dinsdag 19 juni 2018

Minachting

Eerder dit jaar schreef ik dat het een grote fout zou zijn om Stockfish naar de prullenmand te verwijzen na zijn nederlaag tegen Alpha Zero (zie analyseren met de computer deel 3). In het voorbije TCEC seizoen 11 werd voor iedereen duidelijk dat het programma in de nabije toekomst nog steeds een zeer belangrijke rol voor het schaken zal spelen. Eerst kwalificeerde Stockfish zich voor de superfinale met 7 punten voorsprong op de nummer 2 Houdini. Daarna zagen we een zeer opmerkelijke in deze tijd van zeer geadvanceerde programma's eenzijdige superfinale. De overtuigende eindoverwinning van Stockfish op Houdini met 20 overwinningen tegen slechts 2 nederlagen (verder alleen maar remises) was er eentje die we in het laatste decennium niet meer hadden ontmoet.

De suprematie van Stockfish kwam misschien nog het meest tot uiting in de dubbele overwinning tijdens de superfinale wanneer de Mar del Plata variant van het Koningsindisch moest worden gespeeld. Eerst won Stockfish met wit.
Daarna zoals alle gekozen openingen in de superfinale, werden de kleuren verwisseld voor de programma's (zo wordt zeker geen programma bevoordeeld door de openingskeuze). Opnieuw won Stockfish dus deze keer met zwart.
Achteraf was er natuurlijk heel wat speculatie hoe Stockfish zoveel vooruitgang op relatief korte tijd heeft kunnen maken. Hierbij werd al snel de focus gelegd op een nieuw parameter van Stockfish: de contempt-factor of vertaald naar het Nederlands: minachting. Dit vergt meer uitleg. Vooreerst nieuw is die parameter helemaal niet. Een contempt-factor bestaat al heel lang maar pas recent hebben de programmeurs van Stockfish beslist om er intensief gebruik van te maken. Het voordeel is ook bijlange niet altijd duidelijk. In het vorige TCEC seizoen maakte Stockfish iets te veel remises tegen zwakkere programma's zodat het de superfinale miste. Als remedie werd het programma voor het nieuwe seizoen aangepast om zetten te spelen die ruil zoveel mogelijk vermijden dus langer de spanning in de stelling houden en zo meer kansen creëren op fouten. Dus af en toe worden zetten gespeeld die Stockfish niet als beste beschouwt binnen een bepaalde marge (bepaald door de contempt) om meer winstkansen te behouden. Deze strategie is trouwens welbekend en aanvaard onder schakers zie mijn artikel spelen op de man maar computerschaak is heel verschillend.

De winst op de zwakkere programma's mag niet ten koste gaan door verlies tegen de sterke programma's. Zo wordt tegenwoordig driftig geëxperimenteerd met een dynamische contempt i.p.v. een puur statische zie tests op Stockfish. Hierin wordt bijvoorbeeld de grootte van de minachting aangepast volgens de evaluatie van een stelling. Je kan afruil sneller toelaten wanneer het programma zijn stelling als slecht beoordeelt of net omgekeerd.

Computerschaak blijft zich dus verder ontwikkelen. Trouwens verwacht niet dat Stockfish in de toekomst alleen zal heersen. Zo was er vorige maand groot nieuws voor grote concurrent Komodo. Het programma werd opgekocht door chess.com zie nieuws en dat zal zeker weer een boost geven. Dit laatste blijkt al waarheid te worden in het lopende TCEC seizoen 12 waarin Komodo eerst al de kwalificatie won maar ook de superfinale begon met een overwinning op Stockfish.

Fans van computerschaak hebben dus zeker weer wat om naar uit te kijken. Echter computerschaak blijft desondanks een nichemarkt wat we vertaald zien in de aantallen bezoekers. Stockfish is vele honderden punten sterker dan de regerende wereldkampioen Magnus Carlsen maar toch worden Magnus partijen 1000 keer meer bekeken. Voor de modale schaker is de computer bijna uitsluitend een middel om een oordeel van een stelling te krijgen of ruimer genomen analyses te maken. Bijna iedereen kiest hiervoor het sterkste programma en daarbij is het dan ook nog mooi meegenomen dat vandaag toevallig dat programma dus Stockfish ook gratis is.

