Net zoals 2 jaren geleden heb ik vorig seizoen niet meegespeeld in het clubkampioenschap van Deurne. De tanende belangstelling van de betere spelers had ik al eerder aangehaald in mijn artikel inactiviteit en hiervoor is nog steeds geen oplossing gevonden. Het alternatief was voor mij opnieuw de TSM Open maar rond nieuwjaar is dit al voorbij waardoor ik na de interclub in april helemaal droog kwam te staan. Om toch enig competitieritme op te doen ter voorbereiding van Open Gent besliste ik dan maar om zoals 2 jaar geleden de beker in Deurne mee te spelen.
Uit 2 eerdere deelnames had ik geleerd dat de wetenschappelijke aanpak mijzelf erg kwetsbaar maakte. Als hoger gekwoteerde speler krijg je volgens het reglement een tijdshandicap en dat is met een openingsverrassing van de tegenstander een zeer gevaarlijke mix. Niet zelden had ik na de opening slechts een handvol minuten over om de partij uit te spelen. De beker winnen, lukte niet.
Dit jaar koos ik om af te stappen van de wetenschappelijke aanpak en eens puur praktisch schaak te spelen. Dit stemt trouwens ook beter af op mijn doelstelling om competitieritme op te doen. Elke match in de beker betekent dat 1 speler verder gaat en 1 speler wordt uitgeschakeld. Dus wil je een maximaal aantal partijen spelen dan moet je eerst en vooral de matchen winnen. Praktisch koos ik dan ook om na het winnen van de eerste partij, remise te forceren in de 2de partij zelfs in compleet gewonnen posities. Mijn openingskeuzes weken ook af van mijn standaardrepertoire. Toen Robert Schuermans in de kwartfinale tegen mij a6 speelde in het Spaans i.p.v. zijn geliefkoosde Schliemanngambiet, counterde ik verrassend met de afruilvariant. Niet alleen viel zijn voorbereiding hiermee in het water maar de dames werden ook nog geruild waardoor hij grotendeels werd ontwapend.
In mijn halve finale tegen Marcel Van Herck en de finale tegen Thierry Penson koos ik om terug te grijpen naar openingen die ik meer dan een decennium geleden geregeld had gespeeld. Ze maakten niet meer deel uit van mijn standaard repertoire omdat er minstens 1 anti-dote voor bestaat maar leken mij een goede keuze voor de beker. De strategie werkte. Beide tegenstanders waren er niet op voorbereid en spendeerden veel tijd in de opening waarna ze later in het middenspel snel in de fout gingen. Zonder groots schaak te tonen won ik comfortabel de beker.
De praktische waarde van een verrassing uit de oude doos kan en mag dus niet onderschat worden. Echter toen vorige maand de Oekrainsche topgrootmeester Vassily Ivanchuk won met een wel erg dubieuze opening van de Cubaanse topgrootmeester Leinier Dominguez Perez in de 51ste Capablanca memorial keek ik toch vreemd op.
De openingsbagage van een +2700 speler is enorm dus ik vermoed dat Leinier het al eens eerder heeft gezien. Dit bleek niet te volstaan om het openingsvoordeel vast te houden en dus werkte voor de zoveelste keer de beredeneerde gok van Chucky. Dat de opening dubieus is weet ik goed omdat ze op mijn standaard repertoire stond tot 2004, weliswaar met een andere zettenvolgorde. Ik won nog mijn laatste partij ermee maar vond het toen welletjes.
Ik maakte kennis met de opening door een boekje van 1986 Spanish gambits door Leonid Shamkovich en Eric Schiller. Kwalitatief waren de analyses niet zo goed maar tot op vandaag (voornamelijk in online blitz) beleef ik nog veel plezier ermee. Diverse namen zijn toegekend aan het systeem. Een van de eerste spelers die het op hoog niveau speelde was de Russische grootmeester Mark Taimanov in 1955 dus wordt het soms naar hem vernoemd. In het boekje dat ik las, heet het wingvariant wat ik ook als optie vond op 365Chess.com. Sommigen noemen het liever de Noorse variant omwille van dat meerdere sterke spelers er het speelden zoals de sterke Noorse grootmeester Simen Agdestein, de Noorse IM Svein Johannessen en de Noorse IM Arne Zwaig.
Het introduceren van oude (dubieuze) openingen in mijn standaardschaak liet ik nog niet toe. Ik ben er vandaag wel overtuigd van dat het praktisch zeker kan tegen om het even welke tegenstander. Winnen is belangrijk maar het is niet het enige dat voor mij telt.
Brabo
Addendum 29 juli 2016
Ik wou ook nog even meegeven dat mijn ervaring met de opening besproken in bovenstaand artikel mij ook hielp in het winnen van een partij tegen Nicola Capone een paar jaar geleden in Leuven. De analyses van die partij kwamen aan bod in het artikel http://schaken-brabo.blogspot.be/2014/01/de-volgorde.html. Als je de analyses leest, kan je zelfs de link detecteren.
De praktische waarde van een verrassing uit de oude doos kan en mag dus niet onderschat worden. Echter toen vorige maand de Oekrainsche topgrootmeester Vassily Ivanchuk won met een wel erg dubieuze opening van de Cubaanse topgrootmeester Leinier Dominguez Perez in de 51ste Capablanca memorial keek ik toch vreemd op.
Het introduceren van oude (dubieuze) openingen in mijn standaardschaak liet ik nog niet toe. Ik ben er vandaag wel overtuigd van dat het praktisch zeker kan tegen om het even welke tegenstander. Winnen is belangrijk maar het is niet het enige dat voor mij telt.
Brabo
Addendum 29 juli 2016
Ik wou ook nog even meegeven dat mijn ervaring met de opening besproken in bovenstaand artikel mij ook hielp in het winnen van een partij tegen Nicola Capone een paar jaar geleden in Leuven. De analyses van die partij kwamen aan bod in het artikel http://schaken-brabo.blogspot.be/2014/01/de-volgorde.html. Als je de analyses leest, kan je zelfs de link detecteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten