Het succes van mijn partijvoorbereidingen hangt heel sterk af van of mijn tegenstanders die verwachten of niet. Zo schreef ik al in Schaakopeningen studeren deel 4 over het effect van tegenstanders die mij al dan niet kennen. Het is vandaag voor mij een belangrijke stimulans om geregeld in het buitenland te spelen waar mijn tegenstanders zelden weet hebben van deze schaakblog.
Daarnaast speelt tijd een belangrijke rol in een partijvoorbereiding. Dat is dus de tijd die je hebt tussen wanneer de Paringen worden vrijgegeven tot het moment dat een partij begint. Het klinkt misschien paradoxaal maar hoe minder tijd er is om voor te bereiden, hoe succesvoller ik ben met het raden van wat er op het bord komt. De reden is uiteraard dat spelers een partijvoorbereiding minder vrezen als er minder tijd is om voor te bereiden en dus hun "normaal" repertoire spelen.
In interclubwedstrijden merk ik op dat de voorspelbaarheid van een ploegopstelling een grote invloed heeft op de slaagkans. Het kwam nog in mijn vorig blogartikel aan bod hoe groot het verschil is tussen Nederland en Belgie. Het klinkt wellicht opnieuw raar maar de totaal willekeurige ploegopstellingen in Nederland betekent vaak dat mijn partijvoorbereidingen succesvoller zijn dan bij de vaste ploegopstellingen in Belgie. Meer nog de voorbije 3 jaren had ik in Nederland in meer dan de helft van de partijen prijs met de partijvoorbereiding terwijl in België de successen uiterst zeldzaam waren.
Tenslotte is een partijvoorbereiding vanzelfsprekend erg afhankelijk van het aantal beschikbare partijen over een speler. Als er niets bekend is dan kan er ook geen partijvoorbereiding gemaakt worden. Anderzijds is het evenmin zo dat meer partijen perse betere partijvoorbereidingen oplevert. Bijna niemand speelt vandaag nog volgens de wetenschappelijke aanpak (zelfs ik wijk hier steeds meer van af zie o.a. verrassingen deel 3). Ik bedoel de meeste spelers weten welke partijen van zichzelf publiek beschikbaar zijn (uitzondering blijft nog vaak onlinepartijen zie o.a. partijpublicaties deel 2) en zullen bijgevolg rekening hiermee houden voor het bepalen van de openingskeuze.
Nee het is zelfs zo dat slechts een handvol partijen vinden van iemand mogelijks interessanter is dan honderden partijen net omdat er dan geen of weinig rekening wordt gehouden met een partijvoorbereiding. Zonder twijfel het meest extreme voorbeeld hiervan gebeurde eind vorig jaar in het clubkampioenschap van Deurne. Van mijn tegenstander Marc Bogaerts had ik welgeteld 1 partij gevonden waarin hij met wit speelde namelijk onderstaande.
Wat kan een nietszeggende remise in een opening buiten mijn repertoire voor informatie bieden aan iemand die met het Hollands antwoordt op 1.d4. Ik vermoed dat bijna iedereen op basis van slechts deze ene partij geen partijvoorbereiding zelfs start maar ik geef niet zo makkelijk op. Een London-speler heeft vaak een welbekend profiel: Ik studeer niet graag openingen en met het London-systeem heb ik een betrouwbaar universeel systeem. 2 volle pagina's schreef ik tijdens de partijvoorbereiding die "alle" bekende kritieke lijnen en stellingen samenvatte na 1.d4 f5 2.Lf4. Marc geraakte hierdoor niet zonder kleerscheuren door de opening in onze onderlinge partij.
Ja dat soort partijvoorbereidingen is wellicht de druppel voor sommigen om nog uberhaupt klassieke partijen te spelen. Ik ben een eeuwige pretbederver. Trouwens het was niet eens de eerste keer dat ik een brave burger zo iets lapte. Het was iets minder extreem maar in Cappelle La Grande editie 2020 overkwam de Belgische expert Tijs Cocquyt een gelijkaardige behandeling van mij. In de (Chessbase) database stonden 3 partijen met de Trompowsky Attack (1.d4 Pf6 2.Lg5) gespeeld door Tijs slechts enkele maanden eerder. Ik vond geen enkele partij met 1.d4 f5 maar ook toen dacht ik dat hij wel eens met 2.Lg5 zou kunnen antwoorden.
Een universeel systeem spelen als hoofdwapen maakt iemand bijzonder voorspelbaar en vandaag meer dan ooit kwetsbaar voor partijvoorbereidingen. Een gerichte partijvoorbereiding is al mogelijk op basis van extreem karige informatie alhoewel ik vermoed dat ik wellicht een zeldzaam specimen ben die zoiets ook effectief doet. Veel spelers hebben er geen zin in maar variatie in openingen is het enige recept om succesvol partijvoorbereidingen te ontregelen.
Brabo
Het zal toeval zijn, maar in de laatste maanden heb ik drie spelers tegen gehad die 1.b3 én 1...b6 spelen. Op zich een gezond universeel repertoire, maar niet iets voor mij om altijd hetzelfde te spelen.
BeantwoordenVerwijderen