2020 moest het jaar worden van mijn comeback naar een vol-actieve schaker maar de coronacrisis besliste hier anders over. Een decennium heb ik mijn schaakactiviteiten beperkt om een aanwezige papa te kunnen zijn voor mijn kinderen waardoor ik gemiddeld slechts een 10-tal partijen voor fiderating speelde per jaar. Echter kleine kinderen blijven niet klein en eisen steeds meer zelfstandigheid op. In 2018 begon ik dan ook maar gewoon mee te spelen in de rapidtornooien waaraan mijn kinderen deelnamen. Vorige zomer ging ik een stap verder door samen met het gezin een meerdaags tornooi in België te spelen. Vervolgens speelde ik samen met mijn zoon Hugo in de Nederlandse interclub en begin 2020 werd de laatste stap gezet door samen met het gezin in het buitenland een meerdaags tornooi te spelen (Cappelle La Grande/ Frankrijk).
Het was/is mijn intentie dan ook om enerzijds het schaken buitenhuis zonder de kinderen af te bouwen en liefst helemaal te vermijden. Anderzijds wou/wil ik vol inzetten in het spelen van officiële wedstrijden samen in zoveel mogelijk tornooien waardoor ik voor 2020 een vervijfvoudiging dus naar 50 standaardpartijen met fiderating voor mezelf mikte. Daar was ik aardig naar op weg tot dus de coronacrisis roet in het eten wierp. Voorlopig is het nog compleet onduidelijk wanneer we weer naar een normale situatie kunnen terugkeren. Ik ben ook niet zo wanhopig als de deelnemers aan de Brugse meesters/Belgisch kampioenschap om gelijk welke condities te aanvaarden om toch maar te kunnen schaken. Ik zie dat ik niet de enige ben die er zo over denk want de nochtans erg lage limiet van 120 deelnemers lijkt voorlopig nog niet in zicht. Op schaaksite werd zelfs geopperd dat we misschien zelfs een jaar of langer niet meer normaal zouden kunnen schaken. Dit zou pas mogelijk zijn nadat een vaccin beschikbaar is voor de massa of groepsimmuniteit bereikt is.
In elk geval begin dit jaar had ik geen glazen bol die dit scenario voorspelde en ging ik er dus nog altijd vanuit dat ik heel veel zou schaken wat aanvankelijk ook het geval was. Net daarom besliste ik toen ook dat ik veel sneller op de hoogte moest zijn van de nieuwe theoretische ontwikkelingen. In het verleden lag ik niet wakker van af en toe in de weinige partijen die ik speelde, verrast te worden met een moderne variant die ik nog nooit gezien had. Echter ik vond het een compleet ander verhaal wanneer mij dit nu regelmatig zou overkomen.
Topspelers filteren en analyseren dagelijks alle gespeelde (top-) partijen om hun repertoire up to date te houden maar daar heb ik niet de tijd voor als amateur en ik betwijfel sterk dat ik dit zou willen doen zelfs als ik tijd had. In mijn artikel mode deel 2 gaf ik hiervoor al als quick-fix chesspublishing.com en chessbase magazin op maar welke van de 2 zou ik kiezen. Met Chessbase Magazin had ik ervaring maar met chesspublishing.com niet. Echter eind vorig jaar vertelde de Belgische FM Frederic Decoster mij dat hij al lang geabonneerd was op chesspub en dat trok mij uiteindelijk over de streep om het zelf ook eens te proberen. Ik heb er absoluut geen spijt van.
Vooreerst als je enkel geïnteresseerd bent in openingstheorie dan krijg je bij chesspub sowieso veel meer waar voor je geld. Chessbase magazine kost jaarlijks 100 euro waarvoor je maximum 20 x 6 = 120 partijen/openingen besproken krijgt. Als je op alle 12 openingssecties abonneert bij chesspublishing.com voor 90 euro dan krijg je ongeveer 85 x 12 = ongeveer 1000 partijen/openingen besproken en dan hou ik nog geen rekening met het feit dat je automatisch gratis toegang krijgt tot de archieven van 10 jaar terug. Ok kwantiteit is niet perse beter dan kwaliteit maar de kwaliteit valt best mee en is soms zelfs uitstekend (meer hierover later). 10 cent per partij/ opening bij chesspub is belachelijk weinig want voor die prijs kan de auteur zelfs nog niet eens de database openen, laat staan enig commentaar schrijven.
Als nieuwe klant kreeg ik dus toegang tot de archieven tot 10 jaar terug van chesspub waardoor je zelfs zou kunnen stellen dat ik slechts 1 eurocent betaalde per partij/ opening. Ik vraag mij echt af hoe dit commercieel model na al die jaren overeind blijft want zelfs bij een minimum aan inspanningen om een partij te becommentarieren, ben je toch al snel een kwartiertje kwijt. Bovendien zag ik dat aan sommige partijen meerdere uren analyse werden gespendeerd. Ik ben bijgevolg dan ook niet verrast dat sommige medewerkers er na enige tijd de brui hebben aan gegeven. Rijk ga je dus nooit worden door te werken voor chesspublishing.com want ik kan nooit geloven dat ze miljoenen klanten hebben. Ik wil alleen maar zeggen het is een no brainer om klant te zijn van chesspub.
