Weinig grootmeesters hebben meer partijen
gespeeld dan Korchnoi – ik zie dat er in Chessbase Mega 2016 meer dan 5.000
zitten. Op een totaal van zo’n 5 miljoen partijen betekent dat, van alle
geregistreerde ooit op enig niveau gespeelde schaakpartijen, Korchnoi zelf in
één op duizend verwikkeld was en meer nog, bij ongeveer één op tweehonderd als
toeschouwer/mededeelnemer aan het tornooi aanwezig was. Mocht je deze
statistiek beperken tot enkel grootmeesterpartijen, dan is de footprint van
Korchnoi nog vele malen groter.
Hij speelde tegen Levenfish (°1889) en
tegen Carlsen (°1990), hij won van alle wereldkampioenen van Botvinnik tot en
met Kasparov minstens één partij – tegen Tal had hij een geweldige plusscore,
tegen Karpov daarentegen een vreselijke minscore. Hij leefde voor het schaken,
met een intense sturm und drang die waarschijnlijk bij geen enkele andere
grootmeester aanwezig was of is. Zijn norsheid, zijn opinies waar hij aan
vasthield, zijn haat tegenover de Sovjet-Unie, zijn jeugdjaren in het zwaar
belegerde en uitgehongerde Leningrad tijdens WOII, zijn onverwachte uitvallen,
maar ook zijn onverwachte humor, zijn heldere analyses op en naast het
schaakbord, zijn anekdotes, geput uit een uitstekend geheugen. We moeten het nu
allemaal missen. Eén van de allergrootsten uit de schaakwereld is heengegaan en
net als bij de net overleden Mohammed Ali of Johan Cruijff, mogen we blij zijn
dat we hen tijdens hun leven nog aan het werk hebben gezien.
Ik heb Korchnoi tweemaal live gezien – het
was tijdens het open Lost Boys tornooi in Antwerpen in 1995 (gewonnen door
Novikov en Sokolov ; Korchnoi werd gedeeld derde met nog vijf anderen). De
eerste keer was wel de meest memorabele. Hij speelde in de derde ronde een
partij tegen de sterke Nederlander Teun Van der Vorm en ik stond net aan zijn
bord te kijken met een vijftal andere toeschouwers, toen Van der Vorm opgaf.
Korchnoi leek niet al te happy en algauw bleek waarom: ‘If I come up to the
board, you should stand up to shake my hand. Not because I’m a grandmaster –
also for that – but because I’m older and out of respect for my age you should
stand up.’ Van der Vorm hield wijselijk zijn mond, want Victor de
Verschrikkelijke ging verder. ‘You play this game against my French and then
you deviate from a game of Fischer. Why do you do that – do you think you’re
better than Fischer ?’ Van der Vorm stamelde iets als ‘it looked playable’
maar Korchnoi was in no mood for jokes en tot een analyse kwam het niet. Het
feit dat ik dit nog altijd vlot uit mijn geheugen kan opdiepen geeft ook weer
wat een indruk dit maakte op mij – laat staan op Van der Vorm zelf.
De tweede keer was minder indrukwekkend, in
het stadscentrum in Antwerpen, tijdens datzelfde tornooi. Ik stond – samen met
Franky D. - aan het kruispunt van de Huidevetterstraat en de Meir te wachten
aan de verkeerslichten om de straat te dwarsen, toen ik Korchnoi aan de
overkant opmerkte. Ikzelf stak over en te beschroomd om hem aan te spreken,
passeerde hem met een half binnenmonds gemompeld ‘good evening Mr
Korchnoi’. Hij merkte het half op had
ik de indruk. Franky wachtte hem op aan de overkant en knoopte een korte babbel
met hem aan. Jammer dat smartphones toen nog niet bestonden…
Op twitter werd een mooie reactie van Svidler gepost, waarin hij zei dat een belediging door Korchnoi een soort ereteken was
(het deed me even denken aan Donner, waar je als Nederlandse schaker slechts
iets betekende als Donner je had opgemerkt en … beschimpt – ‘Krabbé ? Een
renner!’) – als je hem kwaad kreeg, was dat vooral omdat hij geërgerd was. En
niets kon hem meer ergeren dan een gebrek aan respect of een verliespartij.
Svidler won hun eerste onderlinge partij omdat Korchnoi ondanks het
vervlakkende spel van Svidler op winst was blijven spelen, maar Korchnoi
versloeg hem vernietigend in hun tweede partij. Hij had een uur zitten nadenken
over een geforceerde voortzetting – Svidler zag in dat uur niet hoe Korchnoi
kon winnen, maar na dat uur in de denktank werd hij toch in de snelle zettenwisseling
die erop volgde van het bord gezet. Toen Svidler hem na de partij feliciteerde
met de woorden « ik kan een sterk gespeelde partij altijd appreciëren, ook
als ze tegen mij gespeeld wordt » ontdooide Korchnoi. Beide partijen zijn
zeer de moeite.
