woensdag 20 februari 2019

Hollandse stappen in de Engelse opening deel 2

Het is al 6 jaar geleden dat deel 1 op deze blog gepost werd. Recent maakte ik echter enkele ontdekkingen die mij voldoende interessant lijken om te delen in een vervolg. Ik zie trouwens in heel veel openingen de theoretische ontwikkelingen versnellen door de steeds sterker wordende schaakprogramma's. In 2015 voorspelde ik al dit effect in het artikel computers worden autonoom. Zo merk ik op dat er de laatste paar jaren een opmerkelijke vooruitgang is op vlak van openingstrategie van de topprogramma's. Computers zijn steeds vaker in staat om ook in openingen waarin weinig of geen taktiek een rol speelt zelfstandig een kritieke opstelling te vinden. Ik vermoed daarom dat we in de volgende jaren een aantal strategisch dubieuze openingen zo goed als volledig zullen zien verdwijnen uit de bordpraktijk op meesterniveau.

Jawel bij die dubieuze openingen hoort zeker en vast ook het Hollands. Tot nu toe slaagde ik er altijd wel in om de gaatjes te dichten maar tegenwoordig is het bijna dweilen met de kraan open. Trouwens het is niet alleen de frequentie maar ook dat de problemen steeds lastiger zijn. Negeren en hopen dat niemand ze ooit tegen je zal spelen, lijkt mij op middellange termijn naïef maar ook onverstandig voor de eigen schaakontwikkeling. Ik heb vandaag geen positieve kijk meer op de toekomst van het Hollands waardoor je natuurlijk kunt afvragen of ik niet beter onmiddellijk uitkijk naar andere openingen. Anderzijds wat maakt een extra jaartje meer of minder Hollands spelen nog uit voor mijn schaakcarriere. Ik ben bijna 43 jaar dus ik zie geen reden om nu nog haast te maken.

In het artikel analyseren met de computer deel 3 lichtte ik al een tip van de sluier op door te vertellen dat ik het klassieke Hollands bestudeerd had. Echter ik bleef toen vaag over het waarom en wat ik uiteindelijk concludeerde. Nu een jaar later ben ik wel bereid om hierover te schrijven want het wordt sowieso steeds minder relevant om het geheim te houden. Laat ons starten met waar ik vorige keer geëindigd was. Sinds 2012 speelde ik na 1.c4 f5 2.Pf3 Pf6 3.g3 e6 4.Lg2 telkens Le7 waardoor ik nog steeds kon kiezen tussen d6 of d5 afhankelijk van wits opstelling. Uiteindelijk speelde ik er 10 standaardpartijen mee. Makkelijk spelend, vond ik de opening nooit maar het was mijn laatste partij gespeeld in de 6de ronde van Open Leuven 2017 tegen de de Belgische IM Stefan Docx die definitief een bres sloeg.
Wits openingsvoordeel is niet groot, Daarentegen kan zwart het niet neutraliseren. Bovendien heeft zwart geen enkel tegenspel en dit betekent hier dus een heel lange lastige verdediging voor maximaal een half punt. Niet verwonderlijk lukt het mij uiteindelijk niet in de partij. Het is normaal dat je met zwart moet verdedigen maar dan moet een gelijkspel wel binnen bereik zijn.

Het klassieke Hollands is de meest voor de hand liggende oplossing maar na een grondige studie gedurende enkele weken, vond ik het geen goede keuze. De correctheid van de opening staat zeker ter discussie vandaag. Trouwens het is niet 1 maar meerdere kritieke varianten die mij zorgen baren. Uiteindelijk leek het mij ook vrij absurd om de ene krakkemikkige opening te vervangen door een andere.

Helemaal zinloos was de studie evenmin want zo kon ik o.a. mijn leerling Sterre Dauw een belangrijk duwtje in de rug geven naar zijn recente eindoverwinning van het Vlaams jeugdkampioenschap in de categorie -18. In de 5de ronde moest hij tegen de Belgische FM Jasper Beukema, zijn grootste concurrent en een specialist van het klassieke Hollands. Sterre vroeg mij of ik een interessante variant kende en dat was zeker het geval. Op chesspub kwam het idee al aan bod maar in de praktijk is het relatief onbekend en zoals ik vermoedde ook voor Jasper.
De partij was doorspekt van fouten maar je kan niet negeren dat wit met duidelijk voordeel uit de opening kwam en zwart de hele partij op achtervolgen was. Jasper wisselt al geregeld af het klassieke Hollands met andere openingen maar ik denk dat het beter is om het helemaal niet meer te spelen.

Misschien moet Jasper eens bij grote broer en IM Stefan te rade gaan want hij is een specialist in de Leningrader. De Leningrader staat bekend als de meest betrouwbare telg in de familie van de Hollandse openingen. Daarnaast heeft het ook als grote plus dat je het heel makkelijk kunt spelen op een zeer brede waaier van witte opstellingen waaronder ook de Engelse opening in tegenstelling met de andere Hollandse openingen.

In 2012 voelde ik mij nog niet klaar voor de stap naar de Leningrader. Vandaag was het van moeten als ik het Hollands wou verder blijven spelen in de Engelse opening. Ondertussen heb ik het al 2 keer in standaardpartijen op het bord gehad. De meest recente partij werd gespeeld in de laatste ronde van Open Leuven 2018. Achteraf vertelde mijn tegenstander Marc Kocur dat hij de Leningrader zelf al jaren speelt dus dat verklaart onmiddellijk waarom ik het aanvankelijk niet makkelijk had.
Ik beleefde enkele bange momenten in de opening. Ik mis duidelijk ervaring. Desondanks moet ik toegeven dat het een verademing is eens dit soort dynamisch schaak te kunnen spelen. Alhoewel ik de controle geregeld verlies is het veel meer fun. Tenslotte ziet het er theoretisch voorlopig allemaal best ok uit. Het is wellicht ook de laatste Hollandse stap in de Engelse opening.

