Een tweede tornooibezoek
bracht me naar Cappelle-la-Grande, al sinds 1985 een belangrijk trefpunt voor
de schaaktop. Voor de Belgische schaker die een groot en vooral sterk tornooi
zoekt om de winter door te komen, look no further. CLG is een tornooi dat
misschien wel midden in het seizoen valt (de tweede ronde op zondag viel op een
Belgische interclubdag), maar qua schaaksfeer leunt het dicht bij Wijk aan Zee (en
Hastings for that matter) aan. Het is winter, je zit op een boogscheut van de
havenstad Duinkerken, in het dorp is niets te doen, maar het schaken – how!
Wanneer je de
speelzaal binnenkomt, dan zie je dit :
De zaal is ruim en op
het podium achteraan zitten de tien topborden. Voor het podium zit een rij
‘aspirant topborden’ (tot en met bord 26). Daarna de massa – het peloton – en
opzij, op een verhoogd platform aan beide kanten, de achterhoede. Het komt er
voor de schaker op aan om in het peloton te zitten. Een beetje zoals vroeger,
toen het open tornooi van Gent in de Sint-Pietersabdij werd gehouden (in
verschillende zalen), om in één van de twee hoofdzalen te zitten en de warme
zolderzaal te vermijden. Niet dat er ongemakken aan verbonden zijn om op de
zijplatforms te spelen, maar pas op het grote veld zit je ‘onder de mensen’.
De vele deelnemers
(zo’n 550 spelers die het tornooi uitspeelden), mede dank zij de vele
ratingprijzen en de mogelijkheid om normen te scoren, zorgen ervoor dat dit
tornooi een topper blijft op de kalender. Het deelnemersveld komt letterlijk
van overal ter wereld naar hier afgezakt. In totaal waren er maar liefst 192
spelers uitgenodigd (en niet enkel toppers, maar ook schakers met ratings van
2100, 2000 of zelfs 1900 en lager). Ook die grote variatie aan nationaliteiten
maakt van CLG een uniek tornooi – wanneer kan je als Belg eens spelen tegen iemand
van Brazilië, Canada, Colombië, Indië, Zweden of Japan? De grote meerderheid is
Frans natuurlijk, meteen gevolgd door de Belgische delegatie (ruim 50 spelers
sterk), maar wie zou denken dat de Britten of Duitsers dankzij de nabijheid de derde
nationaliteit zijn – ik heb het niet nageteld, meer de Oekraïners vormen
telkens een grote delegatie. Vorig jaar – toen het conflict met Rusland net
begonnen was – speelden vele Oekraïners met de blauw-gele strepen op de wangen.
Ik bezocht het tornooi
tijdens de achtste ronde (vrijdag 6 maart), toen het stof van de versnelde
paringen al neergedwarreld was. Die versnelde paringen hadden meteen effect,
want het topbord, de Chinees Li Chao (in FIDE-termen Li Chao ‘b’, omdat er nogeen Li Chao van 2320 is), mocht meteen een half Zwitsers gambiet uitproberen,
na zijn remise tegen Tomas Laurusas (2411). Het legde hem geen windeieren, want
hij zou later zonder nederlaag het tornooi winnen met 7,5/9.
En hoewel dat versneld
Zwitsers ervoor zorgt dat je niet zoals in Gent in de eerste ronde met wat
geluk tegen een (groot)meester kan aantreden, is dat in CLG geen belemmering om
in de volgende rondes wel schakers met titels tegenover je te krijgen. Zo had
Veurnaar Aurèle Lenoir (1773) de pech / het geluk (alnaargelang het standpunt) dat
hij met 3,5 op 4 startte en daar in ronde vijf nog een remise aan plakte tegen
Ryosuke Nanjo (2349). Zijn volgende tegenstganders hadden ratings van 2307,
2321, 2143 en 2048 en Aurèle eindigde het tornooi met 4/9. Maar daarvoor kom je
natuurlijk naar CLG – om toch eens de degens te kunnen kruisen met die toppers.
Even de Belgen
bespreken : Hanne Goossens (2138) was goed op dreef en speelde een perfect
‘+/-‘ tornooi : 5 maal winst met wit, afgewisseld met 4 maal verlies met
zwart. In ronde acht mocht ze tegen Alina L’Ami aantreden, vrouw van IGM Erwin
en voor de Chessbase-volgers bekend als fotografe van dienst bij grote
tornooien. Ze verloor die partij maar ik had dus het geluk om Hanne en de
fotografe te kunnen fotograferen wanneer ze eens niet achter een fototoestel
zit/ligt/hangt/staat.
