Bewust of niet maar openingen studeren en een repertoire opbouwen doen we allemaal als schaker. De complexiteit en hoeveelheid kennis die we kennen, neemt daarbij gemiddeld exponentieel toe volgens onze speelsterkte. Zeker bij sterke/ ambitieuze/ prof spelers zien we dat er vaak enorme hoeveelheden theorie-zetten gekend moeten zijn. Bovendien is het niet zozeer het aanleren dat de grote moeilijkheid is maar het blijven onthouden zodat het gereproduceerd kan worden wanneer het in de bordpraktijk toevallig verschijnt op het bord. Niet zelden gaat het dus eens mis zie harakiri.
Topschakers realiseren zich vandaag dit ook en hebben hierop zelfs een nieuwe specifieke verfoeilijke spelstrategie gebouwd. Men kiest een opening waarvan men weet op voorhand dat de tegenstander een anti-dote kent maar men gokt erop dat hij die niet zal kunnen reproduceren aan het bord. Schaken is een puur memory-spel geworden. Niet toevallig was Karjakin, waarvan algemeen geweten is dat hij wel eens iets vergeet zie eerdere link, 1 van de eerste die als doelwit werd uitgekozen om deze strategie eens uit te testen.
Op het einde had Vachier-Lagrave ongeveer een uur meer op de klok zie bv chessbomb. Achteraf tweette Karjakin dat hij alles tot 38...Pe4 al thuis bekeken had maar 2 uren nodig had om het te herinneren. Nog merkwaardiger wordt het als je weet dat Karjakin in een interview achteraf meegaf dat hij de lijn een uur voor de partij had bekeken in de partijvoorbereiding zie roundreport 7 op chess.com. Anderzijds nieuw was dit verschijnsel voor mij helemaal niet. Zo zag ik vorig jaar sterke Jan, het 1ste bord van Deurne al heel vroeg een mindere variant kiezen in zijn interclubpartij met de Brugse expert Stijn Bertem.
Ik kende de opening toevallig omdat ze deel uitmaakt van mijn eigen repertoire zie het artikel profschaak. Achteraf gaf Jan ruiterlijk toe dat hij zijn voorbereiding door elkaar had gemixt en dat terwijl hij het 's ochtends thuis nog op het bord had gehad. Met Pf3 wordt dus best gewacht tot na de zetten 9.Dh5 Pg6.
Met deze intro wou ik aantonen dat het belangrijk is om zichzelf een goede studie-methode aan te leren. Eigenlijk niets nieuw onder de zon want op school werd ons dit al lang geleden verteld. Anderzijds is het te simpel om te verwijzen naar de klassieke leermethodes. Het aanleren van zettenreeksen en de uiteindelijke implementatie van deze kennis in de bordpraktijk verschilt erg van leerstof studeren en examens maken op school.
Alhoewel ik debacles zoals in de intro mezelf niet onmiddellijk voor de geest kan halen, zal ik zeker niet beweren dat ik de ideale studie-methode heb gevonden voor het schaken. Nee, zeker op lange termijn ondervind ik dat het geheugen mij wel eens in de steek laat. In het beste geval kan ik met veel tijd te verbruiken nog de juiste zetten reconstrueren. Op deze blog staan verschillende voorbeelden waar mij dit niet lukte.
Dus toen ik 6 maanden geleden de Brugse IM Tom Piceu bezig zag tijdens een jeugdtornooi met een voor mij onbekend programma chesspositiontrainer werd ik nieuwsgierig. Tom vertelde mij dat hij enkele jaren geleden samen met enkele schaakvrienden beslist had om elkaar te motiveren meer te werken aan het schaken. Daarbij zou openingen instuderen en repeteren een belangrijke rol spelen en dus werd hiervoor de chesspositiontrainer samen aangekocht (je kan 1 licentie op 3 computers gebruiken). Tom was er heel tevreden over alhoewel hij wel toegaf dat er niet altijd voldoende discipline was om alle schema's strikt op te volgen.
Ik bleef sceptisch over wat het programma mij zou kunnen bijbrengen. Echter omdat ik dacht dat het een interessant onderwerp voor de blog zou zijn, ging ik toch overstag om het eens te proberen. Bovendien dacht ik dat je het dan best ook ineens goed doet door niet enkel de gratis afgeslankte versie te testen maar wel de betalende versie met alle toeters en bellen. 40 euro is voor de werkende mens niet onoverkomelijk (zeker in vergelijking met wat voor prijzen Chessbase hanteert).
Een paar maanden geleden downloadde ik het programma. Ik betaalde voor een licentie en slaagde er zonder problemen in om met een toegezonden licentiesleutel toegang te krijgen tot alle opties. Daarna wou ik natuurlijk eens kijken wat het programma allemaal kon. Een klein default repertoire is erbij geleverd om het programma te testen maar al snel realiseerde ik mij dat dit niet is wat je als gebruiker eigenlijk zoekt. Je wilt in de eerste plaats je eigen repertoire trainen en dan kan ik mij voorstellen dat het voor vele gebruikers plots stil wordt. Je eigen repertoire moet je er eerst zelf volledig inbrengen.
Ik vermoed dat velen nu al afhaken. Zelfs als we even negeren dat de meeste schakers geen uitgewerkt repertoire hebben dan moet je eerst nog alle zetten in het programma krijgen. Ik las een commentaar op Quality Chess dat iemand 40 uren had gespendeerd om een openingsboek naar pgn om te zetten. Dat schaak studeren niet makkelijk is, weten we maar dit soort herculus-werk voor elk openingsboek is niet realistisch voor de meesten. Nee dan moeten we kijken naar alternatieven zelfs als dat een vermindering aan kwaliteit betekent. Vandaag zijn er een paar uitgevers die ook durven DVD's van openingen aan te bieden. Ik zeg durven want het risico dat de inhoud illegaal gekopieerd wordt is vele malen groter. Het gaat ook super eenvoudig om een schaakfile door te sturen (alhoewel sommige van mijn leerlingen dit zelfs niet kunnen/ ze mogen dan wel kunnen schaken maar sommige zijn digibeten). Zo heb je Chessbase magazine DVD's (2 maandelijks, jaarlijks voor 100 euro met 40 euro voucher) en Move by move DVD's (20 euro per stuk) waaruit je een selectie kunt maken om uiteindelijk een repertoire op te bouwen. Het spreekt voor zich dat je een ruime collectie dvd's nodig hebt vooraleer je een redelijk repertoire kunt opbouwen. Goedkoop is dit alternatief dus niet echt.
Gelukkig hoefde ik dit niet te doen want dankzij 20 jaar competitie spelen met een vast repertoire zie de wetenschappelijke aanpak gecombineerd met een goed archief zie archiveren, had ik zelf heel wat materiaal opgebouwd dat ik simpel via pgn aan de chesspositiontrainer kon voeden. Ik begon met mijn openingsboekfile die alle recente partijvoorbereidingen samenvat voor beide kleuren. Ik was benieuwd hoeveel posities dit zou betekenen.
Slik dat zijn meer dan 3500 posities en dan heb ik nog enkel maar mijn meest oppervlakkige analyses geïnjecteerd die ik vooral gebruik om in de breedte openingen te studeren. Dit leek mij al heel veel om op geregelde basis te onderhouden dus ik moet voorzichtig zijn met nog extra zetten toe te voegen. Dus eerst eens kijken hoeveel posities mijn database met de eigen gespeelde partijen die allemaal becommentarieerd staan, zouden betekenen. Je kan zoiets checken door een openingsboek bv "Brabo posities" aan te maken.
In bovenstaand screenshot zie je dat ik eerst alle 811 partijen van mijn persoonlijke database selecteer. Vervolgens kies ik voor ECO 20 (standaard-input die ons vertelt dat er gemiddeld tot zet 20 in rekening wordt gebracht van iedere partij volgens populariteit van de opening) en tenslotte vink ik aan dat de analysevarianten ook erbij moeten worden genomen. Ik klik op de knop "ok" en binnen een paar seconden zie ik het resultaat.
OMG, net geen 50.000 posities. Op reddit las ik dat een bepaalde gebruiker gemiddeld 36 posities traint per dag maar dat zou betekenen dat ik ongeveer 1400 dagen bezig ben om alles 1 keer te bekijken. Het is te zeggen bijna 4 jaar. Daarbij komt nog dat het programma ons vertelt dat we regelmatig moeten herhalen. Standaard wordt 1 keer per 4 dagen gevraagd. Het heeft natuurlijk geen enkele zin meer om ook nog te kijken hoeveel posities mijn 3de database met gespecialiseerde openings-analyses bevat.
Dus ik hou het maar op de initiële 3500 posities. Echter dan zijn we er nog niet want nu staan alle openingen in 1 grote file. Als ik efficiënt wil trainen dan moet ik eerst alles in modules verdelen. Ook hier sta je er weer compleet alleen voor want hiervoor biedt het programma geen hulp. Het kostte mij al snel een uur of 5 om een beetje structuur te creëren met modules volgens opening en grootte.
Eindelijk kon ik dan echt een stuk van mijn repertoire trainen. Lang heb ik het niet volgehouden. Behalve dat het oersaai is, vroeg ik mij ook af waarom. Ik ging in de volgende 2 maanden geen enkele klassieke partij spelen maar zelfs op nog langere termijn achtte ik het rendement bijzonder klein. Als ik geregeld tegen sterke tegenstand zou spelen dan misschien wel maar vandaag heb ik dit niet nodig. Trouwens ik vind het ook omslachtig dat nieuwe analyses gemaakt met een Chessbase-programma niet automatisch gekoppeld wordt aan Chesspositiontrainer.
Het programma bestaat al sinds 2004. Het is wellicht het beste wat er op de markt is maar de vele randvoorwaarden maken dat het slechts voor een heel kleine groep schakers echt nuttig is. Ik denk hierbij vooral aan profschakers en/ of ambitieuze sterke amateurs. Zelf beschouw ik het als een extra instrument dat ik bij mijn partijvoorbereiding kan gebruiken om nog even bepaalde lijnen te oefenen.
Brabo
Met deze intro wou ik aantonen dat het belangrijk is om zichzelf een goede studie-methode aan te leren. Eigenlijk niets nieuw onder de zon want op school werd ons dit al lang geleden verteld. Anderzijds is het te simpel om te verwijzen naar de klassieke leermethodes. Het aanleren van zettenreeksen en de uiteindelijke implementatie van deze kennis in de bordpraktijk verschilt erg van leerstof studeren en examens maken op school.
Alhoewel ik debacles zoals in de intro mezelf niet onmiddellijk voor de geest kan halen, zal ik zeker niet beweren dat ik de ideale studie-methode heb gevonden voor het schaken. Nee, zeker op lange termijn ondervind ik dat het geheugen mij wel eens in de steek laat. In het beste geval kan ik met veel tijd te verbruiken nog de juiste zetten reconstrueren. Op deze blog staan verschillende voorbeelden waar mij dit niet lukte.
Dus toen ik 6 maanden geleden de Brugse IM Tom Piceu bezig zag tijdens een jeugdtornooi met een voor mij onbekend programma chesspositiontrainer werd ik nieuwsgierig. Tom vertelde mij dat hij enkele jaren geleden samen met enkele schaakvrienden beslist had om elkaar te motiveren meer te werken aan het schaken. Daarbij zou openingen instuderen en repeteren een belangrijke rol spelen en dus werd hiervoor de chesspositiontrainer samen aangekocht (je kan 1 licentie op 3 computers gebruiken). Tom was er heel tevreden over alhoewel hij wel toegaf dat er niet altijd voldoende discipline was om alle schema's strikt op te volgen.
Ik bleef sceptisch over wat het programma mij zou kunnen bijbrengen. Echter omdat ik dacht dat het een interessant onderwerp voor de blog zou zijn, ging ik toch overstag om het eens te proberen. Bovendien dacht ik dat je het dan best ook ineens goed doet door niet enkel de gratis afgeslankte versie te testen maar wel de betalende versie met alle toeters en bellen. 40 euro is voor de werkende mens niet onoverkomelijk (zeker in vergelijking met wat voor prijzen Chessbase hanteert).
Een paar maanden geleden downloadde ik het programma. Ik betaalde voor een licentie en slaagde er zonder problemen in om met een toegezonden licentiesleutel toegang te krijgen tot alle opties. Daarna wou ik natuurlijk eens kijken wat het programma allemaal kon. Een klein default repertoire is erbij geleverd om het programma te testen maar al snel realiseerde ik mij dat dit niet is wat je als gebruiker eigenlijk zoekt. Je wilt in de eerste plaats je eigen repertoire trainen en dan kan ik mij voorstellen dat het voor vele gebruikers plots stil wordt. Je eigen repertoire moet je er eerst zelf volledig inbrengen.