Echter wat weinigen weten is dat je met de laatste versie van Stockfish moet opletten in de analyse. De evaluaties zijn zonder de correcte interpretatie een stuk minder nauwkeurig dan eerdere versies van hetzelfde programma of t.o.v. andere topprogramma's. Dit komt door de contempt-factor die de evaluaties beïnvloedt. Wanneer wit afruil vermijdt door een zet dan wordt een bonus gegeven van 0,2 voor wit. Omgekeerd wanneer zwart afruil vermijdt wordt een negatieve bonus van -0,2 gegeven voor een zet. Dit geeft als vreemde effect dat de evaluatie zeker in de beginfase voortdurend op en neer gaat met bijna een halve pion zelfs wanneer er geen fouten worden gemaakt. Dit wordt heel visueel met een evaluatie-profiel gemaakt door de Fritz-interface op een partij waarin geen grote fouten werden gemaakt.
Stockfish 9 met contempt (10 seconden per zet)









Deze schommelingen in de eerste 20 zetten ontbreken wanneer we van dezelfde partij een evaluatieprofiel door de Fritz interface laten maken maar waarbij we de contempt van Stockfish verwijderd hebben. Onderstaande screenshot toont dit opnieuw heel duidelijk aan.
Stockfish 9 zonder contempt (10 seconden per zet)







Dit is ons normaal evaluatie-patroon die we als basis nodig hebben voor het commentariëren van partijen zie leestekens of om diepe openingsanalyses te maken zie schaakopeningen studeren deel 2. In de analyse willen we in de eerste plaats een objectief oordeel over hoe sterk de zetten zijn en niet welke zetten in computerschaak de beste winstkansen zullen geven.

De contempt of minachting uitschakelen kan door in de Fritz-interface naar de instellingen te gaan van Stockfish. Je moet enkel de contempt-waarde van 20 naar 0 resetten zie hieronder screenshot.
Stockfish parameters
Het enige probleem van deze oplossing is dat de Fritz-interface niet toelaat om de nieuwe instelling als standaard te bewaren. Dus telkens je Stockfish opstart, moet je het opnieuw doen. Dit is ok als je maar heel sporadisch een keertje Stockfish gebruikt maar als intensieve gebruiker is het erg vervelend. Op het internet ging ik dan ook op zoek naar een beter alternatief die ik uiteindelijk vond op stockfish 9 for analysis. Daar kan je een speciaal gecompileerde versie downloaden van Stockfish om te gebruiken in de analyse. Als je die versie gebruikt dan hoef je helemaal niet meer telkens de contempt-parameter op 0 te zetten.

Het is niet de enige beperking i.v.m. standaardinstellingen van de Fritz-interface. Zo slaag ik er niet in om het programma te laten onthouden geen naam van de commentator toe te voegen. Telkens ik de analyses bewaar, moet ik handmatig mijn naam verwijderen. Dit is slechts 2 seconden werk maar in een paar maanden tijd gebeurt het soms 1000 keer dus dan loopt het tijdverlies toch op.
Nog een ander tekortkoming is in de standaardinstellingen van de nieuwe toepassing automatische analyse van partijen gespeeld op playchess. Ik speel de laatste tijd weer heel wat blitz online (bij gebrek aan serieuze competitie). Echter wanneer ik de openingen van die blitzpartijtjes daarna wil checken met een schaakprogramma draaiende op de Fritz interface zie mijn artikel de (on-)zin van blitz, word ik steeds gestoord door pop-up schermen over tactische blunders gespot door de computer-trainer. Het is vandaag onmogelijk om die trainer definitief uit te schakelen.





Er bestaan vandaag andere interfaces dan die van Chessbase voor schaakprogramma's maar geen enkele kan op basis van functionaliteit concurreren. Chessbase heeft dus vandaag een absoluut monopolie en dit is zeker niet goed voor de eindgebruiker. Vandaag zien we dat de klemtoon uitsluitend ligt op steeds meer functionaliteit voor het brede publiek om hen te overtuigen nieuwe versies te blijven kopen van hun producten. Het optimaliseren van bestaande functionaliteit voor de weinig intensieve gebruikers (slechts enkele percenten van het klantenbestand) is financieel niet rendabel. Bovendien zijn weinig of geen van de Chessbase programmeurs vandaag actieve sterke tornooispelers zie o.a. interview met Matthias Wuellenweber in 2018. Professioneel schaken en programmeren valt dan ook bijzonder moeilijk te combineren.

