donderdag 21 december 2017

Onzichtbare zetten deel 2

Eenmaal tijdens mijn hogere studies heb ik de examenvragen op voorhand gekregen van een medestudent. Zijn neef volgde dezelfde studies maar in een andere hoge school. Een van de vakken kreeg hij bovendien van dezelfde prof. Echter de examens van dat vak werden afgelegd met enkele dagen verschil tussen beide hoge scholen en dus kon de neef zijn examenvragen doorzenden naar ons. Achteraf bleek dat de prof geen rekening hiermee had gehouden en dus waren we natuurlijk heel blij om op ons examen exact dezelfde vragen terug te zien. Het spreekt voor zich dat de gelukkigen allemaal erg goed scoorden op het examen.

Dit geldt ook voor het schaken. Wat we al eens op voorhand gezien hebben, zullen we automatisch veel makkelijker en beter kunnen oplossen. Dit effect zien we bijvoorbeeld heel sterk bij ratings van taktiekservers. Alhoewel sommige oplossers een heel bescheiden bordrating hebben, slagen ze erin om zeer hoge online taktiekratings te behalen. Chess.com-lid 2012VAChamp bijt vandaag de spits af met een 6482 elo (beste Belg op chess.com Superdog-II heeft slechts 2900). 2012VAChamp vertelt dat hij alle +3000 elo oefeningen op chess.com gememoriseerd heeft. Hij schat dat dit er een 500-1000 zijn.

Het is de belangrijkste reden voor mij om zelf nooit meer dan 5 oefeningen per dag te doen. Als niet-betalend lid kan je sowieso er nooit meer doen dan 5 maar daar zou ik onderuit kunnen geraken door mijn FM-titel te gebruiken om de diamant-status aan te vragen. Ik zie trouwens dat Warre De Waele dit zonet heeft gedaan want zijn tornooiwinst in Le Touquet (zie o.a. vakantie deel 3) legde de basis voor de kersverse FM-titel. Desalniettemin ondanks maximaal 5 oefeningen per dag, stel ik vast dat sommige oefeningen mij al eens eerder werden voorgeschoteld. Onderstaande oefening loste ik bij een 2de keer op in slechts een paar seconden. Het herkennen gebeurt bijna ogenblikkelijk en enkel het uitvoeren van de muisklikken kost enkele seconden.

Sommigen geven aan dat ze tot 20 keer of meer dezelfde oefeningen oplossen. Dit heeft natuurlijk niets meer te maken met taktiek oefenen maar alles met de torenhoge taktiekrating die ze hiermee kunnen halen. IJdelheid blijft een zeer verspreid menselijke zwakte en tezelfdertijd een bron van heel wat leedvermaak. Niet voor niets was het Engelse programma Keeping Up Appearances zeer populair in de 90'er jaren.

Eenmaal aan het bord valt het masker meestal af van de tovenaars. Plots blijken simpele opgaven onoplosbaar. Zonder de memorisatie is men hulpeloos. Hun online taktiekrating zou er heel anders uitzien wanneer de server enkel rekening zou houden met het oplossen van onbekende opgaven. Spijtig zie ik dit niet zo direct gebeuren want dat zou betekenen dat er niet alleen extra software ontwikkeld moet worden maar ook een gigantische tactische database moet worden bijgehouden van alle leden (vandaag wordt dit slechts gedaan voor de 25 meest recente opgaven).

De megadatabase lijkt mij daarom een beter hulpmiddel om de moeilijkheidsgraad met een zekere nauwkeurigheid op grote schaal bij specifieke stellingen te kunnen vaststellen. In mijn vorig artikel onzichtbare zetten gaf ik al aan dat dit zo goed als uitsluitend met openingsposities kan. Deze maal voeg ik er aan toe dat we het best hebben over stellingen die niet in het prof-circuit bekend zijn want fouten worden daar collega's onmiddellijk gedetecteerd.

Zo levert een eerste ronde van een open tornooi geregeld mooi studiemateriaal op. Naast miniatuurtjes waarbij de sterkere speler zeer snel de fouten afstraft van de zwakkere speler, zien we ook partijen waarbij de winst minder zuiver tot stand komt. Dit was zeker het geval in mijn eerste ronde van de voorbije Open Leuven tegen Mats Bakker.

Achteraf vond ik 8 partijen terug in de database met dezelfde stelling na wits 7de zet. In geen enkele werd de juiste zet gespeeld waarbij ze zelfs 1 keer werd gemist door een Azerbeidzjaanse grootmeester Azer Mirzoev zie partij. Trouwens online had ik het zelf ook al 2 keer eerder gemist maar blitzpartijtjes bestudeer ik zelden zie de (on)zin van blitz.

Het verbreekt in elk geval mijn vorig persoonlijk record als meest onzichtbare zet in mijn carrière. In mijn artikel herdersmat vertelde ik over hoe populair boekjes zijn over allerlei valletjes en truukjes. Het lijkt mij een leuk ideetje om eens met een programma de megadatabase uit te pluizen naar de meest onzichtbare zetten en die te bundelen. Dit zou wel eens een hoogst origineel werkje kunnen opleveren waarvoor wellicht interesse zal bestaan.

Brabo

woensdag 13 december 2017

Killer-nieuwtjes

Spelen, spelen en spelen is de belangrijkste sleutel om te verbeteren zie mijn artikel ervaring. Anderzijds zien we dat er na verloop van tijd nog zeer weinig progressie wordt gemaakt en er uiteindelijk een absoluut plafond wordt bereikt. Een snel gemaakte conclusie hierbij is dat hier weinig aan te doen valt. Je kan nu eenmaal niet eeuwig een citroen blijven uitpersen.

Echter veel doen we automatisch al jaren op dezelfde wijze waardoor grote doorbraken onmogelijk zijn geworden. Slechts een paar enkelingen durven wel alles kritisch in vraag te stellen. Een mooi voorbeeld is natuurlijk het recente nieuws over alphazero die afstapt van decennia Alpha-Beta-programming. De topprogramma's Stockfish, Komodo, Houdini maken nog steeds gestage progressie maar Alphazero bewijst dat machine-learning zeker ook de moeite loont om rekening mee te houden bij het programmeren. Het zou wel eens kunnen leiden tot een significante stijging van het schaakniveau bij de beste schaakprogramma's (we zijn nog ver weg van perfect schaak !).

Niet alleen voor computerschaak is het nuttig om out of the box te denken maar ook wij als schakers kunnen hieruit voordeel halen. Trouwens meestal weten we al diep van binnen wat we zouden moeten veranderen om alsnog serieuze progressie te maken als ervaren schaker. Valery Maes scheef in een reactie op mijn artikel schaaklinks dat een IM-titel voor mij wellicht mogelijk is maar zelf weet ik dat dit absoluut onhaalbaar is met mijn huidige speel- en werkpatroon. Ik zie 3 domeinen voor mijzelf die hoogstwaarschijnlijk een serieuze impact zouden kunnen hebben op mijn spelniveau:
- (veel) meer competitieschaak spelen vooral tegen sterke spelers (+2300 elo)
- een veel flexibeler repertoire opbouwen dus minimum een paar openingen voor beide kleuren zodat er makkelijk geswitcht kan worden
- tenslotte het Hollands over boord gooien of tenminste niet meer spelen als hoofdopening

Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. Geen van deze 3 domeinen lukt zonder serieuze inspanningen en eerlijk gezegd heb ik daarvoor vandaag niet de tijd/ energie. Mijn beste kans is wellicht meedrijven op het elan van mijn zoon. Binnen een paar jaar moet het mogelijk zijn om samen (veel) tornooien te spelen en misschien pik ik ook iets op van zijn openingen wanneer hij een hoger niveau bereikt.

Dat betekent niet dat het voor iedereen even moeilijk is om op latere leeftijd progressie te maken. Zo ken ik veel spelers die al jaren schaken maar thuis nauwelijks hiervoor iets doen. Zij hebben uiteraard veel meer mogelijkheden om alsnog progressie te maken. De winnaar van het eerste Maneblusserstornooi de 38 jarige Belgische FM Matthias De Wachter bewees dit recent met een fide-ratingpiek = 2355 en naar verluid IM-ambities. Toeval of niet maar deze opwaartse trend gaat gepaard met het leren schaken van zijn dochter Livia!

Hoe of wat Matthias precies heeft veranderd in zijn aanpak, zal je hem zelf moeten vragen. Wel was ik onder de indruk van zijn partijvoorbereiding betreffende onze onderlinge partij die we speelden in het voorbije Maneblusserstornooi. Voor zover ik het correct voor heb, kreeg ik voor het eerst in mijn carrière een echt killer-nieuwtje tegen. Nieuwtjes worden er in elke partij gespeeld (op een paar uitzonderingen na zoals copycats) maar thuis voorbereid en bovendien sterk (= killer) is iets heel zeldzaam op ons niveau. Zelf deed ik het een keer of 8 (op +800 partijen !!) zie bv. de sterktelijst en de expert. Opmerkelijk slechts 3 van de 8 (bv. de boemerang) zijn vandaag nog door niemand anders ontdekt.
Ik ben er dus met een blauw oog goedkoop vanaf gekomen. Ik had het geluk dat ik een aantal mindere zetten speelde waardoor ik Matthias niet alleen uit boek speelde maar tezelfdertijd ook verplichtte om een niet-evidente weerlegging te vinden. Achteraf werd natuurlijk druk gespeculeerd over hoe onvoorzichtig ik wel was geweest. Het Hollands is een te slechte opening om telkens opnieuw te spelen. Ik ben te voorspelbaar want een eerdere partij van mij loopt identiek t.e.m. zet 10 en staat gepubliceerd zowel in de database als op deze blog zie een morele overwinning. Het zijn terechte opmerkingen natuurlijk. Echter het beeld is niet zo eenzijdig als het eruit ziet. Vooreerst had ik wel degelijk een verrassing gepland maar om die zo goed mogelijk te laten lukken, zou ik pas 3.Lg5 beantwoorden met 3...Pf6 i.p.v. direct 2...Pf6 hierbij mezelf natuurlijk blootstellend aan 3.Lf4. Dit bleek een eerste verkeerde gok van mij. Een tweede verkeerde gok was dat ik rekende op mijn zeer uitgebreide studie van de opening. Op mijn blog schreef ik in het artikel leestekens dat ik slechts een beknopte samenvatting publiceer van mijn analyses en van de desbetreffende stelling na zet 10 had ik heel wat extra analyses gemaakt. Niet minder dan 5 verschillende zetten had ik bestudeerd die ik zelfs nog had herhaald tijdens de partijvoorbereiding.
Opnieuw verkeerd gegokt dus want Matthias keuze stond er dus niet bij. Deze 6de mogelijkheid blijkt zelfs zeer sterk te zijn. Matthias vertelde mij dat hij de zet had gevonden na zijn computer een tijdje te laten rekenen. Zelf deed ik het experiment over en zowaar na 1 uur rekenen en diepte 39 in multi-mode (meerdere lijnen tezelfdertijd analyseren, hier dus 3) komt Stockfish met dezelfde eerste keuze op de proppen.


Hier blijkt nogmaals uit dat jezelf beperken tot slechts 1 repertoire riskant is. Het is onmogelijk om alle mogelijke killer-nieuwtjes op voorhand te neutraliseren met uitgebreide analyses. Bovendien zelfs al zou je dit kunnen dan nog moet je alles kunnen onthouden en dit voor maanden en jaren. Tenslotte het is het eerste killer-nieuwtje op meer dan 800 standaard-partijen. Er is dus voorlopig geen enkele reden voor paniek.

Brabo

maandag 4 december 2017

Geheim

Sinds juli heb ik een smartphone. Ik heb de boot moedwillig jaren afgehouden omdat ik het een duur ding vond en ik er de noodzaak niet van inzag. Uiteindelijk was het mijn werkgever die mij het mes op de keel zette door 10 euro per maand aan te rekenen voor telefoongebruik zelfs als ik geen smartphone zou aanvragen. Het was een recente verandering in de wetgeving die de aanleiding was tot deze beslissing waar geen beroep tegen mogelijk was. Kortom ik ben op het vlak van de laatste elektronische snufjes geen early adopter en zal maar iets nieuw introduceren wanneer ik echt overtuigd ben van de meerwaarde.

Vragen over de nieuwste leuke schaak-apps of programma's stel je dus best niet aan mij. Hiervoor verwijs ik je naar een recent artikel op schaaksite. Anderzijds wil ik de lezer tezelfdertijd waarschuwen voor de aanbevelingen in het artikel. Tenzij je illegale praktijken toepast, hangt er vaak een stevig prijskaartje vast. Bovendien bestaan er ook voor sommige toepassingen goedkopere of zelfs gratis alternatieven die misschien ouderwets zijn maar inhoudelijk volstaan.

Nu ik realiseer mij dat de jeugd hier geen oren zal naar hebben. De jeugd is verslaafd aan snel entertainment en wil mits een minimum aan inspanningen direct resultaten zien. Een modelvoorbeeld van deze maatschappelijke veranderingen heb ik al vermeld in mijn artikel de bird. Dvds zijn in een sneltempo de klassieke schaakboeken aan het voorbijsteken. De 12 jarige Belgische FM Daniel Dardha is hiervan een grote fan zie een interview op hln waarin Daniel liet opteken graag naar schaakvideo's te kijken.

Echter niet alleen bij amateurs maar ook bij professionals zijn de dvds populair. Oud wereldkampioen Viswanathan Anand gaf recent nogmaals aan in een interview op chess24 dat professionals vandaag voor een enorme uitdaging staan om alle informatie te verwerken. Dvds zijn dan zeker een stuk lichter te verteren dan boeken of andere informatiebronnen. Uiteraard houdt het daar voor een professional niet mee op. Naast het verwerken van het publiek beschikbare schaakmateriaal wordt er ook thuis nog hard gewerkt om eigen analyses toe te voegen. Deze worden strikt afgeschermd voor persoonlijk gebruik. Zo kwam ik onlangs te weten dat Chessbase hiervoor speciaal een encryptiesleutel heeft ontworpen om profspelers te helpen hun databases op een veilige wijze mee te nemen naar tornooien.

Dus elke profspeler heeft ook heel wat geheimen die hij niet deelt. Niet toevallig is het dan dikwijls de hoger gekwoteerde profspeler die zich profileert in de praktijk. Een zeer recent voorbeeldje is de partij tussen Fabiano Caruana en de sterke Britse grootmeester Gawain Jones gespeeld in Isle of Man. Beiden kennen Svidlers Archangels dvd maar enkel Fabiano wist dat er een fout vermeld staat op zet 23. Het vervolg is bekend.
Op amateurniveau speelt dit aspect nauwelijks een rol. Hiervoor kan ik een aantal redenen bedenken. Zo zijn weinig amateurs up to date met de theorie. Ik bedoel de meesten slagen er al niet in om de publieke informatie te verwerken, laat staat dat ze zelf nieuwtjes zoeken. Daarnaast gaat het ook veel gemoedelijker aan toe. De financiële belangen zijn zeer beperkt of onbestaande. Het gewicht van een nieuwtje is veelal te klein om doorslaggevend te zijn op het resultaat van de partij. Tenslotte zie ik ook veel meer variatie in tegenstanders bij amateurs dan bij profspelers. In meer dan 20 jaar competitie-spelen heb ik maar 8 keer tegen een speler 5 keer of meer gespeeld (zie matchen). De wereldtop speelt voortdurend tegen elkaar.

Laatst was ik dan ook zowel ontgoocheld als geaffronteerd toen mijn tegenstander uit de 2de interclubronde de Nederlandse IM Xander Wemmers categoriek weigerde om na de partij te vertellen wat hij thuis had voorbereid. In de partij kwam de Avrukh-behandeling van de stonewall op het bord zie deel 1 en deel 2. Echter omdat Xander dat nog nooit eerder had gespeeld (volgens de database), rook ik onraad. Ik had het systeem bovendien niet recent meer bekeken dus besloot wijselijk om te variëren met een idee dat ik enkele maanden eerder eens vluchtig had bekeken. Hierdoor zaten we allebei al snel op onbekend terrein en werden er natuurlijk een aantal fouten gemaakt.

Achteraf was ik vooral geïnteresseerd wat Xander in petto had na 8...Pbd7 i.p.v. 8...Pe4. Eerder had ik hier getoond dat ik 2 keer in de voorbije Open Gent op comfortabele wijze FMs op remise met zwart had gehouden. Xander zou mij uiteraard niet toelaten om opnieuw remise op die wijze te laten maken. Ik drong aan maar Xander hield de lippen stijf waardoor de post-mortem voorbij was nog vooraleer we begonnen waren.

Op chesspub vermeldde ik mijn voorval maar kreeg aanvankelijk weinig steun. Waarom zou je iets delen met iemand als je dit later alsnog kunt gebruiken? Echter de kans is vrijwel onbestaande in dit geval zelfs al zou Xander vanaf nu niet meer variëren in zijn repertoire. Ondanks we allebei zo lang spelen, was het onze eerste onderlinge partij waarin ik zwart heb. Bovendien zien we in de database dat ik de enige speler ben die 8...Pbd7 meer dan 1 keer speelde zie screenshot beneden.
Partijen + 2200 elo in de Avrukh Stonewall met 8...Pbd7
Kortom ik zie niet wat er te winnen valt met geheimzinnig te doen. Het is gewoon ego-centrisch en absoluut niet hoe ik tegen het schaken aankijk. Nee, ik eis niet dat iedereen een blog schrijft om alles te delen maar een minimum aan altruisme is zeker gewenst als we de schaaksport ook in de toekomst willen vrijwaren. Het is nogmaals een spijtig bewijs dat schakers vooral zeer op zichzelf gesteld zijn.

Brabo

woensdag 22 november 2017

Schaaklinks

Toen ik in februari 2012 begon met deze blog, waren velen overtuigd dat ik het niet lang zou volhouden. Dit is niet verwonderlijk want de levensduur van een blog blijkt vrij kort te zijn, nl gemiddeld 100 dagen volgens bepaalde sites zoals bv scribblrs. Vandaag krijg ik echter niet meer de vraag of ik nog in de toekomst zal verder bloggen maar eerder hoeveel geld ik hiermee verdien. Er is duidelijk een lezerspubliek en tenslotte doe je dit soort schrijven toch enkel maar als het ook iets voor jezelf oplevert.

Verwondering en zelfs onbegrip zijn dan ook de reacties die ik krijg wanneer ik vertel dat ik helemaal niets verdien met mijn blog. Idioot durfde zelfs iemand al lachend mij te repliceren. Het is nochtans heel simpel om met een paar klikken advertenties op de site te plaatsen en een weliswaar bescheiden bron van inkomsten te vangen. Echter ik koos bewust om deze blog hiervan te vrijwaren en kwaliteit voorop te plaatsen. Naarmate meer posts verschenen, werd dankzij deze leidraad deze blog een reflectie van hoe ongelooflijk rijk en interessant het schaakspel is.

Dit werd blijkbaar door heel wat lezers ook geapprecieerd want samen met de Engelse spin-off van deze blog zijn we al een tijdje voorbij de 400.000 individuele bezoekjes. Als je weet dat de VSF slechts een 3000 leden heeft dan begrijp je dat ik dit als een succes beschouw. Ik durf zelfs te stellen dat ik best trots ben vandaag op waar ik sta met mijn blog. De reeds 300 gepubliceerde artikels staan stuk voor stuk. Bovendien daar ik mijn blog niet laat overheersen door de actualiteit zijn vele artikels ook tijdloos. Tegenwoordig gebeurt het steeds vaker dat ik zelf 1 van mijn artikels terug opspoor om mijn kennis over een bepaald onderwerp op te frissen.

Ook in mijn correspondentie met andere schakers is het heel handig om simpel een of meerdere schaaklinks naar artikels van mijn blog mee te geven. Vroeger kreeg ik wel eens de commentaar dat mijn antwoorden te langdradig waren om te lezen. Wel met het gebruiken van schaaklinks vang je 2 vliegen in 1 klap. Je verliest geen tijd aan gezwets en tezelfdertijd kan je onmiddellijk veel informatie aanbrengen voor degenen die wel echt in het onderwerp geïnteresseerd zijn. Zeker bij het reageren op artikels van andere websites is dit uiterst handig. Je hebt geen last meer van trollen.

Echter dit laatste stelt niet iedere website op prijs. Dit is begrijpelijk want de vele ongewenste links naar advertenties met soms heel bedenkelijke inhoud zijn een pest. De Captcha wordt door velen verguisd maar is soms noodzakelijk om niet te verzuipen in ongewenste spam zie bv. de slapende website van Alina L'Ami. Sommige websites verbieden daarom gewoon alle links. Zonder moderatie is dit inderdaad vaak de enige optie om de site ordentelijk te houden. Daarentegen zelfs bij moderatie worden links niet altijd geapprecieerd. Zo werd het voor de zeer temperamentvolle Jacob Aagard uiteindelijk te veel hoe ik te vaak de overhand haalde in een discussie. Uiteindelijk besloot hij om geen posts van mij toe te laten op quality chess blog. Ruim 3 jaar later is zijn blog vandaag duidelijk veel minder actief.

Recent werd ik ook gevraagd door Kees Schrijvers, de eigenaar van schaaksite om geen links meer te gebruiken in mijn reacties. Hij vond het spam. Zelfs toen ik hem erop attent maakte dat alle links steeds relevant waren en een toegevoegde waarde hadden met betrekking tot de onderwerpen, kreeg ik geen toestemming meer om links te gebruiken. Iedereen die mijn blog wilt lezen, kan die vinden via google was zijn argument. Dat iets terugvinden in 300 artikels soms veel tijd kan vragen, was geen tegenargument. Laatst kwam nog 1 van mijn leerlingen vertellen dat hij hopeloos verloren was geraakt op mijn site.

Ondertussen zijn we ruim een maand verder en heb ik geen enkele reactie meer geplaatst alhoewel er zeker onderwerpen waren waarbij ik iets kon toevoegen. Spijtig voor de vele lezers die via schaaksite geregeld surften naar mijn blog om meer informatie te vinden over een onderwerp (dit zie ik aan de statistieken). Als de webeigenaar mijn blog niet naar waarde kan inschatten dan trek ik de stekker eruit. Het werd mij onmiddellijk duidelijk dat Kees geen tijd had/ wou spenderen aan het inspecteren van mijn blog en dan moet je niet verder aandringen.

Gelukkig krijg ik geregeld andere geluiden te horen over deze blog. Anders was ik echt wel een idioot om met deze blog al jaren door te gaan. Zo weet ik van minstens 2 spelers dat ze al iets hebben opgepikt om in hun eigen bordpraktijk te kunnen gebruiken. Zo gebruikte de Brugse expert Linton Donovan met succes een idee dat ik had aanbevolen in mijn artikel "taktiek" daterend van januari 2013.
Of laatst kwam 1 van mijn leerlingen de Mechelse expert Deon Lee mij vertellen dat hij met succes mijn analyses had kunnen gebruiken over de Fraser-verdediging in de Ponziani-opening zie mijn artikel "computers worden autonoom" daterend van juli 2015.
Echter deze blog biedt veel meer dan puur openingsanalyses. Zo stond ik een paar lessen geleden perplex toen mijn leerlingen nog nooit hadden gehoord van tablebases laat staan Lomonosov. Het was toen dat ik mij realiseerde dat er wellicht heel veel voor hen onbekend schaakmateriaal staat op deze blog. Tezelfdertijd snapte ik dat deze blog voor hen veel kon betekenen zowel technisch als cultureel. Bijgevolg raadde ik ieder van hen dan ook ten stelligste aan om eens alle artikels te lezen. 1 artikel per dag en na een jaar ben je er helemaal door. Wat geldt voor mijn leerlingen, zal zeker ook voor een veel groter publiek het geval zijn. Sommigen zullen mij zonder twijfel als zeer ijdel beschouwen maar ik meen dat elke ambitieuze (Vlaamse) +1800 speler deze blog zou moeten volgen. In de praktijk zie ik ondanks de bemoedigende bezoekersaantallen toch nog heel veel spelers die niet op de hoogte zijn van deze blog. Heel wat Vlaamse clubs hebben ondertussen al een link naar deze blog maar meer publiciteit lijkt mij zeer wenselijk.

Brabo

woensdag 15 november 2017

Het vlindereffect

Als ik naar een schaakclub ga dan is dit om te schaken. Het is triviaal maar geregeld stel ik mij de vraag waarom sommigen uberhaupt naar een schaakclub nog komen. Zelfs in (grote) tornooien valt het mij op dat sommige deelnemers er nauwelijks zijn voor het schaken zelf. Men kwakt de zetten ondoordacht in een rotvaart op het bord en bekommert zich nauwelijks om het resultaat. Toen ik 1 van hen vroeg waarom dan kreeg ik als antwoord dat hij voornamelijk meespeelde voor de ambiance rond het schaken. De apres-schaak wordt vaak belangrijker dan het schaken zelf.

Het is een keuze die ik respecteer maar ik verkies liever mijn plezier te zoeken in het schaken zelf. Schaken is een oneindige bron van ongelooflijke avonturen maar je moet natuurlijk wel tijd willen investeren. Hoe meer tijd je investeert, hoe meer je ontdekt en hoe meer je uiteindelijk ook geniet van het schaken. Onze jongste Belgische FM Daniel Dardha bevestigt dit ook op atv: "2 tot 3 uur per dag schaken maakt dan ik nu kan genieten van een wereldtitel".

Nu Daniel heeft natuurlijk een sterke papa om hem te sturen wat een enorm voordeel is. De meeste jongeren hebben die luxe niet en overschatten schromelijk hun eigen talenten. Ik zag het ook bij 1 van de jonge Belgische talenten in Le Touquet. Hij had mij vooraf gezegd niet veel te geloven in computeranalyses maar was achteraf wel heel teleurgesteld toen hij kansloos met zwart verloor in een hypertheoretische Svechnikov na slechts 25 zetjes. We zijn al lang de romantische 19de eeuw voorbij om op die manier nog succesvol te kunnen schaken. Vandaag moet je leren werken met engines en databases of er zullen nog vaak zulke nederlagen volgen zeker wanneer de tegenstanders beginnen te weten wat je speelt.

Echter het gaat niet enkel om het scoren van punten of winnen van titels. Dit alleen zou in de meeste gevallen op (zeer) lange termijn toch leiden tot afhaken en dus stoppen met schaken. Nee het is belangrijker om te leren de schoonheid in het schaken te vinden en ervan te genieten. Het uitstekende recente artikel Why Study Chess toont aan dat dit kan op elk niveau. Studie helpt hierbij om het sneller te ontdekken. Het is iets wat ik zelf bijna dagelijks doe.

Zo vond ik laatst opnieuw een pareltje tijdens mijn persoonlijke partijanalyses. In 2 eerdere artikels heb ik het al eens gehad over het vlindereffect zie een extra zet deel 2 en einstellung effect. Een zeer kleine verandering in de stelling zorgt ervoor dat we een heel andere evaluatie krijgen. Echter in tegenstelling met de vorige voorbeelden, zal ik deze keer een heel speciale tonen waarin het effect slechts vele zetten laten duidelijk wordt. We beginnen met variant 1 waarin wit een interessant concept kiest maar uiteindelijk doodloopt op een muur.
Wit offerde materiaal maar zwart sloeg de aanval af. Echter tot mijn grote verbazing zorgt 1 klein verschil in de stelling ervoor dat het concept wel op briljante wijze werkt. Kijk en geniet samen met mij van het onderstaand stukje hoogstaande computeranalyse.
Prachtig is het niet? Dat had ik natuurlijk nooit ontdekt als ik geen uren werk in de partijanalyses had gestoken. Ik ben er zeker van dat ieder van ons tal van zulke verborgen pareltjes heeft in zijn eigen partijen maar de meeste worden nooit ontdekt. Ach wat men niet weet, niet deert. In elk geval deel ik met plezier mijn pareltjes op mijn blog want ik vind het super om ook anderen te zien genieten van het schaken.

Brabo

woensdag 8 november 2017

Vakantie deel 3

Vorig jaar gaf ik voor het eerst schaakles in KMSK zie de schaakmicrobe. Dit jaar doe ik dit opnieuw vrijwillig maar hierbij stelde ik wel nieuwe voorwaarden. Zo wou ik vermijden dat ik dit jaar mij opnieuw vooral een entertainer zou voelen i.p.v. lesgever. Mijn leerlingen beschouwden de lessen veel te vrijblijvend terwijl ik ze eigenlijk bedoeld had als katalysator om zichzelf verder te ontplooien. Het leek mij ook onzinnig om lessen aan (ver-) gevorderde schakers te geven wanneer men zelf niet bereid was om aan het schaken een hogere prioriteit te geven.

Dus bij aanvang van het seizoen maakte ik met elk van mijn leerlingen enkele belangrijke afspraken. Zo wil ik dat de lessen stipt worden gevolgd. Het zijn er al niet heel veel dus om een programma af te kunnen werken, is regelmaat noodzakelijk. Onaangekondigde afwezigheden zijn een gebrek aan respect en negeer ik niet meer. Mijn leerlingen zijn tenslotte allemaal ouder dan 12 jaar dus zijn perfect in staat om te mailen of telefoneren.

Daarnaast wil ik dat mijn leerlingen op jaarbasis een 50 tal langzame partijen spelen. Het heeft weinig zin om uren te spenderen aan lessen en studeren als men nauwelijks partijen speelt. Partijen spelen zijn cruciaal om te verbeteren zie ervaring. Sommigen halen dit aantal automatisch maar voor anderen betekent het 2 tot 3 keer meer partijen spelen dan men gewoon was. Om hen te helpen stelde ik een ellenlange lijst van mogelijke tornooien op waaruit ze samen met de ouders een planning voor het volgende seizoen moesten maken.

Tenslotte vroeg ik ook aan ieder om elke gespeelde partij met een langzaam tempo in een persoonlijk database (eventueel moet die eerst nog worden gecreëerd) te steken en die telkens van lichte commentaar te voorzien. Dit moet niet meer dan een uurtje duren per partij. In het verleden heb ik op mijn blog vele keren benadrukt hoe belangrijk het is om te leren van je eigen fouten door je eigen partijen kritisch te bekijken zie o.a. welke partijen analyseren. De leerlingen zijn allemaal oud genoeg om zulke taak aan te kunnen. Toen ik op 14 jarige leeftijd geregeld schaakte tegen een computer (zie schaakcomposities) maakte ik ook direct al analyses van de partijtjes.

Sommige van mijn leerlingen antwoordden onmiddellijk positief op mijn voorwaarden maar ik hoorde ook andere geluiden. Zo besliste 1 talentvolle leerling om mijn lessen niet meer te volgen. Schaken is voor hem een leuk spelletje en meer moet dat niet zijn. Ik vond het een moedig en eerlijk antwoord. Uiteindelijk heeft het ook geen zin om lessen te volgen wanneer ik het zal hebben over databases en engines die hij nooit zal gebruiken.

Gelukkig dus waren de andere 5 leerlingen wel bereid om de voorwaarden te aanvaarden. Echter dit is natuurlijk niet voldoende. Ze moeten ook nog opgevolgd worden en dat is minder evident. Zo is het niet zo eenvoudig om als sterke jeugdspeler veel interessante partijen te spelen. Niet alleen is het aanbod thuis beperkt maar verder van huis is een goede begeleiding van ouders cruciaal. Toch slaagde ik erin om enkele ouders warm te krijgen om samen naar Le Touquet te gaan. Toen zij op hun beurt ook enkele andere Vlaamse jonge schakers konden overtuigen om mee te spelen, hadden we plots een legertje verzameld. De Fransen wisten niet wat hen overkwam.

Een jonge meute Vlaamse wolven was in echte Halloween-stemming want slaagde erin om overal angst en verderf te creëren. Je zag het ongeloof groeien in de ogen van menig meester en grootmeester bij gebrek aan elke elo-logica. Enorme plusscores werden genoteerd bij de Belgen waarbij de 15 jarige Warre De Waele met 2045 elo natuurlijk de absolute leider was van de roedel. Hij verbaasde vriend en vijand door het tornooi op zijn naam te schrijven voor 5 grootmeesters, 4 internationaal meesters .... zie klassement
De zeer verrassende winnaar: Warre De Waele
Bron: https://twitter.com/villedutouquet/media
In de laatste ronde zag ik zijn mama in de deurhal staan. De spanning moet te veel geweest zijn voor haar om weg te blijven van de speelzaal. Ik denk niet dat ik geholpen heb door haar midden in de partij te vertellen dat Warre kansen had om te winnen. Het is dan ook een sprookje.

Spijtig gaan zulke prestaties vandaag ook steeds gepaard met wantrouwen. Enkele anonieme spelers (wellicht topspelers) vroegen aan de arbiters om nauwgezet de Belgen te volgen. Statistisch is het ook bijzonder onwaarschijnlijk wat er gebeurde. Volgens de gelukscalculator was de kans minder dan 1 op 100.000. Zulke grote getallen zeggen niet veel maar als je weet dat het fabelachtig grootmeesterresultaat van sterke Jan in 2013 een kans was van 1 op 1632 en de beruchte valsspeler Ivanov Borislav een kans aantoonde van 1 op 305.000 dan snap je onmiddellijk dat er alarmbelletjes afgaan.

Nu ik heb Warre zien spelen in de tornooizaal zonder enig abnormaal gedrag op te merken. Zijn spel zag er heel sterk uit maar was natuurlijk dus geen computerschaak. Bovendien in de enkele keren dat ik hem zag analyseren, maakte hij op mij een sterke indruk dus veel beter dan zijn 2045 elo. Hij was bovendien ook net voordien heel wat rating kwijt geraakt dus stond zonder twijfel zwaar ondergekwoteerd. Dankzij Warre kan ik uiteindelijk zijn partijen tonen want live-borden waren er niet en partijen worden evenmin al vele jaren niet meer gepubliceerd zie mijn artikel daterend van 2012: partijpublicaties.

Zelf hield ik mij steeds buiten de speelzaal zo lang mijn zoon speelde. Ik had op voorhand aan de organisatie gemeld dat ik FM ben en dus mij afzijdig zou houden tijdens zijn wedstrijden om absoluut te vermijden dat zijn tegenstanders zich oncomfortabel zouden voelen. Ik maakte slechts 1 uitzondering toen mijn zoon al huilend naar mij kwam zoeken. Hij had "j'adoube" gezegd om een paar stukken te corrigeren maar zijn 61 jarige tegenstandster Jocelyne Wolfangel had het niet gehoord en eiste om met het eerst aangeraakte stuk te spelen. Hugo kon geen Frans spreken en dus zich niet verdedigen. Ik moest mee. Normaal moet in zulke situatie de arbiter beslissen om Hugo niet met het eerst aangeraakte stuk te laten spelen maar ik wist op voorhand dat dit niet zonder slag of stoot zou gebeuren. Daarom vroeg ik aan Jocelyne met welk stuk ze eiste dat hij zou spelen. Het bleek met de dame te zijn. Vervolgens keek ik naar de stelling en zag dat de eis geen gevolg voor het verloop van de partij zou hebben. Om verdere discussie kort te sluiten, adviseerde ik Hugo aan om toch met de dame te spelen wat hij dan ook deed tot opluchting van allemaal. Even vreesde ik dat hij van slag zou zijn hiervan maar in de plaats verdubbelde hij zijn inspanningen. Hij wou en zou haar de rekening presenteren van deze onheuse behandeling. In de slotfase genoot hij met volle teugen van de gewonnen stelling toen een massa volk rond het bord kwam staan kijken.
De vreemde taal bleek bovendien niet alleen voor Hugo een obstakel te zijn. Ik schrok hoe slecht ook onze grotere kinderen Frans spraken. De aankondigingen waren steevast alleen in het Frans (groot verschil met onze eigen Belgische tornooien waar soms in 4 talen informatie wordt gegeven) en zelfs als dan iemand Engels sprak was het ook dan nog moeilijk voor verschillende kinderen om het te begrijpen. M.a.w. het is toch heel wat anders een tornooi in het buitenland spelen met volwassen vrienden i.p.v. kinderen.

Dit kwam ook tot uiting in andere details tijdens het tornooi. Zo geraakten heel wat partijformulieren zoek door nonchalant gedrag van sommigen. Reconstructie bleek onmogelijk. Mijn wens om de gespeelde partijen in de database te steken en te analyseren, faalde al voordat we een poging konden ondernemen. Als begeleider moet je eigenlijk bijna voortdurend hen in de gaten houden. Dit bleek niet evident te zijn want 2 spelers slaagden erin om met kleren aan een nachtelijke zwempartij in de zee te maken. De 2 resterende speelronden kwam 1 van hen zonder schoenen spelen in de tornooizaal.

Ik denk dat de jongeren de smaak te pakken hebben gekregen om tornooien in het buitenland te spelen. De volgende plannen worden al gesmeed. Volgende keer raad ik wel aan om striktere afspraken te maken tussen begeleiders en kinderen zodat we iets serieuzer kunnen werken. Beide ouders mee en apart logement zoals Warre is zonder twijfel te verkiezen maar ik begrijp niet voor iedereen haalbaar.

Brabo

Addendum 13 November 2017
Ik heb zonet de partijen ontvangen van Warre en dus komt er zoals beloofd een update. Hartelijk dank Warre. Hij zegt zelf in een begeleidende mail dat de computer toont dat hij best veel geluk heeft gehad. Desalniettemin raad ik ten stelligste aan om minstens zijn laatste ronde-partij tegen de Russische grootmeester Alexander Karpatchev na te spelen. Het is drama van de hoogste plank met een waanzinnige finale. Een staande ovatie hebben de gladiatoren zeker verdiend.

zondag 5 november 2017

Records

In 1955 werd de eerste editie van Guiness book of records uitgegeven. Het werd een onverwacht succes met tot op vandaag een jaarlijkse uitgave. Mensen houden van records. We willen weten wat onze limieten zijn dus stellen we de vraag wie/wat is de grootste, kleinste, langste, jongste, oudste, meeste, minste,... Ook in het schaken is dit het geval. Zo houdt Tim Krabbe al jaren allerlei records bij die enkel te maken hebben met specifieke stellingen en zettenreeksen zie records.

Niet elk record is natuurlijk even belangrijk/ bekend want uiteindelijk kan elke unieke prestatie als een record worden beschouwd. Zo slaagde laatst de 12 jarige Indiër Praggnanandhaa Rameshbabu erin om als jongste ooit een +2700 speler te verslaan. Het vorige record was op naam van het Chinees supertalent Wei Yi die op 13 jaar en 8 maanden de Franse supergrootmeester Maxime Vachier-Lagrave versloeg zie partij.
De laatste jaren zien we steeds vaker +2700 spelers meespelen in opens. 20 jaar geleden waren er niet alleen veel minder +2700 spelers maar toen was het ook zeer ongewoon dat een +2700 speler zou accepteren een open mee te spelen. Het record is dus gelinkt aan onze moderne tijd wat niets afdoet dat het toch iets fenomenaal is.

Een record als jongste speler met een grootmeestertitel is uiteraard iets specialer en krijgt bijgevolg altijd veel meer aandacht. Zo werden begin deze week enkele artikels gepubliceerd over het Uzbeekse wondertalent Nodirbek Abdusattorov die de titel binnenhaalde op 13 jaar, 1 maand en 11 dagen (zie bv. chess.com en chessbase). Dit laatste artikel bevat trouwens enkele interessante commentaren van lezers. Zo wordt terecht de vraag gesteld of het ethisch verantwoord is om dit soort jongste records te promoten. De 12 jarige Indier Praggnanandhaa staat vandaag onder geweldige druk om Karjakins record van 12 jaar en 7 maanden te breken. School zal hij wellicht niet meer volgen want elke maand speelt hij wel ergens een tornooi om de normen binnen te halen. Het loopt voorlopig niet vlot want telkens gaat het ergens mis op het einde waardoor we ons kunnen afvragen of de druk niet te veel is voor de jongen.

Misschien is het omdat ik ook al niet meer bij de jongste ben maar een record als oudste speler vind ik minstens even leuk. De tweet van Nigel Short " Not the best, but nevertheless proud to be the oldest 2700+, in chess history" werd door velen gesmaakt. In september piepte hij even boven de 2700 rating als 52 jarige.

Echter we hoeven niet altijd internationaal te kijken om records te vinden. Zo stuntte mijn eigen interclubploeg in de eerste ronde met als oudste team in Belgie een 8 - 0 interclub-overwinning te laten optekenen. Met een gemiddelde leeftijd van 55 jaar braken we hiermee het record van Jean-Jaures dat in maart 2015 werd behaald en op 52 jaar stond. Disclaimer: een complete controle van alle gespeelde Belgische interclubwedstrijden sinds het ontstaan van de competitie was volstrekt onmogelijk door gebrek aan informatie en tijd. Ik daag dus lezers uit om het record van Deurne met bewijzen te weerleggen.

8-0 gebeurt meestal een paar keer per seizoen in de Belgische interclub. Meestal is het een gevolg van een serieus eloverschil op alle borden gekoppeld aan wat geluk. Statistisch hadden we met Deurne maar minder dan 3% kans om 8-0 te scoren volgens de win/remise/verlies calculator op chess.db. 2 jaar geleden behaalde Deurne al eens 8-0 met zelfs een hogere gemiddelde leeftijd daar toen ook Marcel erbij was maar omwille van 2 forfaits laat ik dit record niet meetellen. Mijn bijdrage was relatief klein want ik won vrij vlot nadat mijn tegenstander in een lastige stelling een fikse blunder maakte.
Zonder twijfel verdient ons 1ste bord de meeste lof voor het record. Niet alleen had hij de moeilijkste tegenstander met toevallig ook statistisch de kleinste kans om het volle punt te behalen maar tezelfdertijd was hij ook de oudste van ons team. Ik spreek natuurlijk over sterke Jan die vandaag als 70 jarige nog steeds onze ploeg trekt vol energie. Is dit nog een ander record? In elk geval toen Jan hoorde dat hij als laatste man nog bezig was met een 7-0 stand reeds voor Deurne, besliste hij om nog een tandje bij te schakelen.
Het is een leuk record niets meer want uiteindelijk koop je er niets mee. Trouwens bij het doorbladeren van oude competitieverslagen zag ik dat er eens 2 teams in dezelfde reeks 2 keer 8-0 scoorden. Ik vond het bijzonder grappig om daarbij op te merken dat geen van beide kampioen werd!

Brabo

vrijdag 20 oktober 2017

Chess position trainer

Bewust of niet maar openingen studeren en een repertoire opbouwen doen we allemaal als schaker. De complexiteit en hoeveelheid kennis die we kennen, neemt daarbij gemiddeld exponentieel toe volgens onze speelsterkte. Zeker bij sterke/ ambitieuze/ prof spelers zien we dat er vaak enorme hoeveelheden theorie-zetten gekend moeten zijn. Bovendien is het niet zozeer het aanleren dat de grote moeilijkheid is maar het blijven onthouden zodat het gereproduceerd kan worden wanneer het in de bordpraktijk toevallig verschijnt op het bord. Niet zelden gaat het dus eens mis zie harakiri.

Topschakers realiseren zich vandaag dit ook en hebben hierop zelfs een nieuwe specifieke verfoeilijke spelstrategie gebouwd. Men kiest een opening waarvan men weet op voorhand dat de tegenstander een anti-dote kent maar men gokt erop dat hij die niet zal kunnen reproduceren aan het bord. Schaken is een puur memory-spel geworden. Niet toevallig was Karjakin, waarvan algemeen geweten is dat hij wel eens iets vergeet zie eerdere link, 1 van de eerste die als doelwit werd uitgekozen om deze strategie eens uit te testen.
Op het einde had Vachier-Lagrave ongeveer een uur meer op de klok zie bv chessbomb. Achteraf tweette Karjakin dat hij alles tot 38...Pe4 al thuis bekeken had maar 2 uren nodig had om het te herinneren. Nog merkwaardiger wordt het als je weet dat Karjakin in een interview achteraf meegaf dat hij de lijn een uur voor de partij had bekeken in de partijvoorbereiding zie roundreport 7 op chess.com. Anderzijds nieuw was dit verschijnsel voor mij helemaal niet. Zo zag ik vorig jaar sterke Jan, het 1ste bord van Deurne al heel vroeg een mindere variant kiezen in zijn interclubpartij met de Brugse expert Stijn Bertem.
Ik kende de opening toevallig omdat ze deel uitmaakt van mijn eigen repertoire zie het artikel profschaak. Achteraf gaf Jan ruiterlijk toe dat hij zijn voorbereiding door elkaar had gemixt en dat terwijl hij het 's ochtends thuis nog op het bord had gehad. Met Pf3 wordt dus best gewacht tot na de zetten 9.Dh5 Pg6.

Met deze intro wou ik aantonen dat het belangrijk is om zichzelf een goede studie-methode aan te leren. Eigenlijk niets nieuw onder de zon want op school werd ons dit al lang geleden verteld. Anderzijds is het te simpel om te verwijzen naar de klassieke leermethodes. Het aanleren van zettenreeksen en de uiteindelijke implementatie van deze kennis in de bordpraktijk verschilt erg van leerstof studeren en examens maken op school.

Alhoewel ik debacles zoals in de intro mezelf niet onmiddellijk voor de geest kan halen, zal ik zeker niet beweren dat ik de ideale studie-methode heb gevonden voor het schaken. Nee, zeker op lange termijn ondervind ik dat het geheugen mij wel eens in de steek laat. In het beste geval kan ik met veel tijd te verbruiken nog de juiste zetten reconstrueren. Op deze blog staan verschillende voorbeelden waar mij dit niet lukte.

Dus toen ik 6 maanden geleden de Brugse IM Tom Piceu bezig zag tijdens een jeugdtornooi met een voor mij onbekend programma chesspositiontrainer werd ik nieuwsgierig. Tom vertelde mij dat hij enkele jaren geleden samen met enkele schaakvrienden beslist had om elkaar te motiveren meer te werken aan het schaken. Daarbij zou openingen instuderen en repeteren een belangrijke rol spelen en dus werd hiervoor de chesspositiontrainer samen aangekocht (je kan 1 licentie op 3 computers gebruiken). Tom was er heel tevreden over alhoewel hij wel toegaf dat er niet altijd voldoende discipline was om alle schema's strikt op te volgen.

Ik bleef sceptisch over wat het programma mij zou kunnen bijbrengen. Echter omdat ik dacht dat het een interessant onderwerp voor de blog zou zijn, ging ik toch overstag om het eens te proberen. Bovendien dacht ik dat je het dan best ook ineens goed doet door niet enkel de gratis afgeslankte versie te testen maar wel de betalende versie met alle toeters en bellen. 40 euro is voor de werkende mens niet onoverkomelijk (zeker in vergelijking met wat voor prijzen Chessbase hanteert).

Een paar maanden geleden downloadde ik het programma. Ik betaalde voor een licentie en slaagde er zonder problemen in om met een toegezonden licentiesleutel toegang te krijgen tot alle opties. Daarna wou ik natuurlijk eens kijken wat het programma allemaal kon. Een klein default repertoire is erbij geleverd om het programma te testen maar al snel realiseerde ik mij dat dit niet is wat je als gebruiker eigenlijk zoekt. Je wilt in de eerste plaats je eigen repertoire trainen en dan kan ik mij voorstellen dat het voor vele gebruikers plots stil wordt. Je eigen repertoire moet je er eerst zelf volledig inbrengen.

Ik vermoed dat velen nu al afhaken. Zelfs als we even negeren dat de meeste schakers geen uitgewerkt repertoire hebben dan moet je eerst nog alle zetten in het programma krijgen. Ik las een commentaar op Quality Chess dat iemand 40 uren had gespendeerd om een openingsboek naar pgn om te zetten. Dat schaak studeren niet makkelijk is, weten we maar dit soort herculus-werk voor elk openingsboek is niet realistisch voor de meesten. Nee dan moeten we kijken naar alternatieven zelfs als dat een vermindering aan kwaliteit betekent. Vandaag zijn er een paar uitgevers die ook durven DVD's van openingen aan te bieden. Ik zeg durven want het risico dat de inhoud illegaal gekopieerd wordt is vele malen groter. Het gaat ook super eenvoudig om een schaakfile door te sturen (alhoewel sommige van mijn leerlingen dit zelfs niet kunnen/ ze mogen dan wel kunnen schaken maar sommige zijn digibeten). Zo heb je Chessbase magazine DVD's (2 maandelijks, jaarlijks voor 100 euro met 40 euro voucher) en Move by move DVD's (20 euro per stuk) waaruit je een selectie kunt maken om uiteindelijk een repertoire op te bouwen. Het spreekt voor zich dat je een ruime collectie dvd's nodig hebt vooraleer je een redelijk repertoire kunt opbouwen. Goedkoop is dit alternatief dus niet echt.

Gelukkig hoefde ik dit niet te doen want dankzij 20 jaar competitie spelen met een vast repertoire zie de wetenschappelijke aanpak gecombineerd met een goed archief zie archiveren, had ik zelf heel wat materiaal opgebouwd dat ik simpel via pgn aan de chesspositiontrainer kon voeden. Ik begon met mijn openingsboekfile die alle recente partijvoorbereidingen samenvat voor beide kleuren. Ik was benieuwd hoeveel posities dit zou betekenen.
3424 posities 0 keer getraind, 253 posities 1 keer getraind, 27 posities 2 keer getraind, 2 posities 3 keer getraind


Slik dat zijn meer dan 3500 posities en dan heb ik nog enkel maar mijn meest oppervlakkige analyses geïnjecteerd die ik vooral gebruik om in de breedte openingen te studeren. Dit leek mij al heel veel om op geregelde basis te onderhouden dus ik moet voorzichtig zijn met nog extra zetten toe te voegen. Dus eerst eens kijken hoeveel posities mijn database met de eigen gespeelde partijen die allemaal becommentarieerd staan, zouden betekenen. Je kan zoiets checken door een openingsboek  bv "Brabo posities" aan te maken.


In bovenstaand screenshot zie je dat ik eerst alle 811 partijen van mijn persoonlijke database selecteer. Vervolgens kies ik voor ECO 20 (standaard-input die ons vertelt dat er gemiddeld tot zet 20 in rekening wordt gebracht van iedere partij volgens populariteit van de opening) en tenslotte vink ik aan dat de analysevarianten ook erbij moeten worden genomen. Ik klik op de knop "ok" en binnen een paar seconden zie ik het resultaat.

OMG, net geen 50.000 posities. Op reddit las ik dat een bepaalde gebruiker gemiddeld 36 posities traint per dag maar dat zou betekenen dat ik ongeveer 1400 dagen bezig ben om alles 1 keer te bekijken. Het is te zeggen bijna 4 jaar. Daarbij komt nog dat het programma ons vertelt dat we regelmatig moeten herhalen. Standaard wordt 1 keer per 4 dagen gevraagd. Het heeft natuurlijk geen enkele zin meer om ook nog te kijken hoeveel posities mijn 3de database met gespecialiseerde openings-analyses bevat.

Dus ik hou het maar op de initiële 3500 posities. Echter dan zijn we er nog niet want nu staan alle openingen in 1 grote file. Als ik efficiënt wil trainen dan moet ik eerst alles in modules verdelen. Ook hier sta je er weer compleet alleen voor want hiervoor biedt het programma geen hulp. Het kostte mij al snel een uur of 5 om een beetje structuur te creëren met modules volgens opening en grootte.

Eindelijk kon ik dan echt een stuk van mijn repertoire trainen. Lang heb ik het niet volgehouden. Behalve dat het oersaai is, vroeg ik mij ook af waarom. Ik ging in de volgende 2 maanden geen enkele klassieke partij spelen maar zelfs op nog langere termijn achtte ik het rendement bijzonder klein. Als ik geregeld tegen sterke tegenstand zou spelen dan misschien wel maar vandaag heb ik dit niet nodig. Trouwens ik vind het ook omslachtig dat nieuwe analyses gemaakt met een Chessbase-programma niet automatisch gekoppeld wordt aan Chesspositiontrainer.

Het programma bestaat al sinds 2004. Het is wellicht het beste wat er op de markt is maar de vele randvoorwaarden maken dat het slechts voor een heel kleine groep schakers echt nuttig is. Ik denk hierbij vooral aan profschakers en/ of ambitieuze sterke amateurs. Zelf beschouw ik het als een extra instrument dat ik bij mijn partijvoorbereiding kan gebruiken om nog even bepaalde lijnen te oefenen.

Brabo

vrijdag 13 oktober 2017

Het zenuwblok

Heel wat clubs doen vandaag inspanningen om lessen aan te bieden aan de jeugd. Dit is niet zozeer omdat men een grote kindervriend is maar wel dat men beseft dat het noodzakelijk is voor het verder bestaan van de club. Echter het rendement is vaak heel pover zoals ik al aantoonde in mijn artikel de schaakmicrobe. Men onderschat hoe belangrijk het is om ouders te overtuigen om hun kinderen zeer snel aan competities te laten deelnemen.

Het aanbod voor onze jongste schakers is nochtans niet slecht. Je hebt stapjestornooien (waaronder de debutantentornooien), mooie jeugdtornooien georganiseerd door diverse clubs (zoals ZottegemDe Zwarte Dame, KGSRL, ...), het Vlaams jeugdschaakcriteriumde provinciale jeugdkampioenschappenhet Vlaams jeugdkampioenschap en uiteraard het Belgisch jeugdkampioenschap. Mijn zoon Hugo speelde zowat alles mee het voorbije jaar waardoor ik mijn jaarlijks aantal kilometers autorijden drastisch zag stijgen. Toen mijn +15 jaar oude auto een paar maanden geleden het begaf midden op de autosnelweg, was het dan ook snel zoeken naar een goede nieuwe auto om de draad te kunnen oppikken.

Ondertussen heeft Hugo zich sterk weten verder te ontwikkelen als schaker. Het wordt tijd om standaardpartijen te spelen maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Het is bijzonder lastig om dichtbij geschikte klassieke tornooien te vinden waarin een 8-jarige kan spelen. Klubkampioenschappen worden meestal 's avonds afgewerkt maar dan ligt hij normaal al in bed. De meeste open tornooien gebruiken eveneens avondpartijen. Uiteindelijk bleef er maar 1 optie over en dat was kijken naar onze buurlanden. Uiteraard ging onze voorkeur daarbij naar Nederland omdat dit voor ons het minst ver rijden was.

Zo speelde Hugo in het Pinksterverlof de Open van Maastricht. Eerder vermeldde ik al dat hij in augustus actief was in het ONJK te Borne. Tenslotte kwam hij vorige maand ook al in actie voor Axel Landau. Daar speelt hij Nederlandse interclub via de Zeeuwse schaakbond. Kortom we zitten vaak in Nederland en het bevalt er ons. Het is ook mooi meegenomen voor mijn zoon dat ze er dezelfde taal spreken waardoor communiceren makkelijk is. Het is te zeggen bijna dezelfde want af en toe botsen we toch op kleine verschillen.

Hugo bestelde eens een fruitsap om dan teleurgesteld een appelsap te krijgen. In Nederland moet je een jus d'orange of sinaansappelsap vragen. Nu die enkele woordjes leert hij snel en zo wist hij dat tostis (onze crocques) erg lekker zijn. Ook schaaktechnisch zijn er wel enkele verschillen. In Nederland spreekt men over potjes i.p.v. partijen. Of laatst hoorde ik voor het eerst over een zenuwblok. Mijn leerlingen hadden er evenmin ooit van gehoord maar ik vond het toch leuk om de term eens zelf te gebruiken in 1 van mijn lessen.

Die les ging over spanningen in pionnenketens. De belangrijkste regel hierbij is dat men niet te snel deze spanning mag opgeven. Te vaak zie ik bij mijn leerlingen ruilen of doorschuiven terwijl de spanning vasthouden sterker is. Een ultieme pionspanning is een zenuwblok waarbij een eilandje van 4 pionnen elkaar kan slaan. Zoiets komt bijvoorbeeld geregeld voor in de Hollandse stonewall zoals in onderstaande partij.
We zien trouwens mooi in deze partij hoe zwart op exact het juiste moment de spanning oplost om het initiatief te grijpen. Dit is niet evident want de vele mogelijkheden van een zenuwblok zijn voor menig speler te moeilijk om allemaal goed door te rekenen. Mijn ruime ervaring met het zenuwblok in deze opening levert mij een belangrijk competitie-voordeel op t.o.v. mijn tegenstanders.

Een vraag die ik mij stelde is of er nog grotere zenuwblokken bestaan dan 4 pionnen. In mijn eigen (blitz-)repertoire vond ik er eentje van 6 pionnen. Het is niet helemaal correct wat ik al vermeldde in mijn artikel Tom Piceu leidt brugge door 1ste waardoor ik het wat licht vind voor standaardschaak. Echter in blitz kan het wel werken zoals in onderstaande dolle partij.
Nieuwe woordjes en begrippen leer je dus door in het buitenland te spelen. Straks speelt Hugo voor het eerst in Frankrijk Open Le Touquet. Hij kent geen Frans dus dat wordt iets lastiger. Als iemand hem zegt : "Voulez-vous boire quelque chose" dan heb ik Hugo aangeraden om zijn 2 wijsvingers te kruisen wanneer hij verloren staat en hevig te knikken dat hij akkoord is met de remise. Tja een goede papa moet toch eens een grap kunnen uithalen met zijn kinderen.

Brabo

dinsdag 3 oktober 2017

Slechte verliezers

Tijdens de vele gesprekken met andere schaakouders valt het mij steeds opnieuw op hoeveel naïviteit er is. Men is er rotsvast van overtuigd dat ons nobel spel zichzelf zuivert van ongure types en iedereen zijn uiterste best doet om elkander vooruit te helpen. Pas na enkele tornooien verschijnen de eerste barsten in dit ideaalbeeld.

Schaken is geen uitzondering t.o.v. andere sporten en activiteiten. Je hebt er goede en minder goede mensen. Zo had ik afgelopen maanden opnieuw 2 keer te maken met situaties waarin spelers in verdenking van valsspelen werden gesteld. In beide gevallen detecteerde ik achteraf een zeer hoge graad van typische computerzetten dus die je normaal totaal niet verwacht van de speler met daarbij tijdens de partij een frequent opzoeken van het klein kamertje (toilet). Echter andere staalharde bewijzen waren er niet waardoor ik verplicht ben om voorzichtig te zijn met namen te geven. Je kan niet zomaar iemand beschuldigen zoals ik in mijn artikel wantrouwen al vertelde.

Echter dit compleet negeren, lijkt mij op lange termijn ook erg schadelijk voor het schaken. Dit is een potentiële tijdbom voor competitieschaak en kan de teloorgang betekenen/ versnellen voor heel wat schaakclubs. Een goedkope/ gratis remedie is niet eenvoudig voor het standaardschaak. Je kan tenslotte niet iemand verbieden om een toilet te bezoeken. 

Iedere speler een charter van fair-play laten onderteken, zal niet voldoende zijn om de echte valsspelers te weerhouden maar lijkt mij toch nuttig om bij aanvang van een tornooi te eisen. Met deze symbolische daad geef je toch al een sterk signaal waardoor wellicht enkele potentiële slechteriken zullen afhaken. Daarnaast zou ik ook eisen als organisator dat spelers aan hun bord blijven wanneer ze aan zet zijn. In mijn artikel eten en drinken deel 2 beschreef ik dat zoiets voor mij doodnormaal is maar in de praktijk zie ik zelfs spelers snel naar het toilet rennen van zodra ze het antwoord van de tegenstander gezien hebben.

Nu ik geef wel toe dat arbiters met zulke regel voorzichtig moeten omgaan. Als je toevallig weg bent van je bord terwijl je tegenstander aan zet is dan kan je niet altijd op tijd terug zijn wanneer je aan zet bent. Of wanneer een tegenstander steeds a tempo speelt dan moet je uiteindelijk toch eens de kans krijgen om het bord te verlaten zelfs wanneer je aan zet bent.

Laatst overkwam mij nog een andere situatie. Mijn tegenstander kwam opzettelijk niet aan zijn bord zitten terwijl hij aan zet was maar verkoos liever wat rond te hangen/ kibitzen. Ondertussen ging meer dan een half uur verloren van zijn eigen klok. Het was mijn 8ste partij van Open Gent die ik besproken heb in mijn artikel grapjes. Zoals ik eerder zei, heb ik geen problemen met schakers die doorspelen in compleet verloren stellingen maar dan blijf je wel nadenken aan je bord. Het is trouwens niet de eerste keer dan mij zoiets overkwam in een standaardpartij zie Deurne wint de zilveren toren. Echter het was wel de eerste keer dat de handeling gepaard ging met een ostentatief wegblijven van het bord.
Photo of Dominik Klaus, from Chess-DB.com
Hij krijgt van mij de eerste prijs voor de slechtste verliezer die ik al ontmoet heb. Ik ben zelfs ten rade hiervoor gegaan tijdens de partij bij de hoofdarbiter Marc Bils zonder succes. Anderzijds is het een gedrag waarmee ik spijtig genoeg geregeld mee te maken krijg online. De anonimiteit vervaagt de grenzen van fatsoen nog veel sneller. Zelfs sterke spelers blijken niet immuun te zijn voor het virus van slechte verliezer. In de partij hieronder laat de zwartspeler (als het zijn echte naam is klaarblijkelijk een Russische internationaal meester) zijn resterende tijd 2,5 minuten doodleuk aflopen in een compleet verloren stelling.
Het is geen record. Ik heb er ook al meegemaakt die na 8 seconden spelen een stuk zonder compensatie hebben weggeblunderd en dan alle resterende tijd laten aflopen. Of nog erger zijn de slechte verliezers die nog net voor het aflopen van hun tijd (dus na meerdere minuten) toch nog 1 zet spelen gewoon om te kijken of je nog aanwezig bent. Niet zelden scoren ze hiermee nog een punt want velen verwachten niet zulk gemene streek.

Dit zijn slechts een paar minuten die je verliest online aan slechte verliezers maar hetzelfde op een totaal andere schaal gebeurt ook in correspondentieschaak. Mijn tegenstander in onderstaande correspondentiepartij had zeker ook een stuk eerder kunnen opgeven want ik kreeg pas de overwinning toen ik mat in 5 in de slotstelling aankondigde.
Mits een tijdige opgave was de partij wellicht een paar maanden eerder voorbij geweest. Trouwens het zijn opnieuw niet uitsluitend zwakkere spelers die zich van hun mindere kant tonen. Er zijn verhalen bekend waar sterke spelers doorspeelden tot mat en alle eerder opgespaarde tijd opgebruikten. Met de traditionele post kon in een verloren stelling zo zelfs meer dan 2 jaar worden doorgespeeld. Niet zelden hoorde je dan dat een verloren staande speler toch nog won omdat de tegenstander overleden was! Tegenwoordig wordt correspondentieschaak op een server gespeeld en gaat het wat vlotter. Desalniettemin slaagde de sterke zwartspeler in onderstaande partij er toch in om nog maanden tijd te rekken.
Met het standaard tempo van 10 zetten per 50 dagen zie iccf playing rules beschikte zwart over 500 dagen voor 92 zetten. Veel geduld hebben is dus noodzakelijk als je correspondentieschaak wilt spelen.

Het aflopen van de tijd is een wapen dat slechte verliezers geregeld gebruiken. Bovendien valt er blijkbaar weinig tegen te doen. Een slimme Bronstein klok zou zoiets kunnen vermijden maar daar is vandaag onvoldoende interesse voor. De hedendaagse klok met vaste increments is al moeilijk genoeg om te begrijpen voor velen.

Brabo

donderdag 28 september 2017

Schadenfreude en waarom we supporteren voor de underdog

Recent was het tijd voor de wereldtop om te pieken – eerst in de World Cup, waar twee plaatsen voor de kandidatenfinale te winnen waren (en elopunten voor hen die de finale niet haalden), anderzijds de zeer sterke Island of Man open, die een tweede kans bood.

De WK-cyclus biedt nu verschillende manieren om in de kandidatenfinale te raken. Voor de wereldtop is dit misschien een pad dat meer kansen biedt om zich te plaatsen voor dit tornooi: via het regelmatigheidscriterium van de all play all Grand Prix tornooien, via het World Cup knock-out tornooi, als verliezend finalist van het vorige WK, of op rating. Slechts één sterke (+2700) speler krijgt een gratis zitje van de organisatoren – kwestie van sponsors te kunnen aantrekken natuurlijk.

Het is mijns inziens een beter – en korter – systeem dan in het verleden. Voor de FIDE koos de WK zijn uitdager, wat allerminst eerlijk was (Lasker vermeed Rubinstein en gunde Schlechter geen echte WK-match; Aljechin vermeed Capablanca en gunde Keres geen match). De FIDE stelde een structuur op, maar die groeide uit tot een vreselijk lange weg voor nieuwe uitdagers: zonale en interzonale tornooien overleven, om dan een kandidatentornooi te overleven of matchen te spelen. Pas na de WK veel extra analysemateriaal te hebben verschaft, kon de uitdager aan de finale klus beginnen. En dan hadden Tal en Smyslov (en Kasparov) nog het ongeluk dat de WK een revancherecht mocht uitoefenen…

De huidige cyclus is dus veel korter – je moet al wereldtop zijn om in aanmerking te komen. Geen verrassingen meer à la Van der Sterren, die op “latere leeftijd” vanuit het zonale tornooi kon doorstoten naar de kandidatenmatchen.

Maar hoewel je als wereldtopper (laat ons zeggen top-20 speler) in een zetel zit aan de start, ben je niet alleen. Elk tornooi op weg naar dat finaal tornooi is een moeilijk tornooi. Wie de Grand Prix rankings bekijkt (bv op FIDE Grand Prix 2017) ziet dat – hoewel er nog vier aantrekkelijke namen in aanmerking komen – toppers als Nakamura, Aronian, Nepomniachtchi, Adams, Svidler, Giri, … er niet in geslaagd zijn om zich via deze weg te plaatsen.

En met de World Cup een gigantische loterij, waarin zelfs Carlsen zich niet staande kon houden, mogen we bijna van geluk spreken dat hier twee toppers naar voor zijn gekomen, die het kandidatentornooi een heel aantrekkelijk karakter geven. Met Aronian komt er een publiekslieveling bij, met Ding Liren een onbekende joker – op dit niveau althans.

Dus voor de aspirant WK’s was er haast van meet af aan maar één echt alternatief: op gemiddelde rating proberen geselecteerd te raken. Op twitter bood Martin Bennedik (@bennedik) live gemiddelde ratings aan, zodat de spelers in kwestie het zelf niet hoefden uit te rekenen. Die service zette de toppers natuurlijk onder druk – ook in de World Cup. Wie de live ratings (2700chess) bekeek na de World Cup (en voor Isle of Man), zag dat zowat alle toppers punten verloren hadden. De reden is eenvoudig: de ratingverschillen waren van die aard dat soms een 1,5-0,5 overwinning niet genoeg was; of omdat veel toppers hun heil zochten in de rapidpartijen en een 1-1 stand lieten optekenen, wat hun rating ook al geen goed deed. Zelfs de twee finalisten hielden op het einde van de rit nauwelijks extra punten over aan de wekenlange inspanningen.

Maar de Kramniks, Nakamura’s, Anands van deze wereld moesten soms wel iets forceren, want hun gemiddelde rating was aandachtspunt nummer twee, naast een zitje in de volgende ronde. Vandaar het soms geforceerde spel (zie bv de uitschakeling van Anand, die gewoon zijn hand overspeelde tegen sensatie Kovalyov).

Vandaar dat in de Isle of Man Open, er heel wat aandacht was voor het ratingduel tussen So, Caruana en Kramnik, die zowat op een zakdoek stonden – ratinggewijs. Het belang was groot, want wie uitgeschakeld werd op dit vlak, zagen we zeker niet meer terug in Berlijn. En elke speler was een potentieel winnaar.

Dat het tornooi begon met Caruana-Kramnik in de eerste ronde, was meteen al een beslissend moment, zeker toen het duidelijk werd dat er voor het volle punt gestreden werd. Dat Kramnik aan het kortste eind trok, betekende enkel dat hij nu alles op alles moest zetten in de volgende ronden om nog iets goed te maken. Maar in ronde drie verloor hij nogmaals – tegen een geest uit het verleden: James Tarjan. Ook hier – onder druk van de omstandigheden, overspeelde Kramnik zijn hand. Tarjan, met wit, speelde rustig het schaakequivalent van Catenaccio en liet Kramnik komen. Die bouwde dan ook een mooie stelling uit, maar rekende zijn combinatie niet goed uit, Tarjan zag het gat en incasseerde gewoon met “normaal” spel het punt.

Kramnik moet geestelijk door de grond gezakt zijn – een meer emotioneel speler (denk klasse Kortchnoi) zou het bord versplinterd hebben. Maar Kramnik incasseerde met waardigheid zijn nederlaag en zijn – de facto – uitschakeling voor de wereldtitel. In een “gewone” open, in de derde ronde, tegen een veteraan met 400 elopunten minder. Het moet pijn doen.

De pers smulde ervan – wat een verhaal. Een nobele “onbekende” (hoewel, dubbel Olympisch goud en in mei 1981 volgens Chessmetrics in de top 40 van de wereld), 23 jaar ouder, schakelt een ex-WK uit. Het is het klassieke David tegen Goliath syndroom. Calimero wint. The mouse that roared. Het doet denken aan de ronde van Frankrijk van 1956, gewonnen door absolute underdog Walkowiak. Of aan Rulon Gardner, die één van de beste sportmannen aller tijden, de bijna onverslaanbare worstelaar Alexander Karelin, in diens allerlaatste match versloeg – voor Olympisch goud nota bene.

We houden van kampioenen en we houden graag lijstjes en records bij. Maar op den duur is het tijd dat een tijdperk tot een einde komt. En dat willen we ook graag meemaken. Hoe groot Anand en Kramnik ook geweest zijn, hun generatie moet langzaam afscheid nemen van de superkids, die toch een versnelling hoger blijken te kunnen schakelen – en vooral een ongelofelijke taaiheid hebben, en desnoods doorspelen tot er twee koningen op het bord staan (wat en passant Fischer ook eens presteerde – en zelfs dan nog drie zetten doorspeelde).

Het is niet moeilijk om te supporteren voor Tarjan – het is ook een mooi verhaal. Oude grootmeester komt na jaren terug in de schaakarena en verslaat één van de grootste spelers van de afgelopen jaren. It’s the stuff that makes heroes. Maar zoals gezegd, het was vooral Kramnik die de partij verloor, niet Tarjan die ze won.

Een partij verliezen waarin je huizenhoog favoriet bent (op rating) is zuur – en ik kan ervan meespreken. Ik verloor ooit een partij van iemand met 450 elo minder in interclub – de manier waarop zal mijn tegenstander waarschijnlijk beschouwd hebben als zijn mooiste partij ooit:

Het toont maar al te scherp aan dat je niemand mag onderschatten. Iedereen kan een goede dag hebben en iedereen heeft wel een verborgen voorraadje grinta. De partij tegen Kramnik was voor Tarjan één van zijn mooiste schaakervaringen uit zijn carrière, maar voor Kramnik was het een bittere pil om slikken – vooral gezien de consequenties. Zijn afscheid uit de WK-cyclus (samen met dat van Anand – Topalov, Gelfand, Ivanchuk zijn we al een tijdje “kwijt”) markeert het einde van een grote generatie schakers – Kramnik was misschien de laatste telg uit de school van Botvinnik-Kasparov.

Het is nu aan de generatie die heeft leren schaken met Fritz en internet. Een generatie die inventiviteit koppelt aan doorzettingsvermogen. Spelers die hun klassiekers niet meer kennen, maar over een grote rekenkracht beschikken, en creativiteit en durf koppelen aan een ijzeren eindspeltechniek. En die tenslotte nieuwtjes op zet vijf afwisselen met nieuwtjes op zet 25 of 35…

Het schaken is veranderd, maar daarom niet ten kwade. De generatie Carlsen heeft al mooie dingen laten zien en er staan ons nog mooie dingen te wachten.

HK5000