Vandaag is het dankzij de computer veelal kinderspel geworden om snel en vrij accuraat een oordeel te verkrijgen van een stelling. Je eigen partijen analyseren is dan ook vaak een pijnlijke gewaarwording van de eigen tekortkomingen. Waarom heb ik dat niet gezien? Zelfs de beste schakers buigen meewarig het hoofd voor de sterkste schaakprogramma's.
Voor beginnende schakers is het dan ook lastig werken met de computer. Bijna elke zet is een fout. Hoe kan je daar nu lessen uittrekken? Men wordt gefrustreerd en het is dan ook heel begrijpelijk dat velen kiezen om super voorzichtige opstellingen te kiezen. Er wordt massaal teruggetrokken bij het minste gevaar die men denkt te zien.
Ik heb dit heel vaak opgemerkt de voorbije jaren bij mijn studenten of in de enkele hand en brein-sessies die ik speelde met enkele jonge kinderen. In mijn rol van coach heb ik altijd getracht om hen bij te brengen dat dit een foutieve ingesteldheid is. Ja door terugtrekken kan je langer stand houden en zal de computer minder grote fouten aanduiden. Echter men maakt zichzelf iets wijs door te denken dat je daarom beter schaakt. Uiteindelijk telt enkel het resultaat van de partij en die verbetert zeker niet door zo passief te spelen.
Telkens opnieuw riep ik vooruit in mijn lessen. Komaan niet verder talmen. Gooi die stukken naar voren. Ben je echt verplicht om dat stuk die aangevallen staat naar achteren te spelen? ... Kortom ik ben er zeker van dat je als coach hiermee een belangrijke positieve invloed kan hebben op iemands (prille) schaakcarriere. Trouwens sommige van mijn studenten zijn ondertussen zo goed geworden in het aanvallen dat zelfs ik als ex-coach niet meer veilig voor hen ben.
Ervaren schakers zal je dus zelden betrappen op passief spel. Het is voor hen een vanzelfsprekendheid om telkens te zoeken naar de meest actieve zetten. Zeker in blitz komt dit nog extra goed uit de verf. Tijd voor positioneel geschuif is er niet dus ontaardt er de meerderheid van de partijen in een tactisch knokfestijn waar de ene krachtzet na de andere uit de hoed wordt getoverd. Terugtrekken doe je dan ook slechts in uiterste nood wanneer je echt niet anders kunt.
Een logische volgende stap is dan ook in blitz om openingen te kiezen die rijk zijn aan taktiek. Dit laat vaak toe om heel snel punten te scoren tegen onwetende spelers. Sommigen gaan zelfs zo ver dat ze bewust dubieuze tot zelfs verloren stellingen spelen om hun tegenstander voetje te kunnen lichten. De weinige keren dat een tegenstander de lastige weerlegging kent of zeer uitzonderlijk vindt, beschouwen ze als collateral damage. Een mooi voorbeeld hiervan zijn o.a. openingen spelen waar succes afhangt van onnatuurlijk ogende terugtrekkende zetten i.p.v. voorwaarts te ontwikkelen. In het voorbije coronajaar heb ik er meerdere het revue zien passeren zoals wat te denken van onderstaande zijvariant in het Schots gambiet.
Eenmaal je 9...Pe7 kent of gevonden hebt, is het uit met de fun voor wit. Dit kende ik al vele jaren maar veel recenter ontdekte ik de kracht van een terugtrekkende zet in een hoofdvariant van het Lettisch gambiet (als we uberhaupt van hoofdvarianten kunnen spreken in deze zeer dubieuze opening).
Pas door de moderne schaakprogramma's heb ik 9. Pe3 leren kennen en appreciƫren. In mijn laatste opening (een Scandinavische variant) die ik hier wil tonen zien we dit thema in zijn volle glorie. Niet alleen ligt de weerlegging opnieuw in een terugtrekkende zet maar ook het vervolg is allesbehalve evident. Zonder een grondige computeranalyse op voorhand lijkt het mij heel onwaarschijnlijk dat iemand de weerlegging speelt zelfs in een klassieke partij. Trouwens dan moet je het ook nog kunnen onthouden. Uit ervaring kan ik zeggen dat dit mij niet elke keer lukte.
De uitzondering bevestigt de regel geldt hier ook uiteraard. Voorwaarts schaken blijft een zeer nuttige algemene regel om nieuwe schakers aan te leren. Die uitzonderlijke situaties waar een terugtrekkende niet ontwikkelende zet beter is, kan men altijd makkelijk later in de eigen praktijk nog ontdekken.
Brabo
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenIn feite zijn er 3 denkvermogens. De intuitieve taktiek, de calculatietactiek en het gevoelen voor strategie. Het intuitieve denkvermogen is het belangrijkst en kan je tot de 2800 elo top bevorderen. Magnus acht dit het belangrijkste vermogen. Hier geld de regel, veel inoefenen. Het is ook dit dat je nodig hebt in bullet/blitz schaak. Intuitieve taktiek is wat je genereert als je 1 a 3 sekonden tijd hebt. Intuitief schaken is ook loslaten van calculeren. Dan is er calculatietaktiek. Die is niet intuitief, vergt vertakkingen met elkaar te vergelijken en is qua denkbreedte breder. Ten slotte is er strategie, beter bekend als assessen wat de plannen van wit of zwart zijn in deze positie, eventueel aan te leren via de moderne openingsboeken, middelgame boeken en/of DvDs en videos. Hoe hoger je spelniveau, hoe meer strategie en calculatie denkvermogen de doorslag geven. Grosso modo kan je de 2000 a 2100 elo limiet aanmeten, waarop strategie en calculatievetmogen boven beginnen te drijven. Als voormalig (net) a-speler heb ik door het verkeerd inspelen van pionnen mezelf de strategisch inferieure positie aangemeten. Dan komt het voor dat tientallen zetten later, die positie je ook geen taktische ressources meer geeft. Stug vasthouden aan een pion heb ik gelukkig verleerd, het gevoel van compensatie had ik wel ontwikkeld. Soms is het goed een defensieve zet te doen om de aanval vd tegenstrever te vertragen en dus zelf de slag voor te zijn.
VerwijderenEen computer kent geen intuitieve taktiek dat alles is pure brute force calculatie. Strategie bestaat ook niet, ofwel komt die voort uit een brede openingsboek, ofwel uit zijn brute force. Als je 24 ply diepcalculeert, neem je strategie in een ruk mee en objectiveer je het plan met cijfers wat beter is dan het menselijk vernuft van strategie.
Hoeveel % van elk denkvermogen voor mij de doorslag geeft is moeilijk om inschatten.
In taktische puzzels en blitz gooit ge uzelf maar om in een rated classical game zonder zekerheid te offeren is een ander paar mouwen. Ik ervaar gebrek aan calculatietechnische vaardigheden en gebrek aan strategue (waar liggen mijn kansen en die vd tegenstrever) me al te dikwijls de rekening presenteren. De onmogelijkheid om het juiste plan te trekken alsook de beperkte kunde om imaginair variantenten vergelijken boven de 4 halfzetten. Weet je in een partij weet je niet of er een puzzel voorligt met 100% zekere oplossing. Dat maakt dat taktiek er ook niet helemaal uitkomt in een officiele classical partij.
.
Velen stellen dat spelers onder de 2000 puur verliezen op basis van taktiek al of niet ingezet door "aussetzers" of blunders, tja dat is er ook over.Ook wij mindere goden kunnen een reeks zetten van een comouter volgen totdat de boombreedte te breed is natuurlijk.