Als er een constante terug te vinden is in mijn schaken dan is het zeker dat ik zoveel mogelijk het toeval tracht te vermijden. Zo gaf bijvoorbeeld Kara al eerder aan in een reactie dat hij mijn diepte van voorbereiding indrukwekkend vond. In mijn artikeltje welke partijen analyseren leg ik dan weer in het breed uit hoe ik tracht lessen te trekken uit de analyses. Ook op die wijze tracht ik mij te wapenen tegen toevallige herhalingen. In mijn bordspel zie je een duidelijke allergie voor risico's om te vermijden dat het resultaat teveel van toeval zou afhangen. Hier kreeg ik al eens eerder al dan niet terecht kritiek voor, zie Lintons reactie op het artikeltje Taktiek.
Echter stellen dat ik steeds risico's vermijd is onzin want ik ben bijvoorbeeld geen pragmatische speler, zie schaakintuitie deel 2 of iemand die nooit een gambiet durf te spelen. Nu ik geef toe dat de balans uiteraard helt naar voorzichtigheid en vooral naar economisch spelen. Het economisch spelen heb ik al even aangehaald in een reactie op het artikeltje mijn mooiste zet. Als ik kan kiezen tussen materiaal offeren waarvan de complicaties onoverzichtelijk zijn en tussen (liefst zonder veel bedenktijd te spenderen) een rustige voortzetting die nog steeds toelaat om een stelling met enig perspectief te behouden dan kies ik steevast voor de 2de optie.
Zo gebeurde het in de 5de ronde tegen de Brit Andrew Stone dat ik na lang nadenken toch maar niet koos om mijn paard te offeren en het terug te spelen naar f6. Tja MNb zal wellicht geshockeerd zijn als hij ziet dat ik weer eens gekozen heb voor de terugtrekkende zet maar iemand anders stukken offeren is altijd makkelijker.
Na de partij vergde het mij flink wat tijd om het stukoffer te verifiëren maar nu durf ik te stellen dat het helemaal correct is. Echter ik zou het voorval niet vermelden als er niets speciaals aan was. Toen ik Houdini 2 en Stockfish 4 er liet op rekenen dan vonden geen van beiden zelfs na een uur rekenen de sleutelzet op mijn snelste PC. Zoiets had ik nog niet tegengekomen met deze programma's. Was het nog steeds mogelijk om als mens achter het bord op tactisch gebied met een idee op de proppen te komen waardoor je voorbij de horizon van de beste programma's kunt geraken?
Via de wikispace over testposities voor schaakprogramma's trachtte ik te achterhalen of er recent voorbeelden zijn uit de bordpraktijk. Echter veel geluk had ik niet want alles wat ik bekeek werd vrij snel gekraakt door mijn topprogramma's. Zo ook bijvoorbeeld de teststelling 201 uit de de standaard arasan testsuite. Dit is een fragment van 2012 uit de partij Hikaru Nakamura - Anish Giri gespeeld in de Fide Grandprix te Londen.
Daarom bekeek ik ook enkele stellingen van oudere partijen die sommige testers gebruiken. Een ervan was een kritieke stelling uit de beroemde partij David Bronstein - Ljubomir Ljubjevic. De partij kwam ik recent toevallig ook tegen in My great predecessors part 2 waarin ik nu nog aan het lezen ben.
Brabo