woensdag 27 maart 2024

Fide heeft een enorme geldhonger

In mijn vorig artikel vertelde ik over hoe fanatiek schakers op jacht zijn naar fide-elo. Echter ik heb nog in een tijdperk gespeeld wanneer dit helemaal niet het geval was. Pas toen fide realiseerde dat ratings flink geld kunnen opbrengen, werd het geweer van schouder veranderd.

De eerste signalen van de nieuwe aanpak zagen we in de democratisering van de fide-elos door het verlagen van de minimum-elo. Telkens de ondergrens werd verlaagd, kreeg de fide massaal veel nieuwe leden erbij.
  • 1993: minimum 2000 elo
  • 2001: minimum 1800 elo
  • 2004: minimum 1600 elo
  • 2006: minimum 1400 elo
  • 2012: minimum 1000 elo
Om de honger naar de elo aan te wakkeren van de spelers werden de ratingpublicaties opgeschaald. 
  • 2000: semestrieel naar trimestrieel
  • 2009: trimestrieel naar tweemaandelijks
  • 2012: tweemaandelijks naar maandelijks
Vandaag telt de fide ongeveer een 200.000 actieve schakers die per gespeeld tornooi een euro betalen aan fide dus ik vermoed dat dit ongeveer een half miljoen per jaar aan inkomsten oplevert voor fide.

De toekenning van fidetitels is een andere belangrijke inkomst voor de fide. Elk jaar worden vele tientallen titels uitgereikt en voor elke titel moet een fee betaald worden aan de fide zie Fidetitels. Fide heeft er dus alle baat bij om het aantal titels zo hoog mogelijk te houden.
  • 2002: nieuwe titels geïntroduceerd (CM, WCM) terwijl toen al kritiek was dat er te veel spelers een titel hadden (dus devaluatie van de waarde)
  • Ondanks kritiek op genderongelijkheid blijven vrouwelijke titels bestaan want brengt extra geld in het laatje
  • 2022: Afschaffen van de vereiste om een norm in gesloten tornooien te halen
  • Titels rechtstreeks te behalen in fide-tornooien (dus zonder normen)

Echter de grootste bron van inkomsten voor de fide zijn hun eigen tornooien. Trouwens hierin is fide bijzonder spitsvondig door niet alleen de organisatie aan anderen over te laten maar die daar ook nog voor te laten betalen. Het gaat zelfs zo ver dat organisaties eerst moeten betalen om uberhaupt een bod te mogen doen voor een fide-tornooi. Zo komt er uiteindelijk 3 keer geld binnen per tornooi:
  • deelnemers aan fide-tornooien (olympiade, jeugdkampioenschappen, ..) betalen een fee aan de fide
  • een bod op een fidetornooi kost tussen 1000 euro tot 5000 euro volgens type tornooi zonder garantie op toekenning
  • organisaties die een fide-tornooi willen organiseren betalen bij toekenning ervan een fee aan fide van 1000 euro tot 2 Miljoen euro (voor een olympiade)

Eigenlijk is het een wonder dat er organisaties zijn die zulke fide-tornooien willen organiseren. De Belgische bond subsidieert anders zou er helemaal niets worden georganiseerd. Het feit dat de meeste fide-tornooien in landen zoals Roemenië, Georgie, ... worden georganiseerd is dan ook geen toeval. Enkel in die landen is het relatief makkelijk om hotels te overtuigen om hun inkomsten te delen met de organisatie. Dat de spelers hiervan de dupe worden en een sterk afgeslankte service krijgen is een welbekend probleem op die tornooien zie o.a. Wk-jeugd deel 2.

Evenmin een toeval is dat de fide in de loop van de jaren de productie van die melkkoe heeft trachten op te drijven met steeds nieuwe kampioenschappen.
  • 2006: extra wereldkampioenschappen voor -8 jarigen
  • 2014: leeftijd verlaagd voor deelname in seniorkampioenschappen van 60 naar 50
  • 2014: splitsing van  seniorkampioenschappen +50 en +65

Daarnaast vindt fide steeds nieuwe bronnen van inkomsten zoals
  • 2013: Introductie van diverse arbiter licenties waarvoor een fee betaald moet worden
  • Steeds hogere eisen aan tornooiorganisatoren betreffende arbiters (om dus een vraag te creëren)
  • Inpalmen van de trainersmarkt door toekenning van certificaten
  • Permanente licenties worden voor trainers vervangen door tijdelijke (trainers verdienen geld dus fide wilt hiervan profiteren, trainers worden verplicht om fide-seminaries bij te wonen)
  • Uitsluiten van trainers op fide-tornooien die geen fide-licentie kunnen voorleggen
  • 2021: Uitbreiding tot 5 diverse training licenties

De meest recente uitvinding van de fide werd in februari laatst aangekondigd de fide chess school awards. Daarmee wedt fide op 3 paarden tezelfdertijd.
  • nieuwe leden aanwerven
  • verhoog de vraag naar fide-trainers
  • nieuwe inkomsten bij de toekenning van de awards (150 euro per award)

Conclusies
  1. In 2 decennia is de fide verveld van een economische dwerg naar een multimiljonair.
  2. De meeste schakers vinden het best ok om voor ratings, tornooien, certificaten, titels, licenties, ... van fide te betalen dus velen vinden ze belangrijk.
  3. De fide heeft een heel intelligente en creatieve marketingafdeling want is voortdurend bezig met nieuwe inkomsten te creëren.
  4. Fide heeft de boot gemist van het online schaken. Chess.com bewijst dat er veel geld met online schaken te verdienen is maar Fide Online Arena kwam te laat als tegenreactie.
  5. Ratings, titels, certificaten, licenties, ... zijn allemaal virtuele producten. Behalve de fide-website en administratie zijn er bitter weinig andere kosten. Worden sommigen fide-bonzen rijk?
  6. Ik zie de honger van fide naar steeds meer geld niet gestild, integendeel. Ik verwacht in de toekomst dat fide voortdurend zal trachten zijn jaarlijkse inkomsten te verhogen op de kap van de leden.
  7. De extra elo's onder 2000 elo (elo compressie) is in de eerste plaats een poging van de fide om de inkomsten aan te zuiveren. Elo-deflatie doet spelers minder spelen dus minder inkomsten. Daarnaast gaf fide toe dat ze meer spelers de kans willen geven om een titel te behalen. Rechtstreeks punten bijgeven aan +2100 spelers, valt te hard op dus doet men het via een omweg.
  8. Spelers spenderen vandaag vaak vele honderden euro's om 1 tornooi te spelen zie o.a. mijn schaakuitgaven overschreden meer dan 10.000 euro in seizoen 2022-2023. Zeker wanneer federaties nog meer afhankelijk zullen zijn van de fide-elo, verwacht ik dat fide snel veel meer zal vragen dan 1 euro per tornooi per speler.
Brabo

woensdag 20 maart 2024

Hoe belangrijk is elo?

C-Squared Podcast beluister ik af en toe. Ik hou van de gemoedelijke stijl die de Amerikaanse topgrootmeester Fabiano Caruana en de Roemeense grootmeester Ioan-Cristian Chirila hanteren om spelers en tornooien te bespreken. Zo hadden ze het recent over hoe belangrijk elo vandaag is om uitnodigingen voor toptornooien te krijgen zie youtube. Meer dan ooit kan 20 elo het verschil betekenen in net wel of net niet kunnen deelnemen aan de best betaalde tornooien.

Een naam betekent heel weinig in de schaakwereld. Je was gisteren hot en vandaag al vergeten. Oud-wereldkampioen Vladimir Kramnik mocht dit aan de levende lijve ondervinden toen zijn blog werd afgesloten op chess.com zie Kramnik's blog was closed. Niemand staat vandaag boven de wetten van het geld.

Elke professional houdt vandaag zijn elo nauwlettend in de gaten. Van zodra de kansen op de kandidatenfinales te klein waren geworden, stapte de Amerikaanse topgrootmeester Leinier Domingues Perez eind vorig jaar uit Chessable Sunway Siges Chess Festival. Echter niet enkel spelers maar ook coaches beschermen hun rating. De prijs die je kan aanrekenen voor een les als coach hangt sterk af van je titel en elo zie bv het blogartikel van 2023: a data driven deep dive into lichess coaches. Ik zie daarom steeds vaker coaches die beslissen om compleet te stoppen met standaard schaak.

De Indische grootmeester Ramahandran Ramesh heeft een stevige reputatie als coach (zie o.a. India 2-coach Ramesh interview chess-olympiad) opgebouwd maar klassiek schaken doet hij niet meer. Zijn blitzrating doet vermoeden dat zijn speelsterkte ondertussen al veel lager ligt dan zijn elo.

Nu het zijn zeker niet uitsluitend de professionals die weigeren om te spelen als ze elo kunnen verliezen. Ik bood dit jaar aan minstens 10 spelers gratis vervoer aan om samen in Marienbad te spelen maar behalve Marcel Van Herck liet iedereen dit financieel buitenkansje voorbijgaan. Sommigen gaven zonder schroom toe dat ze het niet zagen zitten om ginds elo te verliezen want het was op voorhand al duidelijk dat het een elobloedbad zou worden.

Trouwens heel bekende elobloedbaden zijn Europese en wereldkampioenschappen voor onze Belgische jeugd. Ik heb met sommige kinderen/ ouders gesproken en nooit meer willen ze daarom nog meespelen. De Belgische expert Elias Ruzhansky zal zeker ook 2 keer nadenken of hij ooit nog wilt meespelen na de geweldige tik vorig jaar.

Dat je 223 (standaard !) elo kunt verliezen in enkele dagen, bewijst dat fide geen moer kan schelen wat er gebeurt op amateurniveau. Dit zijn drama's. Elias rating is nog steeds niet hersteld dus dat zal een compleet jaar verlies in de schaakcarrière betekenen (zonder maar te spreken over minder kansen die hij nu krijgt). Dat is bijzonder jammer want in mijn vorig artikel gaf ik reeds aan dat die jaren onder de 18 later niet meer terugkomen.

In Mariënbad zag ik ook voor het eerst een voor mij compleet nieuw fenomeen van spelers (meestal van verre landen) die deelnamen puur om rating te winnen. Een Zuid-Afrikaanse familie vertelde mij dat ze speciaal voor de ratingpunten waren overgevlogen omdat ze in eigen land er geen (of nauwelijks) konden verdienen. Bovendien eenmaal terug in het thuisland zouden de kinderen niet mogen spelen tegen leeftijdsgenootjes omdat ze anders direct de gewonnen rating zouden verliezen. Ik vond het waanzin vooral omdat ze dit deden voor slechts een 1500 eloprestatie (oude elo) Het kostenplaatjes liep op in de duizenden euro's (zonder te spreken van een grootmeester als coach). Anderzijds als er in Zuid-Afrika geen mogelijkheden zijn, moet je dan je droom opgeven?

De Singaporaan Zhong Kai Tan gaf na onze onderlinge partij aan dat hij teleurgesteld was in mijn openingskeuze. Hij had erop gerekend dat ik meer risico's met zwart (als veel hogere elo) zou nemen zodat hij meer dan enkel remise had kunnen scoren. Hier zien we dus een variant op het thema "Op remise spelen met wit tegen een sterkere tegenstander" (deel 1 en deel 2). Het is geen doel meer maar een dreiging.
Ratings zijn in 1970 geïntroduceerd om een einde te maken aan de vele ruzies en vriendjespolitiek die de schaakwereld verziekten. Er was nood aan een objectief meetinstrument. Echter ondertussen is de slinger doorgeslagen. Het kan nooit de bedoeling geweest zijn van de elo om spelers te doen stoppen met spelen uit vrees voor de negatieve gevolgen.

Sommige spelers gaan er prat op dat ze zich helemaal niet bekommeren om hun rating maar dat vind ik nonsens. Zelfs notoire elo-apathische personen laten zich geregeld betrappen op elo-interesse. Marcel Van Herck was bijvoorbeeld de eerste om recent te detecteren dat er een fout in de Belgische eloverwerking was geslopen en de Nederlandse FM Cesar Becx onderhoudt al jaren de stukkenjagers-rating.

De eerste en meest gestelde vraag onder schakers is "Wat is je rating?" dus ik snap best dat het heel lastig is om de eigen rating los te laten. Het bepaalt wie je bent in de schaakwereld en welke kansen je krijgt. Spijtig en ik denk niet dat we ooit nog zullen terugkeren naar een wereld zonder ratings. We zullen er mee moeten leven en dat zal niet voor iedereen lukken.

Brabo

donderdag 14 maart 2024

Verrassingen deel 4

Nooit eerder dan in Mariënbad werd ik in een open tornooi gewezen op de onbuigzaamheid van mijn repertoire. Zelfs verscheidene spelers ver onder de 2000 elo slaagden erin met goed voorbereide kleine systemen vanuit de opening mij onder grote druk te zetten. 

Enkele jaren geleden beschreef Sim Maervoet haarfijn in ideeën deel 2 hoe je zulke kleine systemen kunt vinden en waar je op moet letten. Zo keek hij vaak slechts naar de 5de meest gespeelde zet in een stelling volgens de databases. De kans dat de tegenstander dit ooit bestudeerd heeft of goed kent, wordt hierdoor herleid tot bijna 0. Ook mijn tegenstanders in Mariënbad pasten die techniek toe maar hun successen waren erg uiteenlopend.

In onderstaande stelling koos de 18 jarige Turkse speler Kemal Yildirim voor 6...Pc6 die slechts in 6% van de meesterpartijen volgens de database wordt gekozen. Ik was er niet op voorbereid en mijn kennis was heel summier (nietsbetekenend). Desondanks stond Kemal enkele zetten later al op groot nadeel die hij nooit meer kon wegwerken.
In het 2de voorbeeld zien we opnieuw de hoofdrol voor een Pc6 die deze keer werd gespeeld door de 13 jarige Poolse Wiktoria Smietanska. 9...Pc6 wordt slechts in 3% van de meesterpartijen gespeeld. Ook hier gold dat ik er niet op voorbereid was en ik slechts heel beperkte kennis had. Echter deze keer was Pc6 wel een voltreffer. Ik lag al snel een dik half uur achter op de klok en zat na de theorie opgezadeld met een zeer delicaat en lastig spelende stelling. Uiteindelijk in grote tijdnood en kritieke stelling bedelde ik voor remise die Wiktoria na lang wikken en wegen aannam.
Beide voorbeelden gebruiken hetzelfde verrassingselement maar hebben een zeer verschillende afloop. Toeval? Dat denk ik niet want er is een wezenlijk verschil tussen beide. In nevensysteem 1 zien we dat het reeds gespeeld werd in 829 meesterpartijen terwijl nevensysteem 2 slechts getest werd in 58 meesterpartijen. 829 partijen bekijken is onbegonnen werk als verrassingswapen maar 58 is best te doen. Ik speelde al op de 2de zet na de verrassing in voorbeeld 1 een veel minder populaire maar nog steeds interessante voortzetting en daar vond Kemal geen goed antwoord op. Kemal had enkel gekeken naar de meest gespeelde varianten wat al enkele uurtjes tijd in beslag had genomen.

Wiktoria daarentegen bleef ook na het spelen van de verrassing nog verscheidene zetten a tempo op het bord kwakken. Ze was niet alleen op de hoogte van alle plannen die bestaan maar aarzelde zelfs niet om met een computerverbetering een oude meesterpartij te verbeteren. Dat is erg knap voor een 13 jarig meisje maar het was mij natuurlijk duidelijk dat ze hier hulp had voor gekregen.

Toen ik achteraf verhaal ging halen bij Wiktoria, gaf ze ook toe dat de coach haar had geholpen met de partijvoorbereiding. Ik antwoordde haar dat ze hem mijn complimenten moest doen want hij had heel puik werk afgeleverd (waarop ze een zeldzame glimlach niet kon onderdrukken). Als 13 jarige was ze beter voorbereid dan elke 2400+ speler die ik de voorbije jaren had ontmoet waarmee nogmaals het belang van coaches onderstreept wordt.

