Als gastschrijver wil ik (Yves Surmont) Helmut danken om op zijn blog over alles te mogen schrijven wat ik op de site van de Roeselaarse schaakclub niet kwijt kan. Daar komt vooral clubberichtgeving aan bod. Maar mijn interesses hebben altijd ruimer gelegen dan de 64 velden op zich. Vooral de historische kant van het schaken en computerschaak zijn mijn grotere interessevelden - naast het bizarre toeval dat we soms op het bord tegenkomen. Maar de rode draad doorheen mijn artikels zal na verloop van tijd wel duidelijk worden.
In deze tijden van verregaande digitale verspreiding van informatie, lijkt het “te laat” om nog een artikel te wijden aan schaaktijdschriften. En toch. Er zijn enkele duidelijke argumenten pro, waarmee een papieren tijdschrift scoort tegenover zijn digitale broertje.
Qua nieuwswaarde kan geen enkel hardcopy schaaktijdschrift meer tippen aan de snelheid van het internet. Internet is ogenblikkelijk, maar precies hier ligt ook zijn nadeel: in actuele berichtgeving is het oppervlakkig. Analyses op websites zijn snel gebeurd met een engine, en missen hierdoor soms het inzicht wat men in een deftige (menselijke) analyse mag verwachten. Een tijdschrift hoeft zich net niet te houden aan die continue stroom van informatie, maar kan filteren. Hoe vaak heb ik niet een interessante partij enkel teruggevonden in een tijdschrift – partijen die vaak niet eens in databanken voorkomen. De analyses in tijdschriften zijn ook niet altijd perfect – het aantal (computer assisted) correcties op analyses in New in Chess was op den duur zo opvallend, dat men bij NIC uiteindelijk de analyses van grootmeesters toch maar is gaan dubbelchecken voor men tot publicatie overging (die indruk heb ik toch). Maar analyses in tijdschriften zijn nog altijd gemaakt door I(G)Ms, die vooral inzicht toevoegen aan de analyse, en geen (lange, geforceerde) zettenreeksen, waarbij – als bij mirakel – op het eind van een lijntje van 20-25 zetten plots een pion gewonnen wordt.
Binnen het aanbod van in België en omstreken vlot verkrijgbare tijdschriften, kan men niet om New in Chess heen. Het tijdschrift heeft onlangs een metamorfose ondergaan, als laatste in de rij van grote schaaktijdschriften, die zich een meer modern kleedje hebben aangemeten. Persoonlijk vind ik het geen vooruitgang – het formaat is minder handig en de overgang van zwart/wit naar kleur betekent voor mij althans geen meerwaarde. Maar NIC heeft altijd kwaliteit vooropgesteld en dat is gelukkig gebleven. Goede interviews en tornooiverslagen en de beste partijen geanalyseerd door de spelers zelf. De vaste rubrieken van Short, Sosonko, Timman en de boekbesprekingen zijn verder een welgekomen en gevarieerde aanvulling. Fundamentele artikelen (bv over openingstheorie, middenspel of eindspeltheorie) ga je er niet vinden, evenmin als bv een goed artikel over computerschaak of studies en composities. Wat me wel opviel onlangs, is dat Fischer nog in quasi elk nummer voorkomt – de man is dood en begraven, let it be.
Zelf was ik vroeger een fan van British Chess Magazine, een goed (A5) formaat, gevarieerd, met Engels schaaknieuws dat anders niet tot bij ons kwam en een aparte (want Engelse) kijk op het schaakleven. Leuk, maar recent heb ik maar weinig BCM’s meer in handen gehad. Het alternatief, Chess, heeft als een van de eerste schaaktijdschriften de stap naar een wat meer toegankelijker formaat (luchtiger lay-out, kleurendruk, meer foto's en diagrammen, ...) gemaakt. Het blad leest vlot en met Malcolm Pein hebben ze een gewaardeerde hoofdredacteur/tornooi-organisator/duizendpoot aan het hoofd. Zijn tegenhanger, het Franse Europe Echecs, heb ik jarenlang verzameld. Ik heb dan ook de evolutie gezien van een tijdschrift dat focuste op inhoud en goede analyses naar een tijdschrift dat zo oppervlakkig is geworden, dat vorm het duidelijk gehaald heeft van de inhoud. Het biedt voor mij de minst goede prijs/kwaliteit verhouding van alle tijdschriften.
Recent ben ik meer de Duitstalige markt gaan volgen. Online is er het goede Zwitserse bondstijdschrift (http://www.schachbund.ch/presse/ssz.php), maar als ik in Duitsland ben, laat ik nooit na om het lokale station te bezoeken. In een beetje stad (bv Aken) vind je er in de stationskiosk Schach, Schach Magazin, Karl, Chessbase Magazine en misschien wel nog iets meer (losse nrs van NIC bv of het mijns inziens minder interessante Rochade Europa.
Karl is iets voor de schaakhistorici onder ons. Dat de eerste pagina’s nog aan actualiteit gewijd worden, is eerder een nadeel – het nummer focust toch op het vergangene, dus waarom nog iets vluchtigs als een geïsoleerd tornooiverslagje met een enkele toppartij ter illustratie nog toevoegen? Karl is het typevoorbeeld van het voordeel van papier tegenover het digitale tijdschrift. Rustig geschreven en goed overwogen artikelen (er is geen deadline) en er wordt gewerkt rond een thema (schakers van Praag, ouderdom in het schaken, …). Weinig partijen, dat wel, maar door de opzet heeft het tijdschrift een blijvende waarde.
Voor de “echte” schaker blijft de keuze tussen Schach en Schach Magazin moeilijk. Schach (A5-formaat) is meer “Duits”: grondig, goed, nuchter, weinig foto’s, goede analyses. Schach Magazin (A4) is meer glossy: kleurfoto’s, meer tekst, meer aandacht voor de lagere regionen, maar ook hier goede artikels en goede partijkeuzes. Ik beken – ik koop ze altijd allebei – de overlap in berichtgeving en partijen neem ik er graag bij.
Om de meerwaarde van papieren tijdschriften te illustreren, geef ik hierna twee korte voorbeelden: Het eerste komt uit Schach (8/2012) en is een analyse van het eindspel Spassky – Fischer (eerste partij WK1972). Die beslaat in het tijdschrift 12 blz en is van de hand van Herbert Bastian. Een samenvatting van de historische analyses over de jaren heen, gecombineerd met de actuele rekenkracht van computerprogramma’s levert op dat ook na Lxh2 de stelling remise is. Op zich al een beetje opzienbarend (hoewel eerdere analysten ook al tot dit besluit waren gekomen), maar er worden specifieke stellingtypes behandeld, die veel inzicht geven in de defensieve mogelijkheden voor de partij zonder loper. Hierna een kort stukje analyse dat kan nagespeeld worden (de integrale analyse wordt niet weergegeven omwille van copyright):
Het voorbeeld is beknopt, maar geeft wel aan hoe een rustige analyse de vinger op de wonde kan leggen. In dit geval wist Anand meteen na de partij al het cruciale moment te vervloeken, maar voor wie niet elk topmoment op internet volgt, is het vaak handiger om zoiets met meer omkadering te plaatsen en te verwerken.
HK5000
HK5000