Ik vermoed dat velen nu al afhaken. Zelfs als we even negeren dat de meeste schakers geen uitgewerkt repertoire hebben dan moet je eerst nog alle zetten in het programma krijgen. Ik las een commentaar op Quality Chess dat iemand 40 uren had gespendeerd om een openingsboek naar pgn om te zetten. Dat schaak studeren niet makkelijk is, weten we maar dit soort herculus-werk voor elk openingsboek is niet realistisch voor de meesten. Nee dan moeten we kijken naar alternatieven zelfs als dat een vermindering aan kwaliteit betekent. Vandaag zijn er een paar uitgevers die ook durven DVD's van openingen aan te bieden. Ik zeg durven want het risico dat de inhoud illegaal gekopieerd wordt is vele malen groter. Het gaat ook super eenvoudig om een schaakfile door te sturen (alhoewel sommige van mijn leerlingen dit zelfs niet kunnen/ ze mogen dan wel kunnen schaken maar sommige zijn digibeten). Zo heb je Chessbase magazine DVD's (2 maandelijks, jaarlijks voor 100 euro met 40 euro voucher) en Move by move DVD's (20 euro per stuk) waaruit je een selectie kunt maken om uiteindelijk een repertoire op te bouwen. Het spreekt voor zich dat je een ruime collectie dvd's nodig hebt vooraleer je een redelijk repertoire kunt opbouwen. Goedkoop is dit alternatief dus niet echt.
Gelukkig hoefde ik dit niet te doen want dankzij 20 jaar competitie spelen met een vast repertoire zie de wetenschappelijke aanpak gecombineerd met een goed archief zie archiveren, had ik zelf heel wat materiaal opgebouwd dat ik simpel via pgn aan de chesspositiontrainer kon voeden. Ik begon met mijn openingsboekfile die alle recente partijvoorbereidingen samenvat voor beide kleuren. Ik was benieuwd hoeveel posities dit zou betekenen.
3424 posities 0 keer getraind, 253 posities 1 keer getraind, 27 posities 2 keer getraind, 2 posities 3 keer getraind |
Slik dat zijn meer dan 3500 posities en dan heb ik nog enkel maar mijn meest oppervlakkige analyses geïnjecteerd die ik vooral gebruik om in de breedte openingen te studeren. Dit leek mij al heel veel om op geregelde basis te onderhouden dus ik moet voorzichtig zijn met nog extra zetten toe te voegen. Dus eerst eens kijken hoeveel posities mijn database met de eigen gespeelde partijen die allemaal becommentarieerd staan, zouden betekenen. Je kan zoiets checken door een openingsboek bv "Brabo posities" aan te maken.
In bovenstaand screenshot zie je dat ik eerst alle 811 partijen van mijn persoonlijke database selecteer. Vervolgens kies ik voor ECO 20 (standaard-input die ons vertelt dat er gemiddeld tot zet 20 in rekening wordt gebracht van iedere partij volgens populariteit van de opening) en tenslotte vink ik aan dat de analysevarianten ook erbij moeten worden genomen. Ik klik op de knop "ok" en binnen een paar seconden zie ik het resultaat.
OMG, net geen 50.000 posities. Op reddit las ik dat een bepaalde gebruiker gemiddeld 36 posities traint per dag maar dat zou betekenen dat ik ongeveer 1400 dagen bezig ben om alles 1 keer te bekijken. Het is te zeggen bijna 4 jaar. Daarbij komt nog dat het programma ons vertelt dat we regelmatig moeten herhalen. Standaard wordt 1 keer per 4 dagen gevraagd. Het heeft natuurlijk geen enkele zin meer om ook nog te kijken hoeveel posities mijn 3de database met gespecialiseerde openings-analyses bevat.
Dus ik hou het maar op de initiële 3500 posities. Echter dan zijn we er nog niet want nu staan alle openingen in 1 grote file. Als ik efficiënt wil trainen dan moet ik eerst alles in modules verdelen. Ook hier sta je er weer compleet alleen voor want hiervoor biedt het programma geen hulp. Het kostte mij al snel een uur of 5 om een beetje structuur te creëren met modules volgens opening en grootte.
Eindelijk kon ik dan echt een stuk van mijn repertoire trainen. Lang heb ik het niet volgehouden. Behalve dat het oersaai is, vroeg ik mij ook af waarom. Ik ging in de volgende 2 maanden geen enkele klassieke partij spelen maar zelfs op nog langere termijn achtte ik het rendement bijzonder klein. Als ik geregeld tegen sterke tegenstand zou spelen dan misschien wel maar vandaag heb ik dit niet nodig. Trouwens ik vind het ook omslachtig dat nieuwe analyses gemaakt met een Chessbase-programma niet automatisch gekoppeld wordt aan Chesspositiontrainer.
Het programma bestaat al sinds 2004. Het is wellicht het beste wat er op de markt is maar de vele randvoorwaarden maken dat het slechts voor een heel kleine groep schakers echt nuttig is. Ik denk hierbij vooral aan profschakers en/ of ambitieuze sterke amateurs. Zelf beschouw ik het als een extra instrument dat ik bij mijn partijvoorbereiding kan gebruiken om nog even bepaalde lijnen te oefenen.
Brabo