Trouwens in Mariënbad werd nogmaals bewezen hoe hard ondersteuning afhangt van de leeftijd van een speler. Onder de 18 jaar hebben veel spelers hun eigen coach (die zelfs vaak meereist). Boven de 18 jaar heb ik niemand er gezien met een coach. Meer dan ooit zijn de jeugdjaren kritiek in hoe iemands schaakontwikkeling verloopt. Vanaf 18 jaar heb je het gemaakt of word je afgeserveerd. Kemal moest het wellicht allemaal zelf rooien dus ook niet verwonderlijk dat hij niet even goed was voorbereid als Wiktoria.

Brabo

donderdag 7 maart 2024

Identiteitsfraude

Begin dit jaar nam ik deel voor het derde jaar op een rij aan het tornooi van Mariënbad (Tsjechië). Derde keer goede keer voor de titel hoopte ik (na een derde en een tweede plaats). Op elo was ik deze keer de favoriet want ik had 70 elo meer dan de nummer 2 op de startlijst. Echter heel snel zou blijken dat ik veel te optimistisch was.

Al in de eerste ronde kreeg ik een heel vreemde tegenstander voorgeschoteld die een voorbode was van wat het hele tornooi zou brengen. Het leek op het eerste gezicht een gemakkelijke paring want de tegenstander had slechts 1660 elo en was geen jeugdspeler meer. Echter in de paar minuten die ik had tussen de aankondiging van de paringen en de start van de ronde, ontdekte ik dat Fan Ye een dag eerder een klassiek tornooi over 9 ronden in Praag had afgesloten met een +2200 TPR. Een gewaarschuwd man is er 2 waard. Ik speelde alsof ik tegen een 2200 speler moest spelen en dat bleek geen onnozele strategie.
Dat was dus allesbehalve een gemakkelijke overwinning. Zonder de blunder op zet 40 vermoed ik dat het gewoon remise was geworden. De opening betrof een zonderlinge kritieke lijn tegen het Hollands die wit klaarblijkelijk als parate kennis beheerste. Ik ken zelfs weinig + 2200 spelers die tot zoiets in staat zijn. Ook in het middenspel liet wit meermaals blijken dat zijn speelsterkte vele honderden punten hoger was dan zijn rating.

Ik kom geregeld spelers tegen die 100 of 200 punten ondergekwoteerd zijn maar dit zijn dan steeds jeugdspelers. Hier spreken we over een +25 jarige die +500 punten ondergekwoteerd is. Trouwens of dit nog niet genoeg was, liepen er nog enkele zulke andere Chinezen rond in Mariënbad. De Braziliaanse grootmeester Darcy Lima leed al in de eerste ronde een smadelijke nederlaag tegen Yukun Wang met slechts 2117 elo. Vreemd en het wordt nog vreemder wanneer je tracht te achterhalen wie ze zijn.

Geen foto, geen club en zelfs geen geboortejaar kan je terugvinden. Ik vraag mij bijgevolg luidop af of de Chinezen wel echt de personen zijn waarvoor ze zich uitgeven. In elk geval staat de deur wagenwijd open voor identiteitsfraude bij gebrek aan een identiteitscontrole.

Misschien zoek ik spijkers op laag water maar identiteitsfraude is niet nieuw in het schaken. Zo had je in 2020 het geval van de geschorste Igor Rausis die een andere naam gebruikte om mee te spelen in een tornooi. Online zijn vele gevallen bekend van grootmeesters die partijen spelen in naam van een andere schaker (dus hiermee omzeil je ook de automatische detectiesystemen op valsspelen). Zelf herinner ik mij eens een grap die een Belgisch schaakkoppel met mij uithaalde. Plots begon de vrouw veel sterker te spelen met een totaal ander repertoire maar ik had uiteraard snel door dat de man het roer had overgenomen. 

