Het was lang twijfelen welk boek het deze keer zou worden om mee te nemen op verlof. Opnieuw een boek uit de monumentale serie van Kasparov die telkens had gesmaakt of zou het iets anders worden. Het boek 'Move first, Think later' trok mij aan omwille van de uitdagende titel maar kon een IM, waartegen ik al 2 keer eerder remise had gespeeld mij wel een boek vol interessants aanbieden? De titel vertelde verder dat de inhoud wellicht over hoe beter te worden in het schaken zou gaan maar dat bracht mij geen stap verder. Ik heb slechts een 100 punten minder dan Willy Hendriks en bovendien meen ik dat ik vrij goed weet hoe ik nog verder kan verbeteren (maar heb er vandaag noch de tijd, noch de motivatie voor). Echter wanneer ik bladerde door het boekje, viel mij op dat er relatief weinig schaakdiagrammen in stonden, t.o.v. veel proza wat heel vreemd is voor een trainingsboek. Bovendien won het boek de prijs van beste jaarboek van de Engelse schaakfederatie dus blijkbaar had niemand er een probleem mee met de weinig diagrammen en vond men de proza meer dan compenserend. Leuke proza lezen op enkele dode momenten tijdens het verlof dat zag ik wel zitten, i.p.v. een heel boek met oefeningen op te lossen. Toen ik zag dat de prijs onder de 30 euro was, had ik geen goede reden meer om het niet aan te schaffen.
Na enkele pagina's lezen, was het mij al duidelijk dat het geen alledaags schaakboekje is. De auteur toetst de hedendaagse trainingsmethodes af met de huidige kennis in de psychologie. 2 compleet verschillende domeinen worden m.i. voor het eerst zo uitgebreid met elkaar in verband gebracht waardoor je zoals vaak in zulke experimenten, een explosie krijgt van nieuwe verfrissende ideeën. Echter het gebruiken van een domein zoals de psychologie betekent ook dat voor heel wat mensen dit boekje moeilijk leesbaar zal zijn. Psychologie is (nog) geen exacte wetenschap en wordt vandaag zeker niet door iedereen als interessant en/of bespreekbaar beschouwd.
Zelf heb ik altijd een grote nieuwsgierigheid gehad naar het beter begrijpen van de psyche. Het is m.i. ook 1 van de redenen waarom ik hou van stevige discussies (o.a. op fora) of het schrijven van blogartikeltjes over intuïtie, ambities, normen en waarden, .... Het spreekt voor zich dat een schaakboek doorweven met aspecten uit de psychologie door een auteur met een universitaire opleiding in de filosofie, mij helemaal kon bekoren. Uiteraard vraag je jezelf af in hoeverre je het eens bent of niet met de bevindingen/ filosofische bedenkingen van de auteur. Wel ik kwam tot de bevreemdende vaststelling dat we eigenlijk geen serieuze conflictpunten hadden. Slechts een paar details vond ik incorrect of te kort door de bocht maar op zich hadden die nauwelijks of geen invloed op het complete werk. Ik som ze hieronder even op zodat de schrijver ze misschien in een volgende druk kan rechtzetten.
- Eloinflatie bestaat niet, wordt door de auteur beweerd want zulke inflatie zou opgemerkt worden door het nivelleren van de eloratings. Het is niet helemaal duidelijk wat er bedoeld wordt met inflatie maar ik vermoed dat het over eloinflatie gaat t.o.v de speelsterkte. Ik ben akkoord dat er geen sprake kan zijn van een serieuze eloinflatie vandaag wat o.a. werd aangetoond in mijn blogartikeltje elo inflatie. Echter de afwezigheid van nivellering heeft hiermee geen rechtstreeks verband. Het is perfect mogelijk om inflatie te hebben in het systeem zonder dat er sprake is van een nivellering. Geef iedere speler 100 elo extra en je hebt 100 punten inflatie maar de spreiding blijft identiek.
- Quantity is a Quality too. De auteur kent deze uitspraak toe aan Joseph Stalin maar er is heel wat discussie over de juiste toedracht van de quote. Heel wat waarschijnlijker was de quote "Quantity has a quality all its own". Dit brengt een belangrijk nuanceverschil. Kwantiteit heeft zijn eigen beperkingen betreffende kwaliteit. Je kan het best vergelijken met bv. het populaire tv-programma Wie wordt euromiljonair waar de kandidaat de hulp van het publiek kan inroepen. Kwantiteit helpt maar is geen match tegen iemand die het antwoord zeker weet.
- Psychologie speelt nauwelijks een rol in het schaken (niet te verwarren met het trainen). Het boekje gaat over trainingsmethodes voor spelers die ik schat tussen 1200 en 2100 elo. Als we enkel kijken naar die elobandbreedte dan moet ik de auteur gelijk geven. Echter het ware toch fair geweest om te vermelden dat bij de hogere elo's, psychologie wel vaker een rol speelt vooral wanneer de eloverschillen relatief klein zijn. Hierover heb ik al een resem blogartikeltjes geschreven zoals op remise spelen met wit tegen een sterkere tegenstander, wit kiest al in de opening een remisevariant, een uitgebreid zwartrepertoire, spelen op de man, ...
Nu dit zijn details en veel interessanter is te kijken naar de inhoud van het boek. Het boek is opgesteld als een collage van artikels die veelal vanuit de psychologie een brede waaier van bestaande methodes en opvattingen bespreekt die allen een link hebben met het trainen van schakers. Daar ik zelf geen schaaktrainer ben (wel ooit enkele lessen gegeven zoals wellicht elke FM) en evenmin trainingsboeken lees, was mijn kennis beperkt hier omtrent. Desalniettemin vond ik het een boeiende materie en misschien komt het wel eens later van pas. Daarnaast werden ook heel wat onderwerpen aangesneden die ik op deze blog al besproken heb. Hieronder geef ik een opsomming van raakvlakken tussen het boek en mijn blog wat niet betekent dat er geen meerwaarde te vinden is in het boek. De auteur slaagt erin op een humoristische wijze, heel wat extra's uit zijn opgebouwde kennis over psychologie toe te voegen.
- Chapter 2: Look and you will see against try and error. Try and error is inderdaad een vaak onderschatte methode om iets te bereiken. Een voorbeeldje hiervan vermeldde ik in mijn blogartikeltje: schaakcompositities
- Chapter 11: The particular and the general. Om het even welke regel in het schaken, kan niet winnen van concrete zetten die correct(er) zijn. Als we kijken naar mijn recente nederlaag tegen Istratecu die ik besproken heb in mijn blogartikeltje met een kanon op een mug schieten dan kan ik dat enkel beamen.
- Chapter 12: Big plan, small plan or no plan at all. Mijn blogartikeltje sitzfleisch illustreet in een extreme vorm wat de mogelijkheden zijn van 'no plan at all '.
- Chapter 15: Chance in chess. In mijn blogartikeltje vals spelen kan je een link vinden naar een zeer nauwkeurige tool : tperf die berekent wat de kans is om een bepaalde score te halen tegen een aantal tegenstanders met verschillende eloratings.
- Chapter 17: It plays chess in me. In mijn blogartikeltje schaakintuitie wordt aangetoond dat ik intuitief zetten speel zonder concrete berekeningen met soms nare gevolgen.
- Chapter 19: Quantity is quality too. Dit aspect heb ik ook in mijn blog al meerdere malen aangehaald, hetzij in een andere context. Zo denk ik aan mijn blogartikeltjes : tanguy ringoir is belgisch kampioen en de (on)zin van blitz waarin ik duidelijk aangeef dat veel spelen ook een meerwaarde is.
- Chapter 20: The human standard. Bepaalde zetten of combinaties zijn onvindbaar voor de mens maar kunnen wel worden gevonden door de computer. Dit heb ik o.a. al vermeld in een variant met een paardpromotie zie the modern french of in de commentaren van mijn blogartikeltje sterke jan scoort een grootmeesterresultaat.
Het is vreemd om zoveel gelijkenissen te zien maar ik ben er overtuigd van dat we beiden onafhankelijk onze stukjes geschreven hebben want behalve de onderwerpen, zijn de artikels wel compleet verschillend opgebouwd. Een onderwerp waar ik helemaal niets heb over geschreven op deze blog, is 'hindsight' of vrij vertaald naar het Nederlands 'Ik wist het wel'. Trainers, spelers menen van zodra ze de uitkomst kennen, dat ze die op voorhand hadden kunnen voorzien. In werkelijkheid zorgt het brein voor een verkeerde interpretatie van de feiten. Ik vermoed dat de meesten onder ons zulk gevoel al eens zullen gehad hebben.
In mijn bordpraktijk herinner ik mij 2 vreemde partijen waar ik achteraf met een gevoel zat van 'dit wist ik eigenlijk al op voorhand'. Een eerste partij was tegen de Belgische IM Eddy Van Beers waar een Najdorf op het bord kwam die ik 2 dagen eerder nog ruim had bekeken.
Het is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk dat ik achteraf meende nog bovenstaande slotstelling thuis op het bord gehad te hebben. We zijn nochtans 9 zetten al uit de theorie, ik had bijna alle tijd opgebruikt en ik sta gewoon minder.
De andere partij was in 2011 tegen Maarten Larmuseau. 's Ochtends had ik nog de Portisch-Hooksysteem in de Winawer bekeken met behulp o.a. van mijn partij tegen Hovhanisian (zie bespreking een uitgebreid zwartrepertoire).
Achteraf beweerde ik dat ik zelfs het dubieuze kwaliteitsoffer op zet 35 thuis had bekeken maar slechts zeer vluchtig. Ook in deze partij had ik bijna alle tijd opgebruikt. Daarnaast waren een heleboel zetten gespeeld die niet verplicht waren aan beide zijden.
Bij het voorbereiden durf ik mijzelf soms hopeloos verliezen in het analyseren van variantjes die ik leuk vind waarbij ik makkelijk tot zet 30 ga. Echter zich verliezen in variantjes is wel nog iets helemaal anders dan net die specifieke partijvarianten op voorhand thuis te hebben bekeken. Bovendien kon ik evenmin achteraf iets terugvinden op mijn computer betreffende de analysevarianten. Het is gissen wat correct is of niet maar ik hou er rekening mee dat ik een verkeerde interpretatie maakte van de feiten.
Mijn verhaal over de 2 partijen, lijkt te gek voor woorden maar misschien herinnert de lezer nog Een wandeling met Garry Kasparov van Tim Krabbe. Dit lijkt bijna als 2 druppels water op wat ik tegenkwam dus ik vermoed dat mijn ervaringen geen alleenstaande feiten zijn.
Het boek 'Move First, Think Later' heeft bij mij heel wat reflecties losgeweekt en aanvankelijk was ik dan ook zo enthousiast erover dat ik meende dat het boek door elke schaker eens moest worden gelezen. Echter na het lezen van heel wat recensies en commentaren moet ik toegeven dat mijn initiële visie incorrect is. Heel wat lezers denken dat het boek een nieuwe, betere gids is om zichzelf te trainen en sommigen waren zelfs van mening dat ze de trainingsboeken van Silman, Kotov,... konden wegleggen. Dit klopt uiteraard niet en misschien is de ondertitel hierin wel een beetje de deugniet door te insinueren dat het over 'Improving your chess' gaat. De bekende schaaktrainer Silman was dan ook bikkelhard (uiteraard te verwachten als je leest hoe Willy Hendriks hem had aangepakt in zijn boek) met zijn review door te stellen dat de auteur zelf nonsens verkondigt en spelers aanzet te spelen zonder vooraf na te denken.
Voor wie is het boek dan wel geschikt? In eerste instantie is dit boek geschreven voor schaaktrainers die lessen geven en/of leerboeken schrijven voor gevorderde schakers beneden 2200 elo. De stappenmethode wordt vandaag algemeen erkend als een van de beste trainingsmethodes voor beginners maar voor gevorderde schakers bestaat er voor de trainers geen echte gids. Dit boek tracht aan te tonen welke trainingsmethodes ok zijn of niet voor de gevorderde speler wat m.i. nooit eerder op zulke uitgebreide wijze werd uitgevoerd. Daar trainers voor gevorderde schakers veelal zelf + 2200 elo hebben, is het dan ook enigszins begrijpbaar dat Silman stelt dat dit boek vooral geschreven werd voor IMs en GMs. Hiermee bevestigt Silman eigenlijk, wellicht onbedoeld dat de opzet van het boek geslaagd is.
Spelers zoals mijzelf die erg geïnteresseerd zijn in het beter begrijpen van de psyche en niet gevreesd zijn om hypotheses te maken of zelfs te filosoferen, zullen zeker ook veel plezier halen uit het boek. Tenslotte gevorderde spelers die van zichzelf voelen dat ze op een dood spoor zijn terecht gekomen met de standaardtrainingsboeken, kan ik dit boek ook warm aanbevelen. Ik bedoel als je denkt zoals ik laatst vond onder de boekbesprekingen ' How to Reassess your chess 4th Edition van Silman' op de site van de Torrewachters, ik citeer "Gek genoeg vond ik niet zo meteen iets in Silmans aanpak dat mij aansprak." dan hoor je wellicht in die categorie van spelers die MFTL een welgekomen verademing zullen vinden.
Brabo