woensdag 9 mei 2018

Dame-eindspelen deel 2

Na de vliegende start van Deurne in de Belgische interclub zie artikel records waren de verwachtingen hoog. De titel leek toen absoluut haalbaar. Echter nog voor nieuwjaar was de droom aan diggelen geslagen. Nederlagen in de toppers tegen Jean Jaures en Borgerhout creëerden een onoverbrugbare kloof. In de 2de helft van het seizoen stond er al snel niets meer op het spel voor Deurne en wellicht verklaart dit ook deels waarom de resultaten bergaf gingen. Met 3 opeenvolgende nederlagen aan het slot werd het zelfs uiteindelijk nog een blamage. Deurne scoorde slechts 1 matchpunt meer dan de degradatiezone. Het is het slechtste resultaat voor Deurne in 20 jaar dat ik er speel. Misschien moeten we toch toegeven dat een gebrek aan nieuwe jonge spelers langzaamaan een afbrokkeling van de ploeg/club betekent. 4 jaar geleden speelden we nog in 1ste klasse.

Zelf speelde ik desondanks een goed seizoen. Met 5 overwinningen, 5 remises en slechts 1 nederlaag tegen de Russische grootmeester Vyacheslav Ikonnikov was ik ruim topscorer van de ploeg en zelfs Deurne. De 7,5/11 waren goed voor een 25 fide-elo winst. Ik ben daar best tevreden mee zeker rekening houdend dat ik zo weinig schaak. Extra partijen voor fide heb ik het voorbije jaar niet gespeeld. Anderzijds gewoon geregeld bezig zijn met schaak-gerelateerde activiteiten (zie Hoeveel tijd spendeer je aan het schaken?) zal ook wel iets opleveren in het competitieschaak. Ik kan/mag mezelf zeker niet verkopen als een standaard inactieve speler die sporadisch nog eens een potje speelt.

Dus mijn persoonlijke score was dik ok. Toch had het nog een pak meer kunnen zijn indien ik overal het maximale uit de vaak riante stellingen had gehaald. Na het analyseren van de partijen werd duidelijk dat ik minstens 5 extra halfjes had kunnen scoren. Nu eerlijkheidshalve moet ik er onmiddellijk bij vertellen dat het vaak niet eenvoudig was. De computer mag dan wel in een nano-seconde de juiste zet opgeven, achter het bord zonder assistentie is het een ander paar mouwen. Sommige zetten miste ik door tijdnood daar er enkel increment overbleef. Andere miste ik door een gebrek aan ervaring. Nog andere miste ik omdat het simpelweg te moeilijk was om allemaal correct door te rekenen. Een voorbeeldje van dit laatste was een wondermooie kans die ik kreeg in mijn partij tegen de Nederlandse FM Bonno Pel. Dame-eindspelen zijn in de regel niet eenvoudig en het was dan ook pas achteraf dat ik met behulp van de computer in onderstaande stelling winst ontdekte.
In dame-eindspelen deel 1 demonstreerde ik welke belangrijke rol de koning heeft in dit type eindspelen. Hier zien we een ander aspect namelijk de transpositie naar het pionneneindspel. Niet zelden kan er met de dames op het bord onvoldoende progressie gemaakt worden en dan is het goed om uit te kijken naar eventueel gunstige pionneneindspelen. In de partij deed ik dit pas later maar dan kon mijn tegenstander de dameruil vermijden. Trouwens toen was ruil zelfs speelbaar maar het pionneneindspel vertrouwde hij niet. Dit is geen slechte taktiek bij onzekerheid want vele pionneneindspelen zijn erg verraderlijk terwijl verdedigen met schaakjes vaak makkelijker is. Dit had ik al eens terloops vermeld in mijn artikel praktische eindspelen bij de commentaar op de partij tegen Jan Gooris. Recent werd dit ook bevestigd in de partij Anish Giri - Yifan Hou gespeeld te Wijk aan Zee.
Trouwens Yifan verloor al eens op een gelijkaardige wijze een dame-eindspel een paar jaar eerder tegen de wereldkampioen Magnus Carlsen.
Dus in beide gevallen was het pionneneindspel theoretisch remise maar misrekende de nummer 1 van de dames zich. Voor ons gewone stervelingen is het bijgevolg absoluut nuttig om in dame-eindspelen steeds uit te kijken naar dameruil. Het kan een excellente winstpoging zijn wanneer alle normale middelen opgedroogd zijn en de tegenstander zijn laatste energie-reserves aan het gebruiken is.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten