zondag 29 november 2020

De (on)zin van blitz deel 4

September 1995 speelde ik als 19 jarige mijn allereerste partij die meetelde voor een nationale rating. Dit is dus ondertussen 25 jaar geleden maar ik herinner mij dat ik zelfs toen al mijn partijen trachtte voor te bereiden. Het was amateuristisch uiteraard want veel materiaal bestond er niet en de engines waren nog erg zwak. Dit is vandaag helemaal anders. Zowel betreffende technieken als ervaring is er voor mij enorm veel veranderd. Ik heb wellicht al op meer dan 1000 spelers voorbereid.

Zo ontdekte ik door de jaren heen ook dat veel spelers (de meeste amateurs?) in de loop van hun schaakcarrière overstapten van hoofdlijnen spelen naar nevensystemen. Op zich niet verwonderlijk want zoals ik nog maar een paar weken eerder op deze blog schreef, heb je als volwassene in de meeste gevallen slechts een fractie van de vrije tijd t.o.v. die je als zorgeloos kind vroeger had. Het is vaak gewoon onmogelijk om en een voltijdse job te bekleden en een huishouden liefdevol te leiden en op de hoogte te zijn van alle laatste theoretische ontwikkelingen in het schaken. Sommige schakers kiezen dan ook liever om de stekker uit de competities te trekken dan zich neer te leggen bij het spelen van partijen op een lager niveau. Anderzijds mits een verstandig kiezen van kleinere systemen, is het zeker mogelijk om als amateur met weinig vrije tijd toch plezier te hebben aan het schaken.

Desalniettemin verraste mij het artikel Siem Van Dael unorthodox openings lead to success. Eind vorig jaar had ik zelf nog tegen Siem een zeer lange theoretische variant gespeeld in de Svechnikov en nu deed hij exact het tegenovergestelde met openingen zoals 1.h4, 1.a4, 1.h3, 1.a3 en 1.g3 g6 2.Lg2 Lg7 3.Pa3. Die jongen is slechts 16 jaar en nu al lijkt hij het gehad te hebben met openingen te studeren. Ik vind het heel jong maar misschien is het gewoon puberen. Ik heb thuis ook steeds meer mijn handen vol met het sturen van mijn tieners terwijl ik ook besef dat ze het best leren van hun eigen gemaakte fouten.

Met deze introductie wil ik terugkeren naar waar we gebleven waren op het einde van mijn vorig artikel. Ik sloot toen af met de beslissing om mijn nieuwe studie te concentreren op openingen die gespeeld worden door de sterkste spelers online en die ook in klassiek schaken zouden kunnen voorkomen. Wel de bongcloud is wellicht een stap te ver maar het is duidelijk dat sommigen zelfs in standaard schaken durven onorthodoxe openingen te spelen. Anderzijds als we gewoon kijken naar om het even welke database van standaardpartijen dan blijft het aantal 1.h4, 1.a4 ... een zeer kleine fractie te zijn van het totale aantal gespeelde partijen. Tijd is schaars dus lijkt het mij dan ook verstandiger om prioriteit te geven aan grotere dus meer frequent gespeelde openingen.

Bovendien heb je als schaker in zo goed als elke partij een moment waarop je zelfstandig moet spelen zonder voorkennis. Elke ervaren speler kent de basisregels in de opening en dat volstaat in de meeste gevallen voor onorthodoxe openingen. Het grote gevaar van openingen ligt immers dan ook vooral in die kritieke varianten waar het ontbreken van voorkennis wel degelijk een belangrijke handicap blijkt te zijn. In dit artikel zal ik dit met enkele voorbeelden haarfijn aantonen.

Tenslotte maakte ik een laatste restrictie in het kiezen van de openingen door enkel die partijen te kiezen met kritieke lijnen die ik recent nog niet serieus bestudeerd had. Met recent bedoel ik de laatste 5 jaar want al heel snel realiseerde ik mij dat er zoveel werk is dat ik die onbekende systemen best voorrang geef. Dus zelfs met al die zelf-oplegde beperkingen had ik nog steeds 3 van de 10 geselecteerde partijen met "interessante" openingen na het filteren op de sterkste online spelers. In het vervolg van dit artikel zal ik 2 van die 3 partijen uitlichten en zo de lezer trachten aan te tonen hoe geweldig interessant ik deze voor mij nieuwe methode van werken aan het schaken vind.

We beginnen met een variant waarvan ik oorspronkelijk dacht dat zwart een stuk wegblunderde om achteraf te ontdekken dat de variant niet alleen al bijna 50 keer in meesterpartijen gespeeld was maar ook nog eens bijzonder goed scoorde in de praktijk. De jonge Turkse internationaal meester Omer Faruk Ozer maakte op spectaculaire wijze brandhout van mij.
Achteraf ontdekte ik dat ik nog een tweede online partij een jaar eerder verloren had in deze variant tegen niemand minder dan Alexsur81, een van de bekendste en sterkste spelers op lichess. Zelf bescherm ik mijn accounts af maar het is natuurlijk leuk om te weten wie er precies achter een account schuilt. Zo is het niet erg moeilijk om te achterhalen dat de Russische grootmeester Aleksei Priodorozhni speelt met het profiel Alexsur81. Nog leuker wordt het als je ontdekt dat Aleksei deze gedurfde opening ook in een recente klassieke wedstrijd aan het bord al gespeeld heeft.
Aleksei verloor deze partij maar hij had wel degelijk kansen. Ik vermoed ook dat hij een grondige studie gemaakt heeft van deze opening want op lichess speelt hij het heel regelmatig en met succes. Ik weet niet of ik de opening ooit aan het bord zal tegen krijgen maar ik was niet verwonderd dat ik al heel snel online de kans kreeg om mijn openingsstudie uit te testen. Aleksei heeft bijna 4000 volgers dus dan kan je wel verwachten dat sommigen zijn repertoire kopiëren. Voor een partijtje gespeeld op slechts 3 min KO tegen 2440 elo was het best ok.
Het tweede voorbeeld betreft een variant die ik al zeker 15 jaar op mijn repertoire heb en ik zeer regelmatig online (60 keer) ontmoet maar nooit serieus bestudeerd heb omdat ik ze in standaardschaken nog nooit heb tegen gekregen. Vooral de behandeling gekozen door de Russische FM Kirill Kopjonkin baarde mij zorgen en dat bevestigde mijn engine door aan te tonen dat ik het al elke keer (7 in totaal) had fout gedaan in het verleden.
Dus ik weet nu dat 13.Pa4 een pak sterker is dan 13.fxe6 die ik tot dan altijd had gekozen in mijn online partijen. Bovendien wil ik er ook nog op wijzen dat mijn openingsstudie veel verder gaat dan enkel het detecteren van 1 verbetering. Daarnaast bekijk ik ook alternatieven voor zwart intensief en dat levert eveneens onmiddellijk rendement op. In de paar weken na de studie van deze opening slaagde ik er in om jawel met de nieuwe kennis 3 + 2400 spelers in miniatuurtjes van het bord te meppen.
Zo gemakkelijk zal het wel niet gaan in een klassieke bordpartij maar ik ben overtuigd dat het zeker helpt om deze lijn beter te spelen als je al een studie ervan gemaakt heb. 

Trouwens ik merk op dat ik met deze voor mij nieuwe studiemethode veel sneller en wellicht stukken efficiënter werk dan voor de coronacrisis. Ik spendeer geen tijd meer aan middenspelen en eindspelen. Alles concentreert zich nu op de opening en bovendien enkel echt kritieke lijnen. Ik zie onmiddellijk de resultaten ervan (weliswaar voorlopig online). In 5 weken tijd heb ik zo al 11 openingsstudies kunnen afwerken dus dubbel zoveel dan normaal.

Studiemateriaal is er voldoende om nog een hele tijd door te gaan. Ondertussen blijf ik ook actief online waardoor zowel de nieuwe kennis kan worden getest als andere/ nieuwe problemen kunnen worden gedetecteerd. Het is alleen een kwestie van de juiste tegenstanders hiervoor te vinden maar dit wordt het derde en laatste luik van mijn nieuwe online werkmethode. Welke online partijen (tempo/ tornooien/ ...) speel je het best en waar vind je de beste online tegenstanders om optimaal nieuw studiemateriaal te vinden?

Brabo

maandag 23 november 2020

De (on)zin van blitz deel 3

Verspil nooit een crisis want dat is de gelegenheid bij uitstek om het normale eens in vraag te stellen. We kunnen blijven wachten tot het voorbij is maar misschien keren we nooit meer terug naar de oude situatie. Desondanks stel ik vast dat het aantal nieuwe initiatieven heel beperkt blijft. Het is dus geen toeval dat net in de meest recente Vlaanderen Schaakt Digitaal een oproep staat naar de lezers om ervaringen/ ideeën te delen hoe we toch kunnen "overleven" als schaker in deze coronatijden.

In mijn vorig artikel gaf ik aan hoe sommige spelers zichzelf en hun omgeving in gevaar brachten om in verre oorden toch maar te kunnen schaken. In dit artikel wil ik daarom eerder kijken naar veilige oplossingen en toevallig botste ik gisteren nog op een schitterend initiatief via de site van mijn allereerste schaakclub de torrewachters die ik af en toe nog eens bezoek: mijn online klas.
Het is voorlopig enkel voor spelers van West-Vlaanderen en toegang moet je vragen via Tom Piceu/ Glenn Dayer dus ik kan het zelf niet testen maar het ziet er visueel fantastisch uit. Dit heeft potentieel om veel groter te worden. Wie een korte introductie over het virtuele schaakhuis wil bekijken, kan deze hier vinden, lees je liever dan is dit de link.

Zelf ben ik geen grote IT-savant zoals (ik vermoed) Mark Dechamps en ik heb ook niet zulke grote ideeën maar eind vorige maand schakelde ik de knop ook om. Afwachten wou ik niet langer en dus ging ik op zoek naar nieuwe mogelijkheden om mezelf als schaker verder te ontwikkelen. Wat van schaken kan vandaag wel nog mits de coronamaatregelen te respecteren? Tja online schaken is zowat het enige natuurlijk maar is dit vaatje niet ondertussen al helemaal leeg? Ik had zelf in juli op mijn blog geschreven in het artikel online schaaktornooien dat je aan online schaken best niet te veel tijd steekt.

Daar sta ik nog steeds volledig achter maar eind vorige maand realiseerde ik mij plots dat je ook meer kunt doen dan het spelen van die online partijtjes. In deel 2 had ik al aangegeven dat ik mijn gespeelde online partijtjes gebruik in de voorbereiding (maar ook in de partijanalyses achteraf) voor o.a. het ontdekken van potentiële fouten van mijn toekomstige bordtegenstanders. Echter deze keer ging ik verder en vroeg ik mij af of er niet meer te leren valt uit die online partijtjes. Kunnen die partijtjes die vaak slechts enkele minuutjes duren, meer bieden dan enkel het aantonen van veel voorkomende fouten?

Als ik kijk naar het middenspel dan merk ik op dat mijn online partijtjes doorspekt zijn van grote fouten die ik zeker voor 90% in een standaardpartij niet zou maken (ik vermoed dat het zelfs nog een pak hoger ligt). Eindspelen zijn nog minder interessant. Vooreerst zijn ze nog zeldzamer dan in standaardschaak maar bovendien ontaarden ze meestal in een pre-move-wedstrijd die zeer weinig nog te maken heeft met schaken. Dus blijven enkel openingen over maar zien we daar ook niet vooral onzin? Als je met de Bongcloud een online toptornooi kunt winnen dan kan je toch ook niet anders concluderen dat je niets kunt leren van openingen door online partijtjes te bestuderen.
Dit soort openingen zijn schering en inslag bij onlineschaken. De ene al wat lelijker dan de andere. Anderzijds er is maar 1 Magnus Carlsen die op het hoogste niveau hiermee (ook niet altijd) succesvol is. Daarnaast heb je ook nog heel veel spelers die normale openingen spelen. Dit legde ik trouwens al uit in deel 1 namelijk dat veel spelers dezelfde openingen online spelen als in standaardschaak. M.a.w. mits te concentreren op die online partijtjes met "serieuze" openingen, valt misschien wel meer te doen.

Sinds 2007 bewaar ik bijna al mijn online gespeelde partijtjes. Ondertussen is de teller al een eind voorbij de 70.000. Dit is een enorm aantal partijtjes en dus is de kans ook heel groot dat ertussen partijtjes met interessante openingen te vinden zijn. Dan is de volgende vraag natuurlijk hoe haal ik die er snel uit en welke krijgen voorrang? De openingen van meer dan 70.000 partijtjes handmatig classificeren is een onbegonnen werk. Dus al snel realiseerde ik me dat ik met filters moest werken maar welke was even zoeken. De eerste die ik probeerde was het bepalen van mijn persoonlijke score in diverse openingen. De bedoeling is dan uiteraard om de slechtst scorende opening eruit te selecteren en dan de online partijtjes met die specifieke opening over te houden als basis voor de studie. Als je een account hebt op lichess dan is dit iets wat je in een paar klikken kunt doen via Chess Insights. Zo kreeg ik onderstaande grafiek van 1 van mijn accounts.
Dit is enkel voor mijn zwartpartijen en bovendien heb ik de filter beperkt tot enkel de tegenstanders die ongeveer mijn rating hebben. Ik speel meer partijen tegen zwakkere dan sterkere en om dit effect te kunnen wegwerken zou je moeten eerder naar TPR kijken i.p.v. percentage (lijkt vandaag niet mogelijk te zijn op lichess). Echter het is zeker ook interessant om te zien hoe het repertoire scoort tegen enkel sterkere tegenstanders (correctheid) en enkel zwakkere tegenstanders (efficiëntie).

Vooreerst toont bovenstaande grafiek nogmaals aan dat dubieuze openingen erg goed scoren online. Mijn score met het Hollands is op uitzondering van A81 bijzonder goed. Klassieke openingen zoals Spaans en Schots die veel correcter zijn, scoren dan weer opmerkelijk zwakker. Dus hieruit zou je kunnen afleiden dat ik klassieke openingen zoveel mogelijk moet vermijden en mij nog meer moet toeleggen op dubieuze (tot zelfs weerlegde tricky) openingen als ik mijn scores nog wil verbeteren. Echter het lijkt mij erg twijfelachtig of ik mij hierdoor echt ontwikkel als schaker. Dit lijkt mij niet het correcte pad want online schaken is voor mij niet het ultieme doel. Ik zit ook verveeld met het feit dat lichess enkel toelaat om een overzicht te maken van 1 account. Die account betreft ruim 4000 partijtjes maar dat is slechts een fractie van mijn complete database. Tenslotte mis ik details over de openingen. Een opening is heel breed dus welke specifieke lijnen betreft het en waar gaat het precies mis?

Chess Insights lijkt mij dus voldoende voor de beginnende schaker die snel een oordeel wilt krijgen over grote lacunes in het eigen repertoire (bv. geen antwoord op de Caro-Kann) maar voor ervaren schakers is deze tool te licht. Om een meer gedetailleerde kijk te krijgen van mijn repertoire koos ik daarom om een openingsboek te maken volgens mijn artikel groene zetten van enkel mijn verliespartijen. In onderstaande screenshot toon ik hoe dit eruit ziet voor mijn repertoire nadat ik geopend heb met 1.e4.
Omdat partijen van 2007 nog weinig relevant zijn vandaag voor mijn repertoire en ik de laatste maanden erg veel gespeeld heb, heb ik enkel mijn verliespartijen van 2020 aan het openingsboek toegevoegd. Ja alleen al 665 verliespartijen na 1.e4 betekent dat ik flink veel verloren heb de laatste maanden en dat was niet altijd even prettig. Anderzijds hoe meer verliespartijen, hoe groter de kans is dat er iets van te leren valt.

Met dit openingsboek zie ik dus in een oogopslag na welke zetten ik precies de meeste nederlagen heb geleden. Logischerwijze wou ik dan ook voorrang geven aan de openingen/varianten met die meeste verliespartijen maar dit leverde niet het gewenste resultaat op. Zo mondde mijn verliezende hoofdvariant uit in het 6.Le2 systeem tegen de Najdorf en daarmee kwam ik onmiddellijk in conflict. De verliezende hoofdvariant bleek tezelfdertijd ook 1 van mijn best scorende varianten te zijn. Best betekent niet dat het niet meer beter kan maar als ik dan de verliespartijen met die opening aandachtiger bekeek dan merkte ik ook nog op dat de verliespartijen helemaal niets te maken hadden met de opening.

