Garry Kasparov heeft in zijn actieve profcarrière een enorme collectie aan zeer hoogstaande partijen gespeeld maar de series die hij publiceerde over zichzelf en de vorige wereldkampioenen zijn misschien wel een belangrijker nalatenschap. Het valt mij op hoe vaak er in de hedendaagse schaakliteratuur gerefereerd wordt naar deze boeken. Het lijkt of iedere serieuze schaker de boeken heeft gelezen.
De meest recente uit de serie die ik las ging, zoals de titel al verklapt, over Fischer. Echter Kasparov bespreekt niet enkel de 11de wereldkampioen. Reshevsky, Larsen en Najdorf komen ook aan bod wat mij zeker kon bekoren. Alleen dit betekent dat er uiteindelijk ongeveer slechts een half boek overblijft voor Fischer. Bovendien wordt er heel wat uitgeweid door Kasparov over Fischers vreemde gedrag naast het bord waardoor het schaak-technische deel nog verder krimpt. Slechts 59 partijen met Fischer (of soms alleen maar een fragment) telde ik.
Over misschien wel de grootste schaker ooit, had ik heel wat meer materiaal verwacht. Was het Kasparovs ego die nooit zou toelaten om Fischer op dezelfde hoogte als zichzelf te brengen, laat staan te beschouwen als de intrinsiek sterkere schaker? Achteraf bleef ik een beetje op mijn honger zitten en dus zocht ik naar een aanvullend boek over Fischer. Trouwens het is niet de eerste keer dat ik een aanvullend boek zocht over een oud-wereldkampioen na het lezen in My Great Predecessors. Zo las ik over Tal ook nog het uitstekende boek The Life and Games of Mikhail Tal.
Over Fischer zijn talloze boeken geschreven maar welke is voor mij de beste? Uiteraard moet je jezelf de vraag stellen wat je precies wilt vinden in een boek. Het boek The Career and Complete Games of Fischer door Karsten Muller is zonder twijfel de meest complete collectie partijen van Fischer met meer dan 700 stuks. Echter analytisch stelt het weinig voor en dus zie ik weinig verschil met een database. Het boek My 60 memorable games door Robert Fischer trekt mij schaaktechnisch veel meer aan maar heeft als groot nadeel dat het stopt in 1967 terwijl we allemaal weten dat zijn beste jaren net daarna kwamen. Een aanvulling of vervolg kwam er niet. Fischer was niet meer geïnteresseerd.
Uit armoede ging ik dan maar ten rade bij de grootste Fischer-kenner in België: Robert Schuermans. Ik legde hem uit dat ik een boek zocht met een ruime collectie van Fischers partijen over zijn hele carrière die tezelfdertijd diep waren geanalyseerd. Oude analyses ondersteund door hedendaagse computeranalyses vind ik een plus. Anekdotes en randinformatie die het boek prettiger laten lezen, zijn ook niet te versmaden. Robert dacht even na maar moest mij teleurstellen. Het boek dat ik zocht, moest volgens hem nog geschreven worden. Erg spijtig, dus vroeg ik welk boek voor hem het belangrijkste was over Fischer. Deze maal moest Robert niet nadenken want "My 60 memorable games" is voor hem de onbetwistbare nummer 1.
Dit boek schafte ik mij bijgevolg aan via de denksportkampioen. Ik heb het mij niet beklaagd. Het boek las niet alleen erg vlot maar was ook doorspekt met uitstekende analyses door de wereldkampioen zelf. Uitzonderlijk zeker als we beseffen dat er in die tijd nog helemaal geen sprake was van schaakprogramma's. Daar Fischer bijna uitsluitend 1.e4 speelde, was ik natuurlijk ook benieuwd of er overlappingen zouden zijn met mijn repertoire. Bovendien volg ik geen mode en speel ik vaak oude varianten.
In 5 a 6 partijen had ik het geluk om Fischers opinie te ontdekken over openingen die ik ook speel. Zo wordt ook de partij uit 62 besproken tegen Keres die ik al eens eerder vermeldde in mijn artikel oude wijn in nieuwe zakken. De meest intrigerende partij vanuit theoretisch standpunt vond ik echter zijn Siciliaanse partij uit 61 tegen Reshevsky. De laatste keer dat ik de klassieke Siciliaanse Draak speelde met Le3 dateert al van 1999 toen ik een smadelijke nederlaag leed tegen Marcel Van Herck.
Ik vond geen serieuze verbeteringen voor wit dus verving hierna Le3 met Lg5. Fischer claimt echter in zijn boek dat wit ook zonder 0-0 kansen kan creëren. Zijn analyses zagen er overtuigend uit dus wou ik wel eens weten wat onze hedendaagse topprogramma's hierover vertellen. Een oude opening terug tot leven wekken, kan altijd van pas komen in de praktijk.
Het was voor mij geen grote verrassing dat de schaakprogramma's Fischers idee niet geweldig vinden. De witscore in het online openingsboek liet ons al zoiets vermoeden. Fischer heeft het idee ook niet herhaald.
Dit soort uitstapjes bevestigt nogmaals de enorme kloof in openingen tussen toen en het moderne schaak vandaag. Het gros van de varianten die toen populair waren, zijn herleid tot voetnoten in de theorie die op meester-niveau enkel nog als verrassing gebruikt worden. Puur vanuit theoretisch perspectief lees je dus beter recenter werk. Nu dit soort boeken lees ik in de eerste plaats omwille van het geschiedkundige aspect.
Tot op vandaag blijft Fischer de gemoederen beroeren. Een ultieme collectie van zijn beste partijen grondig geanalyseerd en gebundeld in een nieuw boek lijkt mij niet overbodig. Het spreekt voor zich dat we vertrekken vanuit de 60 memorable games die Fischer zelf koos. Fischer overleed in 2008 te Reykjavik dus juridisch is het wellicht vandaag eenvoudiger om hiervoor zijn eigen werk als basis te nemen. Wie (liefst een zeer sterke speler) durft want het wordt een titanenwerk waarbij het rendement onzeker is? Nee Kasparov heeft zijn kans gehad.
Brabo
Over misschien wel de grootste schaker ooit, had ik heel wat meer materiaal verwacht. Was het Kasparovs ego die nooit zou toelaten om Fischer op dezelfde hoogte als zichzelf te brengen, laat staan te beschouwen als de intrinsiek sterkere schaker? Achteraf bleef ik een beetje op mijn honger zitten en dus zocht ik naar een aanvullend boek over Fischer. Trouwens het is niet de eerste keer dat ik een aanvullend boek zocht over een oud-wereldkampioen na het lezen in My Great Predecessors. Zo las ik over Tal ook nog het uitstekende boek The Life and Games of Mikhail Tal.
Over Fischer zijn talloze boeken geschreven maar welke is voor mij de beste? Uiteraard moet je jezelf de vraag stellen wat je precies wilt vinden in een boek. Het boek The Career and Complete Games of Fischer door Karsten Muller is zonder twijfel de meest complete collectie partijen van Fischer met meer dan 700 stuks. Echter analytisch stelt het weinig voor en dus zie ik weinig verschil met een database. Het boek My 60 memorable games door Robert Fischer trekt mij schaaktechnisch veel meer aan maar heeft als groot nadeel dat het stopt in 1967 terwijl we allemaal weten dat zijn beste jaren net daarna kwamen. Een aanvulling of vervolg kwam er niet. Fischer was niet meer geïnteresseerd.
Uit armoede ging ik dan maar ten rade bij de grootste Fischer-kenner in België: Robert Schuermans. Ik legde hem uit dat ik een boek zocht met een ruime collectie van Fischers partijen over zijn hele carrière die tezelfdertijd diep waren geanalyseerd. Oude analyses ondersteund door hedendaagse computeranalyses vind ik een plus. Anekdotes en randinformatie die het boek prettiger laten lezen, zijn ook niet te versmaden. Robert dacht even na maar moest mij teleurstellen. Het boek dat ik zocht, moest volgens hem nog geschreven worden. Erg spijtig, dus vroeg ik welk boek voor hem het belangrijkste was over Fischer. Deze maal moest Robert niet nadenken want "My 60 memorable games" is voor hem de onbetwistbare nummer 1.
Dit boek schafte ik mij bijgevolg aan via de denksportkampioen. Ik heb het mij niet beklaagd. Het boek las niet alleen erg vlot maar was ook doorspekt met uitstekende analyses door de wereldkampioen zelf. Uitzonderlijk zeker als we beseffen dat er in die tijd nog helemaal geen sprake was van schaakprogramma's. Daar Fischer bijna uitsluitend 1.e4 speelde, was ik natuurlijk ook benieuwd of er overlappingen zouden zijn met mijn repertoire. Bovendien volg ik geen mode en speel ik vaak oude varianten.
In 5 a 6 partijen had ik het geluk om Fischers opinie te ontdekken over openingen die ik ook speel. Zo wordt ook de partij uit 62 besproken tegen Keres die ik al eens eerder vermeldde in mijn artikel oude wijn in nieuwe zakken. De meest intrigerende partij vanuit theoretisch standpunt vond ik echter zijn Siciliaanse partij uit 61 tegen Reshevsky. De laatste keer dat ik de klassieke Siciliaanse Draak speelde met Le3 dateert al van 1999 toen ik een smadelijke nederlaag leed tegen Marcel Van Herck.
Dit soort uitstapjes bevestigt nogmaals de enorme kloof in openingen tussen toen en het moderne schaak vandaag. Het gros van de varianten die toen populair waren, zijn herleid tot voetnoten in de theorie die op meester-niveau enkel nog als verrassing gebruikt worden. Puur vanuit theoretisch perspectief lees je dus beter recenter werk. Nu dit soort boeken lees ik in de eerste plaats omwille van het geschiedkundige aspect.
Tot op vandaag blijft Fischer de gemoederen beroeren. Een ultieme collectie van zijn beste partijen grondig geanalyseerd en gebundeld in een nieuw boek lijkt mij niet overbodig. Het spreekt voor zich dat we vertrekken vanuit de 60 memorable games die Fischer zelf koos. Fischer overleed in 2008 te Reykjavik dus juridisch is het wellicht vandaag eenvoudiger om hiervoor zijn eigen werk als basis te nemen. Wie (liefst een zeer sterke speler) durft want het wordt een titanenwerk waarbij het rendement onzeker is? Nee Kasparov heeft zijn kans gehad.
Brabo