Zoals op de Chessbase-website vermeld wordt,blijft zijn (tweede) vrouw Petra nu alleen achter – een zielsverwant, want ook
zij had ten volle de zwarte kant van het communisme aan den lijve ervaren. Toen
ze hem voor het eerst zag wist ze dat ze voor elkaar gemaakt waren – en dat
Korchnoi haar nodig had, eerst als secretaresse, later als vrouw en toeverlaat.
Korchnoi leefde enkel voor het schaken en dat mag letterlijk genomen worden.
Hij las geen romans of andere boeken, hij ging zelden of nooit naar culturele
of sportieve manifestaties. Zijn grootste plezier – toen hij het roken had
opgegeven – was het genieten van een goed stuk chocolade. Zelf had hij spijt
van dat gat in zijn cultuur, dat hij bv de Russische klassieke auteurs niet
gelezen had, maar het was de keuze die hij gemaakt had : alles voor het
schaakspel – geen compromis.
Ik heb één boek van Korchnoi zelf (PracticalRook Endgames) – de eindspelen zijn enorm diepgravend (Hubneriaans)
geanalyseerd, maar enorm leerrijk. Voor wie wil weten op welk niveau de
wereldtop analyseert - een aanrader (zie
bv chessgames
of chesscafe
voor een bespreking), al was het maar voor de prima inleiding met elementaire
toreneindspelen die hij erbij geeft.
Heeft Korchnoi indrukwekkende partijen
voor het nageslacht gespeeld ? Ja. Winstpartijen van Korchnoi die in
lijstjes opgenoemd worden als beste of meest memorabele partijen ? Neen. In
het boekje « Legendäre Schachpartien » van Humboldt, staan meer dan
100 gedenkwaardige partijen. Twee ervan zijn verliespartijen van Korchnoi,
geen enkele winstpartij van hem is opgenomen. Ter vergelijking, Tal komt zes
keer voor, Kasparov acht keer. Ook in andere verzamelingen van dit kaliber
staan zelden winstpartijen van Korchnoi (in Bouwmeesters 100 briljantepartijen staan er tot mijn verrassing toch twee: Korchnoi-Udovcic, Leningrad 1967, waarin hij mag aantreden tegen zijn eigen Franse verdediging en het late
middenspel van Korchnoi-Yusupov, Rotterdam 1988). Korchnoi was niet ‘briljant’,
hij hield van verdedigen en tegenaanval, maar zoals Spassky het eens
tongue-in-cheek formuleerde : « Hij kan alles, van aanval tot
verdediging, van complexe middenspelen tot technische eindspelen. Hij beheerst
zijn openingstheorie en heeft een ongelofelijke werkkracht. Het is alleen jammer
dat hij niet het talent heeft om wereldkampioen te worden. » En eigenlijk
was dat de nagel op de kop. Net zoals Kamsky jaren later, miste ook Korchnoi
die laatste sparkle inventiviteit, durf, talent, geluk, bereidheid tot risico,
genialiteit – noem het zoals je wil – om die laatste horde te nemen. Alles was
gebaseerd op elke dag in dag uit te werken aan zijn schaakspel. Vaak bracht hij
een ‘nieuwtje’ op het bord, wat vaak in partijen van vijftig jaren eerder al
geprobeerd was, onder het motto ‘everything that is forgotten is new (again)’.
Mijn zeer persoonlijke keuze van Korchnoi
partijen is dan ook : Van der Vorm – Korchnoi (Fischer-Darga).
en Karpov-Korchnoi uit het tornooi van Dortmund 1994, waarin ze beiden op 50%
eindigden.
Die laatste partij was één van de zeldzame
winstpartijen van Korchnoi op Karpov. Na hun tweede WK-match in 1981 kwamen ze
nog 32 keren tegen elkaar uit. Maar er was iets gebroken in Korchnoi, Karpov
had de code gevonden en werd zijn zwart beest par excellence. Van die 32
partijen won Karpov er 16 (!), remiseerde 15 keren en verloor één keer. Maar
die ene keer was dan ook een partij die Korchnoi een week of zo gelukkig moet
gemaakt hebben. Het was dan ook een zeer speciale partij : in een gelijke
stelling laat Korchnoi Karpov een tweede dame halen, maar dat is meteen de
verliezende zet. Hoewel de partij nog meer dan tien
zetten duurt, laat Korchnoi niet meer los en wint. Na deze partij gaf
Korchnoi het commentaar « op één of andere manier is het bord te klein om
met twee dames te spelen».
HK5000
Mijn Russische vrouw heeft mij ook al meermaals verteld dat ik eens de Russische klassiekers moet lezen. Volgens sommigen moet je ze zelfs meerdere malen in je leven lezen omdat je eigen levenservaring een rol speelt bij het begrijpen.
BeantwoordenVerwijderenVerder dan enkele schaakboeken geraak ik echter niet maar wakker lig ik daar zeker niet van.
In het boek "Bobby Fischer my 60 memorable games" staat Van der Vorms 13.Te1 ook vermeld in de analyses van de partij Fischer - Darga. Fischer schrijft dat het een solide maar iets minder agressieve zet is. Dus er is niets mis mee wat trouwens bevestigd wordt door Stockfish 7 die Te1 zelfs verkiest boven La3.
BeantwoordenVerwijderen