Dit soort openingsboek is dus evenmin de correcte aanpak. Vaak is het niet meer dan een indicatie van welke lijnen het populairst zijn (in online schaken maar daarom zeker niet in dezelfde verhoudingen als klassiek bordschaken). Tenslotte zijn het ook slechts blitzpartijtjes. Daarmee bedoel ik dat als de input van bedenkelijke kwaliteit is dan moet je ook niet veel verwachten van de output. Blitzresultaten zijn zo onvoorspelbaar dat je uitsluitend daarop best geen beslissingen kunt maken betreffende openingen.

Dus ik was terug bij af maar daarom gaf ik het nog niet op. Er was nog 1 filter over die ik wou proberen. Wat als ik nu enkel mijn online verliespartijen selecteer tegen mijn sterkste tegenstanders? Bijna elk online platform houdt vandaag een eigen online elorating bij. Bovendien worden bij elke online partij automatisch van beide spelers die online ratings toegevoegd. Daarop filteren is dus een koud kunstje.
In bovenstaande screenshot toon ik het resultaat van mijn filter op mijn verliespartijen na 1.e4 gespeeld in het jaar 2020 tegen +2600 elo (online) tegenstanders. Op de achtergrond zien we dat dit uiteindelijk 10 partijen oplevert en dat is uiteraard wel perfect manueel te doorploegen. Bovendien merk ik deze keer onmiddellijk op dat er interessante openingen tussen zitten. Vooral nummers 3, 7 en 8 trekken mijn aandacht. Met die ga ik aan de slag maar dit is een voor een volgend artikel want daar valt weer heel wat over te vertellen en dit artikel heeft al zijn maximale lengte bereikt.

Brabo

maandag 16 november 2020

Corona dreigt veel schaakclubs te laten verdwijnen

Enige tijd geleden probeerde mijn clubvoorzitter Robert de moed erin te houden door naar alle leden te mailen dat een jaartje zonder schaken helemaal ok is. Hij heeft natuurlijk gelijk. In het verleden hebben talloze schakers bewezen dat het perfect mogelijk is om na lange tijd van inactiviteit opnieuw te schaken (hierbij denk ik in het bijzonder aan sterke Jan die er in slaagde als gepensioneerde na decennia van geen schaken om alsnog internationaal meester te worden). Trouwens elk jaar bouw ik zelf (toegegeven vaak door de omstandigheden) enkele maanden rust in. Dat heb ik altijd ervaren als iets positief om o.a. even iets meer te kunnen concentreren op de analyses (om zo bepaalde defecten te repareren of nieuwe systemen aan te leren) waarvoor je tijdens de competities meestal onvoldoende tijd hebt.

Echter er zijn ook veel signalen dat we voor de grootste crisis van het schaken ooit staan. Zo meldde Vlaanderen-Schaakt-Digitaal-2020-17 dat 1 op 3 niet zijn KBSB-lidmaatschap vernieuwd had. Dit is een alarmerend cijfer en dan zijn we nog niet de slechtste leerling in de klas. In buurlanden zoals Engeland en Nederland tekent men zelfs dalingen hoger dan 50% op. Dit zijn bij mijn weten nooit eerder gekende terugvallen. Bovendien voor elke speler die gestopt is en later weer terugkeert, zijn er wellicht een veelvoud die nooit meer terugkeren. Ik merk het trouwens zelf ook op dat er een pak voordelen zijn aan geen competitieschaak te spelen. Plots is mijn leven veel rustiger geworden en kan ik de tijd nemen voor zaken waarbij ik anders mezelf moet krom plooien om ze te verwezenlijken. M.a.w. ik vermoed dat veel schakers definitief gestopt zullen zijn na corona zeker als die nog enige tijd blijft verder duren en daar lijkt het zo meer en meer op.