Brabo

donderdag 14 februari 2019

Big Database

Steeds minder schakers zijn nog bereid om te investeren in een grote database. Je kan steeds meer gratis online vinden (zie de introductie van mijn artikel ultracorr-x) en zonder de (te) dure automatische updates vinden de meesten niet de motivatie om een database up to date te houden. Tenslotte kan je vandaag beter kijken naar de evaluatie van een topengine dan de zetten gespeeld door een grootmeester die veel zwakker zijn.

In Chessbase deel 1 gaf ik aan dat veel CB gebruikers 95% van de functies nooit gebruiken. Ik ben ervan overtuigd dat we dit grotendeels kunnen toeschrijven aan het ontbreken van een kwalitatieve gemakkelijk toegankelijke database. CB15 en in mindere mate Fritz doen (bijna) niets zonder een databank.
  • Automatische partij-analyse met referenties naar partijen gespeeld met dezelfde opening
  • Openingsreferentiefunctie
  • Creëren van een openingsboek naar keuze van gespeelde partijen
  • Opzoeken van thema's
  • Plan Explorer
  • Endgame functie
  • Automatische voorbereiding op een tegenstander
  • elo-ratings berekenen op basis van een selectie partijen
  • snelheid opzoekingen en beheren van databases
  • verkennen van databases
In elk geval vind ik het vreemd om CB uberhaupt aan te kopen wanneer je niet van plan bent om bovenstaande functionaliteit te gebruiken.

Dus ik raad schakers met CB en ook Fritz aan om een database te onderhouden die ze als referentie kunnen gebruiken. Dan is natuurlijk de volgende vraag welke database. Hierbij moeten we een aantal criteria bekijken:
  • Het prijskaartje niet alleen om de database aan te kopen maar ook om die up to date te houden
  • Hoe vaak wordt de database bijgewerkt?
  • Is het mogelijk om partijen van lagere elo's te vinden om een partijvoorbereiding op hen te kunnen maken?
  • In hoeverre worden partijen uit diverse landen verzameld in de database?
  • Zijn computerpartijen, anonieme online gespeelde partijen (veelal blitz) in de database toegevoegd om het aantal op te drijven?
  • Zijn er historische partijen in de database en doet men een poging om die nog verder uit te breiden?
  • In hoeverre zijn de namen, elo, plaats,... correct vermeld bij elke partij?
  • Bestaan er automatische updates voor de database?
  • Zijn de partijen becommentarieerd?

Nu het is onbegonnen werk om alle mogelijke databases in de wereld te vergelijken. Op chessgameslinks.lars-balzer.info kan je meer dan 100 links vinden naar diverse databases en dat overzicht is zeker niet volledig.  Anderzijds als we de prijs even buiten beschouwing laten dan denk ik niet dat er een betere keuze is dan de jaarlijkse Mega Database upgrade (van de vorige bigbase of vorige mega database).  Kwaliteit, kwantiteit en service worden door geen enkele concurrent geëvenaard. Echter 120 euro per jaar is een heel stevig prijskaartje. Bovendien kan je jezelf afvragen of partijen met commentaar zinvol zijn. Binnen een paar jaar zijn de analyses achterhaald zie mijn artikel uit 2016 waarin ik aangaf dat de topengine gemiddeld 55 elo per jaar sterker wordt.

M.a.w. als je een serieuze besparing kan doen door geen becommentarieerde partijen te kiezen dan zou ik dat zeker aanraden. Schakers die CB bezitten kunnen bijgevolg beter kiezen voor de online update referentie-database voor slechts 60 euro per jaar. Schakers die werken met de Fritz interface kiezen best tussen ofwel big database 2019 voor 70 euro per jaar ofwel otb-openingmaster voor 59 euro per jaar. De otb-openingmaster is iets goedkoper en je krijgt ook nog eens 3 updates tijdens het jaar. De nadelen zijn dat je de database slechts kunt verkrijgen via een downloadlink en het geen product is van CB.

Tenslotte het goedkoopste alternatief zonder te veel verlies aan kwaliteit is misschien nog altijd wel good old TWIC. Mits maximum 10 minuten per week te investeren, kan je er telkens een mooie collectie aan recent gespeelde partijen gratis downloaden en vervolgens toevoegen aan de referentiedatabase. Of als het minder belangrijk is om elke week altijd de laatste partijen down te loaden dan kan je zoals ik het bundelen in 2 keer 1 uur per jaar. In 2 uren werken heb ik dus minstens 60 euro bespaard of zie ik het te rooskleurig? Ik deed de proef op de som door een vergelijking te maken tussen een Mega database 2016 aangevuld met twics en een Big database 2019. Ik denk dat er ongeveer 1 of 2 weken verschil is tussen beide in het voordeel van de twics waarmee we voor kleine verschillen rekening moeten houden. Onderstaande tabel toont een gedetailleerde vergelijking op basis van aantal partijen in diverse domeinen: globaal, +2500, +2300, wereldtop 10, Belgische top 10,  Belgen en geschiedenis. Ik geef ook nog ter info de aantallen mee van de gratis online database chess.db.

Meer partijen in een database betekent zeker niet een interessantere database. Zo zien we dat chess.db claimt meer dan 2 miljoen groter te zijn dan de Big Database maar toch beduidend minder partijen bevat van de Belgen.

Betreffende twic valt het op dat je betreffende recente grootmeesterpartijen niets mist. Daarnaast is het moeilijk om de 650.000 gemiste partijen over 3 jaar te negeren. Chessbase doet duidelijk een extra inspanning om ook de partijen van de gewone sterveling te verzamelen want begrijpt dat ze hiermee het verschil kunnen maken voor hun klanten. De meeste klanten zijn niet topschakers maar wel clubschakers die het minstens even interessant vinden wat er rond zich afspeelt.

Alhoewel de 1800 "nieuwe" historische partijen wellicht weinigen als waardevol beschouwen en het zonder twijfel financieel voor Chessbase niet interessant is, vind ik het persoonlijk wel een leuke bonus. Chessbase kijkt gelukkig niet enkel naar het commerciële belang van de database maar ziet zichzelf ook als archivaris van de schaakgeschiedenis. Het digitaliseren van oude kranten en tijdschriften is een zeer tijdrovende bezigheid en staat in schril contrast met hoe recente partijcollecties met een paar klikken van websites worden geplukt.

Elk jaar een big database aankopen vind ik persoonlijk nogal duur voor het verschil t.o.v. twic maar 1 keer om de 3 jaar is wel de moeite. Trouwens ik ontdekte nog een belangrijk bijkomend voordeel van de big database t.o.v. twic. Zo blijkt twic enkel de initiaal van een voornaam te bewaren en loopt het ook geregeld fout bij de familienamen van o.a. Chinezen. De gegevens van partijen in de big database zijn een stuk completer waardoor het zoeken van informatie ook vaak makkelijker en sneller kan.

Dit jaar kocht ik mij dus opnieuw een big database aan met de overgebleven cadeau-bonnen van mijn zoon. Bovendien gaf ik mij hierdoor ook opnieuw een up to date powerboek cadeau. Weinig schakers weten het maar powerbook 2019 die door Chessbase aangeboden wordt voor 70 euro kan je zelf perfect creëren uit de Big Database. Ik creëerde er zelfs ineens 2 verschillende: 1 openingsboek met partijen waarbij minstens 1 speler + 2300 elo had en 1 openingsboek met partijen waarbij beide spelers +2500 elo hebben. Je moet wel enig geduld hebben want mijn 4 jaar oude laptop had 12 uren nodig voor het 1ste en een kleine 2 uren voor de 2de.
Openingsboek met minstens 1 speler +2300 gefilterd uit de big database 2019
Openingsboek met beide spelers +2500 gefilterd uit de big database 2019
Het is opmerkelijk dat rating nauwelijks invloed heeft op de populariteit van de eerste zet. Dat heeft misschien te maken met dat de meeste spelers volgen wat de topspelers kiezen. Anderzijds is het wel zo dat het voordeel van de eerste zet iets groter blijkt te zijn bij de hogere elo's. Zo stijgt het voordeel bij 1.e4 van 62 elo naar 78 elo, bij 1.d4 van 60 elo naar 74 elo, bij 1. Pf3 van 42 elo naar 64 elo en bij 1.c4 van 40 elo naar 60 elo.

Statistiek is natuurlijk 1 van de belangrijkste troeven van een database. Echter de grootste waarde van een database blijft natuurlijk verscholen in de partijen zelf. Ik begon mijn artikel met dat sommigen de engine voldoende vinden om een evaluatie te krijgen in een opening. Wel ik ben er zeker van dat hiermee onrecht wordt aangedaan tegenover onze rijke schaakgeschiedenis. Tal van vergeten schatten zijn er te ontdekken in de big database die af en toe zelfs onze beste engines niet kunnen vinden. Nee denk maar niet dat onze top-engines het altijd weten. Kijk naar de lopende TCEC superfinale seizoen 14 waarin het ongenaakbaar geachte Stockfish momenteel 2 punten achterstaat terwijl we voorbij halfweg zijn. LeelaChessZero (afgeleid van Alphazero) is bezig geschiedenis aan het schrijven.

Brabo 

donderdag 7 februari 2019

7. Mikhail Gurevich

7. Mikhail Gurevich

(22 februari 1959, Kharkov)
Gurevich naast de betreurde Kveinys in Cappelle-la-Grande 2015
Mikhail Gurevich, schaakbelg par excellence. Als klein landje mogen we best blij zijn dat deze ex nummer vijf van de wereld België koos als uitvalsbasis voor een leven buiten de USSR, tussen 1991 en 2005, waarna hij voor het zonniger en kapitaalkrachtiger Turkije koos.

Zijn zeer sterk parcours dat hij aflegde vóór hij naar België kwam (kampioen van Oekraïne in 1984, IM in 1985, kampioen van de USSR in 1985 (maar hij mocht toch niet deelnemen aan het IZT dat volgde), winst in Reggio Emilia in 1989, winst in Tel-Aviv in 1989 met 10,5/11 (Luc Winants eindigde daar met 4,5/11), winst in Moskou 1990), kan ik niet meenemen in mijn evaluatie van grootste schaakbelg, maar zijn aanwezigheid aan Belgische borden wel.

Hij heeft er waarschijnlijk in beperkte mate mee voor gezorgd dat de omstandigheden voor de weinige profspelers iets beter werden in België, maar een actieve rol heeft hij niet echt gespeeld. Hoewel zijn beste periode net voor zijn verhuis naar België lag, heeft hij ook als schaakbelg goede resultaten neergezet. In het SKA tornooi in München 1993, een hardbevochten tornooi met weinig remises, werd hij derde met 7/11 (zelf speelde hij maar 2 remises). Andere demonstraties van zijn speelsterkte waren er des te meer, met als uitschieter natuurlijk zijn nationale titel in 2001 met 9/9. Maar ook de Open van Gent in 1997 was een leuke pay-day voor Mikhail. Er waren niet alleen goede dagen in België voor Gurevich; toen Volmac in 1993 een toptornooi organiseerde in Antwerpen, behaalde hij “slechts” 50% - in een sterk deelnemersveld weliswaar, maar als tweede best gerangschikte speler achter Kortchnoi had het iets meer mogen zijn. Hij kreeg zijn revanche in 1997; toen hij niet voor de hoofdgroep werd geselecteerd (gewonnen door Topalov), won hij dan maar alleen de open groep met 7,5/9, voor het viertal Nikolic, Van den Doel, Vaganian en Avrukh.

Een ontgoocheling volgde in 1998, toen hij zich eerder verrassend niet wist te plaatsen voor het IZT. Het was een zonetornooi dat zeer hard bevochten was, en niemand kon afstand nemen van de rest. Zijn kaarten lagen niet slecht, want met 5,5/8 lag hij in koppositie voor de laatste ronde, waarin hij tegen Friso Nijboer moest aantreden. Maar Nijboer won, en Gurevich lag eruit met 5,5/9: maar liefst 8 spelers werden gedeeld eerste met 6/9. Later dat jaar won hij een klein tornooitje in Belfort met 7/10 (voor Ponomariov en Bologan onder andere). In 1999 won hij weer in Gent én in Antwerpen, en zijn rating was ondertussen weer opgeklommen naar wat je toen (einde 90’er jaren) sub-wereldtop kon noemen: 2643. In Polanica Zdroj moest hij enkel Van Wely boven zich dulden, maar zijn 6,5/9 in een cat-15 tornooi was wel goed voor een eloprestatie van 2766. Het supertornooi van Sarajevo in 2000 werd een ontgoocheling: voorlaatste met 4/11 (Kasparov won voor Adams en Shirov). Niet getreurd: Esbjerg 2000 won hij met Svidler voor een sterk deelnemersveld (cat-14) en de Lost Boys Open (niet meer in Antwerpen, maar in Amsterdam) werd weer een prooi (gedeeld met Sokolov en Tregubov). In het najaar van 2000 won hij nog een mooie trofee voor op de schouw: hij won het rapidtornooi van Cap d’Agde, door achtereenvolgens Benjamin, Serper en Karpov (in de finale) te verslaan.

Ook na zijn verhuis naar Turkije (hij werd er kampioen in 2006 en 2008, zodat hij nu  nationale titels van drie verschillende landen onder de riem heeft steken) blijft hij in België actief, en speelt voor Wirtzfeld in eerste nationale, waar hij de landelijke top (voor zover ze geen importbelgen opstellen) de kans geeft om de degens te kruisen met een ex-wereldtopper. Niet dat hij ze veel kansen geeft: zijn elofiche geeft 7,5/9 tegen gemiddeld 2342... Het is in elk geval genoeg om hem aan de top van de Belgische elolijst te houden, voor Chuchelov en Michiels.

Als profspeler moet je een beetje overal je inkomen bij elkaar harken, en zo was hij lange tijd secondant van Anand, die zijn openingskennis van het Frans, het Nimzo-Indisch en het Dame-Indisch sterk kon waarderen – over het Dame-Indisch schreef hij in 1991 zelfs een boek, dat Batsford uitbracht. Hij werd in 2006 senior FIDE-trainer en FIDE-arbiter.

Ik zag bij het schrijven van dit artikel dat er twee Mikhail Gurevich’en zijn in België: in Sankt-Vith loopt er nog ééntje rond , maar dan met 2000-2100elo… let dus op in Chessbase als je partijen van hem opzoekt (“nr 2” heet Mikhail2 Gurevich in de Bigbase 2019). Persoonlijk heb ik hem in mijn jonge jaren als student twee keer achter het bord ontmoet, tweemaal in de open van Gent: één keer in de eerste ronde en één keer in de tweede ronde. Het werd snel boeken toe, maar het blijft een ervaring die me bijblijft – en het waren twee goede lessen!

Die Bigbase 2019 is een goede hulp om een overzicht te krijgen van een speler die een beetje onder de radar blijft als het gaat om deelnames aan gesloten tornooien. Zo leren we dat hij in 2008 het NK in Turkije won met 11,5/13; zijn enige concurrent was Suat Atalik (11/13), en de enige reden dat het nog zo spannend was, was omdat hij totaal onverwacht verloor van de toen 16-jarige Mustafa Yilmaz, die gewoon telkens de beste zetten speelde. Tegenstander die het heel moeilijk hadden tegen Gurevich waren o.a. Van der Sterren (speel zeker eens hun partij uit Tallinn 1987 na), Chuchelov, Bologan, Barsov, Miezis en Luc Winants, om het bij de zwaarste scores te houden. Hijzelf had het meestal moeilijk tegen Anand, Adams en vooral Topalov en Kasparov, tegen wie hij telkens maar 0,5/5 haalde.

Een partij als illustratie… gek genoeg herinner ik me vooral zijn verliespartij in een rapidtornooi in Brussel tegen… David Bronstein, maar dat is niet eerlijk natuurlijk: dit is een artikel over Gurevich, niet Bronstein. Dus dan maar zijn knappe winstpartij op Alexei Shirov (World Cup in Khanty-Mansiysk 2005), waarin hij tegen de aanvalskunstenaar het hoofd koel houdt en het punt incasseert, wanneer de aanval van wit “te lang duurt”.
Waarom Gurevich slechts op 7 in deze top-30? Wel, zoals hierboven al vermeld, heeft hij niet actief een voortrekkersrol gespeeld om het schaken vooruit te helpen in België. Hij hielp niet om sponsoren aan te trekken, stak zijn schouders niet onder schoolprojecten, gaf te weinig acte de présence op momenten waar het ertoe deed; kortom, hij was teveel speler, te gefocust op het schaakspel op het bord. Wat zou hem nog hoger kunnen brengen in deze lijst? Meer deelnames aan NK’s, misschien een biografie bij Thinkers Publishing (J), wat meer activiteit in België en wie weet gaat hij ook ooit voor zijn plezier gaan spelen zoals Kramnik, en schrijft hij zich ooit in voor een ligakampioenschap! 

HK5000

zondag 3 februari 2019

Chessbase 15 deel 2

Werken met CB15: enkele eerste ervaringen

Om te beginnen – deze review is geschreven door iemand die van CB12 komt (en daarvoor van CB7), dus ik zal waarschijnlijk enkele features leuk vinden, die “gewone kost” zijn voor vele lezers. Daarnaast heb ik Fritz 12 en 13, dus een vergelijking met de laatste versie van de Fritz-GUI is misschien niet up to date. Verder ben ik al Chessbase-klant sinds Fritz5.32 en een redelijk vroege versie van Chessbase (met dongle-beveiliging – waar is de tijd). Ik had daarvoor al Fritz2, dat ik redelijk intensief gebruikte – en heerlijk functioneel vond. Later kwamen daar nog Chess Genius 3 (ijzersterk), Rebel6, en nog vele andere goede en minder goede DOS-schaakprogramma’s. Verder nog heb ik hier een Big/Megabase (1980-1994) liggen met maar liefst … 215.000 partijen. Ik wil maar zeggen, ik heb quasi de volledige opkomst van het computerschaak meegemaakt.

Deze review is dus redelijk persoonlijk – iedereen zoekt iets anders qua functionaliteit, en wat ik als heel interessant beschouw, wordt door een andere speler als overbodig gezien – en omgekeerd. Ik ga het hier niet zozeer hebben over de “evidente” zaken in CB15, noch streef ik volledigheid na, maar ik wil het meer hebben over de zaken die me al dan niet bevallen: aspecten die ik goed/slecht vind in mijn alledaags gebruik van de software. Op internet staan al heel wat meer of minder gekleurde reviews van CB15 – hierbij dus mijn bijdrage, gebaseerd op CB15 service pack 7.