Brabo

dinsdag 12 juni 2018

Vakantie deel 4

De zomermaanden staan voor de deur en dat is voor veel ouders met jonge kinderen een periode van extra stress. Zeker als je allebei fulltime werkt in de privé-sector dan moet je tijdig nadenken over hoe de kinderen deze maanden zullen doorbrengen. Persoonlijk is onze situatie nog extra uitdagend omdat we evenmin kunnen rekenen op familie. Als je dan ook niet wenst afzonderlijk verlof te nemen (deze keuze maakten mijn ouders waardoor ze uiteindelijk zeer weinig vakantie samen doorbrachten) dan moet je extern zoeken naar oplossingen voor een groot aantal vakantiedagen.

Concreet in ons geval zullen onze kinderen 5 weken van de schoolvakantie naar kampen gaan. Ja dat vind ik zelf ook waanzinnig veel en ik vermoed dan ook dat sommigen het geen goed voorbeeld van opvoeden zullen beschouwen. Ik had het liever ook anders gezien wat niet wil zeggen dat ik mijn eigen keuzes slecht vind. Zo zijn er ook wel duidelijk voordelen. Mijn kinderen vinden de kampen best ok. Er treedt snel verveling op wanneer men hele dagen thuis zit. Daarnaast bieden de kampen ook vaak mogelijkheden om zichzelf niet alleen te amuseren maar ook te ontwikkelen. Sport, taal, goochelen, creatief knutselen... zijn een greep uit de diverse interessante activiteiten waarvoor ze ingeschreven zijn.

Dit jaar hebben we ook voor het eerst actief op zoek gegaan naar schaakkampen. Zoon Hugo had hiervoor duidelijk zijn voorkeur getoond en uiteindelijk botsten we op 2 mogelijkheden in België: Schaakinitiatief Vlaanderen en Sportakampen. Hij wou beiden meedoen maar spijtig vielen ze samen (enkel het gevorderde schaakkamp van sportakamp was voor Hugo interessant) waardoor een keuze gemaakt moest worden. Ik vernam dat de meeste schaakvriendjes voor Schaakinitiatief Vlaanderen hadden gekozen dus volgden wij.

Een paar dagen geleden kreeg ik toevallig via gimme zelfs nog een nieuw aanbod voor een schaakkamp die niet samenvalt met de 2 vorige. Chessconsult biedt een combinatie aan van Frans en schaken in de regio van Dinant tijdens de eerste week van juli. In deze formule was zelfs mijn dochter zeer geïnteresseerd alleen komt dit voorstel gewoon veel te laat. De planning werd al opgemaakt in maart, noodzakelijk om zeker te zijn van plaats. Daarnaast zijn de kampen ook al betaald dus moeilijk of niet te annuleren.

Dus dankzij het schaakkamp zal mijn zoon Hugo tijdens de zomer als schaker actief blijven. Anderzijds we spreken hier slechts over 1 weekje dus erg actief is dit niet.  Echter hem meer laten spelen is niet vanzelfsprekend ondanks wat sommigen denken zie reactie op mijn artikel "hoeveel geld spendeer je aan het schaken".  Ja er zijn talloze tornooien tijdens de zomermaanden maar een goede ouder zal nooit een kind laten meespelen zonder er een garantie bestaat op permanente begeleiding. Dit is een enorme struikelblok voor de ontwikkeling van het Belgisch schaken waardoor slechts een handvol jeugdspelers uberhaupt de kans krijgen om zich te ontwikkelen. Er zijn bijna 400 aangesloten spelers in de categorie -10 maar slechts 7 die vandaag een vaste rating hebben dus 20 of meer officiële partijen gespeeld.
Categorie 10 jarigen


Jammer natuurlijk maar het is op 1 of 2 clubs na, ieder voor zich. Dus als ouder moet je normaal alles zelf regelen. Trouwens daarbij komt ook nog dat de meeste ouders niets van de schaakwereld afweten en dus informatie van tornooien moeilijk kunnen vinden. Geregeld krijg ik dan ook de vraag om tips te geven welke tornooien interessant kunnen zijn voor zoon/ dochter. Vakantiegidsen zijn er in overvloed maar de eerste schaakgids moet nog worden gemaakt.

Wel het is te zeggen er bestond er geen tot begin dit jaar want de Nederlander Rob Spaans zorgde voor een primeur met zijn Reisgids voor schaakliefhebbers. Eindelijk hebben we een gids die ons zal vertellen waar de sterkste schaaktornooien zijn, de leukste vakantiecombinatie schaken-andere bezienswaardigheden, de best georganiseerde jeugdtornooien, schaken op exotische bestemmingen,... Ik kocht het boek prompt aan en begon er onmiddellijk in te lezen.
Nu gelukkig wist ik op voorhand dat het inhoudelijk over iets helemaal anders gaat zodat ik helemaal niet teleurgesteld was dat tornooien zelfs niet eens aan bod komen. Nee, de titel is misleidend want het betreft uitsluitend locaties die je kan bezoeken waar schaakcultureel erfgoed kan worden bezichtigd. De auteur heeft honderden plekjes gevonden in Europa waar unieke vaak erg oude waardevolle schaakborden of schaakstukken staan of afgebeeld zijn.

Je moet een kunstliefhebber zijn en schaker om het boekje te kunnen appreciëren. Zelf vond ik het een zeer aangenaam werkje waarin duidelijk heel veel tijd is ingestoken. Het boek over Henry Bird leerde mij dat clubschaak begin 19de eeuw zijn eerste levenslicht zag en tornooien langzaam in de 2de helft van de 19 de eeuw populair werden. Daarentegen leerde mij de schaakgids dat schaken al veel eerder in Europa voorkwam dan ik zelf ooit had gedacht. Rob bewijst met meerdere voorbeelden dat schaken al in Europa gespeeld werd rond het jaar 1000. Dat is dus veel eerder dan de 16de eeuw van Ruy López de Segura en Gioachino Greco.

Spijtig is er geen enkele vermelding van schaakcultureel efgoed in België. Ja Rob beschrijft het hotel-restaurant Damier van Kortrijk en de wok-restaurants van chesscafe in Gent en Leuven omdat er schaakmotieven verwerkt zijn in hun design maar serieus kun je dat niet noemen. België heeft duidelijk niet de minste schaakgeschiedenis. Het verklaart wellicht deels waarom België tot op vandaag een schaakdwerg gebleven is.

De eerste schaakgids voor de tornooispeler moet dus nog worden gemaakt. Anderzijds is zulk project wel realistisch? Tornooien komen en gaan. De Open Gent waaraan ik wellicht weer deelneem is 1 van de weinige die we al enkele decennia zien doorgaan. Mijn eerste deelname dateert er al van 1993 dus 25 jaar geleden. Daarnaast zien we ook dat tornooien veranderen van gedaante. Het formaat wordt gewijzigd. Er wordt uitgeweken naar een andere lokatie. De datum verschuift. Ik bedoel zulke schaakgids zou in elk geval slechts een zeer beperkte houdbaarheidsdatum hebben.

Nee als een speler wilt zoeken naar tornooien dan gebruikt hij vandaag best de online beschikbare schaakkalenders. Wij volgen momenteel zeer nauwlettend World's Biggest Chess Tournament Calandar. Fide heeft ook zijn kalender met alle tornooien die zij erkennen zie fide tournaments. Daarnaast bestaan er ook nog heel wat kleinere kalenders zoals die van schaaksite voor tornooien in Nederlandstalig gebied: overzicht meerdaagse toernooien eind mei t.e.m. begin augustus 2018. Tja de geïnteresseerde zomerschaker raad ik dus aan om enkele van die kalenders eens te doorpluizen en dan nog is het mogelijk dat je een leuk tornooitje mist omdat ze er niet vermeld wordt. Het is een gedoe want hulpmiddelen zijn er zelden om gericht te zoeken. Trouwens je kijkt best naar alle condities van een tornooi om nare verrassingen te vermijden.