Misschien nog erger is het feit dat meerdere clubs op het punt staan te verdwijnen. 14 Belgische clubs hebben zich voor dit jaar niet meer aangesloten. De internationale situatie is zelfs zo ernstig dat Fide in oktober waarschuwde dat er clubs met een rijke geschiedenis van 150 jaar dreigen de dupe te worden van de leegloop. Die clubs zijn onvervangbaar maar ruimer genomen is het heropstarten van om het even welke club zo goed als onbestaande. Het is dus niet zomaar dat diverse bestuursorganen oproepen tot solidariteit om de toekomst van het schaken veilig te stellen. Onderstaande herwerkte poster van Lord Kitchener Wants You oorspronkelijk gepubliceerd om Britse soldaten op te roepen voor WW1 is grappig maar ook bittere ernst.
Fide Newsletter #17 (October 26, 2020)
Ik hoop dat er gehoor komt aan de oproep maar ik vrees dat veel mensen grotere zorgen hebben dan het voortbestaan van schaakclubs. Als je je werk verloren hebt in de laatste maanden of veel kosten hebt moeten maken aan ziekenhuisverzorging... dan is het volstrekt normaal om in de uitgaven te snijden die niet prioritair zijn. Ik kan ook goed begrijpen dat je als vrijwilliger nu even niet de handen uit de mouwen wilt steken.

Gelukkig is niet alles kommer en kwel want vele vrijwilligers blijven hun schouders onder het schaken steken. Ondanks moeilijke omstandigheden blijven veel (Belgische) clubs toch nog jeugdwerking aanbieden. De jeugd nu laten vallen, zal zich wreken voor heel lange tijd. Anderzijds zie ik wel een groot probleem voor onze tieners. 12-18 jaar zijn de belangrijkste in de ontwikkeling van een schaker en daar 1 of 2 van verliezen zal zich voor altijd laten voelen. Het aantal nieuwe IMs en GMs is zo goed als helemaal stilgevallen. Zonder perspectieven zal veel talent verloren gaan.

Persoonlijk heb ik ook altijd vooruitgang in het schaken gekoppeld aan competitieschaak spelen en dan spreek ik natuurlijk enkel over klassieke wedstrijden. Die serieuze wedstrijden waren bij wijze van spreken de stok achter de deur om te werken aan het schaken want zonder ze zijn er geen voorbereidingen of partijanalyses te maken. Bij mijn eigen kinderen is het eerder de sfeer en de inzet van die wedstrijden maar ook bij hen is/ was competitieschaak de motor voor hun schaakmicrobe. Deze zomer hebben we daarom nog een ultieme inspanning gemaakt om een tornooi in Praag te spelen zie de schaakmicrobe deel 3 maar dit kon/ wou ik niet meer herhalen.

Ik besefte in augustus al dat ik geluk had gehad en dat werd nogmaals bevestigd toen een maand later andere Belgen ook naar Tsjechië gingen schaken en daar zeer ernstig ziek werden door corona. Dit was dan ook voor mij de druppel om alle nieuwe plannen voor nog een tornooi in Tsjechië tijdens de herfstvakantie definitief op te bergen. De besmettingscijfers lagen er ondertussen ook al 10 keer hoger. Uiteindelijk werd het tornooi zelfs geannuleerd. Een alternatief die ik ook bekeek was Open Tegernsee in Zuid-Duitsland maar ook dit feest ging niet door. Echter daar maakte men wel nog een uitzondering voor een aparte meestergroep van 10 spelers waarvoor speciaal een extra plastieken wand op elk schaakbord werd geïnstalleerd. Zelf kwam ik uiteraard niet in aanmerking hiervoor maar wel onze Belgische hoop Daniel Dardha. Ondanks 3 nederlagen deed hij het heel behoorlijk want de tegenstand was zeer sterk en hij won zelfs nog een handvol punten. De overwinning tegen de Tsjechische grootmeester Thai Dai Van Nguyen bewees nogmaals dat de grootmeestertitel een kwestie van tijd is. Ik vermoed dat veel lezers nog niet gehoord hebben van die grootmeester maar hij won onlangs nog een rapidmatch over 10 wedstrijden tegen oud-wk-finalist Nigel Short.
Ik merk op dat Daniel overal opduikt in Europa (Portugal, Frankrijk, Hongarije, Griekenland...) waar er de kleinste kans is om normaal te schaken. Dit houdt zeker risico's in maar ik begrijp volstrekt zijn keuze. Zoals ik al eerder schreef, zijn dit zijn beste jaren om vooruitgang te boeken want na je 18de wacht wellicht de universiteit en daarna een drukke job. Bovendien zijn de gezondheidsrisico's van de coronaziekte zeer beperkt voor zijn leeftijd (ik moet veel meer opletten).