Er zijn dus diverse redenen om aan identiteitsfraude te doen. Ik kan mij voorstellen dat sommigen gewoon het id gebruiken van iemand anders om geld te sparen (zoals je voetbal-abonnementskaart doorgeven aan een vriend, een netflix-account delen). Anderen willen dan weer een gemakkelijke weg naar roem en eer door iemand anders in hun plaats te laten spelen. Kortom ik snap niet dat fide en elke andere schaakorganisatie zo lak is als het gaat over identiteitscontroles.

Bovendien boezemt de hele fide-werking betreffende identificatie weinig vertrouwen in. Alles moet persoonlijk via mail gebeuren zie (o.a. How to update profile-photo on fide-profile?) maar je hebt geen enkele garantie dat GDPR (AVG) wordt toegepast. De gegevens van spelers die niet meer zijn aangesloten of zelfs overleden zijn, blijven vaak nog jaren publiek beschikbaar. Daar is onze bond stricter op want in tegenstelling tot het fideprofiel van de Belgische grootmeester Bart Michiels kan je niets meer terugvinden sinds Bart niet meer zijn lidmaatschap vernieuwde (zo hoort het).

De enige uitzondering die ik ken op een identificatie in het schaken zijn de schaakkampioenschappen in de Floreal (Blankenberge) zoals straks het Vlaams kampioenschap 7-13 april maar dat lijkt mij eerder iets wat de zaalbeheerder eist dan de federatie zelf. Een vriend die zal deelnemen, heeft mij laten kiezen tussen 3 foto's. Ik heb de foto hieronder gekozen. Ik ben benieuwd wat hun reactie zal zijn. 😂
Wie ben ik?

Brabo

vrijdag 1 maart 2024

De schaakclub deel 2

Begin dit jaar kreeg het bestuur van mijn club SK Deurne de melding dat het clublokaal met onmiddellijke ingang definitief werd gesloten. Zonder enige waarschuwing stonden we plots op straat en werd het koortsachtig zoeken naar oplossingen. Enkele clubs in de buurt depanneerden ons voor competities die geen uitstel toelieten maar een eigen lokaal is een vereiste om in de toekomst te kunnen blijven bestaan als club.

Het is niet makkelijk om in de buurt een lokaal te vinden die aan alle vereisten voldoet. Schaakclubs hebben het niet breed dus zoek je zo goedkoop mogelijk. Daarnaast moet de zaal voldoende ruim zijn, over een goede belichting beschikken, lawaaibestendig zijn, op vaste dagen in de week beschikbaar zijn, dicht bij openbaar vervoer liggen, een aparte analyseruimte hebben, een bar hebben, parkingsgelegenheid hebben ... Kortom met een tikkende klok is zoiets bijna onbegonnen werk dus dan mogen we zeker niet klagen met de Bowling stones in Wommelgem waar we nu zijn terechtgekomen.

Anderzijds moet ik ook toegeven dat ons vorig lokaal mij beter beviel. Ondanks een dubbele deur was het lawaai van de binnenspeeltuin in het Bowling-complex niet te neutraliseren. De toiletten zijn niet dichtbij en ook bij het bestellen aan de bar moet je geduld uitoefenen. Op een zondagnamiddag zijn makkelijk een paar honderd mensen bezig aan het bowlen en die worden allemaal bediend vanuit dezelfde bar. Gezellig socializing onder schakers zit er niet echt in. Enkele leden zijn bijgevolg afgehaakt.

Een bowlingcenter is weer eens wat anders om te schaken maar het is voor mij geen unicum. In 2018 speelde ik samen met mijn zoon eens een wedstrijd in het Bowlingcenter van Goes. De ouders van een speler baatten de bowling uit en hadden een zaaltje vrij. Connecties komen geregeld van pas want als schaakclub word je meestal eerder gedoogd dan gepromoot. Het is dan ook elk jaar met een bang hartje afwachten of je opnieuw op zoek moet naar een lokaal. Begin dit jaar was niet de eerste keer dat mijn club verhuisde en ik vermoed dat het evenmin de laatste keer zal zijn. Mijn opzoekwerk bracht als resultaat 5 locaties doorheen de jaren voor Deurne.
  • Oprichting schaakclub Deurne in 1958: lokaal Cafe Tubback op Turnhoutsebaan
  • 1974: lokaal Café Nemrod op Frank Craeybeckxlaan
  • 1981: lokaal Riveira op Schotensesteenweg
  • 1986: lokaal Cultureel Centrum Rix in De Gryspeerstraat
  • 2006: lokaal Royal Esso op Boekenberglei
  • 2024: lokaal Bowling Stones Wommelgem
Echter dit is klein bier t.o.v. de club waar ik gestart ben de Torrewachters. Die club bestaat al veel langer en menig nomade zou jaloers zijn op hun verhuisgeschiedenis. Mijn opzoekwerk werd deze keer vergemakkelijkt door het monumentale boek over de geschiedenis van de club.
  • Eerste vermelding van de naam Torrewachters in 1933: Cambrinus in H. Consciencestraat
  • 1934: lokaal Hotel Java in Ooststraat
  • 1944: lokaal Café De Beiaard op de Grote Markt
  • 1944: lokaal Patria op de Grote Markt
  • Officiële oprichting van de Torrewachters 1945: lokaal Hotel Java in Ooststraat
  • 1953: lokaal Café De Coo in Sint Amandstraat
  • 1954: lokaal Oud Roeselare aan Statieplein
  • 1957: lokaal Café De Beiaard op de Grote Markt
  • 1960: lokaal Café Lion d'Or in Ooststraat
  • 1962: lokaal Hotel Java in Ooststraat
  • 1965: lokaal 't Oud Stadhuis in Rumbeke
  • 1965: lokaal Sint-Cecilia in Rumbeke
  • 1967: lokaal Restaurant Cloet op De Coninckplein
  • 1972: lokaal Sint-Idesbald instituut in Zilten
  • 1975: lokaal Café Romen in Nonnenstraat
  • 1984: lokaal Café Rodenbach in Zuidstraat
  • 1998: lokaal Café Bourgondisch Kruis in Noordstraat
  • 2015: lokaal Café den Arend op Polenplein
De redenen van de vele verhuizen zijn financieel, stopzetten van de zaak, verslechtende speelomstandigheden, ... Als schaakclub sta je machteloos tenzij je tevreden bent met een lokaaltje in de publieke sector. Scholen zijn wellicht de meest stabiele keuze als schaaklokaal (die verdwijnen nooit) maar gezellig zijn ze zelden. Een bar is geen evidentie. Ik heb al meegemaakt dat water en koffie het maximum was dat er te krijgen was (zelfbediening). Verwarming, toiletten blijven vaak ook in gebreke.

De Gentse schaakkring KGSRL is volgens mij de enige club in België die eigenaar is van een eigen gebouw en dus lokaal. Ooit kreeg men het gebouw als een schenking en enkele jaren geleden is het helemaal gerenoveerd. Het is prachtig en de fantastische bar trekt spelers van heinde en ver. Zelfs een +2600 speler die toevallig in de buurt speelde, zag ik recent een omweg maken naar de KGSRL om er met vrienden rond te hangen.
1 van de vele gerenoveerde lokalen in de KGSRL met de bar als paradepaardje op de achtergrond

Trouwens enige club met een eigen schaaklokaal is misschien technisch niet helemaal juist. Bij de Belgische schaakbond bestaat de verplichting om je via een schaakclub aan te sluiten maar daar hebben enkele spelers lak aan door hun eigen schaakclub te creëren. Via google maps kwam ik op een boerderij uit voor de schaakclub Gaume Etalle
Een boerderij als schaakclub

In het buitenland kom ik geregeld spelers tegen die geen lid zijn van een schaakclub maar rechtstreeks bij een federatie zijn aangesloten. Alhoewel ik schaakclubs heel waardevol beschouw, lijkt het mij toch gewenst dat spelers ook kunnen kiezen om te schaken zonder lid van een schaakclub te zijn. In mijn artikel vorig jaar Ongekwoteerd deel 2 schreef ik al dat dit de drempel voor sommigen zeker kan verkleinen om het bordcircuit binnen te stappen.

Brabo