Desalniettemin wou ik het in dit artikel toch eens hebben over de aangeboden kwaliteit van de analyses want behalve dat iets stopgoedkoop is, denk ik dat het ook interessant is om op voorhand te weten of het de moeite waard is om tijd hieraan te spenderen. Trouwens nu we spreken over tijd wil ik ook nog opmerken, doe niet wat ik gedaan heb door slechts 60 euro en dus 30 euro te besparen omdat ik dacht dat ik met 6 van de 12 openingssecties voldoende had. Als je de volle 90 euro betaalt dan krijg je automatisch alle files in 1 keer gedownload in een pgn. Ik moest manueel elke maand downloaden en daarna alles herschikken. Als je weet dat het ongeveer 20 seconden per file vergt en je hebt 12x6x10=720 files in totaal te archiveren dan kan je zelf uitrekenen dat ik hiermee 4 volle uren bezig was met dit uiterst vervelend klusje.
Ok nu gaan we eens kijken wat we precies krijgen voor de weinige centen die we hebben uitgegeven. Omdat ik maar 6 van de 12 openingssecties aangekocht heb, kan ik enkel die 6 bespreken. Daarnaast is het ook fair om slechts te kijken naar de meeste recente publicaties (laatste 12 maanden). De huidige auteur mag je niet afrekenen op de vorige en het is evenmin eerlijk oude analyses te vergelijken met de meest recente engines. Desalniettemin merkte ik op dat er soms grote verschillen waren in aanpak tussen de auteurs. Hieronder geef ik een samenvatting met een finale score voor elke sectie. 10/10 betekent voor mij analyse gemaakt op (top-)corrrespondentieschaakniveau. 1/10 is wat je kan krijgen van een automatische analyse gemaakt door een engine. Als je kijkt naar de betaalde prijs dan zou zelfs 1/10 nog aanvaardbaar zijn dus met de score wil ik enkel de verschillen aantonen. Elke sectie heeft zeker een meerwaarde.
De maximum score is dus 7/10. Ik ben zeker dat de Israelische grootmeester Michael Roiz vaak meerdere uren per partij spendeert om zijn partijen te becommentarieren dus ongelooflijk dat hij dit doet voor wellicht een habbekrats. Een constante die ik opmerk in alle besprekingen is dat computerpartijen totaal genegeerd worden alhoewel ik al meerdere malen heb vermeld dat dit in de toekomst een steeds grotere rol zal spelen voor de openingen. Daarnaast zie ik ook weinig of zeer zelden referenties naar correspondentiepartijen. In sommige openingen kan ik dat nog begrijpen maar in andere gebeuren bijna alle belangrijke ontdekkingen in correspondentieschaak. Ik krijg ook het gevoel dat de meeste auteurs niet mee zijn met de laatste technologische ontwikkelingen (sommigen zijn ook niet meer zo jong). Sommigen gebruikten duidelijk verouderde engines en ik twijfel of al iemand Leela gebruikt (wat volgens mij vandaag absoluut een must is).
Kortom als ik de analyses vergelijk met wat ik zelf maak, dan pak ik het toch een heel stuk grondiger aan. Desalniettemin chesspub blijft voor mij heel nuttig om bijvoorbeeld in de partijvoorbereiding te gebruiken wanneer ik nog geen uitgebreide analyse over een bepaald systeem heb kunnen maken. Het is ook goed om gewaarschuwd te worden over bepaalde nieuwe tendensen of in het slechtste geval zelfs een mogelijke weerlegging in het repertoire. Allemaal mooi en wel maar over hoe vaak spreken we dan concreet? Om dit te beantwoorden keek ik naar mijn meest recent gespeelde 100 partijen waarbij de 6 gekozen openings-secties voorkwamen. Vervolgens checkte ik voor ieder van de 100 partijen of de opening al dan niet besproken werd in chesspub. 1 kritieke lijn aangeven was al voldoende om als besproken te worden beschouwd maar 1 zet vond ik daarentegen onvoldoende.
32% lijkt niet veel maar de theorie is vandaag zo uitgebreid dat dit eigenlijk een vrij goed resultaat is. Ik had misschien i.p.v. de sectie "Dragons" beter gekozen voor "Flank Openings" maar sowieso koos ik beter voor alle 12 secties.
Ik vermoed dat de relevantie van chesspub voor elke speler ook anders zal zijn. De clubspeler die enkel tegen -2000 elo speelt of zelf zo snel mogelijk de theorie probeert te verlaten, heeft natuurlijk niets te zoeken bij chesspub. Vanaf +2200 elo wordt het wellicht echt interessant want vanaf dat niveau krijg je zeker te maken met partijvoorbereidingen en meer mainstream-openingen. Voor de correspondentieschaker meen ik dat het materiaal te licht is, behalve misschien dan de sectie "Open Sicilians". Gisteren ontdekte ik bij het voorbereiden van dit artikel nog toevallig dankzij chesspub een gat in mijn repertoire. Voor mij is het alvast een geslaagde aankoop.
Brabo