Hij is niet de enige zo las ik op hmcdenbosch dat de 16 jarige Nederlandse FM Siem Van Dael ondanks de corona-crisis 6 tornooien had gespeeld: Griekenland, Servië, Bulgarije, Italië, Zweden. Je moet er iets voor over hebben want zo gaf hij aan dat het geen pretje is om bij +35 graden te spelen met mondkapje aan. Echter zij zijn uitzonderingen. Ik denk 99% van de jeugd heeft geen officiële wedstrijden gespeeld en dat is uiteraard niet verwonderlijk.

Voor mij was Open Praag deze zomer het maximaal haalbare. Dit betekent dus dat ik sinds begin oktober helemaal droog sta betreffende partijanalyses. Ik zie dit jaar geen ook geen mogelijkheden meer om nog serieus te schaken. Nederlandse interclub, Open Bethune,... zijn ondertussen ook allemaal al geannuleerd. Echter in een volgend blogartikel wil ik het hebben hoe ik dan toch een methode heb gevonden om mezelf terug te activeren. Stilstaan is achteruitgaan en schaken opgeven is voor mij geen optie.

Brabo

zondag 8 november 2020

Schaakprogramma's testen deel 2

Corona hakt in ons sociaal en voor velen ook hun professioneel leven. De schade loopt op en er is geen twijfel over dat het zowel financieel als emotioneel een enorme kater zal opleveren. Echter zelfs ook aan het meest negatieve zijn er pluspunten. Zo las ik recent op diverse websites dat de slaagcijfers in het hoger onderwijs iets hoger lagen dan voorbije jaren zie o.a. hogere slaagcijfers in franstalig hoger onderwijs ondanks coronavirusgeen corona effect vub studenten leggen betere examens af dan afgelopen jaarondanks corona slaagcijfers ku leuven liggen hoger dan normaal.

Er werd nochtans op voorhand aangekondigd dat er niet milder zou worden verbeterd. Ook werd er gevreesd dat het gebrek aan fysieke lessen nefast zou zijn voor de slaagkansen. Ik vermoed dan ook dat het gebrek aan afleiding door corona misschien studenten wel vaker deed beslissen om de cursussen iets sneller te openen.

Ik kan ze geen ongelijk geven. Deze crisis schept zeker ook kansen om projecten op te starten die in gewone tijden moeilijker of zelfs helemaal niet haalbaar zijn. Ook voor schaakprogrammeurs is 2020 een boerenjaar. De progressie dit jaar versnelde want we kregen meerdere belangrijke updates van o.a. Leela en Stockfish. Het is ongelooflijk dat de rek er nog steeds niet uit is want ik vermoed dat de gewone sterveling al lang geen besef meer heeft van hoe sterk het beste commercieel schaakprogramma ondertussen is. Net daarom dacht ik dat het wel eens nuttig kon zijn om dit in een grafiek te gieten.

Voor lezers die een meer gedetailleerde evolutie van de topprogramma's willen bekijken, kan ik dit leuke youtube-filmpje aanraden. Er bestaan nog anderen op het internet maar de boodschap is steeds dezelfde. Ze zijn in ruim 3 decennia geëvolueerd van oorspronkelijk zeer zwak naar een niveau onmogelijk nog te snappen voor een mens. 

Op TCEC loopt er zelfs een permanente joke hierover. Zo houdt een teller bij hoe vaak iemand vraagt naar een match tussen Carlsen en de computer. In bovenstaande grafiek toon ik met de rode lijn aan wanneer het beste commercieel programma definitief de beste mens gepasseerd is. In 2006 gaf Rybka de doodsteek aan de strijd mens-computer en sindsdien is het gat steeds blijven groeien.

Testen van de beste schaakprogramma's heeft vandaag enkel nog zin onderling. Eind vorig jaar schreef ik in deel 1 dat dit testen naar meer smaakte voor mij maar te tijdverslindend was en dus niet voor direct. De corona-crisis zorgde uiteraard voor plots wel voldoende ruimte hiervoor en daar maakte ik dankbaar gebruik van. In het voorbije jaar organiseerde ik een dozijn matchen telkens bestaande uit 100 rapidpartijen (15min + 10sec) op diverse computers en tussen steeds nieuwere en sterkere schaakprogramma's.

