opgepikt. Eind 2019 (zie o.a. Welke partijen analyseren deel 3 ?) had de jonge Belgische FM Sim Maerevoet al een rating boven de 2400 maar corona zorgde ervoor dat hij uiteindelijk tot 2023 moest wachten op de meer dan dik-verdiende internationaal-meester-titel.
Sim Maerevoet op de olympiade in Chennai (India) eind vorig jaar.

Ik vermoed dat Sim het ook zo aanvoelde want op facebook schreef hij een pakkend dankwoord voor alle steun die hij de voorbije jaren gekregen heeft. Ik vond het heel mooi en eigenlijk jammer dat zoiets niet vaker gebeurd. Als corona ons 1 ding geleerd heeft dan is het dat het leven kort is en we niet mogen vergeten stil te staan bij onze mijlpalen (dat doe ik zelf heel graag zie o.a. mijn Jubileum-artikels deel 1 en deel 2).

1 specifiek fragment uit Sims dankwoord vind ik bovendien de moeite om eens integraal hier te herhalen: "Last but not least is ons Warreke. Warre is op de eerste plaats een goede vriend waar ik altijd terecht kan voor steun of om me gewoon kei hard te amuseren. Buiten dat is Warre ook mijn schaakbuddy zo heb ik al meer analyses met hem gedeeld dan alleen gedaan. Hij geeft me motivatie en raad als ik even de weg kwijt ben. Voor al de vorige jaren en alvast voor al de volgende jaren bedankt!"

Prachtig niet? Sim heeft het over zijn jarenlange vriendschap met de Belgische FM Warre De Waele en dat die dus veel verder gaat dan enkel samen amuseren. Sim beseft heel goed hoe waardevol die is. Hun vriendschap/ samenwerking is veel meer dan wat ik in mijn artikels over vrienden deel 1 en deel 2 schreef.

Schaakbuddies delen alle analyses met elkaar. Sim gaf in een reactie aan dat het wel lastiger maakt om tegen elkaar te spelen maar deze nadelen wegen totaal niet op tegen de talloze voordelen. Toeval of niet Chessmood-guru Avetik Grigoryan schreef enkele maanden geleden niet minder dan 3 artikels over hoe belangrijk het is om een schaakbuddy te hebben: zie  The importance of having a trainingsparring partner en How you can find the perfect trainingsparring partner en How to practice with your trainingsparring partner.

Dit artikel wordt te lang dus ik splits dit artikel op in een vervolg. Daarin zal ik het hebben over of ik een schaakbuddy heb, dat een schaakbuddy nog veel andere dingen kan betekenen dan enkel analyses delen en het niet perse moet leiden tot beter schaken. Het belang van een schaakbuddy kan niet worden onderschat en ik vrees dat de meeste schakers dit onvoldoende realiseren. Heb je een schaakbuddy en wil je er iets over delen dan ben je zeker welkom in de reacties hieronder of naar mij persoonlijk.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten