zaterdag 11 juli 2015

Computers worden autonoom

In het officieuze wereldkampioenschap voor schaakprogramma's (TCEC) is de rol van een openingsboek tot een minimum herleid. Men wil de pure krachtverschillen tussen de algoritmes bepalen en dus de invloed van manuele correcties uitsluiten. Een vooraf geprogrammeerd openingsboek kan een belangrijk voordeel betekenen tenminste dit werd tot voor kort algemeen aangenomen.

Vandaag wordt deze stelling steeds vaker in vraag gesteld. Tegenwoordig worden zo vaak verbeteringen gevonden op oude openingsboeken dat men steeds sneller beslist om het schaakprogramma vroeg los te koppelen en dus autonoom zijn weg te laten vinden in de opening. Het programma speelt dus beter zonder extra menselijke input maar dit betekent nog niet foutloos. Om herhalingen van dezelfde fouten te vermijden worden statistieken van de resultaten opgeslagen in een speciaal openingsboek. Het programma leert dus zelfstandig een openingsrepertoire.

Niets nieuw zullen sommigen denken want dit bestaat al meer dan een decennium. Correct maar er is wel een groot verschil met vroeger. Dit speciaal openingsboek werd tot nu toe enkel bruikbaar geacht voor een schaakprogramma terwijl ik vandaag ook steeds meer toepassingen zie voor de bord- en correspondentie-schaker. Verschillende huidige programma's spelen sterker dan Magnus Carlsen dus je beperken tot het bestuderen van de partijen van topgrootmeesters is ver van optimaal.

Een mooi voorbeeld zien we bij de recente theoretische ontwikkelingen van de Fraser verdediging. De kritieke zet 9.Tg1 die ik vermeldde in mijn vorig artikel komt niet voor in de big database 2015 noch in mijn correspondentiedatabases (updates t.e.m. juni 2015). Echter kijken we naar mijn database bestaande uit een collectie van computerpartijen gepubliceerd op sddfccrl en tcec dan blijkt Tg1 helemaal geen nieuwtje te zijn, integendeel.
36 computerpartijen met 9.Tg1
Als schaakfanaat die graag het onderste uit de kan wil halen in een analyse, ben ik natuurlijk nooit tevreden met het aantal gevonden partijen. Een volgende logische stap is dan ook om met je eigen computer en programma's partijen te spelen vanuit een specifieke stelling. Echter standaardpartijen duren veel te lang zonder maar te spreken van de energierekening. Met verkorte partijen te spelen zoals ik uitlegde in mijn artikel analyseren met de computer versnelt het proces. Hiermee haal ik 18 partijtjes in 6 uren. Niet slecht maar het blijft te traag naar mijn goesting. Ik had vernomen op chesspub van Vass dat topcorrespondentiespelers hun programma's laten analyseren aan een snelheid van ongeveer 10 seconden per zet en dat wou ik wel eens uitproberen. Het eindresultaat van meerdere honderden partijen kan je hieronder bekijken.

Ik heb al het kaf van het koren gescheiden om het een beetje leesbaar te houden maar ik ben sowieso heel tevreden van het resultaat voor deze specifieke analyse. Ik gebruikte Stockfish 6 met de Fritz 14 interface. Een verdere automatisatie van de analyses is mogelijk met het programma Aquarium dat al een 5-tal jaar op de markt beschikbaar is. Dit programma zorgt ervoor dat meerdere projecten automatisch parallel of sequentieel worden uitgevoerd en voert ook automatisch een ordening uit van de geanalyseerde stellingen. Een ander belangrijke optie is dat er geen beperking meer bestaat op het aantal varianten die je wilt analyseren in tegenstelling met de oude "deep position analysis" modus van de Fritz 14 interface.

Computers worden dus steeds zelfstandiger en daar betalen we opnieuw een prijs voor. Die prijs wordt o.a. betaald in correspondentieschaak waar topspelers door de invloed van de computer er niet meer in slagen om van elkaar te winnen.
De wk-finale die eindigde in 2002 en gewonnen  werd door Gert-Jan Timmerman












  Vergelijk met de nog lopende wk-finale die startte eind 2013.
De nog lopende wk-finale die startte eind 2013.






In 1 decennium is het remisepercentage gestegen naar bijna 100% waardoor we terecht kunnen afvragen wat het nut nog is van zulke kampioenschappen. De voormalig wereldtopper Nikolai Papenin is de enige speler die uit de toon valt door wellicht een vroegtijdig afhaken. Recent publiceerde de sterke Duitse correspondentie-grootmeester Arno Nickel een artikel op chessbase om dit probleem aan te kaarten.

We komen vandaag in een stadium waarin computers ervoor zorgen dat creativiteit geneutraliseerd kan worden d.m.v. uitgebreide analyses die de risico's op tijd kunnen detecteren. Op het Utrechts schaakforum in het draadje Norway Chess gaf de Nederlandse programmeur en fidemeester Vincent Diepeveen terecht aan dat hij bijna in elk eindspel of ver middenspel kan bepalen mits een aantal uren analyse welke zet er precies de beste is. 

Gelukkig kunnen we aan het bord niet over programma's beschikken dus bang voor een remisedood hoeven we niet te zijn in standaardschaak. Het schaakspel is ook niet in de verste verte opgelost. Wel staat vast dat de computer in de toekomst steeds meer in zijn eentje zal moeten zorgen voor verdere progressie en onze rol als mens steeds kleiner wordt.

Brabo

4 opmerkingen:

  1. Ik ben nogal verrast door je opmerking over dat 'bijna in elk eindspel of ver middenspel kan bepalen mits een aantal uren analyse welke zet er precies de beste is. '.

    Dit klinkt niet wetenschappelijk, want dit valt (nog) niet te toetsen. Ik zou liever formuleren: 'in alle midden - of eindspelen is de kans erg groot dat de computer uiteindelijk de beste zet vindt.'

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Akkoord dat de formulering wellicht beter kan. Ik hoopte dat het woordje "bijna" voldoende was om zich in te dekken voor de keren dat de stelling toch nog te complex is om een finaal antwoord te vinden. Onoplosbare eindspelen (en uiteraard middenspelen) bestaan zeker ook nog want kijk maar naar bepaalde krankzinnige tablebase-winsten. Toevallig las ik vorig week op chesspub dat John Roycroft zelfs een boek heeft geschreven over enkel 2 van deze zonderlinge posities: https://chessbookreviews.wordpress.com/2015/07/05/you-little-stinkers/

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Indien alle schaakspecialisten (grootmeesters, schaakprogrammeurs, e.d.) de koppen bij elkaar steken dan is het schaakspel binnen max. 5 jaar opgelost.
    Dat dit nog niet gebeurd is en nog niet zo gauw zal gebeuren, bevestigt de uitspraak van G.B.Shaw, "Chess is a foolish expedient for making idle people believe they are doing something very clever when they are only wasting their time".

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zeer interessant! Ik ga die computer partijen eens doorzoeken :-)

    BeantwoordenVerwijderen