zaterdag 14 april 2012

Openen met de f-pion

Als zwartspeler heb ik bijna 20 jaar het Hollands op mijn repertoire. Ik open dus al met f5 voor ik een eerste officiële rating behaalde in 1996. Als beginner was ik op zoek naar een stevig systeem op d4 waardoor ik via het openingsboek van ex-wereldkampioen Max Euwe op het alternatief f5 terechtkwam. Tegenwoordig ben ik al lang overtuigd dat f5 eigenlijk helemaal niet zo stevig is en er best wel betere alternatieven zijn om te spelen op d4 maar ik heb alles proefondervindelijk moeten ervaren daar ik als erg late starter uiteraard nooit over een coach heb kunnen beschikken (de zeldzame coaches hielden zich enkel bezig met jonge talentvolle spelers).

Als mij vandaag iemand advies vraagt om het Hollands op te pikken dan raad ik hem dat resoluut af. Als een verrassingswapen nu en dan, kan het prachtig werk leveren maar om het continu te spelen zoals mijzelf dan is het toch eerder een handicap. Zelf blijf ik het systeem spelen omdat ik er erg veel werk heb ingestoken om het enigszins speelbaar te houden en dat smijt je niet graag over de balk. Misschien gebeurt dit ooit toch nog wel eens maar voorlopig blijf ik bij de oude werkwijze van repareren. Deze halsstarrige methode werd mij in 2001 eens bekritiseerd door de Hongaarse GM Horvath Jozef na onze onderlinge partij. Hij vond het onzin dat ik een krakkemikkig systeem bleef repareren en stelde mij sarcastisch voor om met wit ook met de f-pion te openen. 

In de periode waarin ik nog ongeklasseerd was, heb ik inderdaad een enkele keer ook met wit f4 geopend maar ik ondervond al snel dat je hiermee zwart onmogelijk echt van zet 1 kon testen en dus eigenlijk het theoretische openingsvoordeel van wit opgaf. Met zwart op gelijkspel spelen, vind ik een aanvaardbare strategie maar met wit moet je toch op meer hopen. Bovendien had ik met wit minder schrik om theoretische varianten te spelen daar je met wit gemakkelijker een mindere niet-theoretische zet kon permitteren.

Desalniettemin zal ik niet ontkennen dat ik ook met zwart langzaam aan het wegdrijven ben van het openen met de f-pion. Zo heb ik eerder al op Pc3 en d3, definitief f5 opgegeven daar e4 erg lastig is voor zwart. Op f4 speelde ik tot vrij recent nog steeds f5. Slechts 1 officiële partij heb ik echter staan in mijn persoonlijke database in de tijd dat ik nog interclub speelde voor Roeselare. De partij werd gespeeld in 5de afdeling wat wellicht sommigen absurd zullen vinden met mijn hoge rating. Echter ik wil hierbij wel opmerken dat die (weliswaar serieus overgewaardeerde) rating, mijn allereerste (voorlopige?) was. De rating had ik verdiend door o.a. het klubkampioenschap in Roeselare te winnen met 16,5/18 in eerste klasse tegen een gemiddelde van 1900 elo. Niet alleen het resultaat was abnormaal maar tevens mijn deelname was hoogst uitzonderlijk of misschien zelfs tegen de statuten van de club. Deelnemen in 1ste klasse kon normaal enkel op basis van je klassement en/of kwalificatie via 2de klasse. Ik had geen van beiden maar werd door het gelobby van enkele spelers toch toegelaten dus vond ik het ook ergens normaal dat ik de jaren daarop ergens een wederdienst zou doen door de club te ondersteunen in een heropstart van de interclubcampagne.
In het lopende klubkampioenschap van Deurne stapte ik af van te openen met de f-pion tegen f4 en koos ik voor een Hollands met verwisselde kleuren. Hierbij hoopte ik mijn ervaring met het Hollands te kunnen gebruiken maar wit koos voor een Leningraderopstelling wat voorlopig nog niet in mijn repertoire zit. Nu het risico dat ik hiermee nam, was erg klein daar het eloverschil uiteraard wel marge gaf. Dit blijkt uiteindelijk ook te kloppen in de partij maar ik moet toch toegeven dat wit m.i. heel wat beter speelde dan zijn rating want de overwinning kwam er niet zonder te werken.
Een beetje gek dat dit pas mijn 1ste officiële partij is waarin geopend is met de f-pion en dit niet door mijzelf. Daar mijn repertoire opgebouwd is rond e4, denk ik dat het nog eventjes kan duren voor er een 2de gelijkaardige partij zal volgen tenzij ik de Belgische FM Draftian in de nabije toekomst ontmoet want hij speelt met wit nog geregeld f4.

Brabo

6 opmerkingen:

  1. Wow en u had voordien nooit geschaakt? Direct binnen komen met 2290 lijkt me wonderbaarlijk. Zeker dat het dan blijkt dat je dit kunt volhouden ook. Progressie nadien was dan miniem blijkbaar? of hoe verklaart u dit fenomeen?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Uiteraard had ik vooraf al geschaakt maar niet voor een officiële rating. 2294 (de oude Fritzversies rondden de punten af op 0 of 5) kan je niet halen zonder al enkele jaren te oefenen. 6 jaar eerder (1990) had ik met wat spaargeld een van de allereerste Mephisto schaakcomputers: http://tluif.home.xs4all.nl/chescom/MephEurA.html, aangeschaft waar ik intens op speelde en trainde. Een paar jaar later schafte ik mij een Tandy schaakcomputer aan: http://tluif.home.xs4all.nl/chescom/GoCC2150L.html die iets sterker speelde. In 1994 kocht ik deels met geld verdiend door vakantiewerk mijn eerste PC waar ik Fritz 2 op installeerde en een match over 20 serieuze partijen tegen speelde. Die partijen heb ik achteraf ook in detail geanalyseerd.
      Ik vermoed dat dit ook de reden is waarom mijn stijl vandaag vrij technisch is en niet al te veel franjes want een computer straft frivoliteiten onmiddellijk koelbloedig af.

      Verwijderen
    2. Progressie achteraf in punten was inderdaad miniem wat verklaard kan worden door een mix van factoren:

      1) Mijn eerste rating was serieus overgewaardeerd (ik schat 150 elo) waardoor ik eerst in sterkte die punten moest overbruggen om verder te kunnen stijgen.
      2) Vanaf 1998 (dus 2 jaar na mijn eerste rating) ging ik werken waardoor ik plots veel minder tornooien kon spelen.
      3) Tussen 1998 en 2004 heb ik heel intensief correspondentieschaak gespeeld waardoor het bordschaak op een lager pitje kwam te staan. Pas in 2003 wanneer ik het correspondentieschaak afbouwde, kon ik terug meer mij toeleggen op het bordschaken wat al snel leidde in 2004 tot de FM-titel.
      4) In 2006 ben ik getrouwd en zijn er kinderen gekomen waardoor ik heel sterk heb moeten knippen in mijn schaakactiviteiten.

      Progressie is m.i. mogelijk op bijna elke leeftijd. Het belangrijkste wat telt is motivatie en tijd.

      Verwijderen
    3. Uiterst interessant dat het mogelijk is. Ergens moet de aanleg wel aanwezig zijn. Maar toch chapeau. Want in die tijd waren fritzbomen zeker niet zo uitgebreid en werd er veel werk van de schaker zelf gevraagd. Dit dan bereiken zonder enige vorm van competitie vind ik dan zeker straf.

      Verwijderen
  2. wit aan het woord...
    Eerst en vooral: bedankt voor het compliment ivm speelsterkte/rating, het bemoedigt een kleinere speler.
    En het gigantische elo-verschil van meer dan 800 punten geeft inderdaad een duidelijk voordeel (en nadeel, voor mij :p) maar desondanks vond ik het een heel interessante partij, waaruit ik veel kan leren. Al vraag ik mij toch af waarom ik bepaalde zetten soms beter anders doe...
    Want 5. e3?! is voor mij een weliswaar passieve zet, maar ook een veilige omdat ik vaak last heb van ambetante combinaties door schaak van de dame of de zwarte loper.. dus wanneer moet ik dan wél e3 spelen? Of moet ik gewoon Kh1 spelen??
    En is op zet 8 dit dan de juiste voortzetting?
    "8. Pe5 Pc6xPe5 9. f4xPe5 g4 10.d4 c5xd4 11. e3xd4"?
    Verder: waarom is 9. .. Lf5 beter? want m.i. is dan 10. Pa4xc5 absoluut niet slecht!!
    Tot slot, op zet 13, waarom de kwaliteit? Ik reken altijd dat een toren ongeveer een loper + 2 pionnen waard is. Dus dan geef ik liever één pion direct af, dan twee pionnen middels een ruil .. Zo behoud ik tevens genoeg stukken om zelf nog te kunnen blijven dreigen (al begrijp ik ook dat hier nog zeer weinig te dreigen valt!)
    Ook bedankt voor het begrip voor mijn hardnekkigheid, enerzijds wil ik daarmee nog op remise (pat) spelen (wat soms lukt!), anderzijds geef ik mijn tegenstander graag de triomf van het mat..
    (ps: mijn notatie is toch reglementair hé?)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. 5.e3 is niet echt slecht maar zal wellicht leiden tot tijdsverlies in dit systeem omdat wit naar e4 moet streven.

      8.Pe5 Pxe5 9.fxe5 Pg4 10.d4 cxd4 11.exd4 is reeds voordeel voor wit omdat na h3-g4 zwarts stukken erg krampachtig staan. Beter lijkt mij niet te ruilen op e5 en gewoon verder te ontwikkelen met bv. Le6.

      9... Lf5 is een zet aangegeven door mijn computerprogramma's waarvan de complicaties ook voor mij te ingewikkeld zijn om in een bordpartij te snappen. Na 10.Pxc5 kan volgen 10...dxe3 11.d4 (Op 11.dxe3 volgt Pe4 met materiaalwinst) Tc8 12.c3 (Op 12.Pxb7 volgt Db6 met Pxd4) Pd5 13.Lb2 Pxd4 14.Pxd4 (Op 14.cxd4 volgt Txc5 want op 15.dxc5 Lxb2 wint zwart nog meer materiaal) Txc5 16.Pxf5 gxf5 17.b4 e2 18.Dxe2 Pxc3 met stellingsvoordeel voor zwart.

      Op zet 13 is dit inderdaad een kwaliteitsoffer. Echter dit is het minste kwaad omdat in de partij wit niet alleen een pion achter komt maar ook nog eens erg passief komt te staan. Met het kwaliteitsoffer had wit het loperpaar kunnen veroveren, een actieve stelling kunnen behouden en had wit kunnen hopen de verzwakte zwarte velden (vooral diagonaal a1-h8) te kunnen exploiteren. De vele dynamische voordelen compenseren meer dan ruimschoots het puur materiële nadeel wat overeenkomt met een pionnetje.

      Verwijderen