Puzzelkampioen, een fietsdiploma, een medaille voor de beste zakkenloper,... Mijn kinderen geraken heel snel gehecht aan punten, diploma's, titels,... Op zich niet perse slecht in de prestatie-maatschappij die we leven maar gehaaide commerçanten slaan er graag munt uit. Ook onze fide heeft al lang ontdekt dat er heel wat geld te verdienen valt met het toekennen van titels. Wat vroeger een exclusiviteit was, is nu een geldmachine geworden. Vandaag hebben we ongeveer 1500 grootmeesters en nog steeds stijgt dit aantal elk jaar met ongeveer 50 daar de nieuwe vele malen de overledenen overstijgen.
Discussies over de waarde van de titels en de erg uiteenlopende trajecten om eenzelfde titel te behalen, zijn bijgevolg onvermijdelijk. Een ex-fide official gaf op zijn blog alvast te kennen dat hij best ok was met het huidig kader. Persoonlijk vind ik dat de titels al lang niet meer een garantie voor kwaliteit staan vandaar dat ik op mijn blog steeds een bijkomende nuancering gebruik. Grootmeester is voor mij tot 2600 elo. Sterke grootmeester tussen 2600-2700 elo en top-grootmeester vanaf 2700 elo.
Bordschaken is niet de enige schaakdiscipline waar je vandaag titels kunt verdienen. Heel wat online-sites hebben ondertussen een eigen beloningsmodel gecreëerd om spelers te binden. De waarde van de behaalde onderscheidingen is buiten de desbetreffende sites erg beperkt of vaak onbestaande. De titels toegekend door ICCF voor correspondentieschaak daarentegen worden wel door een veel breder publiek gerespecteerd. Echter ook hier zijn we de afkalving van de exclusiviteit ondanks we al over een nichemarkt mogen spreken.
Een nog veel kleinere niche is oplosschaak. Slechts 28 grootmeesters zijn er waaronder onze Eddy Van Beers. Spijtig dat zijn titel in 2009 zo weinig belicht werd want uit ervaring kan ik meegeven dat het een erg knappe prestatie is die slechts met behulp van vele jaren toewijding en een flinke dosis talent kan worden behaald. Misschien wel de meest exclusieve en meest gerespecteerde grootmeestertitel is die van het compositieschaak. Pas om de 3 jaar kan je punten verdienen om de titel te behalen waardoor het vaak iets is van een heel lange adem. Op chess.com werd enkele maanden geleden de Israelier Yochanan Afek gelauwerd als 1 van de 7 levende grootmeesters in eindspelcomposities maar eerlijkheidshalve bestaat er geen aparte titel voor eindspelcomposities. Er wordt enkel gesproken over een grootmeestertitel voor composities dus ruimer omvattend dan eindspelen. De volledige lijst is ook langer dan slechts 7 als je kijkt op wfcc wat natuurlijk geen afbreuk doet op de prestatie waaraan Afek meer dan 48 jaar heeft gewerkt !
In dit artikel zal ik het verder niet hebben over de vele prachtige studies die Afek heeft gemaakt want ieder geïnteresseerde kan de database van Harold van der Heijden aanschaffen. Ik wil het eerder hebben over een boek dat hij geschreven heeft : Invisible moves en dat natuurlijk in het verlengde ligt van zijn ander werk.
Eerst moeten we natuurlijk het eens geraken over wat onzichtbare zetten zijn. Als je live-uitzendingen af en toe meevolgt dan ondervind je al snel dat spelers het grondig oneens kunnen zijn over wat wel of niet moeilijk/ makkelijk is. Ik spreek niet alleen over de onervaren kibitzers die blindelings het oordeel van hun computerprogramma volgen maar ook commentatoren schatten vaak verkeerd in wat wel of niet zal gevonden worden door de topschakers. De moeilijkheidsgraad kan nauwkeuriger worden bepaald in specifieke oplossessies. Zo geven diverse servers aan de hand van eerdere oplosresultaten aan welke rating een bepaald probleem heeft : chesstempo, chessbase, cts, ...
Nadeel van die oplossessies net zoals met trainingsboeken is dat het sterk afwijkt van wedstrijd-omstandigheden. Het is veel makkelijker om een sterke zet te vinden als iemand op voorhand al zegt dat er een sterke zet verborgen is (zie mijn artikel mijn mooiste zet). Daarom wil ik in dit artikel mij concentreren op specifieke stellingen waarvan ik weet dat niet alleen meerdere spelers maar ook de meerderheid niet de beste zet vonden in een standaardpartij.
Middenspelen en eindspelen vallen bijna onmiddellijk af omdat ze bijna nooit 2 keer voorkomen in de bordpraktijk laat staan dat er 2 keer eenzelfde fout wordt gemaakt. Dus blijven enkel openingen over. Omdat spelers natuurlijk leren uit de geschiedenis is het ook hier niet zo evident om stellingen te vinden die voldoen aan beide voorwaarden. Een eerste die voldoet is onderstaande stelling die in 3 partijen van de Big Database 2015 voorkomt en geen enkele keer in de praktijk correct werd opgelost.
De trouwe bloglezer zal wellicht de stelling herkend hebben uit mijn artikel belgische interclubs apotheose want daar werd mijn partij tegen Glen De Schampheleire besproken. Trouwens later vertelde Glen in een blogcommentaar dat de combinatie in een bijna identieke stelling werd gevonden door de Italiaanse grootmeester Axel Rombaldoni maar bijna identiek is niet identiek dus telt hier niet mee.
Een tweede veel frequenter gespeelde stelling die ik toon, is al bekend van 1892. In 178 partijen werd slechts 23 keer de beste zet gespeeld en dan nog hoogstwaarschijnlijk bijna uitsluitend door spelers die de stelling al eens eerder hadden gezien.
Grootmeesters Kevin Spragett, Alonso Zapata en zelfs Anatoly Karpov misten de beste zet. Kevin Spragett miste de zet zelfs 2 keer. Het toont aan dat niet iedereen het eens is om alle partijen grondig te analyseren zoals ik aangaf ik mijn artikel welke partijen analyseren. Oud-wereldkampioen Alexander Alekhine speelde de eerste keer de juiste zet maar zag daar van af in een 2de ontmoeting. Er moeten inderdaad best wel enkele tactische varianten worden uitgerekend maar was dat net niet de specialiteit van Alekhine? Zelf vond ik de zet uiteraard ook niet de eerste keer maar online kon ik ondertussen al 40 keer mijn blitztegenstanders imponeren met Kf1.
Een 3de en laatste voorbeeld haal ik van de excellente maar nu slapende curiositeiten site van Tim Krabbe. De stelling komt minder frequent voor dan de vorige want slechts 41 keer maar blijkt nog veel moeilijker want 0 keer werd de winnende zet gespeeld in standaardschaak.
De Philipijnse grootmeester Eugenio Torre is de bekendste speler die de ongelooflijke zet Ke2 miste.
Kunnen we de laatste zet als de meest onzichtbare zet beschouwen of gaat je voorkeur naar de vorige? Misschien ken je nog een moeilijkere zet uit je repertoire met openingsvalletjes. Laat het weten in de commentaren met welke zet/stelling je al heel wat makkelijke winsten hebt kunnen scoren.
Brabo
Discussies over de waarde van de titels en de erg uiteenlopende trajecten om eenzelfde titel te behalen, zijn bijgevolg onvermijdelijk. Een ex-fide official gaf op zijn blog alvast te kennen dat hij best ok was met het huidig kader. Persoonlijk vind ik dat de titels al lang niet meer een garantie voor kwaliteit staan vandaar dat ik op mijn blog steeds een bijkomende nuancering gebruik. Grootmeester is voor mij tot 2600 elo. Sterke grootmeester tussen 2600-2700 elo en top-grootmeester vanaf 2700 elo.
Bordschaken is niet de enige schaakdiscipline waar je vandaag titels kunt verdienen. Heel wat online-sites hebben ondertussen een eigen beloningsmodel gecreëerd om spelers te binden. De waarde van de behaalde onderscheidingen is buiten de desbetreffende sites erg beperkt of vaak onbestaande. De titels toegekend door ICCF voor correspondentieschaak daarentegen worden wel door een veel breder publiek gerespecteerd. Echter ook hier zijn we de afkalving van de exclusiviteit ondanks we al over een nichemarkt mogen spreken.
Een nog veel kleinere niche is oplosschaak. Slechts 28 grootmeesters zijn er waaronder onze Eddy Van Beers. Spijtig dat zijn titel in 2009 zo weinig belicht werd want uit ervaring kan ik meegeven dat het een erg knappe prestatie is die slechts met behulp van vele jaren toewijding en een flinke dosis talent kan worden behaald. Misschien wel de meest exclusieve en meest gerespecteerde grootmeestertitel is die van het compositieschaak. Pas om de 3 jaar kan je punten verdienen om de titel te behalen waardoor het vaak iets is van een heel lange adem. Op chess.com werd enkele maanden geleden de Israelier Yochanan Afek gelauwerd als 1 van de 7 levende grootmeesters in eindspelcomposities maar eerlijkheidshalve bestaat er geen aparte titel voor eindspelcomposities. Er wordt enkel gesproken over een grootmeestertitel voor composities dus ruimer omvattend dan eindspelen. De volledige lijst is ook langer dan slechts 7 als je kijkt op wfcc wat natuurlijk geen afbreuk doet op de prestatie waaraan Afek meer dan 48 jaar heeft gewerkt !
In dit artikel zal ik het verder niet hebben over de vele prachtige studies die Afek heeft gemaakt want ieder geïnteresseerde kan de database van Harold van der Heijden aanschaffen. Ik wil het eerder hebben over een boek dat hij geschreven heeft : Invisible moves en dat natuurlijk in het verlengde ligt van zijn ander werk.
Eerst moeten we natuurlijk het eens geraken over wat onzichtbare zetten zijn. Als je live-uitzendingen af en toe meevolgt dan ondervind je al snel dat spelers het grondig oneens kunnen zijn over wat wel of niet moeilijk/ makkelijk is. Ik spreek niet alleen over de onervaren kibitzers die blindelings het oordeel van hun computerprogramma volgen maar ook commentatoren schatten vaak verkeerd in wat wel of niet zal gevonden worden door de topschakers. De moeilijkheidsgraad kan nauwkeuriger worden bepaald in specifieke oplossessies. Zo geven diverse servers aan de hand van eerdere oplosresultaten aan welke rating een bepaald probleem heeft : chesstempo, chessbase, cts, ...
Nadeel van die oplossessies net zoals met trainingsboeken is dat het sterk afwijkt van wedstrijd-omstandigheden. Het is veel makkelijker om een sterke zet te vinden als iemand op voorhand al zegt dat er een sterke zet verborgen is (zie mijn artikel mijn mooiste zet). Daarom wil ik in dit artikel mij concentreren op specifieke stellingen waarvan ik weet dat niet alleen meerdere spelers maar ook de meerderheid niet de beste zet vonden in een standaardpartij.
Middenspelen en eindspelen vallen bijna onmiddellijk af omdat ze bijna nooit 2 keer voorkomen in de bordpraktijk laat staan dat er 2 keer eenzelfde fout wordt gemaakt. Dus blijven enkel openingen over. Omdat spelers natuurlijk leren uit de geschiedenis is het ook hier niet zo evident om stellingen te vinden die voldoen aan beide voorwaarden. Een eerste die voldoet is onderstaande stelling die in 3 partijen van de Big Database 2015 voorkomt en geen enkele keer in de praktijk correct werd opgelost.
Een tweede veel frequenter gespeelde stelling die ik toon, is al bekend van 1892. In 178 partijen werd slechts 23 keer de beste zet gespeeld en dan nog hoogstwaarschijnlijk bijna uitsluitend door spelers die de stelling al eens eerder hadden gezien.
Een 3de en laatste voorbeeld haal ik van de excellente maar nu slapende curiositeiten site van Tim Krabbe. De stelling komt minder frequent voor dan de vorige want slechts 41 keer maar blijkt nog veel moeilijker want 0 keer werd de winnende zet gespeeld in standaardschaak.
Kunnen we de laatste zet als de meest onzichtbare zet beschouwen of gaat je voorkeur naar de vorige? Misschien ken je nog een moeilijkere zet uit je repertoire met openingsvalletjes. Laat het weten in de commentaren met welke zet/stelling je al heel wat makkelijke winsten hebt kunnen scoren.
Brabo
Niet uit eigen praktijk, maar in 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 g6 6.Lc4 Lg7 7.0-0 0-0 8.h3 Nc6 9.Le3 Pxe4 10.Lxf7+?! ontdekte Wojtkiewicz de verbetering Kxf7, wat Shirov (die het van hem had) gebruikte om Adams te verslaan in Biel 1991. Tot dan speelde men uitsluitend Txf7 en wit won meestal; de variant (met Txf7) verdween daarna bijna volledig. Onder degenen die 10...Kxf7 misten voor Shirov's/Wojtkiewicz' nieuwtje, zaten mensen die later I(G)M werden: Makropoulos, Ward, Watson, Perenyi.
BeantwoordenVerwijderenIdem ook voor de variant 1. e4 e5 2. Nf3 Nc6 3. Bc4 Nf6 4. Ng5 d5 5. exd5 Na5 6. Bb5+ c6 7. dxc6 bxc6 8.Qf3 Rb8 9. Bd3 h6 10. Ne4 Nd5 11. b3 g6 12. Qg3 Nf4 13. Bb2 Bg7 Ik geloof dat Walter Muir (cr) hier de zet 14.Dxf4 vond. Van der Wiel speelde dit niet tegen Timman in het NK 1981 (later wel). Ik heb het tweemaal gespeeld in cr en tweemaal mee gewonnen - het is zeer lastig voor zwart om de witte druk correct van zich af te houden na 14.Dxf4. In Nederland hebben twee cr-spelers zelfs een mini-match gespeeld om een goed oordeel hierover te kunnen vellen.
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor de voorbeelden hypekiller5000. Ik hoop op nog meer reacties van anderen.
BeantwoordenVerwijderenIk moet je echter wel teleurstellen.
Stelling 1 vond ik 36 keer terug in de Big database 2015. 23 keer werd Txf7 gespeeld, 13 keer Kxf7. Stockfish zegt ons dat Txf7 slecht 0,05 sterker is dan Kxf7. Zelf enkele varianten vluchtig bekeken en ik zie ook niet in waarom de ene zet perse beter is dan de andere. Anders gezegd zijn de voorwaarden die ik stel om te kunnen spreken over onzichtbare zetten niet voldaan.
Stelling 2: Ik vond de stelling 6 keer terug in de Big database 2015. 4 keer werd Dxf4 gespeeld. 2 keer La3. Bovendien blijkt er slechts 0,02 verschil te bestaan volgens Stockfisch tussen Dxf4 en 0-0. Dit lijkt ook te kloppen als we naar correspondentieschaak kijken want met 0-0 scoort wit zelfs 100% in 5 partijen. Dxf4 haalt geen 100% in correspondentieschaak. Ook hier dus voldoet het niet aan de specifieke voorwaarden die ik stel aan een onzichtbare zet.
:-) ik kan niet tegen cijfers op... maar anderzijds .. zijn onzichtbare zetten dan niet gewoon nieuwtjes die nog niet ontdekt zijn - en zijn alle TN's tot nu toe, niet vroeger onzichtbare zetten?
BeantwoordenVerwijderenEr bestaan vele interpretaties van wat een onzichtbare zet is zoals ik al aangeef in de passage: " Eerst moeten we natuurlijk het eens geraken over wat onzichtbare zetten zijn."
BeantwoordenVerwijderenDe uitdaging die ik aan de lezer stel, is om onzichtbare zetten te vinden die voldoen aan 2 voorwaarden:
In de bordpraktijk hebben meerdere spelers niet de beste zet gevonden te verifieren met de big database 2015.
In de bordpraktijk heeft een meerderheid niet de beste zet gevonden opnieuw te verifieren met de big database 2015.
Dus als de beste zet door meerdere spelers niet is gevonden maar wel door een meerderheid zoals met Dxf4 dan valt de stelling af.
Als een beste zet slechts door 1 persoon niet is gevonden maar niemand anders heeft de stelling ooit in de praktijk op het bord gehad dan valt de stelling af.
Een bijkomende verduidelijking is nodig voor de definitie van een beste zet. We kunnen pas van een beste zet spreken als andere zetten een duidelijk mindere evaluatie krijgen. Stockfisch moet toch minstens 25 hondersten voordeel aangeven voor de beste zet t.o.v. andere zetten om echt te kunnen spreken over een beste zet.
Ik geef toe dat is een erg strikte en aparte definitie van onzichtbare zetten maar dit maakt de uitdaging net speciaal. Zoals je zelf stelt zijn alle TN's een soort onzichtbare zetten maar daarvan zijn er misschien miljoenen van dus absoluut geen uitdaging.
Bij mij is er maar 1 partij waar ik kan aan denken die past bij het artikel:
BeantwoordenVerwijderen[Event "Interclub 2004-5"]
[Site "?"]
[Date "2005.01.09"]
[Round "6.8"]
[White "Decoster, Frederic"]
[Black "Cnossen, Wiebe"]
[Result "1/2-1/2"]
[ECO "C74"]
[WhiteElo "2205"]
[BlackElo "2192"]
[Annotator "Decoster,F"]
[PlyCount "39"]
[EventDate "2005.??.??"]
1. e4 e5 2. Nf3 Nc6 3. Bb5 a6 4. Ba4 d6 5. c3 f5 6. exf5 Bxf5 7. O-O Bd3 8. Re1
Nf6 9. Bc2 $2 (9. Nd4 $1 Qd7 10. Nxc6 bxc6 11. Qf3 Bb5 12. Bb3 $16) 9... Bxc2
10. Qxc2 Be7 11. d4 e4 12. Nfd2 d5 13. f3 exf3 14. Nxf3 O-O 15. Bg5 Rf7 16.
Nbd2 Ng4 17. Bxe7 Rxe7 18. Rxe7 Nxe7 19. h3 Nf6 20. Rf1 1/2-1/2
9.Pd4! werd maar 3 keer gespeeld in mijn database op 13 gespeelde partijen. Redelijk onzichtbaar?
Absoluut. Veel hangt natuurlijk ook af van hoe bekend een bepaalde stelling is.
BeantwoordenVerwijderen[Event "FIDE World Cup 2015"]
[Site "Baku AZE"]
[Date "2015.09.22"]
[Round "4.5"]
[White "Wei, Yi"]
[Black "Ding, Liren"]
[Result "1/2-1/2"]
[ECO "C24"]
[WhiteElo "2734"]
[BlackElo "2782"]
[Plycount "62"]
[Eventdate "2015.09.11"]
1.e4 e5 2.Bc4 Nf6 3.d3 c6 4.Nf3 d5 5.Bb3 Bb4+ 6.Bd2 Bxd2+ 7.Qxd2 dxe4 8.Nxe5 O-O 9.dxe4 Qe7 10.Qf4 Nh5 11.Bxf7+ Kh8 12.Qg3! Rxf7 ( 12...Nxg3 13.Ng6+! hxg6 14.hxg3+ Bh3 15.Rxh3+ Qh4 16.Rxh4# ) 13.Nxf7+ Qxf7 14.Qd6 Be6 15.Nc3 ( 15.Nd2 Nd7 16.O-O-O Re8 17.f3 Nf4 18.g3 Ne2+ 19.Kb1 Bxa2+ 20.Ka1 Re5 21.b3 Re6 { Hendriks,W (2407)-Kerigan,D (2288) Hoogeveen 2013 } ) 15...Nd7 16.O-O-O Re8 17.Rhf1 Bc4 18.Rfe1 Ne5 19.b3 Ba6 20.Kb1 h6 21.f3 Nf4 22.Rd2 Kh7 23.Red1 Re6 24.Qb8 Qf6 25.Na4 Be2 26.Rc1 b6 27.Nc3 Ba6 28.Rcd1 Nc4 29.bxc4 Qxc3 30.Qxf4 Qb4+ 31.Ka1 Qc3+
1/2-1/2
Zo werd de fantastische zet 12.Dg3 in 2/2 gespeeld maar zonder twijfel heeft dit te maken met de populariteit van het boek MFTL. Hierover schreef ik eerder een blogartikel: http://schaken-brabo.blogspot.be/2013/04/ik-wist-het-wel.html
De opening in jouw partij tegen Cnossen Wiebe zal ik wellicht in 1 van mijn volgende artikels gebruiken. Het is zonder f5 maar mogelijks toch interessant.
Ik heb er nog eentje uit mijn repertoire: uit interclub 2003-04 (Aalter-Izegem): ik speelde 1.e4 c5 2.P3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 g6 6.f4 (je weet nooit of je tegenstanders het correcte Pc6 gaan spelen) 6...Lg7 (OK, we kunnen op winst spelen) 7.e5 Pfd7 8.e6 fxe6 9.Pxe6 Lxc3 (dit verraste me - zwart geeft zijn goede loper op? hmm en met schaak, dus) 10.bxc3 en na 10...Da5 11.Ld3 (?) was ik mijn voordeel helemaal kwijt. De weerlegging is 10.Ld2! Wit zet nog een stuk in (dat met schaak kan geslagen worden), maar nu wordt het nadeel van Lxc3 pas echt duidelijk: de zwarte dame staat nog in en na 10...Lxd2+ 11.Dd2 Db6 (want het actieve Da5 is nu niet meer mogelijk) 12.Dc3 Tb8 13.Pc7 Kd8 14.Pe6 Ke8 15.Dxc8+ Kf7 16.Pg5+ Kg7 17.Dc3+ e5 18.Pe6+ Kh8 19.Pc7 Pc6 20.Pxa8 Txa8 (quasi allemaal geforceerd) kan zwart opgeven. De partij zelf werd remise...
BeantwoordenVerwijderenSlechts 1 partij in de megadatabase teruggevonden met de stelling na zwarts 9de zet. Ook daar speelde de FM niet 10.Ld2 maar 10.bxc3 dus ja wellicht onzichtbaar. Er zouden nog meer partijen met de stelling moeten gespeeld worden om helemaal uitsluitsel te kunnen brengen.
Verwijderen