Eerst even melden dat CB15 (en wschl ook eerdere versies) een vroeger negatief punt heeft weggewerkt. Ik herinner me dat in de “oude” CB-versies (en nog altijd in de Fritz-GUI) het niet eenvoudig was om in een databank met posities, deze via een zoekfilter te sorteren, zodat je enkel de stellingen met wit (of zwart) aan zet kreeg. En dat terwijl Nicbase in de 90’er jaren al die optie had… Ik zie dat men dit nu wel simpel heeft opgelost in CB 15: in het zoekvenster van “filter lijst” klik je bij maneuvers gewoon wit of zwart aan, en verder niets. Zie figuur hierna, waar ik “B” (black = zwart) heb aangevinkt. Dat in dat scherm niet alles naar het Nederlands vertaald is (trapped piece is toch gewoon een ingesloten stuk, discovered attack is aftrekschaak of aftrekaanval, overworked piece is een overbelast stuk enzovoort) is wel een beetje vreemd (net als “herstellen”, waar ik dan wel resetten zou laten staan), maar bon… Van mij mag het allemaal Engels zijn, of allemaal Nederlands, maar geen mixup aub.
OK, dat is al van de baan, alvast één goed punt. Nu we toch bij zoeken zijn, zowat de belangrijkste functie in Chessbase, moet ik nog een klein negatief puntje vermelden: daar waar concurrent Chess Assistant Chess Query Language (CQL) heeft omarmd, moet je het in Chessbase nog stellen met wat is voorgeprogrammeerd. Dat is wel al heel wat, en wie materiaal zoekt om zijn taktiek wat te trainen, kan in bovenstaand zoekvenster zijn hart ophalen. Bovendien bevat de knop “voorbeelden” nog tien extra thema’s – zie de figuur hierna. Slechts tien, jawel, maar hier ligt een groot, onontgonnen veld, waar nieuwe versies van CB zeker zullen op voortbreien: wat met andere offers of slagsequenties…?

Even proberen: zo levert de onderste zoekopdracht (*) “queen decoys into fork” in mijn databank van Belgische partijen een tiental hits op. Gek genoeg bleek “rook double check” krek dezelfde partijen op te leveren (foutief dus), dus dat was weer een mailtje naar Chessbase waard. Met dat filter (*) vond ik onderstaande partij (nog uit mijn West-Vlaamse ligaperiode) wel de moeite waard. Dat wit er een zootje van maakt na zet 17 maakt de partij alleen maar interessanter.

Voor wie CQL nog niet kent, Tim Krabbé heeft er een leuk stukje over geschreven, en op wikipedia vind je ook wel iets terug. Het voordeel van CQL is dat je heel algemene zoekopdrachten kan programmeren, zoals bv “witte toren offert zich, vertrekkend vanop een wit veld, tegen een witveldige loper, waarna de witte koning van h1 naar a8 wandelt in de loop van de rest van de partij”. Zoiets lukt niet in Chessbase, wel met CQL. Wie – behalve Tim Krabbé – zo’n zoekopdrachten nodig heeft, is dan weer een andere vraag J.

Het blijft vervelend dat CB15 na bijna elke zoekopdracht een zoekversneller wil creëren – de beste manier om van dat gezeur af te zijn, is gewoon akkoord gaan dat-ie er een aanmaakt. Maar eigenlijk zou het programma die op de achtergrond maar zelf moeten opmaken of… helemaal niet. Want zijn zoek/sorteeropdrachten niet één van de eerste dingen die je efficiënt leert programmeren? Chess Assistant is bliksemsnel, waarom is Chessbase dat niet? Een rommelige structuur van de databank of het partijformaat? Er zijn bugs in het formaat van de partijen bekend, die nu bekendstaan als “features, not bugs” (je kon vroeger, net door dat sloppy programmeerwerk, illegale zetten invoeren in CB). Een voorbeeld van deze inefficiëntie: een zoekopdracht naar gewonnen partijen van Michael Adams, gespeeld tussen 2015 en 2018, tegen tegenstanders > 2600 elo in Bigbase2019: Chessbase doorloopt de hele databank – terwijl die toch al chronologisch gesorteerd is! Dus in plaats van enkel de laatste 1.100.000 of zo partijen te doorzoeken, begint het programma vanaf partij 1 te kijken of die soms niet in de periode 2015-18 gespeeld is… Het lijkt me dat er nog talrijke optimalisaties mogelijk zijn om het zoekproces te versnellen.

Positief dan weer is, wanneer je op een thema zoekt (bv offer op h7), de partijen dan klaar staan op de positie waarin dat offer plaats vindt – dat maakt het hele proces heel efficiënt. Anderzijds vind ik CB15 bij zoekopdrachten soms ook gewoon traag: een lange zoekopdracht stopzetten? Het duurt een tijdje eer het programma reageert. En soms krijg je dan zelfs:

Voor de 15de versie van een programma verwacht je ook wat stabiliteit, maar dat kan ook aan mijn hardware liggen (tip: een oude HP desktop is niet zo stabiel met een nieuwe Windows). Toen ik het programma enthousiast wou gebruiken, kon ik dat pas echt na service pack 5: ik kon namelijk geen partijen bewaren (!!), in geen enkele database… Je vraagt je af of de software eigenlijk wel getest wordt bij Chessbase, voor die uitgebracht wordt. Ook na updates met service packs crasht mijn versie nog nu en dan, maar nogmaals, dat kan evengoed aan mijn computer liggen.

Maar om terug te keren naar dat filter (*) met die zettenreeks voor wit: Dxa8 Dxa8 Pc7+, daarvoor hoef je niet dat voorgekauwde voorbeeld te gebruiken in het zoekfilter. Er is namelijk een algemener methode om zo’n wendingen te vinden. Zoek een stelling met dat thema op in één partij, ga dan naar “rapport” en klik “vergelijkbare zetten” en dan krijg je massa’s partijen met die wending en zelfs een vergelijkbare pionnenstructuur. En dan blijkt dat Kurt de mosterd had gehaald uit een partij Lerner-Tseitlin uit 1973. De wending komt zelfs zo vaak voor dat het als een openings-val/variant kan beschouwd worden. Het voordeel van die tweede methode is dat je ook andere offers dan Da8 krijgt: ook een Ta8 schijnoffer komt eruit (zie bv de partij Sorgic-Petrovic).
Nog even een pluspunt in het zoekvenster aanstippen: als je in Fritz enkel de gewonnen partijen zoekt van een speler, dan moet je apart zijn wit- en zijn zwart partijen opvragen; in CB kan dat in één keer: “alleen gewonnen” aanklikken en “negeer kleuren” behouden en je hebt ze. Best handig – en dat lokt de logische vraag uit: waarom dan ook niet de optie “alleen verloren”?

Goed, zoeken en filteren, dat lukt iedereen wel; maar wat maakt CB15 zo speciaal? Tenslotte, wat is er nog “nieuw/tof/goed” aan de zoveelste versie van MS Office, Fritz of gelijk welk programma dat al aan versie 10+ zit? Wel, “naspeeltraining” en “planverkenner” vond ik aanvankelijk wel toffe nieuwe dingen, maar ik heb ze nog niet veel gebruikt. Het zijn zeker goede ideeën, vooral voor schakers < 2000, die moeite hebben om na de opening een goed plan te bedenken, of goede velden voor hun stukken te kiezen. Naspeeltraining geeft je de mogelijkheid om de komende zetten te raden, aan de hand van een diagram dat drie zetten verder in de partij zit. Planverkenner geeft de meest voorkomende zetten vanaf een bepaalde stelling, zodat het duidelijk is wat er in de toekomst met de stukken moet gebeuren. Maar dat werkt enkel goed in de openingsfase, en liefst met grootmeesterpartijen – éénmaal er geen andere partijen met vergelijkbare stellingen meer zijn, zit je ook in het donker te tasten. Dit zijn dus twee extra functies bedoeld voor de schaker die CB15 wil gebruiken om echt aan zijn schaken te werken. Of dit de beste manier is, weet ik niet – persoonlijk heb ik al veel meer opgestoken van de video’s van Herman Grooten, dan van deze functies.

Nog een goed punt: toen ik per ongeluk eens het gommetje wou uitproberen, was dat blijkbaar niet om de variant waar ik op stond te wissen, maar om alle commentaar te wissen van de hele partij. Al doende leert men… Ramp? Neen, gelukkig bestaat ook in CB15 de “ctrl+z”: alles terug en snel gesaved. Prima! En een partij saven met “ctrl+s” is nu gewoon “replacen”, of zoals Chessbase het zelf stelt: “net zoals in Word”. Als je een copie van de partij wil bewaren (dat doe ik vaak, bv als ik een partij uit de BB2019 of een andere grote databank heb gehaald en van analyses heb voorzien, dan bewaar ik die in een andere databank, om de BB2019 niet helemaal te laten herindexeren – lees: vertragen), is dat ook veel handiger geworden: je kan nu uit een lijstje kiezen naar welke db je de partij wil laten schrijven. Bij het ingeven van partijen is het ook tof dat een nieuwe zet in een bestaande zettenreeks geen pop-up venster meer genereert ((hoofd)variant / overschrijven / annuleren of wat was het allemaal), maar dat CB15 de nieuwe zet gewoon als variant ziet: dat spaart ook veel klikken uit.

Die zoekopdrachten zijn dus fun, maar wat kan je nog meer? Statistiek is de tweede grote poot waarop CB15 rust. Statistieken per speler hadden we al veel langer, en ook de waarschijnlijkheid op welk veld een stuk zal passeren (kan handig zijn om te weten wat te doen met bv het damepaard in een bepaalde opening (bij voorkeur toe te passen in een database van een bepaalde opening zie bv www.pgnmentor.com – als je dit vraagt in de algemene BigBase2019, ben je er niet veel mee). Maar je kan nu ook de “overlevingskans” van de stukken in een bepaalde opening laten simuleren. Ook dat kan eventueel helpen welk stuk af te ruilen en welk stuk te houden. Maar dat leidt ons misschien teveel naar een Alpha Zero aanpak van het schaken. Soms is meer informatie ook gewoon teveel informatie.

Met de partij Belkadi – O’Kelly na 11 volledige zetten, checkte ik zo ook eens welke eindspelen er uit deze standaardstelling van de Caro-Kann ontstaan. En dan krijg je dit (linksonder): een grote kans op L vs P, P vs P of T vs T. Dit is al wat bruikbaarder: als je een opening leert, leer je ook best de eindspelen die erbij horen. De figuur rechts ernaast toont dezelfde zoektocht na 6.f4 in de Siciliaanse Draak: hier dus vooral kans op toreneindspelen. Let op: enkel stukkeneindspelen worden hierin weergegeven, geen pionneneindspelen (wegens kans op dubbeltelling). Dit levert ook secundair “meta”-inzicht op: als uit een opening vooral een toreneindspel volgt, betekent dat ook dat het in het algemeen niet slecht is om de lichte stukken en de dames af te ruilen. Maar opnieuw, dat gaat weer in de richting van statistisch schaak.
De tab “spelers” in een databankvenster is the place to be als je je op een tegenstander wil voorbereiden. Het is me eigenlijk een raadsel waarom ze het zoekvenster waar je op naam kan zoeken, onderaan het scherm hebben gezet (kon perfect in de ribbon bovenaan), maar bon, het werkt. Hier lijkt er niet veel veranderd in vergelijking met vorige versies. Wat ik wel nog nodeloos irriterend vind, is dat bij het rechts klikken op de naam van een speler in de spelerslijst, je wel nog altijd “speler statistieken” kan kiezen, maar het venster met de drie deelvensters (zie figuur hierna) nog altijd te klein is: het kan geen grote moeite zijn om in deze tijden van hoge resolutie en grote schermen, het pop-up venster zo breed te maken, dat de drie deelvensters zonder horizontale scrollbar verschijnen. En de knoppen onder die deelvensters (“N”, “A-Z”, “Resultaat”, “Datum”, …) mogen ook “dubbelwerkend” zijn, zoals velden in Explorer in Windows: één keer klikken is sorteren volgens die knop (bv Aà Z), een tweede keer is de omgekeerde sorteervolgorde (bv Z à A).
En waarom de volgorde van foto’s in de ID-kaart van een speler van “recentst” naar “langst geleden” gaan, vind ik ook niet zo logisch, maar OK, misschien wil je wel als speler wel de meest recente foto van je tegenstander eerst zien. Maar dat is weer een detail.

Samengevat lijkt CB15 meer in te zetten op statistiek. Dat mag niet verwonderen, in tijden van Alpha Zero en datamining. Uiteindelijke leverde CB1 Kasparov een klinkende revanche op tegen het Hamburgse achttal in zijn tweede simultaan. Dat Chessbase deze weg is ingeslagen, mag dus niet verwonderen, ook niet gezien het potentieel dat hierin nog ligt. Het koppelen van een trend aan het slaagpercentage van een nieuwe openingszet kan bv een indicatie zijn van de sterkte van het nieuwtje (typisch scoort een nieuwe zet redelijk goed, om pas na enkele partijen terug te zakken, omdat spelers dan het goede tegengif hebben gevonden – wanneer blijkt dat een nieuwe zet minder (snel) terugzakt, is dat een indicatie van de gezondheid van de zet).

Publiceren is poot nummer 3, en hier is Chessbase al een tijdje mee met de moderne wereld: publiceren naar internet (met koppeling naar facebook): één klik. Publiceren naar een gif, die je partij automatisch naspeelt (voor bv publicatie op twitter): één klik. En gewoon je partij copy/pasten naar Word-formaat omzetten was al veel langer mogelijk, dus dat zit er ook nog in. Chessbase is gewoon mee met zijn tijd, en dat is goed. Een diagram copy-pasten naar Word kan op diverse wijzen, ofwel als diagram in het figurine font, of ook als bitmap, met de mooiere look en feel van in CB15 (wat vanuit Fritz evengoed mogelijk is trouwens).

Positief in het partijvenster alvast is de bar met lees- en evaluatietekens onder de partijnotatie. Dat Chessbase bij het laden van een partij snel even automatisch de evaluatie van alle zetten genereert is leuk: zo zie je in één oogopslag al hoe goed de partij was. Dat is trouwens een feature die ooit in een vroege Fritz is ontstaan.

Wat oorspronkelijk niet leek te werken (zie hierna) was iets dat ik altijd graag gebruikt heb en met “ctrl+shift+r” meteen kreeg: bij een bepaalde partij enkele partijen automatisch ingevoegd krijgen die met dezelfde openingsvariant verder gaan. Dat was een heel makkelijke manier om te kijken welke meesterpartij je het langst had gevolgd. Dat is nu een standaard button (Novelty Commentaar) in de ribbon “Rapport” geworden. De tab “Referentie” in het partijvenster leunt hier wel tegenaan, maar hier moet je zelf een punt in je partij kiezen en hopen dat “Referentie” met enkele gelijkaardige partijen (liefst niet teveel, en liefst partijen van meesters) naar boven komt. Ook het “openingsrapport” gaat in die richting, maar dat is dan een apart rapport, en ook deze optie kopieert niet de meest relevante gelijkaardige partijen in de partij die ik wil analyseren. En ook in de tab “vensters” “Referentie zoekvenster” aanklikken, zit in dezelfde sfeer (en laat me gemakkelijk de partijen die ik wil integreren, via drag & drop in mijn partijvenster vallen), maar opnieuw, dat gaat ook niet automatisch. Wat dat betreft, op dat ogenblik dacht ik – laat ik eens de help-functie (klein rondje met “?” in de rechterbovenhoek) proberen: ik kwam uit op deze pagina… (nog altijd niet gecorrigeerd in CB15 sp7).

Dus heb ik dan maar de – zeer volledige – Nederlandse handleiding gedownload van hun support pagina. Een pdf’je van 691 bladzijden alstublieft. Daar vond ik dan het commando “shift+f6”, maar dat leek qua resultaat sterk op bovenstaande optie met “referentie zoekvenster”. Blijkbaar heeft men de automatische referentie vervangen door een manuele…(?) Pas op het einde van mijn zoektocht, zag ik dat rechts klikken op het bord ook nog wat opties meegeeft, waaronder “zoek nieuwtje” (wat die shift+F6 is). En toen viel mijn oog op: “Novelty commentaar: Maj+ctrl+R”: dàt was het commando dat ik zocht – blijkbaar was ik ergens te snel geweest: het commando zit er nog altijd in! (alleen: wij zeggen dus – ook in het Nederlands - shift+ctrl+r, niet maj+ctrl+r). Voor wie wil weten waar ik het nu al de hele tijd over heb: zie figuur hierna: het commando zoekt dus zelf de meest relevante partijen in de referentiedatabank, die het dichtst bij de opening van de betreffende partij aanleunen.

Ik wil hier wel nog meegeven dat de Chessbase support heel conscientieus werkt: beleefd, ze reageren op al je vragen, en jawel, het zijn ook schakers. De support pagina’s van Chessbase zijn trouwens behoorlijk goed en op de chessbase-wiki staan heel wat vragen mooi beantwoord.

Nog één punt van kritiek, niet op CB15, maar op de Fritz interface: een diagram invoegen doe ik graag op die plaats waar een interessante zet op het bord gaat komen, dus achter de voorgaande halve zet (het diagram komt in het commentaar achter zet “x”). In CB15 wordt die logica gevolgd, in Fritz en co niet, daar krijg je (bij plakken van de partij in Word) het diagram vóór de voorgaande halve  zet (“x-1”), ook al doe je net hetzelfde als in CB15, en zit het “#” teken in commentaar nà de zet. Heel vervelend als je Fritz en Chessbase door elkaar gebruikt voor je schaakartikelen, en dat was weer een mailtje naar Chessbase waard.

Wie zich afvraagt hoe dat dan in CB15 werkt als je van een stelling (geen partij) het diagram wil afdrukken vóór de eerste zet? Wel, je klikt op de eerste zet, tikt “ctrl+shift+a” ( = commentaar vóór de zet) en tikt [#] in het venster. Zie figuur hierna voor een diagram voor en na de eerste zet (en voor wie zijn taktiek nog eens wil oefenen: wat speelt wit om deze stelling (na het zwarte Df6-f5) te winnen?). Positief is ook dat het diagram niet als “#” in je notatie op het scherm staat, maar echt als diagram tussen de zetten – dat werkt goed als geheugensteuntje (“waar heb ik dat diagram nu weer ingevoegd”), maar ook qua lay-out assistentie: je wil vaak een diagram waar de actie plaats vindt, maar ook niet teveel diagrammen op een kluitje.
Een beetje vreemd vond ik dat de gekleurde pijlen en velden, niet als ribbon commando beschikbaar zijn in de tab “invoegen”, maar enkel als toets-muis combinatie. Het was even zoeken, maar ik heb ze gevonden (alt / alt+shift / alt+ctrl ingedrukt houden en de muis gebruiken). En nu we in de grafische toestanden zitten – blijkbaar is grafisch commentaar ook een zoekcriterium; een beetje “lame”, maar bon. Misschien zijn er mensen die dit vaak gebruiken om hun partijen te analyseren en kan dit dienen als een zoekmasker naar door jezelf geanalyseerde partijen. De Chessbase help-pdf (Nederlandse versie: 691 bladzijden!) geeft nog een mogelijkheid om snel je eigen bewerkte partijen terug te vinden: met medailles (“user”) markeren.

Daarnaast zijn er nog hier en daar handige zaken bijgekomen; je kan nu bv ook illegale posities bewaren (bv voor educatieve doeleinden), en ook daarna nog zetten invoeren. Kan handig zijn.

Wat ik hier niet behandeld heb, is bv het maken en bewerken van openingsboeken (OB) – dat is iets wat eerder thuis hoort in Fritz, waar je (vind ik) gemakkelijker de boeken kan bewerken. Het is natuurlijk waar dat je in CB15 een veel geraffineerder selectie van partijen kan maken om je OB aan te maken (bv “partijen van spelers > 2700 tussen 2000 en 2015 met kwaliteitsoffers”) maar ik vraag me af wie zo’n subtiliteit nodig heeft voor een openingsboek, waar je eerder een zo breed mogelijk spectrum wil zien aan varianten.

Besluit:
Ja, Chessbase is een goed programma, en bedient veel makkelijker dan Chess Assistant, dat misschien qua efficiëntie beter geschikt is voor gebruikers die zeer intensief met partijbeheer, publicaties, opzoekwerk, voorbereidingen bezig zijn. Alleen, de look en feel van Chess Assistant is helemaal anders. Chessbase voelt gewoon vertrouwd aan, het is de MS Office van het schaken, terwijl de Chess Assistant eerder de Star of Open Office is: gelijkaardig, maar net dat ietsje minder vertrouwd. Je start op en begint – 90% van de functies zijn heel intuïtief.

Uit het bovenstaande mag zeker blijken dat er nog talrijke schoonheidsfoutjes op te lossen zijn, dus het werk is nog niet af. Maar voor de miljoenen schakers over de wereld, is een database programma als dit zowat de enige grote investering die ze in hun hobby moeten doen – de return blijft jarenlang voortzinderen. Die kleine haperingen voelen aan alsof je net een nieuwe auto gekocht hebt, en dan blijkt dat het mediasysteem toch geen mp3’s afspeelt, of de ramen achteraan niet automatisch bediend zijn. Kleine zaken, maar ze voelen toch hinderlijk aan. Feit is dat CB15 zeer veel mogelijkheden biedt – en bij deze uitgave heeft men echt gekeken naar zaken die het “leren schaken” vooruithelpen, maar het is aan de gebruiker om te checken wat voor hem/haar nuttig is.

Wie enkel Fritz & co heeft gebruikt voor zijn partijen: mist die iets? Ja, beheer van databanken is veel makkelijker met CB, je hebt veel meer mogelijkheden om te filteren en te zoeken in CB. Je werkt gewoon efficiënter met CB, veel overzichtelijker. CB15 levert veel functies die in Fritz niet mogelijk zijn, of geeft je meteen al een voorsprong in je voorbereiding op je tegenstander.

Mis je veel? Neen, dat ook weer niet – misschien zijn er in Chessbase zo’n 20-30% van de functies en mogelijkheden die je ook graag in de Fritz interface zou hebben, maar de rest is overbodig. Ik zat bv niet te wachten op een 3D-raytraced bord. Mocht ik drie uitbreidingen aan Fritz mogen kiezen, om het wat meer in de slipstream van CB te brengen (een soort tussenoplossing tussen Fritz en Chessbase), dan zouden het deze punten zijn:
  • De meer uitgebreide zoekfuncties van Chessbase – het hoeven ze niet allemaal te zijn, maar toch graag wat meer dan nu het geval is
  •  Het gebruik van meerdere (partij)vensters in Fritz
  • En natuurlijk mijn ctrl-shift-r graag
Een Fritz “CB” met deze functies zou de geboorte van een extra product betekenen in het gamma van Chessbase… leest iemand in Hamburg deze recentie…? Niemand geïnteresseerd in een “echte” Chessbase Light (dus niet die rommel die begrensd is tot 8000 of zo partijen)?

Omgekeerd, zaken die ik graag in CB15 zou zien, die nu enkel in Fritz zitten? De cr-analyse is nu automatisch, maar misschien wil ik toch wel dat ik die zelf kan instellen. En die database-keys (middenspel, taktiek, eindspel) die wel in Fritz zitten, die had ik graag ook terug. Maar verder – neen, de Fritz-GUI is een Mercedes SL roadster, een luxueuze tweezitter racemachine – wie goed kan rijden, is hiermee meteen weg, maar je botst hier en daar op de beperkingen ervan. CB15 is een Mercedes GLS SUV: een zeer veelzijdige auto, waar je op veel manieren de weg mee op kan: sportief, veelzijdig, chique; dit is iets wat je jarenlang trouw gebruikt, zonder het gevoel te hebben dat je iets mist.

HK5000