links Alina L'Ami, rechts Hanne Goossens |
Nu we bij L’Ami zijn –
onder de foto’s op Chessbase, stonden er enkele met witte papagaaien. Ik had er
nog niet bij stil gestaan waar die vandaan kwamen, maar dat werd me algauw
duidelijk gemaakt toen volgende speler zijn onhoudbare eindspel had
opgegeven :
Franky Deketelaere is
een bekend gezicht in West-Vlaanderen en daarbuiten. Hij heeft enkele jaren na
elkaar een simultaan in Torhout georganiseerd, waarbij hij grootheden als
Bronstein, Van Wely en Van der Wal kon strikken. Daarnaast staat hij vermeld in
een boek van Paul Motwani en heeft hij als een mini-versie van Marc Lacrosse al
aan tornooien over heel Europa deelgenomen (Hastings, Vlissingen, Oost-Europa,
…). Nog niet zo lang geleden (in 2013) kaapte hij in Leiden de eerste prijs wegin het B-tornooi. Een echte schaker dus, niet weg te slaan van het bord, en
vooral : altijd gemotiveerd. Maar een andere hobby van hem is het houden
van papagaaien en de witte exemplaren neemt hij soms mee op zijn
schaakavonturen. In CLG had hij ze een drietal keren mee, soms het koppeltje,
soms het vrouwtje alleen. En dat zorgde dus voor de opmerkelijke foto’s.
Toppers genoeg in CLG,
jawel. Vorig jaar nog Ding Liren, nu Li Chao, met 2728 top dertig in de wereld.
Faalde Ding Liren vorig jaar nog in CLG, dan zorgde Li Chao ervoor dat hij het
vertrouwen van de Chinese schaakfederatie niet beschaamde. Hij werkte zich na
zijn remise in ronde één gestaag op naar de topborden en versloeg in ronde zes
leider Onischuk (5/5), wat van groot belang was voor de eindzege. Hiermee
kwamen beiden op 5/6, daarna volgden ze hetzelfde parcours : eerst nog een
remise in ronde zeven en dan winst in rondes acht en negen. Beiden 7,5/9 en
gedeelde tornooiwinst.
Het belang van een
goede eindspurt in een Zwitsers tornooi werd nog onderstreept door de nummers
drie en vier, die ex aequo op 7/9 eindigden. Zij wonnen maar liefst hun laatste
vier partijen (na een nederlaag in ronde vijf). Het toont maar aan dat je nooit
moet wanhopen in een Zwitsers tornooi, ook niet met 3/5.
(borden één en twee in
ronde acht : Kotronias die gaat verliezen van Onischuk en Li Chao die gaat
winnen van Mekhitarian)
Enkele voorbeelden dat
dit geen tornooi voor doetjes is: het Duitse talent IM Dennis Wagner (2523)
behaalde “slechts” 5,5/9. Kevin Spraggett – een vaste klant in CLG en ooit nog
kandidaat voor de wereldtitel (1985 Montpellier, wie weet dat nog) – had een eindspurt
van 4/4 nodig om nog bij de groep met 6,5/9 te komen. Diverse grootmeesters met
een rating van meer dan 2500 zaten in de groep van 5/9 en schaakbelg Vadim Malakhatko (2522) kende een barslecht tornooi-einde: 0/3 en gestrand op 4,5/9.
Vadim Malakhatko: een tornooi om snel te vergeten |
FIDE-meester FabriceWantiez (2332) werd eerste Belg, op een 171ste plaats met 5/9. Hij was in goed
gezelschap, want Christian Bauer (2651) stond maar één plaatsje boven hem. Hij
kan terugblikken op een sterk tornooi, dat al begon in ronde 1 : remise
tegen Mekhitarian (2556), die uiteindelijk zesde werd. Ronde 2 : verlies
tegen Artur Gabrielian (2251) ; daarna vocht hij zich terug, wat hem nog
een topgrootmeester opleverde in ronde zes : Alexander Areshchenko (2661)
– het werd weer een verlies, maar de prestatie mag er zijn.
Hanne Goossens hebben
we al gehad – ook zij speelde een prima tornooi, waarbij ze dus de pech had om
steeds tegen de sterkere tegenstand met zwart te moeten aantreden, om dan de
dag erop met wit de iets zwakkere tegenstand te moeten oprollen. Haar verliespartijen waren tegen
toppers : Ognjen Jovanic (2474), Nikolaj Milchev (2409) en dus Alina L’Ami
(2392). Niettemin een prima tornooi, waarin ze haar waarde bevestigde.
Dan vinden we het
vriendentrio Willem Van Melkebeke, Ruben Smekens en Martijn Maddens. Alle drie
op een zakdoek (plaats 198-210) met 5/9, maar met een verschillend parcours
achter de rug. Alle drie namen ze een forfait in ronde twee (interclub gaat
voor), maar daar houdt de vergelijking op. Willem mocht in ronde vier (met 2/3)
aantreden tegen Volodymyr Vetoshko (2404) en hield remise. Zijn beloning was
een partij tegen Pavel Martynov (2410), die hij verloor. In ronde zeven kreeg
hij nog een nul te verwerken tegen Kevin Roser (2395), maar om nog met zo’n
tegenstand 5/9 te scoren is prima uiteraard.
In ronde acht speelde
Ruben Smekens met vuur, maar haalde in het verre eindspel de vis toch op het
droge. Een remise in de laatste ronde bracht hem op 5/9. Maar ook hij liet
sporen na bij het getitelde schakersgild: in ronde 7 hield hij FM AlexisDouriet Duany (2307) op remise.
Martijn Maddens van
Roeselare kende een gelijkmatig tornooi, maar verloor wel zijn partij na de
forfait in ronde twee. Hierdoor moest hij eerst enkele zwakkere spelers
verslaan om dan in ronde 7 IM Razvan Preotu (2441) op remise te houden. In
ronde acht bood hij goed weerwerk tegen Pier Luigi Basso (2382), maar in de
analyse bleek dat de Italiaan (die een sterk tornooi speelde) wel enorm veel
gezien had.
links Pier Luigi Basso, rechts Martijn Maddens |
Kortrijkzaan Pieter
Truwant hees zich ook nog bij de groep met 5/9, door eveneens een eindspurt je
van 2/2 uit de hoed te toveren. Hij ontliep een beetje de hoge elo’s maar kreeg
toch zijn deel +2100 – spelers. Door in de laatste ronde de bekendeschaakfransman Alain Fayard (FM 2247) te verslaan, maakte hij zijn tornooi nog
goed. Hierna een foto van het winnende eindspel dat hij in ronde acht op het
bord kreeg (er staan geen stukken achter de waterfles).
links Pieter Truwant |
Na wat foto’s genomen
te hebben van andere topborden en hier en daar nog een bekend gezicht, vond ik
het welletjes. Een lange terugtocht naar huis wachtte me nog en nu is het
uitkijken naar wat deze zomer dichtbij blijkt te zijn – Dortmund misschien?
Eén bedenking
misschien – pas nu besef ik hoeveel officiële partijen
nog door de mazen van het net van de almachtige databanken glippen. Van de 250
partijen die hier dagelijks werden gespeeld, zal slechts een handvol (een paar
honderd?) Chessbase halen. Het is onbegonnen werk om iedereen aan een
elektronisch bord te laten spelen, maar het toont nog maar eens aan dat je wel
degelijk nog op hoog niveau iets kan spelen zonder dat het meteen op internet
komt.
HK5000
De laatste opmerking geeft ook soms wat vreemde situaties in de rapporten van Chessbase. Door enkele keren mee te doen in CLG waar ik meestal ook een 5/9 scoorde raakten enkel mijn (verlies)partijen tegen sterkere in de database. Vraag je dan een rapport op van jezelf als speler, dan komt het opbeurende nieuws: Zowel wit als zwart scoren beneden gemiddeld...
BeantwoordenVerwijderenKAra
Misschien herinneren sommigen nog mijn artikeltje http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/11/partijpublicaties.html. Daarin vermeldde ik dat van bv. Open Le Touquet helemaal geen partijen meer werden gepubliceerd. Of in mijn artikeltje http://schaken-brabo.blogspot.be/2014/06/de-expert.html schreef ik over de Armeense GM Sergey Galdunts "Hoe was dit mogelijk vroeg hij zich af want behalve de 11 gepubliceerde partijen in de database met de opening, had hij ook nog eenzelfde aantal partijen gespeeld die niet voorkwamen in de databases." Dus ja ook van betere spelers zijn er nog heel wat partijen die niet in de databases verschijnen en we spreken hier alleen nog maar van standaardschaak. Van rapid of blitz verdwijnt 99%.
BeantwoordenVerwijderenIn een voorbereiding maak ik mij niet druk over wat mijn tegenstander allemaal mogelijks kent door partijen die niet in de database vermeld staan. Het heeft ook geen zin om een partijvoorbereiding op het onbekende te maken (tenzij misschien voor een wk-finale). Echter als ik extra tijd over heb dan tracht ik wel (iets) verder te kijken dan wat er allemaal in de database van partijen staat van mijn tegenstander. Soms bekijk ik een paar extraatjes als ik een bepaalde trend kan detecteren.
Je eigen rapport op chessbase opvragen, vind ik op zich wel een interessant gegeven. Ik heb geen chessbase maar ik kijk ook wel in de database of google op het internet om te zien wat er over mijzelf te vinden is. Enerzijds ijdelheid maar anderzijds ook gewoon om te weten wat anderen tegen mijzelf kunnen gebruiken. Soms is het handig om te weten of je op een eerder gespeelde variant een voorbereiding kunt verwachten. http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/09/de-partijvoorbereiding.html
BeantwoordenVerwijderenStatistieken kunnen inderdaad een vertekende waarheid tonen. Wel ben ik benieuwd of er spelers zijn die daadwerkelijk in de partijvoorbereiding hun openingskeuze aanpassen aan de hand van statistieken (bv aan de hand van het Chessbase rapport). Zelf heb ik nooit zoiets gedaan maar ik kan mij wel voorstellen dat spelers die op de man spelen dit wel doen.
Een stap verder is op basis van statistieken van je eigen gespeelde partijen, je eigen repertoire aanpassen. Hierbij gebruik je dan uiteraard beter je eigen veel completere database dan een Chessbase rapportje van jezelf. Zelf heb ik nooit mijn repertoire aangepast op basis van statistieken maar opnieuw zou het mij helemaal niet verwonderen dat andere meer praktische spelers dit wel regelmatig doen. Trouwens mijn volgend artikeltje zal net gaan over wanneer en hoe een repertoire aanpassen.