Het is moeilijk om uit bovenstaande cijfers precies af te leiden hoe groot de progressie van het sterkste commercieel programma is geweest afgelopen jaar. Daarom maakte ik onlangs ook nog eens een vergelijking tussen Leela v22 (eind vorig jaar) en Leela v26 (nu) met Komodo 11 op mijn nieuwe laptop. Het resultaat was verbluffend. Vorig jaar vond ik de overwinning van Leela met 62,5 - 37,5 al indrukwekkend maar dit verbleekt met de recente nieuwe Leela die 75 -25 scoorde. Dat komt overeen met 100 TPR extra. M.a.w. het is dus hoogtijd om eens Leela up te daten als je nog werkt met een versie van vorig jaar (mijn best scorende versie in de testen is voorlopig v0.26.1 met netwerk J92-210).

Het blijft een kluwen om de beste versie van Leela eruit te pikken. Sommige testen met recentere versies scoorden zelfs slechter dus je weet nooit op voorhand of je er beter aan doet om up te daten. Het hangt trouwens ook sterk af van de hardware (grafische kaart) die je gebruikt. Dit is dan ook de reden waarom ik in bovenstaande tabel vermeld met welke computer ik een test gemaakt heb.

Zo zien we dat de laatste versie van Stockfish meer profiteert van mijn gloednieuwe desktop dan Leela. Nadat ik vorig jaar mijn laptop verving, heb ik vorige maand ook mijn desktop vervangen (de 4 jaar oude had een zeer slechte grafische kaart en er waren heel vaak problemen met het geheugen). Ik zie dat Stockfish 100-200% meer nodes berekent op de nieuwe desktop t.o.v. de nieuwe laptop. Leela wint slechts een 50% aan nodes.

Dus de progressie gebeurt zowel op software als hardware. Bovendien wordt het ook steeds lastiger om die progressie te meten. Zo kun je ook uit mijn testen zien dat het remise-percentage in mijn matchen steeds hoger wordt. Dit ligt ook volledig in de lijn van mijn vorig artikel dat schaken bij het naderen van perfect spel uiteindelijk enkel remises nog oplevert. Zelfs de truuk van opgelegde openingen blijkt steeds minder goed te werken.
Zo hou ik met een kleurentabel bij welke openingen interessant zijn en welke niet. Groen is ok. Oranje betekent dat ik ze verder moet opvolgen. Rood betekent dat de openingen moeten worden vervangen. Dat gebeurt nadat ofwel 4 keer na elkaar hetzelfde kleur wint met dezelfde opening of 8 keer na elkaar remise werd gespeeld met dezelfde opening. Na mijn laatste match moet ik 22 van de 50 openingen daarom vervangen.

Bij TCEC zijn Nelson Hernandez en Jeroen Noomen voortdurend op zoek naar openingen die ervoor zorgen dat de schaakprogramma's optimaal kunnen worden getest. Dit blijkt een steeds grotere uitdaging te worden. Na de eerste cyclus (4 matchen) verving ik 3 openingen, na de tweede 15 en nu blijken het er al 22 te zijn. Ik had nochtans net op het omgekeerde gehoopt nadat ik eerder al de slechte had vervangen. In elk geval de superfinale van TCEC Season 19 waarbij Stockfish won met 9 punten verschil was een sterk staaltje van openingen-selecteren.

Dit resultaat zal misschien ook lezers doen afvragen waarom ik nog die matchen uberhaupt organiseer. Vandaag Stockfish 12 downloaden en Kees is klaar. Tja dat is correct maar dat was zeker niet duidelijk een paar maanden geleden toen versie 12 nog niet eens beschikbaar was. Ik bedoel dat je heel snel achterop hinkt als je niet voortdurend uitkijkt naar vernieuwingen. Zo analyseerde ik nog tot september vorig jaar met Komodo 11. Vandaag zijn mijn analyses minstens 200 elopunten beter en zoiets kan wel degelijk een (miniem) verschil maken in een voorbereiding zelfs voor een klassieke bordpartij gespeeld op mijn bescheiden niveau.

Trouwens ik merk op dat de overlapping tussen de zetten van Stockfish 12 en de meeste recente versie van Leela nog steeds maar 60% is. Stockfish 12 volstaat zeker maar Leela biedt nog steeds extraatjes. Tenslotte is het ook gewoon een leuke bezigheid dit testen van schaakprogramma's en dat is zeker welgekomen in deze corona-tijden.

Brabo