Ja ondertussen hebben we al enkele ideeën maar uit veiligheidsoverwegingen schrijf ik die niet op de blog. Er is niets handiger voor minder correcte figuren om op voorhand te weten wanneer iemand een schaaktornooi van meerdere dagen ver weg van huis zal spelen. Schrijf dus ook nooit op bv. facebook wanneer je op verlof bent tenzij het al voorbij is. Geniet van de deugddoende vakantie en veel schaakplezier.

Brabo

dinsdag 5 juni 2018

BJK deel 4

September 2016 begon ik met lesgeven in KMSK aan hun sterkste jeugdspelers zie de schaakmicrobe. Wekelijks wanneer er geen interclub is, tracht ik hen tijdens het schooljaar iets bij te brengen. Als leidraad volg ik de thema's uit de instructieboeken van stappen 5 en 6 maar de lesinhoud bouw ik volledig rond origineel materiaal. Hiervoor heb ik 2 belangrijke redenen. Mijn leerlingen zijn allemaal voldoende gevorderd als schaker om zelfstandig door de boeken van stap 5 en 6 te gaan. Trouwens sommigen hebben dit al gedaan. Daarnaast vind ik dat de thema's in die boeken vaak onvoldoende zijn uitgediept. Geregeld kan ik zelf nog heel wat extra vertellen of een les aantrekkelijker maken door te verwijzen naar de actualiteit zie bv. piondoorbraken. Dat laatste is geen overbodige luxe want gisteren werd ik nogmaals geconfronteerd met hoe weinig onze jeugdige schakers geïnteresseerd zijn in schaakgeschiedenis. Geen van mijn leerlingen had ooit gehoord van Efim Bogoljubov terwijl hij ooit bijna wereldkampioen was.

Vandaag na bijna 2 jaar lesgeven durf ik een balans op te maken. Enkele van de minder ambitieuze leerlingen zijn afgehaakt. Zij vonden het niveau te hoog en/of de werkdruk te veeleisend. Anderen vonden het dan net wel een pluspunt dat ik in mijn lessen moeilijkere en complexe thema's durfde aan te snijden. Dus je kan nooit voor iedereen even goed doen zeker in een heterogene groep. Desalniettemin ben ik in elk geval blij om te horen dat sommigen wel graag les bij mij volgen. Anderzijds ben ik natuurlijk ook erg benieuwd of ze dankzij mijn lessen uiteindelijk ook beter schaken. Wel ik mag zeker niet klagen over de successen van mijn leerlingen. Afgelopen 2 jaar behaalden ze 3 Belgische jeugdtitels (2 van mijn zoon en Deon Lee in de hoogste categorie), 2 Vlaamse jeugdtitels (opnieuw Deon en daarnaast Thijs De Bock) en tenslotte zijn er nog een resem ereplaatsen. Helemaal niet slecht vind ik als je werkt met slechts 5/6 leerlingen van eenzelfde club.

Recent zorgde mijn beste leerling Sterre Dauw voor misschien wel de grootste stunt door als outsider (slechts 9de op startrating) bij de volwassen het open kampioenschap van Vlaanderen te winnen zie klassementen. Sterre is mijn meest toegewijde en ambitieuze leerling wat je heel duidelijk aan zijn traject kunt zien van de voorbije (kleine) 2 jaren. Hij won maar eventjes 400 fide-elo zie onderstaande elocurve die ik haalde van chessgraph.
Zelf ondervond ik ook al laatst hoe sterk hij was geworden want in het rapidtornooi van Aalter moest ik als witspeler remise claimen om erger te voorkomen. Ik stelde hem daarom in de vorige les de vraag of mijn lessen nog wel zinvol waren voor hem. Ik heb nog ongeveer honderd fide meer en ik schat dat een leraar best minstens een 300 punten meer heeft. Sterre liet mij verstaan dat hij graag nog les bij mij zou willen blijven volgen. Enerzijds omdat ik er nog steeds in slaag nieuw dingen hem aan te leren. Anderzijds omdat het natuurlijk organisatorisch en financieel zeer moeilijk zoniet onmogelijk is om een trainer van 2400- 2500 elo aan te trekken. Tenslotte zijn mijn lessen nog steeds gratis en daarmee hoor ik een grote uitzondering te zijn als FM.

Heb ik mijn roeping als leerkracht gemist? Zoiets durf ik niet te stellen. Trouwens er bestaat geen enkel hard bewijs dat mijn lessen gelinkt kunnen worden aan de bordresultaten van mijn leerlingen. Misschien hadden ze het zelfs nog beter gedaan als ik mij niet men hen had gemoeid. Dit klinkt uiteraard vreemd maar zo voel ik mezelf grotendeels de schuldige in het falen van 2 leerlingen in de laatste ronde van het bjk. Ik begin met de partijvoorbereiding van mijn zoon Hugo. In de laatste ronde moest hij tegen de ongekwoteerde Duitser Matthias Heilligtag. Ik had gezien uit de eerdere ronden dat we meer dan waarschijnlijk de afruilvariant van het Spaans op het bord zouden krijgen dus maakte ik een eenvoudige strategie voor de partij klaar. Hugo zou alle stukken mogen/ moeten afruilen en dan makkelijk het resulterende pionneneindspel winnen. Zelfs de Nederlandse oud-wereldkampioen Max Euwe had al lang geleden aangetoond hoe dit pionneneindspel gespeeld moet worden zie hieronder.
's Ochtends hadden we samen door het pionneindspel gegaan dus Hugo begreep wat te doen. Echter de partij werd een debacle. Vooreerst was Hugo zo bezig met afruilen dat hij een elementaire winst al miste net na de opening. Vervolgens had hij niet door dat de pionnenstructuur na de opening afweek t.o.v. wat we bestudeerd hadden en dus het plan niet kon doorgaan. Tenslotte was Hugo zo hard bezig met afruilen dat hij uiteindelijk te passief speelde. De rest van de partij geef ik mee ter volledigheid maar is verder in dit verhaal niet belangrijk.
Mijn andere leerling Kobus Michielsen overkwam eenzelfde scenario in zijn partij tegen Parcival Rogge, spelend voor LSV. Ik had gezien dat Parcival al 2 keer eerder op het bjk tegen de versnelde Draak een systeem met c3 - Ld3 - Lc2 had gekozen en vermoedde dat hij dat ook wel eens zou durven spelen tegen andere Siciliaanse systemen. Kobus wou winnen met zwart dus kozen we een scherpe anti-dote op basis van onderstaande partij.
G5 ziet er natuurlijk riskant uit maar de topengines tonen aan in de diverse varianten dat zwart uitstekend tegenspel heeft. Nadat Kobus de raad meekregen had om nog eens met de computer alles te herhalen, leek het mij een aanvaardbare openingskeuze. In de partij ging het echter grondig mis. We kregen de voorbereiding op het bord maar Kobus zag niet dat er een belangrijk detail verschillend was wanneer hij g5 speelde. Wit had nog niet gerocheerd in tegenstelling tot onze analyses waardoor g5 natuurlijk averechts werkt. In de partij implodeerde Kobus.
Achteraf besef je dat je eigenlijk beide leerlingen door de voorbereiding naar een nederlaag geleid hebt. Zonder voorbereiding hadden ze zonder twijfel een veel betere partij gespeeld. Nu kregen ze niet eens de kans om hun speelsterkte te tonen en dat is jammer vooral in een laatste ronde van het belangrijkste jeugdtornooi op het jaar. Een geluk bij een ongeluk had Hugo want zijn concurrent verloor ook zodat hij alsnog de tornooi-overwinning kreeg (de Belgische titel had hij toen al).

In mijn vorig artikel toonde ik een succesverhaal van voorbereiden maar bovenstaande voorbeelden tonen ook de andere kant van de medaille. Jonge onervaren spelers zijn vaak niet in staat om te beseffen hoe belangrijk een ogenschijnlijk detail kan zijn voor de evaluatie van een stelling. Als men niet op tijd omschakelt van een bepaalde voorbereide strategie dan kan dit heel nare gevolgen hebben. Toch blijf ik erbij dat voorbereiden nuttig is zelfs voor kinderen. Leren schaken gebeurt nu eenmaal met vallen en opstaan. Nieuwe dingen niet durven aanleren omwille van verkeerde interpretaties zal op lange termijn niet renderen.

Brabo